dinsdag 17 april 2012

Eldorado dos Carajás




Ik moet bekennen dat ik vorig jaar flink jaloers ben geweest op mijn zwager die voor zijn Duitse firma een tweetal weken in Brazilië veldonderzoek deed. Hij werkt voor de farmaceutische gigant Boehringer in Ingelsheim en is binnen dat bedrijf medeverantwoordelijk voor de fytotherapeutische toepassing van planten. Zijn reis bracht hem via de deelstaten São Paulo en Paraná per vliegtuig naar Pará, waar hij op het kleine regionale vliegveld van Marabá neerstreek. 
Marabá, een stad dat voor mij als Brazilië-medewerker van Amnesty International gedurende de jaren welhaast mythische proporties heeft aangenomen. Marabá is met bijna 200.000 inwoners de belangrijkste stad in het zuidoosten van Pará, dat in 2011 tijdens een volksraadpleging de status van regeringszetel van de nieuw te creëren deelstaat Carajás aan haar neus voorbij zag gaan. (Het plan de deelstaat Pará in drieën op te delen werd diep in het binnenland zelf breed gedragen, maar is uiteindelijk weggestemd door de bewoners uit de kuststrook, waar zo'n 80% van de bevolking van het huidige Pará woont en dan voornamelijk in de agglomeratie rond de hoofdstad Belém do Pará.) 
De regio rond Marabá is berucht om het geweld dat plaatsvindt tussen kortweg de gevestigde orde van een gering aantal grootgrondbezitters en grote groepen (landloze) boeren die op zoek zijn naar een eigen stukje grond om te bewerken en zo het eigen gezin te kunnen onderhouden. Volgens de statistieken die de kerkelijke Comissão Pastoral da Terra jaarlijks in het kader van een meer eerlijke landverdeling in Brazilië bijhoudt is het zuidoosten van Pará de gewelddadigste regio van het land. Het moordcijfer is hoog, illegale houtkap en onwettige landtoeëigening   wijdverspreid en ook de moderne schuldslavernijpraktijken gaan niet aan deze regio voorbij. De straffeloosheid is endemisch. Het spreekt dan ook vanzelf dat mensenrechtenorganisaties daar de handen vol aan hebben. In dat kader begon ik in 1998 dan ook mijn werkzaamheden voor Amnesty International en raakte ik althans op papier vertrouwd met plaatsnamen als Marabá, Rio Maria en Xinguara. Correspondeerde met mensenrechtenactivisten en -organisaties in de regio in het kader van acties tegen de beruchte moordaanslagen op landactivisten als João Canuto, diens zoons en Expédito Ribeiro de Souza. Ik ben er nooit geweest maar was er toch uiterst actief. Het zal menigeen dan ook niet verbazen dat juist deze Braziliaanse regio ergens bovenaan mijn verlanglijstje staat. Al was het alleen maar om de een van mijn persoonlijke helden, padre Henri Burin des Roziers, een warme omhelzing te mogen geven.
En uitgerekend daar reed mijn zwager vorig jaar rond om zijn plantenarsenaal aan een grondig wetenschappelijk onderzoek te onderwerpen. Juist daar stapte hij in de bus naar Parnaíba in Piauí die hem langs die andere roemruchte plaats zou voeren. Tijdens deze rit over de PA-150   zou hij namelijk het herdenkingsmonument voor de slachtoffers van het bloedbad van Eldorado dos Carajás passeren. Een slachtpartij die gisteren 16 april op de kop af zestien jaar geleden heeft plaatsgevonden, waarbij de militaire politie 19 leden van de landlozenbeweging MST/Movimento dos Trabalhadores Sem-Terra tijdens de uiterst gewelddadige ontruiming van een wegblokkade om het leven bracht. Het was dat ik mijn zwager een beschrijving van het herdenkingsmonument had meegegeven anders was hij er naar eigen zegge zonder foto te kunnen nemen straal aan voorbij gereden. 
De zaak-Eldorado dos Carajás is een treffend en schrijnend voorbeeld van de straffeloosheid in dit gebied van Brazilië. Het duurde zes jaar alvorens er, na allerlei juridisch gesteggel een juryrechtbank van de grond kwam, waarna alle 154 politiemensen en de opdrachtgevers op wonderbaarlijke wijze werden vrijgesproken. Alleen de twee officieren die het commando over de gewelddadige ontruiming hadden gevoerd werden veroordeeld. Beiden kregen een gevangenisstraf van meer dan 200 jaar, maar blijven tot op de dag van vandaag op vrije voeten rondlopen. Afgelopen maart gloorde er weer een beetje hoop. Hogerechter Gilmar Mendes bepaalde dat de twee politieofficieren alsnog in de gevangenis zouden moeten worden opgesloten, maar dit bevel is nog steeds niet in de hoofdstad Belém do Pará aangekomen. Als het om een gewone crimineel uit het volk had gedraaid zou deze naar grote waarschijnlijkheid reeds diezelfde dag zijn opgepakt.
Een treurige geschiedenis, maar helaas de alledaagse Braziliaanse werkelijkheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten