zondag 9 oktober 2016

Stilte voor de storm

Brazilië wacht op de grootste explosie in het lopende en geruchtmakende justitiële Lava Jato-onderzoek naar corruptie rond staatsenergiereus Petrobras. Een dezer dagen zal naar het zich laat aanzien niemand minder dan Marcelo Odebrecht, de voormalige CEO van de grootste bouwondernemer in Brazilië, in ruil voor strafvermindering bij het federale openbaar ministerie een boekje open gaan doen over de banden tussen het Braziliaanse bedrijfsleven en de verschillende politieke partijen die de afgelopen decennia in het land aan de macht zijn geweest. Teneinde daartoe voor hem en een vijftigtal andere gearresteerde Odebrecht-medewerkers gunstige voorwaarden in de wacht te slepen onderhandelt zijn vader en oprichter van het bedrijf Emílio Odebrecht op dit moment in de hoofdstad Brasília met het kantoor van de federale procureur-generaal Rodrigo Janot. De belangen aan weerszijden zijn enorm. Het OM heeft met Marcelo Odebrecht een van de machtigste en rijkste Braziliaanse ondernemers in hechtenis genomen en zijn veroordeling moet als een voorbeeld gaan gelden als het gaat om de strijd tegen de straffeloosheid die in Brazilië steevast met corruptieschandalen samengaan. Odebrecht wenst strafvermindering voor haar medewerkers en daarnaast hangt het bedrijf een boete van R$6 miljard boven het hoofd.


De verwachting is dat Marcelo (foto), die tussen 2009 en 2015 CEO van Odebrecht is geweest, opening van zaken gaat geven over de miljardenbetalingen die het bedrijf heeft moeten doen om aanbestedingen in Brazilië en daarbuiten binnen te kunnen halen. Daarnaast zal hij uit de doeken gaan doen hoe Odebrecht betalingen aan overheden op federaal, deelstaat- en gemeentelijk niveau heeft moeten doen om voor bepaalde projecten in binnen- en buitenland politieke steun te kunnen verwerven.

donderdag 6 oktober 2016

Met de dag wordt het duidelijker dat de democratie in Brazilië met voeten getreden wordt. Twee jaar geleden bepaalde het electoraat dat presidente Dilma Rousseff nog vier jaar het mandaat kreeg om haar meer links georiënteerde politieke koers in het land door te zetten. Met de Arbeiderspartij (PT) in het centrum van de macht werden rabiaat rechtse beleidsmaatregelen buiten de deur gehouden, zeer tegen de zin van de rechts-conservatieve oppositie. Nu die laatste groep via een slinkse "democratische machtsgreep" Dilma en haar PT in feite op non-actief heeft gesteld worden juist al die pijnpunten een voor een door het Congres geloodst. Zaken die vaak schuren over de rand van wat qua respect voor de rechten van de mens betreft of daar regelrecht overheen gaan.
Een tweetal jaar geleden was het een heet politiek hangijzer, de verlaging van de leeftijd binnen het strafrecht voor volwassenen van 18 naar 16 jaar. Het debat werd in de publieke opinie op het scherpst van de snede gevoerd. Het resulteerde toen in een nee binnen het parlement en zou zeker door een veto van Dilma zijn getroffen als het wel een meerderheid binnen het Congres had gekregen. Nu, twee maanden na de 'coup' wordt de maatregel er van de een op de andere dag zonder onder een vleugellamme linkse oppositie doorheen gedrukt.
Vandaag werd bekend dat een voorstel van de rechtse partij PEN (Ecologische Nationale Partij) om het principiële rechtsbeginsel van "onschuldig totdat het tegendeel bewezen is" op te heffen door het federale hooggerechtshof is goedgekeurd. Dit betekent in de praktijk dat personen die in een bepaalde rechtszaak in tweede instantie in hoger beroep gaan voor het Hof van Beroep niet meer als zodanig worden aangemerkt. Zoals een aanklager van het OM in de deelstaat Goiás terecht opmerkte zal het leiden tot situaties waarin verdachten "onschuldig zijn maar voor de zekerheid toch maar in hechtenis worden gehouden".
Ik vrees de dag van morgen. Welke garantie van de rechten van de mens zal er nu weer overboord worden gegooid in het programma dat het rechts-conservatieve volksdeel, tegen de zin van het electoraat in 2014, voor ogen heeft?

zaterdag 1 oktober 2016

Alle ogen gericht op ... São Paulo

Morgen zijn in Brazilië gemeenteverkiezingen. De Brazilianen worden geacht hun stem uit te brengen voor het burgemeesterschap van hun gemeente (de prefeito) en voor de leden van de gemeenteraad (de vereadores). Traditiegetrouw zijn de ogen van in de politiek geïnteresseerde Brazilianen vooral gericht op de vijf grootste steden van het land: São Paulo, Rio de Janeiro, Belo Horizonte, Porto Alegre en Salvador.


Zoals het er een dag voor de gang naar de stembus uitziet draait het net als in de meeste van deze steden ook in São Paulo uit op een tweede ronde. Zittend burgemeester Fernando Haddad (Partido dos Trabalhadores/PT - foto) kan daar waarschijnlijk niet meer bij zijn. In de laatste peilingen van Datafolha staat hij met Celso Russomanno (PRB) zelfs op de gedeelde tweede plaats van de kiezersgunst, net voor oud-partijgenote Marta Suplicy. Deze PMDB-kandidate wordt door niemand echt in staat geacht om nogmaals burgemeester van de miljoenenstad te worden. (Marta was tussen 2000 en 2004 al eens burgermoeder voor de PT). Ze heeft nog een kleine trouwe aanhang in de stad, maar haar successen zijn inmiddels al lang geschiedenis. Tijdens de lopende campagne zette zij zich neer als "Mãe do Ceu". Het CEU was haar in 2000 gelanceerde idee van geïntegreerde scholen en was redelijk succesvol. Dat het in het Portugees tevens "Hemelse Moeder" betekent was dan misschien een poging om de gunst van het rooms-katholieke volksdeel binnen te slepen, maar die marianistische kaart tekent wat mij betreft tevens de zwakte van haar campagne voor een partij die in de politiek van de stad São Paulo niet echt een rol van betekenis heeft.

De grootstedelijke regio São Paulo is van oudsher het industriële centrum van Brazilië. Het waren tot voor kort de liberale ondernemerspartij PSDB en de socialistische PT die decennialang in de stad politiek de dienst uitmaakten. Maar de PT verkeert in het huidige Braziliaanse politieke klimaat in slecht weer. De socialisten werden door de rechts-conservatieve oppositie op uiterst slinkse wijze in de verdachtenhoek van 'corruptie, wanbestuur en kiezersbedrog' gedrukt, met de voor de rechtsstaat rampzalige parlementaire coup als recent hoogtepunt. De PT is daardoor eenvoudigweg niet zo vanzelfsprekend populair meer als in haar hoogtijdagen en nu ook de charismatische historische leider van de partij, oud-president Luiz Inácio Lula da Silva, in het anti-corruptieproces Lava Jato officieel in de verdachtenbank zit, hangt het er nog maar af of zijn protegé Fernando Haddad morgen zijn huidige burgemeesterschap voort kan zetten. Het was immers diezelfde Lula die vier jaar geleden Haddad letterlijk aan de hand nam om in zee te gaan met de rechts-conservatieve en electoraal zeer invloedrijke voorman Paulo Maluf (link), een alliantie die Haddad uiteindelijk zijn overwinning opleverde. Grote vraag nu is of Lula's populariteit nog steeds zo groot is om het verschil te kunnen maken.

Het zal in een tweede ronde, afgaande op de opiniepeilingen, uitdraaien op een tweestrijd tussen João Doria Júnior (PSDB, nu op 44% van de stemmen) en Haddad of Celso Russomanno, beiden op 18%, waarbij de eerste als de traditionele kandidaat van de rijke bovenlaag en de hogeropgeleiden geldt en Russomanno een man is die jonge kiezers en mensen uit de meest arme bevolkingsgroepen lijkt aan te spreken. Vier jaar geleden schreef ik al eens een blog over Russomanno (link), wiens populariteit enerzijds steunt op zijn bekendheid van de televisie (hij was consumentenombudsman, zeg maar de Frits Bom van de Braziliaanse televisie) en anderzijds zijn politieke banden met de machtige evangelische kerkgenootschappen in de stad. Naar het laat aanzien zal hij veel traditionele stemmen van de PT kunnen afsnoepen.


Rest de man die zich afficheert als de "niet-politicus" van het gezelschap, maar zichzelf steevast presenteert als een "beheerder" van de gemeentelijke schatkist, de ondernemer João Doria Júnior (foto) van de PSDB. Hem wordt de grootste kans toegedicht om uiteindelijk in São Paulo als overwinnaar uit de bus te komen. Doria is een ras-ondernemer, zoon van een federaal afgevaardigde die tijdens de dictatuur het land moest ontvluchten en allesbehalve iemand die in de politiek net om de hoek komt kijken. Hij is sinds 2001 aan de PSDB verbonden, maar in de jaren daarvoor vervulde hij voor de PMDB al verscheidene politieke functies in de gemeente- en de landelijke politiek. In ondernemerskringen in de stad is hij de man achter Grupo Doria, een concern dat o.a. een werkgeverscentrale onder haar hoede heeft waarin een zestal grote werkgeversorganisaties samenwerken en die een achterban van zo'n 1.700 nationale en multinationale bedrijven heeft. Deze groep zou tezamen goed zijn voor 52% van het Braziliaanse BNP. Tja, dan heb je in São Paulo electoraal zeer goede kaarten in handen.