woensdag 10 december 2014

Nationale Waarheidscommissie


 Foto: brasil247.com

Vandaag, op de Internationale Dag van de Rechten van de Mens, werd in Brasília het eindrapport van de Nationale Waarheidscommissie (CNV, Comissão Nacional da Verdade) overhandigd aan presidente Dilma Rousseff. Tijdens haar dankwoord, waarin de presidente o.a. uitdrukkelijk benadrukte dat de bevindingen niet mogen leiden tot revanchegevoelens en haat jegens de strijdkrachten, werd Dilma, zelf slachtoffer van detentie en marteling tijdens de militaire dictatuur, overmand door emoties
De commissie werd in 2012 in het leven geroepen om de mensenrechtenschendingen in het Brazilië van tussen 1946 en 1988 aan een grondig onderzoek te onderwerpen.
De belangrijkste conclusie in het 4.400 bladzijden tellend document is het gegeven dat mensenrechten door de Braziliaanse strijdkrachten op een systematische, planmatige en georganiseerde manier hebben plaatsgevonden onder auspiciën van de president van de republiek. Naast het ophelderen van feiten wordt er in het rapport conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan.
Volgens de coördinator van de waarheidscommissie Pedro Dallari is de belangrijkste aanbeveling van de commissie de strafrechtelijke vervolging door justitie van alle militairen die zich aan mensenrechtenschendingen schuldig hebben gemaakt op basis van de bevindingen in het eindrapport ("Nós não temos o poder de processar e julgar, então recomendamos que quem tenha o poder de processar e julgar, o faça"). De focus van de commissie heeft vooral op de politieke moorden, marteling en verdwijningen gelegen. In totaal worden er meer dan 300 militairen voor dergelijke misdrijven tegen de menselijkheid verantwoordelijk gehouden.
Het rapport zal aanstaande dinsdag 16 december in de openbaarheid verschijnen.






dinsdag 9 december 2014

woensdag 3 december 2014

Schrijfmarathon Amnesty International

Vandaag begint in São Paulo de Braziliaanse bijdrage aan de wereldwijde Schrijfmarathon van Amnesty International. (De Nederlandse afdeling zal volgende week woensdag, 10 december, op de Internationale Dag van de Rechten van de Mens haar duit in het zakje doen.) Naast een aantal zaken in het buitenland (Verenigde Staten, India, Noorwegen en Venezuela) kunnen de Brazilianen schrijven voor een tweetal zaken in eigen land, namelijk voor de zaak van Sérgio Silva uit São Paulo en voor de zwarte gemeenschap van Charco in de deelstaat Maranhão.


Sérgio Andrade da Silva (33 jaar) is een professioneel fotograaf. Op 13 juni 2013 werd hij tijdens het verslaan van een protest tegen de verhoging van de kaartjes voor het openbaar vervoer in São Paulo door een rubberkogel van de politie getroffen. Hierdoor verloor hij zijn linkeroog.
Op de avond dat het gebeurde was Sérgio ooggetuige van een actie van de militaire politie tegen demonstranten en zegt geen enkele aanleiding te hebben gezien waarom de politiemensen zo hard hebben opgetreden. Voor hem was het een politieactie met voorbedachte rade, met als enig doel het verhinderen van de protestmars. Tijdens de vreedzaam verlopen demonstratie zouden er door het onnodig gewelddadige optreden van de politie meerdere mensen gewond zijn geraakt.
Sérgio vertelde Amnesty International dat hij die avond onbeschrijfelijk veel pijn heeft geleden. Een voorbijganger heeft het allemaal zien gebeuren en heeft hem naar een ziekenhuis gebracht. Het verlies van zijn oog heeft nare gevolgen voor zijn werk als fotograaf opgeleverd, waardoor Sérgio drie maanden zonder werk en daardoor zonder inkomen heeft gezeten.
Tot op de dag van vandaag heeft Sérgio geen enkele verklaring van de autoriteiten ontvangen noch een officiële verontschuldiging, laat staan een financiële genoegdoening. Hij is een rechtszaak tegen de deelstaat São Paulo begonnen, maar vooralsnog is de zaak niet voor de rechter verschenen. In de woorden van Sérgio: "de stilte van de staat in antwoord op wat er is gebeurd is voor mij een tweede vorm van geweld" gebleken. 


Sinds tientallen jaren betaalt de zwarte quilombola-gemeenschap van Charco een hoge pachtprijs voor het gebruik van een stuk land van een grootgrondbezitter die beweerd de eigenaar van de grond te zijn. Daardoor blijft er voor hen geen geld over om van te kunnen leven. Uit protest tegen dit gegeven zijn een aantal bewoners een onderzoek gestart naar de rechtmatigheid van deze pachtverplichting. Als de bewoners van Charco op het betreffende gebied geboren en getogen zijn hoe kan dat grondgebied dan aan iemand anders behoren? Zij eisen dan ook van de grootgrondbezitter dat hij met de benodigde bewijzen komt waaruit zou moeten blijken dat hij daadwerkelijk het land in bezit heeft. Als mocht blijken dat hij er helemaal geen recht op heeft dan zal de gemeenschap in het vervolg weigeren aan de pacht te voldoen.
Naar aanleiding van dit juridische geschil volgden bedreigingen en aanvallen op de gemeenschap met als dieptepunt de moordaanslag op Flaviano Pinto Neto, de voorzitter van de bewonersvereniging van Charco, in oktober 2010. Alhoewel het betreffende gebied officieel door de Braziliaanse staat is erkent als quilombola-gebied is het tot nu toe niet formeel als zodanig vastgelegd. Deze vertraging van het toekenningstraject zorgt ervoor dat de gemeenschap in een zeer hachelijke positie is komen te verkeren. Onzeker of zij er mogen blijven en onder voortdurende bedreigingen kunnen zij niet de noodzakelijke investeringen in het grondgebruik doen. Zij kunnen immers elk moment aangevallen of gedwongen van het land gezet worden.

Voor meer informatie: klik

maandag 24 november 2014

Tio Che - punkrock paulista



Tio Che is een punkrock-band uit de alternatieve muziekscene van São Paulo rond zanger-gitarist Sérgio Guizé. Ze bestaan al zo'n vijftien jaar en zeggen beïnvloed te zijn door o.a. The Ramones, Bad Religion, Sex Pistols en ... Johnny Cash. Waar die laatste zijn invloed doet blijken is mij niet helemaal duidelijk, in ieder geval niet in de lyriek. Deze maand kwam hun derde EP uit, Bléqui ou Uáiti. Inderdaad een titel naar het voorbeeld van de elpee van Michael Jackson uit 1991. De band maakt liedjes tegen racisme, stereotypen en regelgeving. Qua thematiek zit het enigszins in ieder geval wel snor, maar de muziek klink niet al te authentiek punk. Kenmerkend voor dit post-anarchistische Braziliaanse punkgebeuren is dat Sérgio Guizé op dit moment een van de acteurs is in een lopende telenovela op Globo TV genaamd Alto Astral. Zo ver is het dus al gekomen met de punk-idealen van weleer!

Opiniestuk Ricardo Semler in FSP

Afgelopen week verscheen er in de kwaliteitskrant Folha de São Paulo een ingezonden stuk van de eigenzinnige, sommigen zeggen zelfs visionaire Braziliaanse ondernemer Ricardo Semler. In zijn Semco-managementvisie predikt hij onder andere dat eerlijkheid en transparantie bij bedrijven boven tijdelijke belangen te verkiezen zijn. Hij toont zich derhalve wars van corruptie en voelt zich nu geroepen om zijn stem te verheffen in het huidige debat ronde de geruchtmakende anti-corruptiezaak Lava Jato, waarbij hele grote Braziliaanse (bouw)ondernemingen in verband worden gebracht met kartelvorming en prijsopdrijving bij aanbestedingen van staatsenergiebedrijf Petrobras. Zijn bedrijf doet al decennia geen zaken meer met Braziliaanse staatsbedrijven om de eenvoudige reden dat leidende figuren te hoge bedragen omkoopgeld vragen voor een aanbesteding.

De strekking van zijn betoog is dat de huidige golf van arrestaties van kopstukken van grote Braziliaanse bedrijven historisch te noemen is en dat onder presidente Dilma Rousseff. Semler is absoluut geen PT-stemmer, laat staan een fan van Dilma. Als rechtgeaard ondernemer ligt zijn politieke hart bij de oppositionele PSDB rond oud-president Fernando Henrique Cardoso.

Semler wijst in zijn betoog op de geïnstitutionaliseerde corruptie binnen de Braziliaanse samenleving, waaraan elke burger zich ook in alledaagse dingen schuldig lijkt te maken. Ik doelt herbij op de spreekwoordelijke 'jeito brasileiro', de Braziliaanse manier van overleven in een bureacratisch dichtgetimmerd land als Brazilië, waarbij de regel van de wet of van de heersende moraal niet al te letterlijk wordt genomen om tot concrete resultaten te kunnen komen.

Het is dan ook niet aan partijen afzonderlijk om de corruptie op te lossen maar gezamenlijk met alle burgers van een land. Onder Dilma lijkt daar een stevig begin mee gemaakt te zijn. Nooit werd er, aldus Semler, zo weinig gerooft als nu. Corruptie lijkt daardoor in de cijfers af te nemen. Er kan zijns inziens geen stap meer terug worden gedaan. Brazilië staat op een historische knooppunt.


Nunca se roubou tão pouco
 
Não sendo petista, e sim tucano, sinto-me à vontade para constatar que essa onda de prisões de executivos é um passo histórico para este país

Nossa empresa deixou de vender equipamentos para a Petrobras nos anos 70. Era impossível vender diretamente sem propina. Tentamos de novo nos anos 80, 90 e até recentemente. Em 40 anos de persistentes tentativas, nada feito.

Não há no mundo dos negócios quem não saiba disso. Nem qualquer um dos 86 mil honrados funcionários que nada ganham com a bandalheira da cúpula.

Os porcentuais caíram, foi só isso que mudou. Até em Paris sabia-se dos "cochons des dix pour cent", os porquinhos que cobravam 10% por fora sobre a totalidade de importação de barris de petróleo em décadas passadas.

Agora tem gente fazendo passeata pela volta dos militares ao poder e uma elite escandalizada com os desvios na Petrobras. Santa hipocrisia. Onde estavam os envergonhados do país nas décadas em que houve evasão de R$ 1 trilhão --cem vezes mais do que o caso Petrobras-- pelos empresários?
Virou moda fugir disso tudo para Miami, mas é justamente a turma de Miami que compra lá com dinheiro sonegado daqui. Que fingimento é esse?

Vejo as pessoas vociferarem contra os nordestinos que garantiram a vitória da presidente Dilma Rousseff. Garantir renda para quem sempre foi preterido no desenvolvimento deveria ser motivo de princípio e de orgulho para um bom brasileiro. Tanto faz o partido.

Não sendo petista, e sim tucano, com ficha orgulhosamente assinada por Franco Montoro, Mário Covas, José Serra e FHC, sinto-me à vontade para constatar que essa onda de prisões de executivos é um passo histórico para este país.

É ingênuo quem acha que poderia ter acontecido com qualquer presidente. Com bandalheiras vastamente maiores, nunca a Polícia Federal teria tido autonomia para prender corruptos cujos tentáculos levam ao próprio governo.

Votei pelo fim de um longo ciclo do PT, porque Dilma e o partido dela enfiaram os pés pelas mãos em termos de postura, aceite do sistema corrupto e políticas econômicas.
Mas Dilma agora lidera a todos nós, e preside o país num momento de muito orgulho e esperança. Deixemos de ser hipócritas e reconheçamos que estamos a andar à frente, e velozmente, neste quesito.

A coisa não para na Petrobras. Há dezenas de outras estatais com esqueletos parecidos no armário. É raro ganhar uma concessão ou construir uma estrada sem os tentáculos sórdidos das empresas bandidas.

O que muitos não sabem é que é igualmente difícil vender para muitas montadoras e incontáveis multinacionais sem antes dar propina para o diretor de compras.
É lógico que a defesa desses executivos presos vão entrar novamente com habeas corpus, vários deles serão soltos, mas o susto e o passo à frente está dado. Daqui não se volta atrás como país.

A turma global que monitora a corrupção estima que 0,8% do PIB brasileiro é roubado. Esse número já foi de 3,1%, e estimam ter sido na casa de 5% há poucas décadas. O roubo está caindo, mas como a represa da Cantareira, em São Paulo, está a desnudar o volume barrento.

Boa parte sempre foi gasta com os partidos que se alugam por dinheiro vivo, e votos que são comprados no Congresso há décadas. E são os grandes partidos que os brasileiros reconduzem desde sempre.

Cada um de nós tem um dedão na lama. Afinal, quem de nós não aceitou um pagamento sem recibo para médico, deu uma cervejinha para um guarda ou passou escritura de casa por um valor menor?
Deixemos de cinismo. O antídoto contra esse veneno sistêmico é homeopático. Deixemos instalar o processo de cura, que é do país, e não de um partido.

O lodo desse veneno pode ser diluído, sim, com muita determinação e serenidade, e sem arroubos de vergonha ou repugnância cínicas. Não sejamos o volume morto, não permitamos que o barro triunfe novamente. Ninguém precisa ser alertado, cada de nós sabe o que precisa fazer em vez de resmungar.

Cruzeiro! Campione di Brasile

Met nog twee speelrondes te gaan is de voetbalclub Cruzeiro voor de vierde maal in haar bestaan kampioen van Brazilië geworden. Eerder deed de club uit Belo Horizonte, de hoofdstad van de deelstaat Minas Gerais, dat in 1966, 2003 en vorig jaar. De Vossen, zoals ze in de volksmond genoemd worden, werden ook dit seizoen getraind door Marcelo Oliveira, de eerste coach van een Braziliaanse club die tot tweemaal toe achter elkaar de titel wist binnen te halen. Aanstaande week kan de club ook de Braziliaanse beker winnen als het aan moet treden tegen aartsrivaal Atlético Mineiro, eveneens afkomstig uit Belo Horizonte.


Cruzeiro heette tot 1942 Sociedade Esportiva Palestra Itália, wat direct verwijst naar de oprichters van de club in 1921, de Italiaanse gemeenschap van Minas Gerais. De aanvankelijke naam kwam onder dictator Getúlio Vargas door de Tweede Wereldoorlog in een kwaad daglicht te staan. Brazilië had na lang aarzelen de zijde van de geallieerden gekozen en een van de eerste oorlogsmaatregelen waar de gewone Braziliaan mee geconfronteerd werd was een verbod van de overheid op het dragen van symbolen van de vijanden van het volk: Italië, Duitsland en Japan. Zo moest bijvoorbeeld in datzelfde jaar de club Sport Club Germania uit São Paulo haar naam veranderen in Pinheiros en ontstond op eenzelfde manier een van de topclubs van São Paulo, Palmeiras, een club die net als Cruzeiro aanvankelijk ook Palestra Itália heette.

Link naar website Cruzeiro





zaterdag 22 november 2014

Dilma's Angels, Business as usual

Gisteren heeft presidente Dilma Rousseff haar nieuwe financieel-economisch smaldeel binnen haar kabinet bekend gemaakt. Financiën gaat naar Joaquim Levy, Planning naar Eduardo Barbosa en het presidentschap van de centrale bank blijft in handen van Alexandre Tombini. Daarmee lijkt Dilma de strategie van haar voorganger Luiz Inácio Lula da Silva te hebben nagevolgd. Een team met namen die bekend staan om een orthodoxe benadering van staatsfinanciën waarmee de zakenwereld in São Paulo en ver daar buiten zich zeer mee tevreden kan stellen. Levy is afkomstig uit het bankwezen (Bradesco), een ervaren financieel bestuurder (Financiën in Rio de Janeiro en staatssecretaris voor de nationale schatkist onder president Lula), met internationale ervaring (IMF en Interamerikaanse Ontwikkelingsbank) en staat bekend als pro-markt en orthodox in de leer, Barbosa was ooit de hoogste ambtenaar op Financiën en zeer nauw bij het beleid van Levy's voorganger minister Guido Mantega betrokken.

Om dit vertrouwen in de zakenwereld verder te bestendigen heeft Dilma tevens de meest zware naam op Landbouw gezet, teneinde de agrobusiness op zijn gemak te kunnen stellen. Onder de nieuwe minister Kátia Abreu, al jarenlang het gezicht van de agrobusiness in de Braziliaanse politiek, zal het vertrouwen van deze sector in het desenvolvimento-beleid van deze regering dan ook alleen maar kunnen groeien. Abreu (PMDB) is wars van welke landhervorming dan ook en heeft milieubeheer ook niet erg hoog aangeschreven staan. Sterker nog, in haar deelstaat Tocantins wordt haar naam veelvuldig in verband gebracht met verschillende economische delicten in de landbouwsector.

Ook de benoeming van Armando Monteiro Neto (PTB-Pernambuco) tot minister van Ontwikkeling, Industrie en Buitenlandse Handel en lijkt erop gericht te zijn om de industríële sector gerust te stellen. Monteiro was het afgelopen decennium jarenlang van voorzitter van de Nationale Confederatie van Industriëlen (Confederação nacional da Indústria).

Of de opzet van Dilma geslaagd is zal vandaag moeten blijken als de Bovespa, de aandelenbeurs van São Paulo, haar deuren opent voor een nieuwe handelsdag. Gisteren sloot de dag met zeer gunstige wisselkoersen en een winst op de beurs van 2%.

donderdag 20 november 2014

Dia da Consciência Negra


Braziliaanse zakencultuur




Afspraken maken

Zomaar een bedrijf binnen lopen zonder afspraak is in Brazilië, net als in veel andere landen, not done. Alhoewel Brazilianen meestal geen afspraken op lange termijn maken kan men het beste toch minstens twee weken van tevoren een afspraak maken, vooral voor een eerste afspraak. Het is van groot belang de afspraak een dag van tevoren te bevestigen, hetzij via de mail of per telefoon. Houdt er altijd rekening mee dat de afspraak wordt verschoven, omdat de opeens een andere belangrijke afspraak blijkt te hebben. De beste tijd om een afspraak te maken is tussen 10.00 en 12.00 uur of tussen 15.00 en 17.00 uur. Brazilianen zien de tijd tussen 12.00 en 15.00 uur als lunchtijd, waar alleen van afgestapt kan worden bij een goedlopend gesprek. Lunchen is ontspanning voor een Braziliaan.

Lengte van de afspraak

Afspraken met Brazilianen lopen meestal uit, omdat men zich niet strikt aan afspraken houdt en omdat ze vaak te laat op de afspraak verschijnen. (Hier gelden wel regionale verschillen. In het zuiden (Rio Grande do Sul, Santa Catarina, Paraná en São Paulo) is men over het algemeen wat meer punctueel) Het te laat komen is geen gebrek aan betrokkenheid of interesse. De gastgever mag altijd te laat komen, degene die de afspraak aangevraagd heeft echter nooit!
Daarnaast zijn Brazilianen geneigd meer vriendschappelijke relaties aan te gaan met degene met wie men in gesprek is. Dit komt de productiviteit van de afspraken niet altijd ten goede. Afspraken lopen uit omdat er naast business ook andere zaken besproken zullen worden. Een uitloop van dertig minuten is in Brazilië niet vreemd. De verleiding is groot, maar ga om die reden geen langere afspraaktijd afspreken. Dat werkt contraproductief, de gesprekken worden langdradig.

Verloop afspraken

Lunchafspraken zijn gemiddeld langer dan gewone afspraken. De reden is dat er naast business ook andere gespreksonderwerpen ter sprake zullen komen. Maak een lunchafspraak met een kleine delegatie, waarbij de business-onderwerpen door de Braziliaanse gesprekspartner worden aangeroerd.
Brazilianen hechten veel waarde aan face-to-face-gesprekken. Om die reden worden conference calls afgeraden. Brazilianen zijn in dat geval minder bij het gesprek betrokken, vooral bij een no-show of een te laat komen bij zo’n afspraak.

Niet doorgaan van een afspraak

Zo’n kwart van de afspraken in Brazilië worden een uur van tevoren niet nagekomen. Waarom worden afspraken niet nagekomen? Je bent eenvoudigweg niet belangrijk voor hen om tijd voor vrij te maken. Helaas, maar waar. Brazilianen zijn van nature zeer diplomatiek ingesteld en zullen altijd ‘ja’ zeggen op een verzoek voor een afspraak. Het is de weg van de minste weerstand.

Om dit tegen te gaan kan men een uur van tevoren bellen om de afspraak te bevestigen; maak geen afspraak voor 9.30 uur omdat dan het excuus van de verkeersdrukte komt te vervallen; maak geen afspraak om 14.00 uur wegens de ‘heilige’ lunch.

Bron: http://thebrazilbusiness.com/business-culture

woensdag 19 november 2014

Lava Jato

Operatie-Lava Jato werd in maart van dit jaar gestart door de Braziliaanse federale politie. Inzet: het oprollen van een vermeend corruptieschema waarin meer dan 10 miljard reais om zou gaan. Reeds in april werden er 46 personen vastgezet op verdenking van de vorming van een criminele organisatie, misdrijven tegen het financieel systeem, valsheid in geschrifte en het witwassen van geld. Onder hen de geldhandelaar Alberto Youssef en een oud-directeur van het energiebedrijf Petrobras, Paulo Roberto Costa. Deze laatste ontkende in eerste instantie elke betrokkenheid, maar nadat er een berg aan bewijslast naar bovenkwam besloot het met het federale openbaar ministerie samen te gaan werken. Bekentenissen in ruil voor strafvermindering, huisarrest en het betalen van een boete.

Vanaf vandaag wordt de zevende ronde in het onderzoek afgerond, een samenwerkingsverband tussen het federale OM, de federale politie en de belastingdienst. Volgens het OM zou er al vijftien jaar een kartel bestaan rond activiteiten van Petrobras, waarbij prijsafspraken zouden zijn gemaakt alsmede het door overfacturering opvoeren van de prijs. Dit extra geld zou in de zaken van directeuren en politici van de regerende PT en PMDB zijn gegleden. Bij dit laatste zou het om een bedrag van R$154 miljoen te zijn gegaan.

Tussen 2003 en 2014 zou het om contracten ter waarde van R$59 miljard zijn gegaan. Op 14 november jongstleden werden er in deze fase van het onderzoek 23 arrestatiebevelen uitgevaardigd tegen CEO's en directeuren van in totaal negen hele grote bouw- en energiebedrijven in Brazilië (Petrobras, OAS, IESA Óleo de Gás, Mendes Júnior, Engevix, Camargo Corrêa, UTC, Galvão Engenharia en Queiroz Galvão) die de afgelopen jaren contracten net Petrobras hebben afgesloten, waarna deze tijdens verhoorsessies in Curitiba (Paraná de deelstaat waar de rechtszaak loopt) uitgebreid werden gehoord. Enkele verdachten zijn voortvluchtig, waaronder aanvankelijk een zekere Fernando Soares. Deze wordt door Alberto Yousseff in verband gebracht de PMDB. Een veelvoud aan toekomstige arrestaties in Brazilië wordt niet uitgesloten.

Wapenwet onder vuur

In 2003 werd in Brazilië een zeer belangrijke federale wet aangenomen in de strijd tegen hoge moordcijfers in het land. Die wet (Lei 10.826/2003) voorziet onder andere in een ontwapeningsprogramma, waarbij burgers jaarlijks worden uitgenodigd hun vuurwapens, al dan niet legaal in hun bezit, bij de autoriteiten in te leveren teneinde vernietigd te kunnen worden. De aanname van dit Estatuto do Desarmamento werd binnen sociale en mensenrechtenkringen dan gezien als een mijlpaal op weg naar een meer veilige Braziliaanse samenleving. Want naar het inleveren van vuurwapens werd er tevens een stringentere controle op vuurwapenbezit in het leven geroepen, waaronder een aanscherping van het vergunningenstelsel en de aanleg van een databestand van vuurwapens die in omloop zijn. Dit laatste om onderzoek naar vuurwapen gerelateerde misdrijven doeltreffender te kunnen ondersteunen. Sinds 2003 zijn er op basis van dit ontwapeningsstatuut meer dan 500.000 vuurwapens bij de Braziliaanse autoriteiten ingeleverd, wat volgens het ministerie van Volksgezondheid zou hebben geleid tot een reductie van de moordcijfers met 12%.

Foto: PSOL

Een federale parlementaire onderzoekscommissie kwam al in 2006 tot de conclusie dat van het totale aantal in beslag genomen vuurwapens 78% van Braziliaanse makelij is. Met andere woorden, de interne markt is voor Braziliaanse wapenfabrikanten van groot strategisch belang.

De illegale wapenhandel is na de verboden handel in drugs een van de meest lucratieve misdrijven die er bestaat. Men heeft berekend dat in Brazilië voor elk in beslag genomen vuurwapen er dertig weer illegaal in de maatschappij verschijnen. Teneinde de federale politie, in Brazilië verantwoordelijk voor het bewaken van de externe grenzen van het land, het werk te bemoeilijken concentreren de handelaren een klein, maar relatief eenvoudig op te sporen gedeelte van de import van wapens via de weg. Dit teneinde de grote bulk, dat via het luchtruim of van overzee komt, ongehinderd door te kunnen laten gaan. Het merendeel van de wapens komen via Paraguay het land binnen. Dat buurland kent geen eigen wapenindustrie. Het blijkt in de praktijk ... wapens van Braziliaanse makelij te exporteren. Veel daarvan via de deelstaat Mato Grosso do Sul, de grensstad Foz do Iguaçu (Paraná) en in toenemende mate via de stad Uruguaiana in de deelstaat Rio Grande do Sul). (Een van de meest onthutsende bevindingen van de reeds bovengenoemde parlementaire onderzoekscommissie was trouwens de grootschalige medeplichtigheid van Braziliaanse politiemensen bij de smokkel van de wapens naar Brazilië, die daarbij in ruil voor informatie en daadwerkelijke hulp zo'n 10 tot 20% van de winst opstrijken.)

Nu blijkt dat er in het nieuw gekozen Huis van Afgevaardigden pogingen worden ondernomen om de verworvenheden van de wapenwet terug te draaien. Hierbij probeert de wapenfactie (de bancada da bala, letterlijk de 'kogelfactie', parlementariërs wiens campagnes mede door de wapenindustrie zijn bekostigd), onder aanvoering van een federaal afgevaardigde van de PMDB uit Santa Catarina, via een speciale kamercommissie daartoe het Congres te bewegen om Braziliaanse burgers vrij wapenbezit toe te staan. Van de 19 commissieleden zijn er 10 die aantoonbaar steun van de wapenlobby genieten, inclusief zowel de voorzitter- als het vice-voorzitterschap van de commissie. Teneinde de voortgang van de plannen te bespoedigen zijn de zes voorgenomen publieke hoorzittingen gereduceerd tot een bijeenkomst in Brasília waar belanghebbenden hun mening mogen verkondigen. Alle seinen staan dus op groen dat het wetsvoorstel voor een plenaire beraadslaging behandeld zal gaan worden.

Teneinde deze voor de veiligheid in het land zeer schadelijke ontwikkeling te kunnen keren hebben een veelvoud van ngo's en experts op het gebied van de openbare veiligheid in Brazilië inmiddels een open brief aan de voorzitter van het federale Huis van Afgevaardigden geschreven.

dinsdag 11 november 2014

Schot in eigen voet van de PT?

Foto: Pedro Ladeira/Folhapress/VEJA

Heftige kritiek vanuit de eigen gelederen binnen de regerende socialistische PT (Partido dos Trabalhadores) tegenover BBC-Brasil gisteren. Scheidend secretaris-generaal van het presidentiële ministerie van algemene zaken (secretário-geral da Presidência da República) Gilberto Carvalho (foto) verwijt de regering van presidente Dilma Rousseff gebrek aan dialoog met sociale bewegingen in Brazilië. Hij wijst daarbij op de gebrekkige vooruitgang met betrekking tot hervormingen op het gebied van landbouw, stedelijke ontwikkeling en de zaak van de inheemse bevolking in het land. In dat laatste geval, de demarcatie van inheemse gebieden, zou Dilma in haar eigen voet hebben geschoten (foram dados alguns tiros no pé). Het bevestigt mijn indruk, bestendigd door de overtuiging van mijn gesprekspartners binnen Braziliaanse ngo's, dat de regering van Dilma, in tegenstelling tot haar voorganger Luiz Inácio Lula da Silva, die veel meer op de dialoog aanstuurde, een strikt niets ontziend technocratisch beleid naar materiële vooruitgang voert. Zich daarbij niets gelegen laat aan de fundamentele rechten van de mens. Betekenen deze uitspraken van Carvalho, een persoonlijke vriend van Lula en oud-strijdmakker binnen de vakbond in São Paulo, de waterscheiding tussen Dilma en haar mentor? Een zeer interessante politieke ontwikkeling.

maandag 10 november 2014

Droge tegenvallers São Paulo

Het zit de stad São Paulo werkelijk niet mee. Na maandenlange droogte, de ergste sinds 84 jaar, is het begin deze maand weer gaan regenen, maar de verwachte stijging van de waterspiegel in de verschillende waterreservoirs die de stad van drinkwater moeten voorzien zijn nauwelijks gestegen en in enkele gevallen zelfs nog verder gedaald. En het is vooral het Cantareira-systeem, dat de helft van deze megastad van kraanwater voorziet, waar de zorgen het grootst zijn. Het nutsbedrijf van de deelstaat Sabesp (Companhia de Saneamento Básico do Estado de São Paulo) geeft aan dat het waterpeil gisteren het beruchte 'volume morto' heeft bereikt nu het meer nog maar 11,4% van haar aanvankelijke volume bevat. Een directe bedreiging voor zo'n 8,1 miljoen inwoners van de stad. In andere systemen rond de stad lijkt het nog enigszins mee te vallen met een volume van gemiddeld 36% (Guarapiranga, Alto Cotia en Rio Claro), al is de volume in het Rio Tiête-systeem met 8,3% uiterst zorgwekkend te noemen en steekt het Rio Grande-systeem daarbij met 67% weer uiterst gunstig af.

Foto: AP Photo/André Penner

De deelstaatregering van São Paulo zit dan ook met de handen in het haar. Het vraagt voortdurend toestemming van de federale overheid om extra water te mogen oppompen uit andere kwetsbare gebieden, wat inmiddels heeft geleid tot politieke schermutselingen met de buurtstaten Rio de Janeiro en Minas Gerais. De gouverneur van eerstgenoemde deelstaat, Luiz Fernando Pezão, repte reeds van een heuse oorlog tussen beide economische reuzen nadat São Paulo alles in het werk stelde om het water van de Paraíba do Sul-rivier af te mogen tappen. Onderwijl verlaagde Sabesp reeds de waterdruk in de stad, deelde het bonussen uit aan klanten die aan waterbesparing doen en doet het onderzoek naar nieuwe ondergrondse waterreservoirs.

Waterexperts beschuldigden Geraldo Alckmin in de aanloop naar de gouverneursverkiezingen in oktober jongstleden ervan te weinig te doen aan rantsoenering van het wateraanbod, uit vrees zijn tweede termijn als regeringshoofd te verliezen. En ook op een andere manier werd de kwestie inzet van een electoraal steekspel. Alckmin is lid van de PSDB en zo prominent lid van het kamp rond presidentskandidaat Aécio Neves. Er werden in de campagne pogingen ondernomen rivale Dilma Rousseff van de  PT medeschuld van de problemen rond Cantareira in de schoene te schuiven, maar haar repliek daarop was steeds dat het de kraanwaterverzorging uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van de deelstaten valt. Voor beide standpunten valt wat te zeggen, maar het is opvallend dat Dilma na haar herverkiezing als presidente van Brazilië de deelstaat São Paulo de helpende hand geboden heeft. 

Om die reden is Alckmin vandaag naar Brasília afgereisd en heeft in een gesprek met Dilma om R$3,5 miljard federale staatssteun gevraagd om acht waterreservoirs te kunnen financieren teneinde de komende jaren het probleem structureel op te kunnen lossen, zonder afhankelijk te zijn van Cantareira. Hij herhaalde nogmaals zijn voornemen om niet tot rantsoenering over te zullen gaan omdat zijn regering naar zijn zeggen de situatie onder controle heeft. Op aantijgingen als zou hij federale (lees PT) steun tot nu toe zou hebben geweigerd reageert hij ontkennend, maar de politieke ervaring van alledag leert dat daar de nodige twijfels over kunnen bestaan. Het zou niet de eerste keer zijn dat oppositionele regeringen in de deelstaten federale steun van de PT in Brasília weigeren, teneinde te voorkomen dat eventueel succes op het conto van de zittende federale regering zal afstralen. Het feit dat Alckmin in gesprek gaat met Dilma bewijst dat het water hem aan de lippen staat. Al is dat laatste natuurlijk in dit geval al te ironisch uitgedrukt.

CEDLA Jubileum seminar 2014


zaterdag 8 november 2014

PMDB

De huidige regeringscoalitie in Brazilië staat of valt met de PMDB, de Partido do Movimento Democrático Brasileiro. Het is de partij waar niemand in de landspolitiek omheen kan. Deze scharnierfunctie heeft het te danken aan de historisch enorme aanhang en daarmee de vele regeringsposten die het bezet op federaal, deelstaat- en gemeenteniveau. Het is een partij die velerlei politieke voorkeuren in zich verenigd. Van conservatief (José Sarney uit Maranhão of moet ik inmiddels zeggen Amapá) tot links-liberaal (Roberto Requirão uit Paraná), van liberalen (Pedro Simon uit Rio Grande do Sul) tot populisten (Iris Resende uit Goiás), van nationalisten (Orestes Quércia uit São Paulo) tot leden van de voormalige guerrillabeweging MR-8. Kortom een politieke partij zonder duidelijke ideologische lijn, thuishaven van politici van velerlei pluimage. In Brazilië is politicus zijn geen missie, maar een doodgewoon beroep waar men geld mee verdient. En met die instelling is de PMDB een logische keuze. Ideologisch vloeibaar en altijd winstgevend.
Alhoewel de partij sinds het herstel van de democratie in 1985 nooit rechtstreeks een president heeft geleverd (José Sarney werd als running-mate van de voortijdig overleden president-elect Tancedo Neves president) heeft het sinds die tijd altijd onderdeel uitgemaakt van de heersende regeringscoalitie, zij het van PSDB-zijde (president Fernando Henrique Cardoso), zij het onder de PT (onder de presidenten Luiz Inácio Lula da Silva en Dilma Rousseff).
Onder die laatsten leek de PMDB zich gemoedelijk te voelen, maar gaandeweg dreigt er een scheuring te ontstaan. Enkele vooraanstaande politici binnen de partij hebben zich opgeworpen om zich minder aan de socialistische PT te conformeren en het oor meer naar de conservatief-liberale oppositie te laten hangen. Dit resulteerde in een huidige machtsstrijd om de voorzitterschap van het federale Huis van Afgevaardigden, waarbij federaal afgevaardigde Eduardo Cunha uit de deelstaat Rio de Janeiro zich nadrukkelijk kandidaat stelt als kandidaat van de meer PT-kritische vleugel binnen de partij. Vice-president Michel Temer van de PMDB uit São Paulo heeft er zij handen vol aan om de gelederen te sluiten om binnen de huidige coalitie de machtspositie van de PMDB te consolideren en een eventueel PT-kandidaat voor het voorzitterschap te waarborgen.

Interlagos

Dit weekeinde wordt in de stad São Paulo in de Formule 1 de Grote Prijs van Brazilië  gereden. Een mega-gebeurtenis in een land waarin de auto-rensport mateloos populair is en in de loop van de geschiedenis enkele coureurs van wereldfaam heeft opgeleverd: Emerson Fittipaldi, Felipe Massa, Rubens Barrichello, Carlos Pace en de in Brazilië tot heilig verklaarde Ayrton Senna. Na zijn tragische dood in 1994 werd menig straat in het land naar hem vernoemd, maar vreemd genoeg nooit een autocircuit. Die eer viel Carlos Pace wel ten deel. De naam van deze coureur uit São Paulo, die slechts eenmaal de GP van Brazilië heeft gewonnen, is sinds zijn tragische dood in 1977 verbonden aan het circuit waar tegenwoordig diezelfde wedstrijd verreden wordt, de Autodrómo José Carlos Pace, internationaal beter bekend als Interlagos.


Dit circuit werd in 1939 geopend op een terrein dat zich bevindt tussen twee aangelegde energie- en waterreservoirs in het zuiden van de stad São Paulo, de meren Billings en Guarapiranga. Die ligging verklaart de naam Interlagos, wat letterlijk 'tussen twee meren" betekend. Het is historisch voor de coureurs een berucht circuit en dan vooral vanwege een zeer slecht wegdek. Het hobbelt, wat zeer slechts schijnt te zijn voor de bodemplaten van de auto's. Gaandeweg de afgelopen decennia is er dan ook veelvuldig aan het circuit gesleuteld en werden er bijvoorbeeld tussen 1981 en 1989 geen Grote Prijzen gereden. Sinds 1990 is Interlagos terug op de internationale kaart en de vaste thuisbasis van de GP van Brazilië. Voor de liefhebber wat statistieken: het circuit is 4,309 kilometer lang, kent 15 bochten en de wedstrijd wordt verreden over 71 rondes. Andere eigenaardigheden van Interlagos zijn het gegeven dat er tegen de klok in wordt gereden, het een van de langste pit lanes ter wereld heeft en wijlen Santo Ayrton Senna er toch nog een monument heeft gekregen, de S-Curve van het circuit (foto onder). Een curve die hij ooit zelf nog heeft voorgesteld bij de eigenaren van het circuit en die tegenwoordig de Senna-curve wordt genoemd.

Foto: Morio

Ikzelf ben absoluut geen liefhebber van de autosport, maar zou volgend jaar graag voor een lang weekend naar Interlagos willen afreizen. Vanaf dit jaar is het namelijk het terrein waar voortaan een van de grootste Braziliaanse rockfestivals wordt gehouden, Lollapalooza. Evenveel bezoekers, maar met iets meer melodieuze herrie dan die van de Formule 1.

Klik hier voor link naar website van Autocircuit Interlagos en die voor Lollapalooza

vrijdag 7 november 2014

Cartoonist Carlos Latuff over moordpartij in Belém do Pará


Oproep van sociale bewegingen tegen de executies die plaatsvonden in de buitenwijken van Belém - 6 november 2014

BASTA DE EXTERMÍNIO NAS PERIFERIAS PARAENSES! CPI DAS MÍLICIAS JÁ!

Belém amanheceu manchada de sangue neste dia 5 de novembro. Mais uma vez, o extermínio da população pobre e negra da periferia da cidade chocou o conjunto da população brasileira e desnudou a ineficiência da política de segurança pública adotada no país, centrada no aparelho repressivo e na guerra aos pobres.
As execuções em Belém iniciaram logo após o assassinato de um cabo da Polícia Militar, acusado de ter envolvimento com milícias (grupo formado por agentes públicos que atuam na ilegalidade, supostamente oferecendo proteção para a população) e que respondia processo judicial por homicídio em 2007. Oficialmente, o sistema de segurança pública do Estado contabiliza, até o momento, nove pessoas exterminadas nos bairros da Terra Firme, Guamá, Marco, Jurunas e Sideral. Porém, relatos dos moradores revelam que este número é muito maior, isto sem contar as vítimas de baleamento, agressões físicas e todas as manifestações de violência simbólica, como o toque de recolher imposto por policiais, que relembrou os anos de chumbo da Ditadura.
O extermínio ocorrido na noite do dia 4 de novembro expressa o quão exposto à violência está a população paraense, haja vista que o Pará é o sétimo estado mais violento do Brasil, com um índice de homicídios de 41,7 mortes a cada 100 mil habitantes, muito maior do que a média mundial.
Por trás destas mortes, há fortes indícios de uma rede miliciana, o que tem crescido cada vez mais no estado do Pará, sob o silêncio ou conivência de autoridades que deveriam garantir o direito fundamental à vida. Dados da Ouvidoria de Segurança Pública do Pará mostram que, em 2013, foram identificados 135 homicídios cometidos por agentes de segurança pública, sendo 122 realizados por PMs, 12 por policiais civis e um por Bombeiro Militar. No mesmo período, os casos de lesão corporal chegaram a 118, e outras 13 pessoas denunciaram tortura. No entanto, a própria Ouvidoria acredita que este quantitativo é bem maior, haja vista que muitas denúncias nem chegam às delegacias.
Cabe ressaltar que o Governo do Estado tem uma parcela de responsabilidade com o envolvimento de policiais com milícias e grupos de extermínio, na medida em que não valoriza os praças (soldados, cabos e sargentos), que são os mais expostos às péssimas condições de trabalho e submetidos a baixos salários, o que aponta a importância da PEC 300 (projeto que iguala os salários dos policiais brasileiros ao dos profissionais do Distrito Federal) ser aprovada no Congresso Nacional.
Além disso, os praças são subordinados a uma hierarquia que reproduz a tirania da Ditadura Militar, o que indica que é preciso desmilitarizar a PM e investir na formação em Direitos Humanos e Cidadania para os agentes de segurança pública.
Avaliamos que uma verdadeira política de segurança pública não se implanta com repressão e nem com caravanas ou ações pontuais, mas com mudanças na política econômica e investimento em educação, saúde, cultura, esporte e lazer, o que é cotidianamente negado à juventude pobre nas periferias brasileiras, condenada a um futuro de incerteza, onde predominam a exploração sexual e a criminalidade.
Neste contexto, repudiamos também o papel deseducador e criminoso da maioria dos meios de comunicação social, que em jornais e programas televisivos, incitam a violência e o extermínio contra os moradores das periferias, contribuindo para a disseminação do preconceito e desrespeitando as leis que garantem o direito à ampla defesa para todos os cidadãos brasileiros. 
Ao contrário do governo do Estado, jamais iremos silenciar neste momento de dor. Queremos transformar nosso luto em luta. Para isso, exigimos do governador Simão Jatene que o extermínio do dia 4 de novembro seja devidamente apurado e os seus autores responsabilizados – estejam eles em cargo de comando ou não. Exigimos, ainda, que o governo do Estado  garanta a assistência psicossocial aos familiares das vítimas. Não iremos aceitar que este extermínio caia no esquecimento, tal qual o caso Navalha na Carne, em que policiais militares foram acusados pela prática de diversos crimes. Porém, o processo segue lentamente sem as devidas responsabilizações dos acusados.
Da mesma forma, exigimos a instalação imediata de uma Comissão Parlamentar de Inquérito (CPI) na Assembleia Legislativa do Pará - Alepa, para investigar o envolvimento de agentes de segurança pública com milícias e grupos de extermínio, frente à quantidade de denúncias que têm surgido.
Por fim, convocamos a sociedade paraense para um ATO PÚBLICO no próximo dia 11 de novembro (terça-feira), às 9 horas, na Escadinha do Cais do Porto, em Belém, para caminhar em direção à Alepa e exigir a apuração e responsabilização dos assassinos e a instalação da CPI.

Em defesa da vida, não nos calaremos!

Assinam esta nota:

ANCED
ASCONPA
Associação de Moradores do Benguí
Associação Brasileira de ONGs - ABONG
Associação Paraense de Apoio às Comunidades Carentes - APACC
Associação Unidos pra Lutar
Coletivo Caboclo Monique Lopes
Comissão de Justiça e Paz – Arquidiocese          
Conselho Regional de Psicologia
CST-Psol
Desabafo Social
FASE
Gabinete do Dep. Edmilson Rodrigues
Grêmio/ Ulisses Guimaraes 
IMANATARA
Movimento Feminista Juntas
Movimento Juntos
Movimento de Direitos Humanos de Icoaraci
Movimento Nacional de Meninos e Meninas de Rua - MNMMR
Movimento República de Emaus
Movimento Rosas de Março
Núcleo de Educação Popular Raimundo Reis
Pastoral da Juventude
Protagonismo Juvenil em Rede - PROJUR
Psol
Rede Ecumênica de Juventude - REJU/Belém
Rede de Educação Cidadã
Rede Emancipa
RENADE
Rede Nacional de Adolescentes e Jovens Comunicadoras e Comunicadores - RENAJOC
Rede de Participação Juvenil da ABMP
SDDH
SINTSEP/PA
Só Direitos
UNIPOP
Vereador Fernando Carneiro

donderdag 6 november 2014

Nieuwsbericht: Amnesty International vraagt om onderzoek naar moordpartij in de Braziliaanse stad Belém do Pará

Amnesty International vraagt om een onmiddelijk onderzoek naar de moordpartij die op 4 november in Belém (deelstaat Pará) plaatsvond.

Amnesty International vraagt om een onmiddelijk en onafhankelijk onderzoek naar de moordpartij in de stad Belém (Pará) in de nacht van 4 november. Daarbij kwamen in de wijken Terra Firme, Marco, Guamá, Jurunas en Sideral minstens negen personen om het leven.

Volgens informatie is de moordpartij vermoedelijk het werk van agenten van de militaire politie, uit wraak voor de dood van een collega van de ROTAM/Rondas Ostensivas Táticas Metropolitanas (special forces van de militaire politie) diezelfde avond. Er zijn aanwijzingen dat de actie werd uitgelokt via de sociale media.

Op basis van verklaringen van de bewoners van de wijk Terra Firme werden de toegangswegen tot de wijk tijdens de criminele actie met officiële auto's van de militaire politie afgesloten en werd de bewoners gesommeerd naar hun huizen terug te gaan. Op niet-geïdentificeerde voertuigen rijdende gemaskerde en zwaarbewapende mannen vielen huizen binnen en vermoorden verschillende personen. Er wordt verwacht dat het aantal slachtoffers groter zal blijken te zijn dan de officiële cijfers van de deelstaatautoriteiten op dit moment.

Amnesty International vraagt de federale regering de zaak te begeleiden en de deelstaatautoriteiten van Pará om alle noodzakelijke maatregelen te treffen om de veiligheid van de bewoners van de betreffende wijken te garanderen. Tegelijkertijd dient de dood van de politieagent te worden onderzocht en de dader te worden opgespoord.

Amnesty International spreekt haar solidariteit uit met de familieleden van alle slachtoffers.

Bron: Amnesty International - Brazilië

vrijdag 31 oktober 2014

Wie wordt de nieuwe man op Financiën?

De financiële wereld, zowel binnen als buiten Brazilië, is na de herverkiezing van de socialistische presidente Dilma Rousseff afgelopen zondag, ik zou bijna zeggen traditiegetrouw, onrustig en onzeker over de te verwachten economische koers van het nieuwe kabinet. Dilma en haar financieel-economische entourage is zich daar natuurlijk terdege van bewust en is er alles aan gelegen om te grote onrust op de beurs en bij (buitenlandse) investeerders weg te nemen. Zo verhoogde de centrale bank gisteren het belangrijkste rentetarief (Selic) naar 11,25%, teneinde een dreigende stijging van de inflatie onder de knie te kunnen houden, waarna vervolgens de aandelenkoersen op de Ibovespa (de beurs van São Paulo) omhoog schoten. Daarnaast verloor de Amerikaanse dollar gisteren 2,45% aan waarde ten opzichte van de Braziliaanse real, de grootste daling sinds meer dan een jaar.
 
Maar de vraag die de financiële wereld op dit moment echter het meeste bezighoudt is de vraag wie de nieuwe minister van Financiën in het tweede termijn van Dilma als presidente van Brazilië zal worden? Wie wordt de opvolger van de binnen de zakenwereld zeer impopulaire minister uit de eerste termijn, Guido Mantega? Wie kan het wantrouwen in de zakenwereld met betrekking tot macro-economische groei op de lange termijn wegnemen?
 
Verschillende namen doen de ronde, waaronder ook die van een aantal kopstukken binnen de socialistische Partido dos Trabalhadores (PT). Maar of de financiële markten gerustgesteld zullen worden met de benoeming van politici als een Aloizio Mercadante of een Jaques Wagner, beiden intimi van Dilma, dat waag ik te betwijfelen.
 
Resten op dit moment drie namen: Luiz Carlos Trabuco (topman van Bradesco), Nelson Barbosa (voormalig secretaris-generaal op Financiën) en Henrique Meirelles (onder president Lula jarenlang president van de Centrale Bank). Alle drie personen uit de financiële wereld zelf en een voor een in staat om investeerders gerust te kunnen stellen als het om de economische toekomst van Brazilië gaat, maar waarvan de econoom Nelson Barbosa vooralsnog de beste papieren lijkt te hebben.
 
Barbosa brak in het verleden met Guido Mantega over een economisch meningsverschil, maar heeft altijd het grootste vertrouwen van Dilma behouden. Hij werd een van haar belangrijkste financiële adviseurs en kent de financiële wereld, het ministerie van Financiën en de politieke agenda van Dilma als zijn broekzak.
 
Luiz Carlos Trabuco komt uit de bankenwereld, staat bekend als een degelijk en succesvol bestuurder van Bradesco en lijkt derhalve de voorkeur te hebben van de Braziliaanse financiële wereld. En dan is daar Henrique Meirelles, de internationale bankier die in 2002 door de toenmalige net gekozen president Luiz Inácio Lula da Silva werd aangesteld als diens president van de Centrale Bank met als belangrijkste drijfveer om diezelfde financiële markten die nu ongemakkelijk op hun stoel zitten te schuiven tot rust en kalmte te kunnen brengen.


woensdag 29 oktober 2014

Realidade eleitoral / Electorale werkelijkheid

Het verschil tussen polarisatie in de media en de werkelijke stemverhoudingen in Brazilië.




woensdag 24 september 2014

Aanbevelingen Sou da Paz aan presidentskandidaten



Vandaag kwam de in São Paulo gevestigde niet-gouvernementele organisatie Sou de Paz met een rapport vol aanbevelingen op het gebied van openbare veiligheid. Het rapport is bestemd voor de presidentskandidaten van dit jaar en is vooral bedoeld om bij de federale overheid aan te sturen op een grotere en vooral meer actieve rol in de bestrijding van de criminaliteit in het land en het niet geheel en al aan de deelstaten over te laten. Grondwettelijk mag het via artikel 144 dan wel zo geregeld zijn dat de deelstaatregeringen verregaand autonoom de bestrijding van de criminaliteit binnen hun staatsgrenzen mogen bepalen, maar dit heeft ertoe geleid dat er geen navenante daling van het aantal misdrijven heeft plaatsgevonden. Integendeel, zo neemt sinds 2007 het aantal moorden in Brazilië schrikbarend toe. Lag in dat jaar het aantal moordgevallen op ruim 25 doden per 100.000 inwoners, in 2012 bleef de teller op 29 doden per 100.000 steken. Een alarmerende toename van 15%. Daarmee staat Brazilië op nummer 12 van de mondiale ranglijst van gevaarlijkste landen, terwijl steden als São Paulo en Rio de Janeiro sinds jaar en dag tot de top drie van de meest gevaarlijke steden in de wereld behoren.

Volgens Sou de Paz is een van de oorzaken hiervoor is het lage aantal zaken dat door de politie opgehelderd wordt. Volgens het federale ministerie van justitie werden er in Brazilië in 2013 slechts 8% van de moordzaken opgelost. (Ter vergelijking in de Verenigde Staten is dat 64%, het Verenigd Koninkrijk 81% en Duitsland 96%.) Daarnaast constateert de ngo dat er heel weinig door de federale overheid in de openbare veiligheid wordt geïnvesteerd. In Brazilië zou tussen 2011 en 2012 slechts 0,4% van het federale budget naar de bestrijding van de criminaliteit zijn gegaan. In vergelijking met qua criminaliteit vergelijkbare landen als Colombia (3,3%) en Mexico (6,2%) een alarmerend laag bedrag. Het merendeel van de investeringen worden dan ook door de deelstaten gedaan, tegen slechts 15% door Brasília. er zou op federaal niveau te weinig bereidheid bestaan om in de openbare veiligheid te investeren. Sou de Paz pleit dan ook voor herziening van artikel 144 van de federale grondwet, waardoor er een meer evenwichtige verdeling van de publieke veiligheid in de deelstaten tussen de federale, deelstaat en gemeentelijke overheden zou kunnen gaan plaatsvinden. Daarnaast pleit men voor een zelfstandig ministerie voor openbare veiligheid en een nationale vakopleidingsinstituut voor de openbare veiligheid, een Escola Nacional de Segurança Pública.

Vervolgens komt Sou de Paz met een hele reeks van aanbevelingen aan de hand van een zestal invalshoeken. Naast de reeds genoemde herziening van artikel 144 van de federale constitutievan 1988 betreft het de algehele revisie en stroomlijning van de geldstromen binnen het politie en het aanleggen van databanken, waarbij het onontbeerlijk is dat die misdaadcijfers transparant, integraal en gestandaardiseerd zijn. Er wordt veel aandacht gericht op de reductie van de hoge moordcijfers in Brazilië. Om die naar beneden te krijgen bepleit men bij de presidentskandidaten de oprichting van aparte afdelingen voor moordzaken binnen het apparaat van de civiele politie; een daling van de endemische straffeloosheid in het land; investeringen in materiaal en opleidingen van politiemensen; versterking en verbreding van de nationale wapenwetgeving (betere controle, meer inruilacties, betere tracering van wapens en het merken van munitie); de registratie en vernietiging van in beslag genomen wapentuig; het opzetten van regionaal en gemeentelijk preventief beleid voor de meest getroffen groepen (zwarte jonge mannen); het terugdringen van dodelijk politiegeweld (vervanging "resistência seguida de morte" door "morte decorrente de intervenção policial"/het stimuleren van meer actieve Interne Diensten en ombudsmannen/een bonusbeleid voor niet-gewelddadig optreden door politiemensen/ontwikkeling van schietprotocollen/externe controle politiediensten door het openbaar ministerie).

Sou de Paz pleit tevens voor een grote hervorming van de bestaande politiediensten: het opheffen van de traditionele tweedeling tussen de militaire en de civiele politie; het losweken van de militaire politie uit de militaire structuur, onder andere op militair strafrechtelijk gebied; een beter extern toezicht door autonome, onderzoeksgerechtigde ombudsmannen met deelname van civiel society; een adquete regeling van het vakbonds- en stakingsrecht voor politiemensen; de hervorming van bestaande interne militair-disciplinaire tradities; betere en democratische carrièremogelijkheden. Opvallend is dat Sou de Paz met geen enkel woord rept over een betere opleiding, salariëring en werkomstandigheden voor politiemensen.

Ook het penitentiair beleid dient volgens Sou de Paz grondig gemoderniseerd te worden: verruiming van alternatieve straffen, een maximale strafmaat voor kleine vergrijpen tot 4 jaar, ondersteuning aan de deelstaten om alternatieve straffen beter te kunnen faciliteren; een ruimere toegang tot (gratis) juridische bijstand; meer inzet op mediatie bij conflicten; humanisering van de bestaande strafinrichtingen; een betere opleiding en betaling van het gevangenispersoneel; ruimere toepassing van open en halfopen strafinrichtingen; de preventie van marteling; en structurele werk- en leermogelijkheden voor gedetineerden.

Ten slotte pleit men voor een herziening van de bestaande drugspolitiek en dan met name een betere definiëring van gebruikers en dealers, omdat eerstgenoemden sinds 2006 niet meer strafbaar zijn, maar bij te grote hoeveelheden na een subjectieve inschatting door rechters en politiemensen toch als dealers worden aangemerkt. Daarnaast ziet de ngo, naast investeringen in een beter preventiebeleid, heil in de strafverlaging voor kleine drugsdealers en een betere regeling naar onderzoek, medicinaal gebruik, handel en thuisteelt van wiet.

Klik hier voor toegang tot het genoemde rapport van Sou de Paz









zondag 15 juni 2014

Sterven op een trapveldje in Salvador

Eergisteren ging in Brazilië het wereldkampioenschap voetbal van start. Stel je voor, de beste voetbalteams van de wereld die vier weken lang hun kunsten zullen gaan vertonen in een van de meest voetbalgekke landen ter wereld. Langzaamaan kleuren de Braziliaanse straten geel en groen en worden de shirts van de Seleção, het Braziliaanse elftal, uit de kast getrokken.

Maar de droom van de Wereldvoetbalbond FIFA en de Braziliaanse regering om het voetbal en het land internationaal zonnig en swingend op de wereldkaart te zetten, werd wreed verstoord door de keiharde werkelijkheid waar de Braziliaan dagelijks mee te maken heeft. Uit onvrede met de miljoeneninvesteringen die met de bouw van de stadions en de infrastructuur gepaard gingen en met de corruptie, het slechte onderwijs en de soms erbarmelijke gezondheidszorg gingen duizenden Brazilianen het afgelopen jaar de straat op om hun ongenoegen te ventileren.
De reactie van de autoriteiten liet niet op zich wachten. De politie werd opgetrommeld om de protesten letterlijk de kop in te drukken. De Braziliaanse politie bleek totaal geen ervaring te hebben met begeleiding van in essentie vreedzame massademonstraties. De bestaande en beruchte oorlogsmentaliteit van de militaire politie stak in een reflex de kop op. Het gevolg: honderden gewonden door roekeloos traangasgebruik, rubberkogels en excessieve inzet van pepperspray. Plus honderden willekeurige arrestaties op basis van wetgeving tegen criminele organisaties en terreurdaden.

Politie voor de rechter

En de politie komt ermee weg. Straffeloosheid is de nagel aan de doodskist van de mensenrechten.
Maar het kan verkeren. Deze week werden twee agenten van de militaire politie in Rio de Janeiro officieel aangeklaagd wegens criminalisering van vreedzame betogers. Heuglijk nieuws. Met dank aan de mobiele telefoon en de sociale media. De eerste legde minutieus vast hoe een politieagent een scholier sommeert de inhoud van zijn rugzak te laten zien en daarbij in het tumult een explosief bij de jongen zijn voeten gooit, om hem vervolgens op te pakken wegens verboden wapenbezit. De  tweede zorgde ervoor dat onderstaand filmpje viraal ging in Brazilië en de autoriteiten wel op moesten treden tegen de agenten.
Maar helaas, dit lijkt een incident. Als er geen camera in de buurt was geweest of als de opname minder duidelijk de kwade opzet van de politieagenten in beeld had gebracht, waren ook zij vrijuit gegaan.
De Braziliaanse politie heeft een zeer slechte reputatie als het gaat om ordehandhaving en criminaliteitsbestrijding. Willekeurige arrestaties en koelbloedige moorden op vermeende criminelen zijn aan de orde van de dag. Dagelijks vallen er in Brazilië gemiddeld vier doden door politiegeweld, waarbij het opvalt dat het vooral om zwarte jongens tussen de 14 en 25 jaar gaat.


Een trapveldje in Salvador

Neem nu de zaak van Jorge Lázaro uit Salvador da Bahia, de stad waar Oranje vandaag zijn openingswedstrijd tegen Spanje zal afwerken. Zijn zoon Ricardo Mattos dos Santos begaf zich in 2008 ook op een voetbaltrapveldje in de stad. Hij werd er op klaarlichte dag door een viertal mannen aangehouden en in koele bloede doodgeschoten wegens de diefstal van een fiets van de zoon van een politieman. Sinds die dag worden Jorge Lázaro en zijn gezin stelselmatig met de dood bedreigd. De vader probeert namelijk recht te halen voor zijn zoon en de daders achter slot en grendel te krijgen. In 2013 resulteerde dit in de ontvoering en de dood van een andere zoon, Enio.
Amnesty International zet zich in voor de zaak van Jorge Lázaro. Het is een van de vele zaken die een genadeloos licht werpen op het rauwe, alledaagse brute geweld van de Braziliaanse politie achter de façade van de pracht, kleur en samba die het land tijdens het wereldkampioenschap voetbal naar de buitenwereld wil etaleren.


Kom in actie voor Jorge Lázaro!



vrijdag 6 juni 2014

Welkom in de favela's van Rio

Een zeldzaam mooie en oprechte inkijk in het dagelijks leven en de cultuur van de favela's in Rio. De andere kant van de vermeend vreedzame pacificatie door de politie in de cidade maravilhosa. 





zaterdag 31 mei 2014

Terreuraanslag in Rio

Afgelopen zaterdag vond in Rio de Janeiro een aanslag plaats op een metrotrein. Binnen drie minuten waren de eerste hulptroepen ter plaatse om de slachtoffers te kunnen helpen. Dertien minuten later gevolgd door metropersoneel om de gewonden naar aard van kwetsuur van elkaar te scheiden en brandweerlieden die het gebied wisten af te grenzen van de buitenwereld. Twee minuten daarop arriveerden de politiemensen van de Dienst Chemische, Radiologische, Biologische en Nucleaire Bescherming.


Het aantal slachtoffers doet er niet toe om het simpele feit dat er geen daadwerkelijke aanslag had plaatsgevonden. Het betrof een oefening van de deelstaat Rio de Janeiro in het kader van een mogelijke terreuraanslag tijdens het aanstaande wereldkampioenschap voetbal dat in Brazilië zal gaan plaatsvinden. De actie stond dan ook onder leiding van het Coördinatiecentrum voor Gebiedsbescherming van de deelstaat.

Een dergelijke aanslag wordt vooralsnog niet echt verwacht, maar in de hedendaagse wereld weet men het maar nooit. Brazilië zelf heeft geen verleden met dergelijke (islamitisch-geïnspireerde) terreuraanslagen en in haar buitenlandse politiek staat het land niet bekend als een trouwe bondgenoot aan de zijde van de Verenigde Staten. In het recente verleden hebben de Brazilianen een neutrale rol voor zichzelf weggelegd als het gaat om de politieke gebeurtenissen in Iran, Libië en Syrië.

Het land kent een aanzienlijke islamitische minderheid in het zuiden, om precies te zijn in de deelstaten Paraná en São Paulo. Deze Arabische gemeenschap leeft daar al decennialang en heeft nooit voor grote problemen gezorgd. Wel werd de grote Arabische gemeenschap in Foz de Iguaçu, in het grensgebied met Argentinië en Paraguay, wegens vermeende aanhang voor de Libanese Hezbollah-beweging, in verband gebracht met een bomaanslag op 18 juli 1994op de joodse Asociación Mutual Israelita Argentina in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires. Maar harde bewijzen zijn daarvoor nooit gevonden.


De meest reële terreurdreiging tegen het WK Voetbal tot nu toe is afkomstig van de grootste drugsbende van de stad São Paulo, de PCC (Primeiro Comanda da Capital). Vorig najaar verklaarde de leider van deze bende dat zij tijdens het voetbaltoernooi bereid zou zijn tot het plegen van aanslagen op metrostations als niet op hun eisen werd ingegaan: het verhinderen van de overplaatsing van hooggeplaatste bendeleden naar maximaal beveiligde gevangenissen in het binnen land van de deelstaat. Werkelijk serieus werd de dreiging door Braziliaanse wetenschappers niet genomen. Er wordt niet aan getwijfeld dat de PCC er de capaciteit voor heeft, maar een dergelijke bloederige aanslag op toeristen en gewone Brazilianen zou volgens kenners tot geen enkel voordeel voor de drugsbendes leiden. Er is sindsdien dan ook niets meer van vernomen.


De actie hebben er voor de coördinatie naar eigen zeggen geen problemen opgeleverd en zou vlekkeloos zijn verlopen. De Brazilianen en de buitenlandse gasten kunnen rustig gaan slapen. Als er een dergelijke aanslag zou plaatsvinden dan zal alles voorspoedig en veilig worden afgehandeld, aldus kort samengevat de bevindingen van de leiding van de Dienst Chemische, Radiologische, Biologische en Nucleaire Bescherming van de deelstaat Rio de Janeiro.