zondag 30 september 2012

Collor, twintig jaar geleden

Jeetje, het is alweer twintig jaar geleden dat ik aan de universiteit van Groningen vol trots mijn historisch onderzoek naar ontwikkeling van de historiografie gedurende de militaire dictatuur in Brazilië heb afgerond. Het zou een spannende zomer worden in 1992. Een zomer waar ik mij maandenlang als een kluizenaar bewoog in de fantastische wereld van de Braziliaanse geschiedschrijving, met grootheden als Capistrano de Abreu, Gilberto Freyre, José Honoria Rodrigues, Florestan Fernandes en Fernando Henrique Cardoso. Maar ook de zomer dat Brazilië voor het eerst in haar geschiedenis voortijdig afscheid nam van een wegens corruptie tegen de lamp gelopen president.
Het was in die tijd niet gemakkelijk om als student vanuit Europa de verwikkelingen in Brazilië dagelijks op de voet te kunnen volgen. Er was nog geen internet en naar mijn weten kon men alleen bij het CEDLA in Amsterdam zo nu en dan voor een Braziliaanse krant of weekbald als Veja terecht, die dan ook nog eens dagen verouderd was. Ik was elke dag in de bibliotheek van de Groningse letterenfaculteit te vinden om me via de buitenlandse pers, met name de Spaanse kwaliteitskrant El País, het Portugese dagblad O Tempo en de toen al verrassend internationaal georienteerde Neue Zürcher Zeitung, van de laatste stand van zaken in Brasília op de hoogte te laten brengen.


Fernando Collor de Mello (Rio de Janeiro, 1949) was van 1990 tot 1992 de eerste president die na de periode van de militaire dictatuur (1964-1985) voor het eerst direct door de Braziliaanse bevolking gekozen was. (Zijn voorganger José Sarney was de running-mate van de voortijdig overleden president Tancredo Neves, die op zijn beurt  in 1985 door een parlementair kiescollege in het ambt was verkozen.) Deze jonge flamoyante carièrrepoliticus uit de noordoostelijke deelstaat Alagoas had in 1989 de strijd om het presidentschap van de socialist Luiz Inácio Lula da Silva gewonnen met zijn belofte de corruptie en vooral de zelfverrijking van politici en  topambtenaren, in de volksmond 'marajás' ('maharadjas') genoemd, bij de wortel aan te zullen pakken.
Het gelazer begon voor Collor in mei 1992. Uitgerekend zijn eigen broer Pedro had zijn gram op hem willen halen en was met onthullingen over corruptie en zelfverrijking van de president naar buiten gekomen. Spil in het netwerk dat Collor om zich heen had gebouwd was echter ene PC Farias, een zakenman uit Alagoas die voor de president de hete kastanjes uit het vuur moest halen. Voordien had nog geen Braziliaan van hem gehoord, nadien zoemde zijn naam nog jaren door de gangen van politiek-Brazilië.
Er werd een gemengd parlementair onderzoek ingeteld, bestaande uit leden van het Huis van Afgevaardigden en de senaat. Centraal in het onderzoek waren de aanschaf van een FIAT Elba voor privé-gebruik en de verbouwingen van het huis van president Collor in de federale hoofdstad Brasília die in de miljoenen liepen. (De keuze van Collor om deze Casa da Dinda tot officiële ambtswoning van de president in te nemen was een electoraal-populaire stap geweest. Collor verzette zich tegen de praalzucht van de regerende klasse van de maharadjas in Brasília en het Palácio da Alvorada als gebouw en de regeringswijk Granja do Torto waren in zijn ogen levendige voorbeelden daarvan.)
De zaak was niet meer te houden en op 29 september 1992 sprak het Huis van Afgevaardigden met 441 stemmen voor en 38 tegen de impeachment tegen president Collor uit, die enkele dagen daarvoor zich nog eenmaal tot het Braziliaanse volk had gericht om zijn onschuld te bepleiten en de politieke oppositie van leugen en bedrog te beschuldigen. De president mocht vertrekken.




AGÊNCIA O GLOBO / SÉRGIO MARQUES/2-10-1992

Collor hield de eer aan zichzelf en trad enkele dagen voor de daadwerkelijke impeachment af. Hij werd door het federale hooggerechtshof wegens corruptie veroordeeld en mocht vijftien jaar lang geen politiek ambt meer innemen. In 2007 keerde hij namens de rechtse splinterpartij Partido Trabalhista Brasileiro/PTB als senator voor de deelstaat Alagoas terug in de Braziliaanse politiek en ontwikkelde zich tot een spraakmakende politicus op de rechtervleugel die de openbaarheid en de controverse nog steeds weet te vinden. Want Collor is nog steeds omstreden als het om ongeoorloofd gedrag gaat. Op dit moment weet hij zich in de belangstelling van datzelfde federale hooggerechtshof dat hem bijna twintig jaar geleden reeds veroordeelde. Hij staat namelijk nog steeds onder verdenking van passieve corruptie, valsheid in geschrifte en verduistering tijdens datzelfde presidentschap begin jaren '90. De eerste twee beschuldigingen zijn op basis van Braziliaans recht inmiddels verjaard maar die van verduistering echter nog niet en zou Collor alsnog een gevangenisstraf van maximaal 12 jaar kunnen opleveren. Een eventueel proces zou volgend jaar kunnen gaan plaatsvinden als het federale hooggerechtshof onder andere het lopende Mensalão-proces heeft afgerond. Wordt vervolgd.


Dida Sampaio/AE


Hebe is niet meer

Brazilië is in rouw. Nou ja, het grootste deel van de bevolking dan. Bij het maatschappijkritische deel van de intelligentia viel haar hoon en schamper ten deel. Hebe is niet meer. Een Braziliaanse televisie-ikoon is vandaag overleden. Op de respectabele leeftijd van 83 jaar. Nog een tweetal dagen terug had Hebe Camargo met veel media-aandacht bekend gemaakt weer op de buis te zullen verschijnen. Na een naar het zich liet aanzien voorspoedig verlopen operatie (Hebe leed aan buikvlieskanker) had zij zich bij het grote televisiestation SBT gemeld voor het maken van een nieuw programma in 2013. Ze stierf werkelijk in haar harnas, de onvermoeibare dame van het beeldscherm.
Hebe Maria Monteiro de Camargo Ravagnani (Taubaté, 1929) maakte aanvankelijk carrière als zangeres (1959-1966) en sloot zo ook sinds 1998 haar leven als BB-er af. Hebe zou uiteindelijk zeven albums uitbrengen. Via de radio kwam ze eind jaren veertig met de pioniers van de Braziliaanse televisie in aanraking. Haar leven valt dan ook met die van de televisie samen. Hebe stond mede aan de wieg van het eerste Braziliaanse tv-station Rede Tupi, maar miste de allereerste uitzending in 1950 om dat zij er met een vriendje vandoor zou zijn gegaan. Ze heeft  uiteindelijk bij bijna alle grote Braziliaanse televisiestations (o.a. Bandeirantes, Rede, Record, SBT) gewerkt. Jarenlang was zij te zien in humoristische shows met de komiek Ronald Golias, waarvan volgens een grote groep Brazilianen de Romeo en Julia-uitzendingen van eind jaren '60 tot een van de grappigste televisiefragmenten wordt gerekend.


Daarnaast kennen bijna alle Brazilianen Hebe Camargo van haar opzienbarende optreden in het serieuze praatprogramma Roda Viva op TV Cultura in 1987, maar toch vooral van de meer Oprah Winfrey-achtige glamourshows gedurende haar gehele carrière, waarin zij bijna alle bekende sterren uit binnen- en buitenland ontving. Shows die altijd maar een naam centraal had staan "Hebe", waarmee de Rainha da Televisão zichzelf tot standbeeld heeft geschapen die altijd onlosmakelijk met de geschiedenis van de Braziliaanse televisie verbonden zal blijven.

.
.
De Braziliaanse media hadden het vandaag dan ook nog maar over een ding, de dood van Hebe. In een land waar televisie en politiek zo nauw met elkaar verbonden zijn konden natuurlijk ook de politieke kopstukken niet achterblijven. Er verschenen officiële persberichten van presidente Dilma en van Gilberto Kassab, de burgemeester van de stad waar ze opgroeide en het grootste deel van haar leven woonde, São Paulo. Maar ere wie ere toekomt. De tekstschrijvers van burgemeester Sérgio Cabral van Rio de Janeiro krijgen wat mij betreft de eer het verlies het mooist onder woorden te hebben gebracht: "Hebe was het synoniem van de levenslust. Ze zal een leegte op de Braziliaanse televisieavonden achterlaten." ("Hebe era sinônimo da alegria de viver. Deixa uma vazio nas noites da televisão brasileira.")


vrijdag 28 september 2012

Het einde van een nachtmerrie

In 2002 was ik voor Amnesty International in São Paulo, waar ik naast het nodige lobbywerk van het Internationaal Secretariaat in Londen de opdracht had meegekregen om her en der in het veld mijn licht op te steken met betrekking tot politiegeweld en de activiteiten van doodseskaders in met name de armere buurten van de stad. Dat bracht me onder andere naar Sapopemba, het grote sloppenwijkencomplex in de Zona Sul van de metropool, en leidde tot gesprekken met diverse mensenrechtenorganisaties ter plekke. Naast alle verhalen over gewelddadige moordpartijen en bedreigingen aan het adres van mensenrechtenorganisaties en -activisten viel heel af en toe die ene naam, Cabo Bruno. Een schim uit het verleden, maar wiens naam na vele jaren nog steeds met huivering werd uitgesproken.

Cabo Bruno, zijn naam kwam ik vandaag in de media weer tegen. Hij is gisteren uiteindelijk zelf tegen de lamp gelopen en voor zijn woning in het stadje Pindamonhangaba (deelstaat São Paulo) met achttien tot twintig kogels gewelddadig om het leven gebracht.
Florisvaldo de Oliveira alias Cabo Bruno was begin jaren '80 van de vorige eeuw de meest gevreesde man in de Zona Sul van São Paulo. Hij stond aan het hoofd van de 'justiceiros', een doodseskader dat in opdracht van vooral handelaren uit de buurt in twee jaar tijd meer dan vijftig, vaak willekeurige bewoners uit de armere wijken van de stad (periferia) gewelddadig om het leven heeft gebracht. Volgens de militaire politie waren er toendertijd naast Cabo Bruno nog twee andere (ex-)agenten van de militaire politie bij betrokken en leek het er aanvankelijk op dat ook hogere politieautoriteiten de zaak met de mantel der liefde wilden bedekken.
Het mocht gelukkig niet baten. In 1983 werd Cabo Bruno, die in de media maar al te duidelijk had gemaakt criminelen te haten ("odiar marginais"), uiteindelijk door de militaire politie gearresteerd. Op televisie verklaarde hij zich publiekelijk schuldig en verteld daar met een glimlach op zijn lippen en zonder enig teken van berouw dat hij na de drieëndertigste dode de tel kwijt geraakt was.
In 1983 werd hij tot 118 jaar gevangenisstraf veroordeeld, vluchtte driemaal uit de gevangenis van Tremembé en zou uiteindelijk 27 jaar van zijn straf uitzitten. In augustus van dit jaar kwam de inmiddels zeer gelovig geworden Cabo Bruni (in de gevangenis had hij zich opgewerkt tot officieel evangelisch pastor) op vrij voeten. Daar heeft hij dus maar kort van kunnen profiteren. Hij is niet meer. Ik ken een aantal mensen die na al die jaren definitief opgelucht adem kunnen halen.

maandag 24 september 2012

Celso Russomanno

In de peilingen staat hij stevig aan de top. Celso Ubirajara Russomanno, lid van de Partido Republicano Brasileiro (PRB), gaat in oktober zo goed als zeker de tweede ronde in voor het burgemeesterschap van de metropool São Paulo. Wat traditioneel een klassiek gevecht tussen de socialisten van de PT en de centrum-linkse PSDB leek te gaan worden werd een succesverhaal voor Russomanno. Wat verklaart zijn populariteit bij een groot deel van de paulistanos?

Portal Terra

Celso Russomanno (São Paulo, 1956) kreeg begin jaren '90 van de vorige eeuw landelijke bekendheid als presentator van een consumentenprogramma op de televisie. De Braziliaanse 'Frits Bom' genoot direct zo'n grote populariteit dat hij besloot de politiek in te gaan. In 1994 werd hij met de meeste voorkeurstemmen verkozen tot federaal afgevaardigde in Brasília. En daar bleef hij tot op de dag van vandaag zijn zetel behouden. Aanvankelijk voor de PSDB van president Fernando Henrique Cardoso, daarna voor de Partido Progressista, een rechtse splinterpartij die bekendheid geniet als de partij van de vleesgeworden corruptie Paulo Maluf uit São Paulo.
Het was een persoonlijk conflict met de laatstgenoemde die Russomanno in 2011 deed besluiten uit de PP te stappen en zich voor de PRB in de strijd om het burgemeesterschap van São Paulo te werpen. De overstap van de rooms-katholiek Russomanno naar deze partij was een strategische. De PRB geldt als het politieke vehikel van de grootste Braziliaanse pinksterbeweging, de Igreja Universal do Reino de Deus, die in het land kan rekenen op zo'n acht miljoen volgelingen. Hiervan leeft een groot deel in São Paulo en is daarmee een electoraal grote, aantrekkelijke visvijver.
Ook schijnt Russomanno veel stemmen bij de Partido dos Trabalhadores weg te halen. In die districten waar de socialisten traditioneel veel trouwe kiezers hebben, namelijk die in de periferie van de stad, lopen velen over naar de PRB. Voor hen is de PT-kandidaat Fernando Haddad teveel een academicus en daarom niet een van hen. Veel Braziliaanse kiezers stemmen op de persoon waarmee zij zichzelf het beste kunnen identificeren. Dat lukte president Lula en de oud-burgemeester Marta Suplicy wel, maar oud-minister van onderwijs Haddad niet. Daarnaast lijkt de opkomende middenklasse van São Paulo, die de afgelopen tien jaar haar welvaart heeft zien toenemen, met een stem op consumentenman Russomanno die groeiende rijkdom zeker wil stellen.
Ook Russomanno wordt in verband gebracht met politieke malversaties en onlangs nog werd zijn naam genoemd in een groot corruptieschandaal rond de zakenman Carlos Cachoeira uit de deelstaat Goiás. Maar zijn grootste achilleshiel is zijn gebrek aan bestuurlijke ervaring. Zijn politieke carrière beperkt zich tot op de dag van vandaag tot een achttienjarig verblijf in het federale Huis van Afgevaardigden. Zijn tegenstanders weten dat en proberen het electoraal angst aan te jagen door Russomanno te vergelijken met politici uit het verleden die zonder bestuurservaring een ambt aanvaardden maar kort daarna wegens allerlei corruptieschandalen het veld moesten ruimen. Daarbij vallen steevast de namen van oud-president Fernando Collor de Melo (1990-1992) en vooral die van de oud-burgemeester van de stad, Celso Pitta (1997-2000). Pitta gold als de politieke man van Paulo Maluf en zijn regering geldt nog steeds als een van de slechtste die de inwoners van São Paulo ooit gekend hebben.





zondag 23 september 2012

Boa noite país maravilhoso!


Geen inspiratie vandaag om een blog te schrijven. Het is vijf uur tijdsverschil met Rio de Janeiro. Mijn saudade is zo hardnekkig dat ik, anderhalve maand later, elke keer als ik in Nederland op de klok kijk automatisch vijf uur terugreken. Boa noite cidade maravilhosa, voltarei sempre!

zaterdag 22 september 2012

Verkiezingskoorts in Belô

Nog twee weken te gaan en dan trekken de Brazilianen naar de stembus om een burgemeester en een gemeenteraad te kiezen. De campagnes van de verschillende kandidaten draaien op volle stoom. Nu gaat het er echt om spannen. Ook al lijkt het ook in Belo Horizonte, de derde stad van het land en hoofdstad van de belangrijke deelstaat Minas Gerais, op een overwinning in de eerste ronde van de zittende burgemeester aan te gaan komen.
De inwoners van Belô, zoals de stad in de volksmond genoemd wordt, lijken het niet op een tweegevecht tussen de zittende burgemeester Marcio Lacerda (PSB) en zijn belangrijkste rivaal Patrus Ananias (PT) aan te laten komen wie het gemeentehuis aan de Avenida Afonso Pena (foto) voor de komende vier jaar mag betrekken. In de peilingen bungelt Lacerda zo rond de 50% (genoeg voor directe herverkiezing), terwijl oud-burgemeester Ananias (1993-1996) op 30% lijkt uit te gaan komen. De politieke opponenten van Lacerda verwijten hem dan ook een houding van "já ganhou"("Ik heb toch al gewonnen"), een strategie van de PSB die het debat doodslaat, maar genoeg lijkt te zijn voor de overwinning.

Deze electorale insteek van de PSB is niet verbazingwekkend. De aanloop naar deze verkiezingen had partijpolitiek gezien veel voeten in aarde. Lacerda werd in 2008 gekozen met ondersteuning van de PT én de PSDB. (Toendertijd een unicum in Brazilië, omdat de petistas en de tucanos (de volknaam voor de PSDB) op nationaal niveau elkaars eeuwige politieke opponenten zijn. In de deelstaat São Paulo bijvoorbeeld strijden ze tegen elkaar op leven en dood.) En juist die coalitie PSB-PT-PSDB lijkt de petistas vleugellam te maken. Lacerda's beleid heeft de stad veel voordeel opgeleverd en wordt door de inwoners van de stad gewaardeerd.
Dat de PT bij deze verkiezingen ervoor heeft gekozen met een eigen kandidaat te komen heeft dan ook veel met de nationale politiek te maken. In 2014 zijn er presidentsverkiezingen en zoals het er nu naar uitziet zullen de belangrijkste opponenten van de zittende PT-presidente Dilma Rousseff afkomstig zijn uit de partijen van de beide coalitiepartners in Belo Horizonte. Allereerst is daar Aécio Neves, een van de huidige senatoren van de deelstaat Minas Gerais en dé kandidaat van de PSDB. Kleinzoon van Tancredo Neves, het kopstuk van de transitieperiode na het herstel van de democratie in Brazilië in 1985, die jammerlijk enkele dagen voor zijn inauguratie als president van het land in dat jaar door een hartstilstand overleed. Aécio was een populaire gouverneur van de deelstaat en lijkt binnen de PSDB de enige die het op dit moment Dilma lastig kan maken. Daarnaast is de PSB van Marcio Lacerda de partij van de huidige gouverneur van de deelstaat Pernambuco, Eduardo Campos. Door zijn jeugdige voorkomen is de nationale voorzitter van deze partij een onverwachtse derde in de strijd om dat presidentschap. Het is de PT er daarom electoraal alles aan gelegen om afstand te nemen van het succes van Lacerda en zijn aanvankelijke coalitie in Belo Horizonte.


donderdag 20 september 2012

Clowneske vertoning


De Braziliaanse inzending voor de Oscars 2013 is de speelfilm 'O Palhaço' (De Clown) van regisseur, scenarist en hoofdrolspeler Selton Mello geworden. Het is het verhaal van een vader en een zoon die beide als clown in een circus in het Braziliaanse binnenland van Minas Gerais werken en waarbij de zoon (Pangare/Benjamin) uiteindelijk besluit een andere weg te kiezen. Op zoek naar vaste grond en de ideale vrouw. Een ouderwets vader-zoondrama gaat in Los Angeles proberen wat geen andere film van Braziliaanse makelij ooit is gelukt, het gouden beeldje voor de Beste Buitenlandse Film in de wacht slepen.
Het kwam in het verleden viermaal eerder tot een nominatie voor de Beste Buitenlandse Film: 'O Pagador de Promessas' van Anselmo Duarte (1963), 'O Quatrilho' van Fábio Barreto (1996), 'O Que É Isso Companheiro' van Bruno Barreto en natuurlijk 'Central do Brasil' van Walter Salles, de film die het in 1999 op het laatst moest afleggen tegen Robert Benigni's kaskraker 'La Vita É Bela'.


Maar of 'O Palhaço' een kans zal maken valt ernstig te betwijfelen. De selectiecommissie van acht prominente mensen uit de Braziliaanse filmindustrie had de, naar eigen zeggen, zware taak uit vijftien films te kiezen, waaronder 'Xingu' van Caio Hamburger en 'A Beira do Caminho' van Breno Silveira, twee zwaargewichten die al eerder in het Dolby Theatre in Hollywood een film van hun hand in de competitie hebben gehad. Hamburger in 2007 en Silveira in 2005.
De trailer van Mello's film belooft een kleurrijk geheel, onderhoudend en vol humor. Een soort Braziliaanse versie van de spectaculaire, soms absurdistische zigeunerfilms van de Servische filmmaker Emir Kusturica. Maar wat we krijgen te zien is een saaie en vervelende film met veel onderbroekenlol over scheten en dergelijke grappenmakerij. De fotografie is mooi, maar de inhoud is nietszeggend.
Helaas, geen Oscar voor Brazilië volgend jaar. Daarvoor is de concurrentie met 'Después de Lucia' van de Mexicaanse regisseur Michel Franco en de Franse inzending 'Intouchables' van Eric Toledano en Olivier Nakache (mijn persoonlijke favoriet) ook te groot. Jammer, de bloeiende Braziliaanse filmwereld heeft er inmiddels lang genoeg op gewacht om het felbegeerde beeldje in de wacht te kunnen slepen.


dinsdag 18 september 2012

Titanenstrijd in Sampa

Nog ruim een halve maand te gaan, dan gaat Brazilië naar de stembus. Ditmaal voor de verkiezingen van de burgemeester en een nieuwe gemeenteraad. In een aantal steden lijkt de strijd al gestreden en maken de zittende burgemeesters een grote kans voor een tweede termijn te mogen aantreden (Rio de Janeiro, Goiânia). In andere grote gemeenten is het nog ongemeen spannend. In Porto Alegre zou een kandidate van de Partido Comunista do Brasil voor het eerst in deze stad de macht kunnen grijpen, in Belo Horizonte en Recife is er een tweestrijd tussen de socialistische Partido dos Trabalhadores en de zittende sociaaldemocraten van de PSB, de Partido Socialista Brasileira gaande. Maar de meeste ogen in Brazilië en daarbuiten blijven toch gericht op de verwikkelingen in de grootste en economisch belangrijkste stad van het land, São Paulo.
Daar vond gisteren het eerste grote televisiedebat plaats, georganiseerd door de kwaliteitskrant O Estado de São Paulo in samenwerking met TV Cultura en YouTube. De uitzending gaf duidelijk weer hoe de electorale kaarten in São Paulo op dit moment geschud zijn. Alles lijkt erop dat het tot een tweede ronde zal komen. Maar anders dan verwacht zal dat niet gaan tussen de socialisten van de PT en haar aartsrivaal in deze deelstaat de PSDB (Partido da Social Democracia Brasileira). Ditmaal staat de populistisch-rechtse Celso Russomanno van de PRB in de peilingen ferm op voorsprong en zal het in november opnemen tegen de winnaar van de eeuwige strijd tussen de twee traditionele kemphanen.

Sergio Neves/AE

Dat was aan het verloop van het debat goed te merken. Russomanno leek er bijna niet toe te doen. Iedereen lijkt er vrede mee te hebben dat hij als eerste uit de stembus zal komen en dat het kruit tegen hem bespaard wordt voor de tweede ronde. Het werd dan ook een vilein debat tussen de kandidaten José Serra (PSDB) en de Lula-kandidaat van de PT, Fernando Haddad.
Serra, oud-minister van gezondheid onder president Fernando Henrique Cardoso/FHC, eerder burgemeester van de stad en voormalig gouverneur van de deelstaat São Paulo, verweet zijn opponent en diens partij de presidentiële inmenging in de electorale strijd (presidente Dilma Rousseff zou in de loop van de campagne een aantal voor Haddad electoraal zeer gunstige maatregelen hebben genomen) en de benoeming van de PT-ikoon Marta Suplicy tot federaal minister van Cultuur (waardoor zij werd gecompenseerd voor haar verlies in de strijd met Haddad om de PT-kandidatuur in São Paulo en zich zo zonder gezichtsverlies openlijk in de strijd kan mengen). Haddad op zijn beurt verweet de PSDB-kandidaat diens voortijdig vertrek als burgemeester om zich in 2006 in de strijd voor het presidentsschap te werpen.
Het moddergooien tussen de partijen verhulde wat deze verkiezingen gekenmerkt heeft, de algehele visieloosheid van de kandidaten. Anders dan in Rio de Janeiro, waar PSOL-kandidaat Marcelo Freixo zijn visie op een toekomstige stad tijdens de campagne laat meespelen en zo zittend burgemeester Eduardo Paes (PMDB) dwingt om enigszins met een visie te komen, is de electorale strijd in São Paulo ontaard in slagveld waarbij principes en idealen het hebben afgelegd tegen een botte machtstrijd tussen de eeuwige rivalen FHC/Serra en oud-president Lula.

Seu Jorge, ongepolijste diamant

Het werd die derde augustus een wel heel bijzondere noite de despedida (afscheidsavond) van Rio de Janeiro. Een vriendin en ik hadden afgesproken er een groots feest van te gaan maken. En, het moet gezegd, een feest werd het daar in Lapa! Ze had een verrassing in petto. Gaandeweg we de Arcos de Lapa naderden werd het me beetje bij beetje duidelijk dat ze geen grapje had gemaakt. Een concert van mijn grote Braziliaanse muzikale held Seu Jorge zou de opwarmer van de avond worden.


Seu Jorge. Mijn eerste kennismaking met hem was zijn rol als Mané Galinha in de speelfilm Cidade de Deus. De eerlijke buschauffeur die door de moord op zijn broer uitgroeit tot een van de grootste leiders van een van de drugsbendes van de comunidade. Een mooie, ranke man met een krachtig gezicht. (Jaren later zou ik hem weer op het witte doek zien, als Beirada, de leider van de gewelddadige gevangenisopstand in Tropa de Elite II).
Ondertussen had ik via de cd 'The Life Aquatic. Studio Sessions' ook zijn zangkunsten ontdekt. Een album waarin Seu, afkomstig uit Belford Roxo en die van kindsaf aan al zanger wilde worden, nummers van David Bowie van een nieuwe Portugese tekst voorzag en daarmee zijn eigen ziel en zaligheid kon blootleggen. Later volgden de albums 'Cru' en natuurlijk 'Músicas para Churrasco', maar toen was ik allang verkocht. Man, ik ben verliefd op die stem, een van ongepolijste schoonheid! Als iets de essentie van het leven voor mij verbeeldt dan zijn dat Seu Jorge's stem en diens aardse songs over lief en leed van een gewone jongen uit de Baixada Fluminense. Pois è, pois è.
Het werd nog laat die nacht. Het bier, de caipirinha's en goddelijke cachaças vloeiden rijkelijk bij de Bar de Cachaça aan de Mem de Sá. De stem van Seu Jorge zachtjes meedeinend in mijn hoofd. Mijn nacht kon niet meer stuk!

maandag 17 september 2012

Oog van de naald

De nieuwste hit in crimineel Brazilië is op dit moment de sequestro relâmpago, vrij naar het Nederlands vertaald een roofontvoering. Bendes rijden met auto's door de straten van de stad op zoek naar potentiële slachtoffers, meestal gringo's of welgestelde Brazilianen. Het principe is simpel: je sleurt iemand al dan niet onder bedreiging van een vuurwapen uit een auto of van straat, gooit hem of haar in een (andere) auto, rijdt met hem of haar naar bank (of winkel) en trek diens creditcard zorgvuldig leeg.
Het is op dit moment een plaag. Je hoeft maar een van de vele Braziliaanse journaals te bekijken of er komt wel een gevalletje relâmpago langs. Waren het tot voor kort vooral de steden Rio de Janeiro en São Paulo die er last van ondervonden, nu schijnt er in het Federaal District, zeg maar de deelstaat rond de federale hoofdstad Brasília, zo'n golf van roofontvoeringen te bestaan dat men de Força Nacional te hulp heeft geroepen om het met geweld de kop in te kunnen drukken. Sinds een week houden deze speciale politie-eenheden alle uitvalswegen naar de buurdeelstaat Goiás met veel machtsvertoon in de gaten gehouden, want ook in Brasília geldt de onuitroeibare rechtse logica dat alle gevaar per definitie van buitenaf komt.
Ik ben terug van mijn verblijf in Brazilië. Veilig en wel, al had het weinig gescheeld.Ook tijdens dit verblijf was er dat ene moment dat ik het gevoel had dat ik door het oog van de naald ben gekropen.
Het is donderdagavond, een uur of zes in Brasília. Zoals in de tropen gebruikelijk is de zon dan al een uurtje onder. Na een dag lobbyen op het ministerie van Justitie brengt mijn partner mij per auto naar mijn woning in de Asa Sul, een van de vleugels van het vliegtuigontwerp dat deze in 1960 in gebruik genomen stad planologisch zo kenmerkt. 's Avonds gekenmerkt door een naargeestige eentonigheid. Alle flatgebouwen lijken op elkaar en doordat er nauwelijks mensen lopen hangt er direct een dreigende sfeer. Ik wordt bij de supermarkt afgezet en zeg tegen mijn Braziliaanse vrienden dat ik zij wel kunnen gaan. Omdat deze winkel achter mijn flat ligt lukt het mij wel om alleen thuis te komen. Ik doe mijn boodschap, stap de schuifdeur uit en jawel, de twijfel slaat toe. In deze donkere omstandigheden in een woonwijk in Brasília zo'n beetje het ergste wat je kan overkomen. Wat te doen? Een local vragen, natuurlijk. Wetende dat een Braziliaan je altijd de weg zal wijzen, ook al is het uit louter beleefdheid je te helpen de verkeerde, neem ik de gok. En de verkeerde dus. Na drie haltes op de uitvalsweg Via W Três Sul te hebben gelopen (donker, weinig mensen, geen taxi's en heel veel auto's) besluit ik een kroeg in te gaan, een biertje te drinken en in alle rust de ober naar de weg te vragen. En ja hoor, ik moet helemaal terug en nee, taxi's rijden dat voor hen korte ritje niet, maar weet wel weet de goede man mij te verzekeren, muito perigoso! (Erg gevaarlijk!)
En toen schoot het relaas van mijn Braziliaanse vriend daags daarvoor mij door het hoofd. Het verhaal met die twee beruchte woorden, "sequestro" en "relâmpago". Hij was er de week daarvoor slachtoffer van geworden. Men had hem van straat geplukt en op een afgelegen plek net buiten het centrum onder bedreiging van alles beroofd wat van waarde was.
Daar loop ik dus die avond in donker Brasília. Het ideale doelwit. Een gringo die door zijn bezoek aan het ministerie in witte hemdsmouwen en met alles op zak van waarde is over straat loopt. Creditcard, paspoort, laptop. Kortom, het was van mijn kant regelrechte uitlokking. Moe en met het verstand op nul ga ik op huis aan. Letterlijk het gevoel van de dood of de gladiolen. De adrenaline giert door mijn lichaam, mijn zintuigen op scherp om elk potentieel gevaar voor te kunnen zijn. Elke passerende auto houd ik in de gaten, net als elke zijstraat van deze uitvalsweg. Groepjes mannen ga ik uit de weg en bij het passeren van een steeg versnel ik mijn pas.
Ik kom uiteindelijk zonder kleerscheuren thuis, neem een Brahma of drie en ga slapen. Midden in de nacht word ik badend in het zweet wakker. De angst vliegt me naar de strot en ik denk aan mijn vier meiden in het verre Nederland. Oef, dat was toch weer eens het oog van de naald!