zondag 9 oktober 2016

Stilte voor de storm

Brazilië wacht op de grootste explosie in het lopende en geruchtmakende justitiële Lava Jato-onderzoek naar corruptie rond staatsenergiereus Petrobras. Een dezer dagen zal naar het zich laat aanzien niemand minder dan Marcelo Odebrecht, de voormalige CEO van de grootste bouwondernemer in Brazilië, in ruil voor strafvermindering bij het federale openbaar ministerie een boekje open gaan doen over de banden tussen het Braziliaanse bedrijfsleven en de verschillende politieke partijen die de afgelopen decennia in het land aan de macht zijn geweest. Teneinde daartoe voor hem en een vijftigtal andere gearresteerde Odebrecht-medewerkers gunstige voorwaarden in de wacht te slepen onderhandelt zijn vader en oprichter van het bedrijf Emílio Odebrecht op dit moment in de hoofdstad Brasília met het kantoor van de federale procureur-generaal Rodrigo Janot. De belangen aan weerszijden zijn enorm. Het OM heeft met Marcelo Odebrecht een van de machtigste en rijkste Braziliaanse ondernemers in hechtenis genomen en zijn veroordeling moet als een voorbeeld gaan gelden als het gaat om de strijd tegen de straffeloosheid die in Brazilië steevast met corruptieschandalen samengaan. Odebrecht wenst strafvermindering voor haar medewerkers en daarnaast hangt het bedrijf een boete van R$6 miljard boven het hoofd.


De verwachting is dat Marcelo (foto), die tussen 2009 en 2015 CEO van Odebrecht is geweest, opening van zaken gaat geven over de miljardenbetalingen die het bedrijf heeft moeten doen om aanbestedingen in Brazilië en daarbuiten binnen te kunnen halen. Daarnaast zal hij uit de doeken gaan doen hoe Odebrecht betalingen aan overheden op federaal, deelstaat- en gemeentelijk niveau heeft moeten doen om voor bepaalde projecten in binnen- en buitenland politieke steun te kunnen verwerven.

donderdag 6 oktober 2016

Met de dag wordt het duidelijker dat de democratie in Brazilië met voeten getreden wordt. Twee jaar geleden bepaalde het electoraat dat presidente Dilma Rousseff nog vier jaar het mandaat kreeg om haar meer links georiënteerde politieke koers in het land door te zetten. Met de Arbeiderspartij (PT) in het centrum van de macht werden rabiaat rechtse beleidsmaatregelen buiten de deur gehouden, zeer tegen de zin van de rechts-conservatieve oppositie. Nu die laatste groep via een slinkse "democratische machtsgreep" Dilma en haar PT in feite op non-actief heeft gesteld worden juist al die pijnpunten een voor een door het Congres geloodst. Zaken die vaak schuren over de rand van wat qua respect voor de rechten van de mens betreft of daar regelrecht overheen gaan.
Een tweetal jaar geleden was het een heet politiek hangijzer, de verlaging van de leeftijd binnen het strafrecht voor volwassenen van 18 naar 16 jaar. Het debat werd in de publieke opinie op het scherpst van de snede gevoerd. Het resulteerde toen in een nee binnen het parlement en zou zeker door een veto van Dilma zijn getroffen als het wel een meerderheid binnen het Congres had gekregen. Nu, twee maanden na de 'coup' wordt de maatregel er van de een op de andere dag zonder onder een vleugellamme linkse oppositie doorheen gedrukt.
Vandaag werd bekend dat een voorstel van de rechtse partij PEN (Ecologische Nationale Partij) om het principiële rechtsbeginsel van "onschuldig totdat het tegendeel bewezen is" op te heffen door het federale hooggerechtshof is goedgekeurd. Dit betekent in de praktijk dat personen die in een bepaalde rechtszaak in tweede instantie in hoger beroep gaan voor het Hof van Beroep niet meer als zodanig worden aangemerkt. Zoals een aanklager van het OM in de deelstaat Goiás terecht opmerkte zal het leiden tot situaties waarin verdachten "onschuldig zijn maar voor de zekerheid toch maar in hechtenis worden gehouden".
Ik vrees de dag van morgen. Welke garantie van de rechten van de mens zal er nu weer overboord worden gegooid in het programma dat het rechts-conservatieve volksdeel, tegen de zin van het electoraat in 2014, voor ogen heeft?

zaterdag 1 oktober 2016

Alle ogen gericht op ... São Paulo

Morgen zijn in Brazilië gemeenteverkiezingen. De Brazilianen worden geacht hun stem uit te brengen voor het burgemeesterschap van hun gemeente (de prefeito) en voor de leden van de gemeenteraad (de vereadores). Traditiegetrouw zijn de ogen van in de politiek geïnteresseerde Brazilianen vooral gericht op de vijf grootste steden van het land: São Paulo, Rio de Janeiro, Belo Horizonte, Porto Alegre en Salvador.


Zoals het er een dag voor de gang naar de stembus uitziet draait het net als in de meeste van deze steden ook in São Paulo uit op een tweede ronde. Zittend burgemeester Fernando Haddad (Partido dos Trabalhadores/PT - foto) kan daar waarschijnlijk niet meer bij zijn. In de laatste peilingen van Datafolha staat hij met Celso Russomanno (PRB) zelfs op de gedeelde tweede plaats van de kiezersgunst, net voor oud-partijgenote Marta Suplicy. Deze PMDB-kandidate wordt door niemand echt in staat geacht om nogmaals burgemeester van de miljoenenstad te worden. (Marta was tussen 2000 en 2004 al eens burgermoeder voor de PT). Ze heeft nog een kleine trouwe aanhang in de stad, maar haar successen zijn inmiddels al lang geschiedenis. Tijdens de lopende campagne zette zij zich neer als "Mãe do Ceu". Het CEU was haar in 2000 gelanceerde idee van geïntegreerde scholen en was redelijk succesvol. Dat het in het Portugees tevens "Hemelse Moeder" betekent was dan misschien een poging om de gunst van het rooms-katholieke volksdeel binnen te slepen, maar die marianistische kaart tekent wat mij betreft tevens de zwakte van haar campagne voor een partij die in de politiek van de stad São Paulo niet echt een rol van betekenis heeft.

De grootstedelijke regio São Paulo is van oudsher het industriële centrum van Brazilië. Het waren tot voor kort de liberale ondernemerspartij PSDB en de socialistische PT die decennialang in de stad politiek de dienst uitmaakten. Maar de PT verkeert in het huidige Braziliaanse politieke klimaat in slecht weer. De socialisten werden door de rechts-conservatieve oppositie op uiterst slinkse wijze in de verdachtenhoek van 'corruptie, wanbestuur en kiezersbedrog' gedrukt, met de voor de rechtsstaat rampzalige parlementaire coup als recent hoogtepunt. De PT is daardoor eenvoudigweg niet zo vanzelfsprekend populair meer als in haar hoogtijdagen en nu ook de charismatische historische leider van de partij, oud-president Luiz Inácio Lula da Silva, in het anti-corruptieproces Lava Jato officieel in de verdachtenbank zit, hangt het er nog maar af of zijn protegé Fernando Haddad morgen zijn huidige burgemeesterschap voort kan zetten. Het was immers diezelfde Lula die vier jaar geleden Haddad letterlijk aan de hand nam om in zee te gaan met de rechts-conservatieve en electoraal zeer invloedrijke voorman Paulo Maluf (link), een alliantie die Haddad uiteindelijk zijn overwinning opleverde. Grote vraag nu is of Lula's populariteit nog steeds zo groot is om het verschil te kunnen maken.

Het zal in een tweede ronde, afgaande op de opiniepeilingen, uitdraaien op een tweestrijd tussen João Doria Júnior (PSDB, nu op 44% van de stemmen) en Haddad of Celso Russomanno, beiden op 18%, waarbij de eerste als de traditionele kandidaat van de rijke bovenlaag en de hogeropgeleiden geldt en Russomanno een man is die jonge kiezers en mensen uit de meest arme bevolkingsgroepen lijkt aan te spreken. Vier jaar geleden schreef ik al eens een blog over Russomanno (link), wiens populariteit enerzijds steunt op zijn bekendheid van de televisie (hij was consumentenombudsman, zeg maar de Frits Bom van de Braziliaanse televisie) en anderzijds zijn politieke banden met de machtige evangelische kerkgenootschappen in de stad. Naar het laat aanzien zal hij veel traditionele stemmen van de PT kunnen afsnoepen.


Rest de man die zich afficheert als de "niet-politicus" van het gezelschap, maar zichzelf steevast presenteert als een "beheerder" van de gemeentelijke schatkist, de ondernemer João Doria Júnior (foto) van de PSDB. Hem wordt de grootste kans toegedicht om uiteindelijk in São Paulo als overwinnaar uit de bus te komen. Doria is een ras-ondernemer, zoon van een federaal afgevaardigde die tijdens de dictatuur het land moest ontvluchten en allesbehalve iemand die in de politiek net om de hoek komt kijken. Hij is sinds 2001 aan de PSDB verbonden, maar in de jaren daarvoor vervulde hij voor de PMDB al verscheidene politieke functies in de gemeente- en de landelijke politiek. In ondernemerskringen in de stad is hij de man achter Grupo Doria, een concern dat o.a. een werkgeverscentrale onder haar hoede heeft waarin een zestal grote werkgeversorganisaties samenwerken en die een achterban van zo'n 1.700 nationale en multinationale bedrijven heeft. Deze groep zou tezamen goed zijn voor 52% van het Braziliaanse BNP. Tja, dan heb je in São Paulo electoraal zeer goede kaarten in handen.

woensdag 28 september 2016

Bezuinigingen justitieminister treffen mensenrechtenbeleid Brazilië in het hart


 (Alexandre Anderson uit Rio de Janeiro, een van de mensenrechtenverdedigers wiens leven door de nieuwe verordening nog ernstiger in gevaar wordt gebracht. Foto: Amnesty International)

 Op 5 september keurde de Braziliaanse minister van Justitie Alexandre de Morais een verordening (Portaria 794/2016) goed waarmee een eerder besluit (Portaria 611) wordt verlengd. Het komt er in het kort op neer dat tot het jaar 2017 de financiering van contracten, conventies, benoemingen van ambtenaren, specifieke onkostenvergoedingen, maar ook mensenrechtenprojecten wordt stopgezet.

In reactie daarop stuurde Amnesty International een brief naar het ministerie teneinde meer duidelijkheid te kunnen krijgen, maar tot op de dag van vandaag is er vanuit Brasília geen antwoord teruggekomen. In de ogen van de organisatie toont de verordening 611, die in juni werd opgesteld om de beveiliging rond de Olympische Spelen te bekostigen en daarbij prioriteit aan investeringen in de politiediensten gaf, een absoluut gebrek aan de betrokkenheid m.b.t. een te voeren mensenrechtenbeleid.

Een van de belangrijkst getroffen projecten is het federale beschermingsprogramma voor Braziliaanse mensenrechtenverdedigers, het Programa de Proteção aos Defensores de Direitos Humanos. Alleen al in het eerste semester van 2016 werden er in Brazilië 36 activisten om het leven gebracht. Daarmee gaat Brazilië volgens de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens landen als Colombia en Mexico voor.

"Brazilië voert de lijst van landen aan waar mensenrechtenverdedigers ernstig worden bedreigd. Vooral op het platteland waar 90% van de gevallen (en dan met name in Pará, Rondônia en Maranhão) plaatsvindt, maar ook in steden als Rio de Janeiro en São Paulo", aldus Amnesty International.

Amnesty wijst op de Amerikaanse Conventie voor de Rechten van de Mens, waaraan Brazilië zich heeft gecommitteerd en bepleit dat de bezuinigingen worden teruggedraaid omdat het federale beschermingsprogramma voor mensenrechtenverdedigers fundamenteel is voor het overleven van mensenrechtenactivisten.

"De heropstart van het Programa de Proteção aos Defensores de Direitos Humanos is de enige garantie voor honderden activisten, die zonder ondersteuning moeten leven en in gevaar lopen vermoord te worden als sluitstuk van de constante bedreigingen aan hun adres in hun eigen regio's. Zonder het programma blijven zij aangewezen op de hulp van vrienden en familieleden, waardoor zij en hun netwerk nog meer gevaar lopen."

N.B. de enige terreinen die het ministerie van Justitie met de nieuwe verordening van bezuinigingen ontziet zijn de budgetten voor de federale politie, de federale verkeerspolitie en de speciale ordetroepen van het ministerie, de Força Nacional de Segurança Pública.

Bron: Amnesty International - Brazilië

Racionais - Diário de um Detento

zaterdag 24 september 2016

Crivella, driemaal scheepsrecht?

Naar het zich laat aanzien staat de komende burgemeester van Rio de Janeiro bij voorbaat eigenlijk al vast. Marcelo Crivella van de PRB zal tot 2020 de ambtssjerp om zijn schouders dragen. Volgens de meest recente peiling van Datafolha gaat hij met 31% van de stemmen aan kop. In de tweede ronde zal hij het waarschijnlijk moeten opnemen tegen de linkse kandidaat bij uitstek Marcelo Freixo (PSOL) en die uiteindelijk met een ruime voorsprong achter zich laten.

(Foto: Tasso Marcelo/Estadão)

Een verrassing kan dat dan niet heten. Ten eerste is Crivella een volkse jongen. Geboren en getogen in Rio de Janeiro, wiens ouders uit Italië en het noordoosten van Brazilië komen. Streng gelovig. Geboren in een rooms nest, als jongere bij de Methodisten gaan shoppen en uiteindelijk via zijn oom, de invloedrijke Braziliaanse evangelist Edir Macedo, de Igreja Universal do Reino de Deus ingerold. In die laatste kerk wist hij het uiteindelijk tot bisschop te brengen en heeft Crivella zich laten kennen als een begenadigd spreker, die een volksmassa in beroering kan brengen. En ja, hij blijkt te kunnen zingen. In Brazilië maakte hij furore als gospelzanger, maakte veertien albums en wist in de harten van de bewoners van de deelstaat Rio de Janeiro te veroveren met een remake van zijn succesvolste nummer 'Há de brilhar uma luz' ter nagedachtenis van de slachtoffers van de aardverschuiving in de Serrana-regio in 2011.


Daarnaast is Crivella inmiddels gepokt en gemazeld in het politieke handwerk. In 2002 maakte hij de overstap naar de politiek en deed op basis van ruim drie miljoen stemmen voor de deelstaat Rio de Janeiro, op de ticket van de rechts-conservatieve Liberale Partij (Partido Liberal/PL) zijn intrede in de federale Senaat. Hij zou daar tot op de dag van vandaag blijven, keer op keer trouw gesteund door zijn natuurlijke aanhang in de stad Rio de Janeiro. (Een mandaat dat slechts eenmaal werd onderbroken door een ministerschap op visserijzaken in de eerste termijn van presidente Dilma Rousseff (2012-2014). Zich bewust van zijn populariteit in de stad deed Crivella reeds in 2004 mee voor het burgemeesterschap van zijn Rio de Janeiro. Hij moest het in de eerste ronde afleggen tegen César Maia van de PMDB. Hij voelde zich bekocht en dan met name doordat het invloedrijke mediaconcern Globo zich vierkant achter Maia had opgesteld. Globo had via haar kanalen Crivella onophoudelijk in verband had gebracht met frauduleuze handelingen in de aanloop naar die verkiezingen. In 2008 probeerde hij het opnieuw en eindigde als derde achter de kandidaat van de PMDB (Eduardo Paes) en Fernando Gabeira van de groene partij PV. 

Crivella is een a-typische christelijk-conservatieve politicus. Zeker, fel gekant tegen de gelijkberechtiging van homoseksuelen en tegen de legalisering van abortus en het gebruik van marihuana. Maar in het verleden keerde hij zich echter ook tegen homofoob geweld en steunde hij voorstellen tot gezinsplanning via seksuele voorlichting en sterilisatie. Daarnaast bleek hij voorstander te zijn van de regulering van het wetenschappelijk onderzoek van stamcellen, toch niet echt een standpunt waarmee je jezelf binnen de evangelische politieke stroming geliefd zult maken. 

Hij kan het goed vinden met vertegenwoordigers van de centrumlinkse PSB en dan met name met zijn mede-collega uit Rio in de Senaat, de oud-voetballer. Romário, die hem in de lopende campagne openlijk van steun voorziet. Daarnaast weet Crivella zich tijdens zijn lopende campagne actief gesteund door oud-BNDES-bestuurders als bijvoorbeeld Carlos Lessa en een aantal intellectuelen uit Rio de Janeiro, waaronder een aantal van linkse huize als César Benjamin en Samuel Pinheiro Guimarães. Met die expertise heeft zijn campagne veel slagkracht weten binnen te halen.

Mocht Crivella gekozen worden dan komt er een einde aan de oppermachtige en decennialange heerschappij van de PMDB in Rio de Janeiro. In 2005 was hij een van de politici die de PL verliet en de PRB (Partido Republicano Brasileiro) oprichtte. Voor die partij, die om opportunistische redenen altijd nauw met de regerende socialistische Arbeiderspartij/PT van de presidenten Lula en Dilma heeft samengewerkt, deed hij tot tweemaal toe vergeefs een gooi naar het gouverneurschap van Rio de Janeiro en het burgemeesterschap van de stad Rio in 2008. Driemaal scheepsrecht. Alhoewel absoluut niet mijn persoonlijke politieke voorkeur voor het ambt zal zijn uiteindelijke keuze die van de politieke mentaliteit van de meerderheid van de bewoners van de stad belichamen. Een electoraat dat in de kern conservatief, maar pragmatisch is ingesteld. Op de een of andere manier heb ik een zwak voor een Marcelo. Duidelijk linksom, maar zeker ook rechtsom.


dinsdag 30 augustus 2016

zaterdag 30 juli 2016

Lula in de beklaagdenbank

Oud-president Luiz Inácio Lula da Silva, die het land tot tweemaal als staatshoofd leidde (2002-2010) is vandaag na voorwerk van het openbaar ministerie door een federale rechter in de hoofdstad Brasília officieel in staat van beschuldiging gebracht. Hem wordt samen met een zestal anderen verweten het onderzoek naar corruptie binnen het staatsenergiebedrijf Petrobras te hebben willen dwarsbomen. Daarbij zouden zij pogingen in het werk hebben gesteld om het zwijgen van Nestor Cerveró, voormalig directeur internationale zaken van Petrobras en een kroongetuige in het Lava Jato-proces, te kunnen bewerkstelligen.


Tegen het zevental zijn drie misdrijven aangevoerd: obstructie van een onderzoek naar georganiseerde misdaad (waar een celstraf van drie tot acht jaar op staat), onjuiste rechtsbijstand omdat de advocaat van Cerveró op een niet correcte wijze zijn mandant zou hebben bijgestaan en de anderen daaraan medewerking zouden hebben verleend (celstraf van een half tot drie jaar) en misbruik van de goede naam (een tot vijf jaar celstraf). De beschuldigden hebben nu twintig dagen om tegen de aantijgingen in het geweer te komen. Wat de rol van Lula betreft voert het OM aan dat hij op een directe wijze het werk van de rechterlijke macht, het openbaar ministerie en het ministerie van Justitie zou hebben willen dwarsbomen. Sterker nog, een van de andere beschuldigden, oud-senator van de Partido dos Trabalhadores/PT Decídio do Amaral, heeft in ruil voor strafvermindering al enkele maanden geleden hebben verklaard dat de oud-president zelf de leidende persoon achter de hele operatie zou zijn geweest.

Lula zelf verklaart via zijn advocaten dat hij het federale OM al zijn visie op de zaak heeft gegeven en ontkent in alle toonaarden de beschuldigingen aan zijn adres. De aantijgingen zijn volgens het Lula-kamp volledig gebaseerd op in Brazilië geldende systeem van plea bargain (delação premiada), waarbij een aangeklaagde in ruil voor strafvermindering zijn schuld bekend en verklaringen in een bepaalde zaak aflegt.

Daar ligt waarschijnlijk ook de zwakte van de aantijging en de uitweg voor de alom gerespecteerde Braziliaanse staatsman. Iedereen kan van alles verklaren om maar onder een bepaalde straf onderuit te kunnen komen. En binnen de Braziliaanse context leidt dat tot een onontwarbare kluwe van garen. Braziliaanse politiek is door de institutionele corruptie een doos van Pandora. Zo'n beetje iedereen heeft klodders boter op zijn hoofd als het om corruptie gaat want zo zit het politieke reilen en zeilen in Brazilië nou eenmaal in elkaar. Om strafvermindering of vervolging door justitie te kunnen voorkomen poogt iedere beschuldigde om anderen in zijn of haar val mee te trekken. Al dan niet op feiten gebaseerd, ingegeven door hogere politieke belangen. Het is een spel waarbij de tegenstelling waarheid en fictie de boventoon voeren. Het subjectieve eigenbelang gaat daarbij boven het objectieve belang van een maatschappij. Het is aan de rechterlijke macht om daarbij uitsluitsel te geven.

In een zuivere opvatting van Trias Politica, de beroemde scheiding der machten van de Franse rechtsfilosoof Montesquieu en dogma in de mondiale staatsleer, is gerechtigheid daarbij gegarandeerd. In het geval van Lula en consorten hebben we met rechters van doen die in het verleden wars zijn geweest van politieke of subjectieve vooringenomenheid in hun besluitvorming. Zo ook in dit geval.

De federale rechter die Lula en de zes anderen in staat van beschuldiging heeft gesteld, Ricardo Leite in Brasília, blijkt eerder persoonlijk politieke voorkeuren te hebben geprevaleerd boven het algemeen belang (*). Hij zou in een ander corruptieonderzoek (Operatie-Zelotes) vooringenomen beslissingen hebben genomen. Dat is het spel. Veel aanwijzingen en gebeurtenissen van de afgelopen tijd lijken erop te wijzen dat het in het geval van Lula vooral om het aanbrengen van imagoschade gaat. Misschien is hij schuldig, waarschijnlijk ook niet binnen de exercitie van de eeuwenoude rechts-conservatieve elite in Brazilië de laatste paar jaar om de macht in het land terug te kunnen nemen. Zie de manipulatieve gang van zaken rond de impeachment-procedure rond presidente Dilma Rousseff. Het spookbeeld voor de gevestigde macht, een conglomeraat van het grote geld, politiek en de media, is dat Lula zich in 2018 opnieuw kandidaat zal gaan stellen voor het presidentschap. In de politieke werkelijkheid van Brazilië is daarbij elke poging tot het suggestief zwartmaken en daarmee het beschadigen van het imago van politici een fact of live. Het Braziliaanse electorale proces gaat per slotte niet alleen om de politieke inhoud maar om het beeld dat leiders in de media kunnen neerzetten als een betrouwbaar en competent regeringsleider. Helaas is dat niet alleen een Braziliaans gegeven, maar gaat het wereldwijd op in het veroveren van de kiezersgunst.


donderdag 28 juli 2016

Academische déjà vu

Oude tijden herleven. Mijn academische eindscriptie blijkt opeens aan actualiteitswaarde te hebben gewonnen. Daarin heb ik beschreven hoe de Braziliaanse historiografie in de afgelopen twee eeuwen tot stand is gekomen als een voortdurend ideologisch gevecht rond een vermeend historisch gelijk. Hoe er zo in Brazilië een traditioneel verre van waardevrije geschiedschrijving tot stand kwam en hoe dat gedurende de militaire dictatuur (1964-1985) geleid heeft tot repressie en vervolging van maatschappijkritische historici, evenals pogingen van de militaire overheid om via het geschiedenis-onderwijs tot een conservatieve indoctrinatie van de jeugd te komen. Wekenlang heb ik Braziliaanse schoolboeken uit die tijd doorgenomen, evenals het doorspitten van een overheidsprogramma dat Educação de Moral e Cívismo heette. Het middel van het toenmalige ministerie van onderwijs en cultuur om kort door de bocht gezegd van haar burgers politiek onmondige consumenten te kneden.

Ik waan me na het volgen van de actuele onderwijsdebat onder het kabinet van interim-president Michel Temer weer in 1992, het jaar van mijn onderzoek aan de universiteit in Groningen. Wat in mijn scriptie EMC heet gaat tegenwoordig door het leven als ESP, Escola Sem Partido. Een wetsvoorstel van de evangelisch-rechtse senator Magno Malta (PR-ES) dat voorziet in het terugdringen van vermeende politiek-linkse vooringenomenheid binnen het onderwijscurriculum na 12 jaar socialistische PT-regeringen onder de presidenten Luiz Inácio Lula da Silva en Dilma Rousseff.


Mijn bange vermoeden wordt gevestigd als ik 'Escola Sem Partido' op de Portugeestalige versie van Wikipedia intik. Ik wordt automatisch geleid naar de pagina van Mídia Sem Mascara (MSM). Dat is een politiek zeer rechtse Braziliaanse website en het huisorgaan van het in São Paulo gevestigde Instituto Brasileiro de Humanidades. Dat is opgericht en wordt geleid door Olavo de Carvalho (1947), een in Brazilië zeer bekende neo-conservatieve filosoof en opiniemaker, woonachtig in het Amerikaanse Richmond (Virginia), die onder het mom van het vrije woord niet schuwt voor politiek uiterst bedenkelijke uitspraken en zich in kringen rond het extreem-rechtse politicus Flávio Bolsonaro zeer op zijn gemak lijkt te voelen. Olavo's oordeel over de militaire dictatuur is er dan ook een van bagatelliseren. De militairen waren volgens hem niet conservatief, maar positivisten die met hun politieke traject alleen maar het goede met Brazilië voor zouden hebben gehad.



Het is ook een Olavo de Carvalho die voortdurend vraagtekens zet bij wetenschappelijke dogma's. Dat hij daarbij bijvoorbeeld het feit dat de aarde om de zon draait en de relativiteitstheorie van Einstein sterk in twijfel trekt valt in zijn geval nog te begrijpen want de goede man is een diepgelovig astroloog. Maar het zal niet verbazen dat hij met zijn geloof in het 'vrije denken', wars van elke academisch-wetenschappelijke discipline, zich in kringen van klimaatcritici en nationalistische anti-globalisten als een vis in het water voelt. Fact-free wetenschap is duidelijk aan hem besteed! Het huidige Escola Sem Partido-wetsvoorstel van senator Magno Malta lijkt de manier te zijn om het rechts-conservatieve en anti-wetenschappelijke wereldbeeld van neo-conservatief rechts aan de Braziliaanse jeugd op te dringen. En gezien de sterk reactionaire en anti-revolutionaire wind die er onder interim-president Michel Temer waait is ook in Brazilië in de politiek alles mogelijk. Vergeet niet dat rechts-conservatief Brazilië op dit moment zowel in het Huis van Afgevaardigden als in de senaat een afgemeten meerderheid aan zetels heeft. Geen wonder dus dat de pennenstrijd in de Braziliaanse (social) media deze dagen op het scherpst van de snede wordt uitgevochten.

Het wordt echt tijd dat ik mijn eindscriptie nu eindelijk eens ga digitaliseren en updaten!

woensdag 27 juli 2016

Amnesty-campagnevideo 'The police are breaking records in Rio'

26 jaar Moeders van Acari

Gisteren was het 26 jaar geleden dat in Rio de Janeiro een elftal jongeren "verdween", een misdrijf dat sinds die tijd bekend is geworden als de Slachting van Acari. De lichamen werden nooit meer gevonden en de verantwoordelijken werden nimmer voor de rechter gebracht. Deze straffeloosheid is als het ware een voortzetting van het geweld tegenover deze jongeren en hun familieleden.


Volgens Amnesty International toont de Slachting van Acari het onvermogen aan van de Braziliaanse Staat om gerechtigheid te garanderen als het om politiegeweld, "verdwijningen" en moorden door doodseskaders gaat.

De moeders van de jongeren van Acari werden geïntimideerd en bedreigd omdat zij zich hadden georganiseerd en hun stem zijn gaan verheffen voor gerechtigheid en tegen het geweld van doodseskaders in de regio. De beweging kreeg bekendheid als de Moeders van Acari. Minstens drie zijn overleden, waarvan een op brute wijze werd doodgeschoten nadat zij op het spoor van informatie over de jongeren was gekomen.

In de jaren '90 van de vorige eeuw heeft Amnesty International de zaak van de Slachting van Acari van dichtbij gevolgd. Daarbij stuurde zij onderzoekers om de deelstaatautoriteiten van Rio de Janeiro onder druk te kunnen zetten en overlegden met het openbaar ministerie en andere instanties die de Moeders ondersteunen. Sinds de Slachting van Acari is Amnesty meerdere soortgelijke zaken in de stad Rio de Janeiro gaan volgen.


maandag 25 juli 2016

Caixa Dois


Bedrijven die verkiezingscampagnes van politieke partijen financieren lijkt de normaalste zaak van de wereld. Het is immers het middel bij uitstek om jouw commerciële belangen onder een nieuwe regering veilig te kunnen stellen. Het principe van quid pro quo, voor wat hoort wat. Campagnes voor verkiezingen zijn duur en elke cent is daarbij welkom.

In Brazilië kon dat voor kort op twee manieren. Legaal en illegaal. In het eerste geval gebeurt dat transparant omdat de politieke partijen tegenover de Nationale Kiesraad (Tribunal Superior Eleitoral/TSE) openheid van zaken gaven. Maar veel meer geld kwam de partijkas binnen via de onwettige weg, de zogenoemde Caixa Dois (de Tweede Kas, een slush fund). Bedrijven storten via allerlei schimmige wegen geld in deze kas, teneinde uit het zicht van de controleorganen van de staat te kunnen blijven. Deze betalingen worden niet gemeld aan de electorale autoriteiten, maar komen als het politiek-opportune tij daar is via de journalistiek wel naar buiten. De politieke winst was immers binnen. Politiek via de Braziliaanse manier, de faits accompli. Eerst de politieke winst pakken en daarna de worsteling met justitie aangaan, wetende dat men er in dit land van straffeloosheid mee weg kon komen. De praktijk werd voorpaginanieuws tijdens het berucht Mensalão-proces. Sinds 2005 zou de regerende coalitie onder leiding van de socialistische PT (lees: president Lula) via tweede kassen politici hebben omgekocht om parlementaire steun in de federale politiek binnen te kunnen halen. Politieke business as usual. De PT deed het, maar ook bijvoorbeeld de oppositionele PSDB in de jaren '90 in de deelstaat Minas Gerais. Het Lava Jato-proces dat nu Brazilië in beroering brengt toont aan dat geld van energiegigant Petrobras systematisch werd ingezet om illegale politieke beslissingen via slush funds te kunnen bewerkstelligen.

Tot dit jaar was dat gemeengoed in de Braziliaanse politiek. 98% van de partijen zouden zich er volgens João Santana, voormalig prominent campagneleider van o.a. Lula en Dilma (PT), aan bezondigd hebben. Maar in de aanloop naar de gemeenteverkiezingen van oktober dit jaar is slechts aan fysieke personen het recht gegeven om donaties in een verkiezingskas te kunnen doen. Razend benieuwd hoe dat gaat uitpakken en welke inventieve manieren er gevonden zullen worden om partijen toch van het benodigde geld te kunnen voorzien, vooral nu er vanaf dit jaar ook een bovengrens aan uitgaven voor de verkiezingen is gesteld, waardoor tweede kassen weer noodzakelijk zullen blijken te zijn. Er wordt nu al gesproken van 'laranjas', stromannen die onfrisse klussen voor bedrijven opknappen

De voorzitter van de TSE voor dit jaar is hogerechter Gilmar Mendes. Hij gelooft er heilig in dat grote bedrijven naar aanleiding van de Lava Jato- en andere corruptiebestrijdingszaken zich wel tweemaal zullen bedenken om op illegale wijze verkiezingskassen te zullen spekken. Ook zal hij i.s.m. met onder andere de belastingdienst tweede kassen gaan bestrijden.

Het niet aangeven van inkomsten bij de belastingdienst is zoals in bijna elk land ter wereld strafbaar, maar in Brazilië bestaat er geen enkele wetgeving als het gaat om de inzet van slush funds bij verkiezingen. Als een politieke partij wordt betrapt op onrechtmatigheden heeft een dergelijke partij geen recht op geld uit de Fundo Partidário (een overheidssubsidie voor politieke partijen) en kan het rekenen op een geldboete.Op dit moment is er een wetsontwerp in het Congres hangende om electorale slush funds strafbaar te stellen. Nog recentelijk heeft de nieuwe Kamervoorzitter Rodrigo Maia (DEM-RJ) belooft daar vaart achter te willen zetten. Partijen kunnen daarbij rekenen op torenhoge boetes en in het meest extreme geval uitsluiting van de verkiezingen. Daarnaast behoren gevangenisstraffen van twee tot vijf jaar tot de mogelijkheden om betrokken personen de pas af te snijden. Politici zelf kunnen rekenen op tweederde strafvermeerdering resulterend in drie tot tien jaar celstraf en een dikke boete.

dinsdag 31 mei 2016

Gezamelijke verklaring Amerikaanse mensenrechten-ngo's getreffende een adequate financiering van de IACHR



May 25 th of 2016

OAS Member States,

The Coalition for Human Rights in the Americas , and the members of other regional and
global networks from civil society, express our deep concern over the severe financial
crisis currently affecting the InterAmerican Commission of Human Rights (IACHR). We
endorse this statement in order to appeal all Member States of the Organization of
American States (OAS) to take the necessary actions to guarantee the immediate and
proper funding of the IACHR in order to fulfill its mandate. In addition, we urgently call for
the creation of a sustainable fund to finance the Organs of the InterAmerican
Human Rights System (IHRS), in order to address the precarious situation, which both the
Commission and InterAmerican Court of Human Rights have been going through since in
the last few years.

The InterAmerican Commission is mandated to promote the observance and protection of
human rights in the Americas, and acts as a consultative organ to the OAS in this area. It
is the only regional mechanism that supervises the obligations of all Member States of the
OAS in this area, and constitutes the last resort for defending against violations of
fundamental rights in the continent.

The IACHR is an international referent, due to its great labour of protecting thousands of
human rights defenders, who live threatened and criminalized in the Americas. This organ
watches over the indigenous people and afrodescendant people’s rights, women and
children, and the LGTBI community rights as well, among other vulnerable populations.
The role of the IACHR, not only in the area of human rights protection, but also in the
implementation of measures to promote their accomplishment, affects almost a billion
people across the region.

In spite of that, the InterAmerican Commission has historically suffered from a structural lack of funds, which are currently reaching the point of effectively compromising theCommission's ability to fulfill its basic functions, including its mandate assigned by the OAS Member States. The Commission itself has announced that on July 31 st o f 2016 the contracts of 40 percent of its personnel will expire, and at this time the Commission does not have the funds—or the expectation of receiving the funds—to be able to renew them.
In addition, the IACHR has reported that it has been forced to suspend the country visits it
had planned for this year, as well as the 159 th and 160 th Period of Sessions, which had
been scheduled for July and October of this year.

In contrast with other human rights protection organs, either national or international, the
financing received by the IACHR from the regular OAS fund, meaning from the Member
States, is contradictory with the countries' wish to aspire to build a more democratic region.
In 2016, the regular budget provided by the fund was around $5,4287.9 million dollars,
which is 6.44 percent of the annual budget of the OAS – by comparison, the Council of
European member States provides 41.5 percent of its annual budget to the promotion and
protection of human rights.

Even though the OAS General Assembly has approved in the past resolutions committing
to address this matter, these changes have not materialized with the required increase of
resources, that would allow both the Commission and Court – whose budget will be
reduced in a third part by the end of the year, if nothing changes – to have with the proper
funding to successfully fulfill their mandates.
In addition, the aim of this petition is not only for the IACHR to be able to carry out with the
scheduled activities for the current year, to renew the contracts of 40 percent of its staff
and to conduct the 159 th and 160 th Period of Sessions, but also to create a structure for this
purpose that converts the funding of those organs into a sustainable practice, significantly
increasing the budget that the OAS provides to the InterAmerican Human Rights System.

The signing Civil Society organizations see in this crisis a unique opportunity to reinforce
the OAS Member States' commitment to human rights in the continent. This is why we call
on countries to figure out how to secure a strong and stable funding structure, which
effectively guarantees the protective devices and tools that the ISHR provides to millions of
people in the Americas.

Sincerely,

Argentina
Clínica en Discapacidad y Derechos Humanos, Universidad Nacional de Mar del Plata
Centro de Estudios Legales y Sociales (CELS)
Brazil
Associação Juízes para a Democracia (AJD)
Articulação para o Monitoramento dos Direitos Humanos no Brasil
Centro de Agricultura Alternativa do Norte de Minas (CAA/NM)
Conselho Indigenista Missionário (CIMI)
Conectas Direitos Humanos
FIAN Brasil
Grupo Tortura Nunca Mais do Rio de Janeiro
Instituto de Estudos Socioeconómicos – INESC
Justiça Global
Movimento dos Atingidos e Atingidas por Barragem (MAB)
Bolivia
Oficina Jurídica Para la Mujer
Canada
Abogados sin fronteras
Colombia
Colectivo de Abogados José Alvear Restrepo (CCAJAR)
Colectivo Socio jurídico Orlando Fals Borda
Comisión Colombiana de Juristas (CCJ)
Comisión Intereclesial de Justicia y Paz de Colombia
Consultorio Jurídico Internacional de la Facultad de Derecho de la Universidad Santo
Tomás BogotáCorporación
REINICIAR
Consultoría para los Derechos Humanos y el Desplazamiento Forzado (CODHES)
Corporación Jurídica Libertad
Corporación Jurídica Yira Castro
Corporación Sisma Mujer
FIAN Colombia
Fundación Comité de Solidaridad con los Presos Políticos
Red Colombiana de Mujeres por los Derechos Sexuales y Reproductivos
Costa Rica
Agenda Política de Mujeres
Asociación Ciudadana ACCEDER
Asociación Gerontológica Costarricense (AGECO)
Asociación Manu
Beso Diverso
Centro de Investigación y Promoción para América Central de Derechos Humanos
(CIPAC)
Centro Feminista de Información y Acción (CEFEMINA)
Centro Internacional para los Derechos Humanos de los Migrantes (CIDEHUM)
Colectiva Caminando
Colectiva Irreversibles
Colectivo de Ciclismo Urbano ‘Las Luciérnagas’
Confederación de Trabajadores Rerum Novarum (CTRN)
Defensa de Niñas y Niños (Internacional DNI)
Este es Mi Cuerpo
Familias Diversas
Federación de Estudiantes de la Universidad de Costa Rica
Foro por los Derechos de las Personas con Discapacidad
Frente por los Derechos igualitarios
Fundación Bandera Ecológica
Fundación PANIAMOR
Furia Rosa
Grupo Poder Ciudadano
Hijas de la Negrita
MULABI Espacio
Latinoamericano de Sexualidades y Derechos
Peras del Olmo
Personas, sexualidades y géneros (PSG)
¿Piropos o acoso?
Proyecto Lyra
Psicology Community
Red Feminista contra la Violencia hacia las Mujeres
Servicio Jesuita para Migrantes
Tío Hugo
Unión Asesora Afrodescendiente (UNASAF)
Ecuador
Centro de Documentación en Derechos Humanos “Segundo Montes Mozo S.J.” (CSMM)
Comisión Ecuménica de Derechos Humanos (CEDHU)
Comité Permanente por la Defensa de los Derechos Humanos de Guayaquil (CDH)
Comité Nacional de Víctimas de Lesa Humanidad y Graves Violaciones de Derechos
Humanos en Ecuador
Observatorio Sociolaboral y Diálogo Social en el Ecuador OSLADE
Pueblo Sarayaku
El Salvador
Agrupación Ciudadana por la Despenalización del Aborto Terapéutico, Etico y Eugenésico
en El Salvador.
Asociación Comunicando y Capacitando a Mujeres Trans con VIH en El Salvador
(COMCAVIS TRANS)
Asociación Pro Búsqueda de Niñas y Niños
Coalición Salvadoreña para la Corte Penal Internacional
Colectiva Feminista para el Desarrollo Local
Comisión de Derechos Humanos de El Salvador (CDHES)
Espacio de Mujeres Lesbianas por la Diversidad (ESMULES)
Fundación de Estudios para la Aplicación del Derecho (FESPAD)
Oficina de Tutela Legal Dra. María Julia Hernández
Red de Defensores y Defensoras de El Salvador
Red Salvadoreña de Defensoras de Derechos Humanos
Servicio Social Pasionista SSPAS
United States
AFLCIO,
Central Sindical de los Estados Unidos
American Civil Liberties Union (ACLU)
Center for Human Rights & Constitutional Law
Church World Service
Clínica de Derechos Humanos de la Universidad de Texas
Institute for Agriculture and Trade Policy
Institute for Policy Studies Global
Economy Program
National Security Archive
Sister Parish, Inc.
Unitarian Universalist Service Committee
Guatemala
Alianza frente a la Criminalización
Asociación El Refugio de la Niñez
Asociación Familiares de DetenidosDesaparecidos
de Guatemala, FAMDEGUA
Asociación para el Desarrollo Integral de las Víctimas de la Violencia en las Verapaces,
Maya Achi. (ADIVIMA)
Centro de Acción LegalAmbiental
y Social de Guatemala (CALAS)
Centro Internacional para Investigaciones en Derechos Humanos (CIIDH)
Centro para la Defensa Legal Indígena (DLI)
Centro para la Acción Legal en Derechos Humanos (CALDH)
Comisión de Derechos Humanos de Guatemala
Comité de Desarrollo Campesino (CODECA)
Comunidades en Resistencia del Estor, Izabal
Convergencia por los Derechos Humanos
Grupo de Trabajo contra la Desaparición Forzado de Guatemala
Farmacéuticos Mundi Guatemala
Foro de ONG Internacionales en Guatemala (FONGI)
Fundación Myrna Mack
Grupo Guatemalteco de Mujeres (GGM)
Guatemala Solidarität Österreich (AustriaGuatemala)
Iniciativa Mesoamericana de Mujeres Defensoras de Derechos Humanos
Instituto de Estudios Comparados en Ciencias Penales de Guatemala (ICCPG)
Mujeres en Defensa del Territorio, Guatemala
Oficina de Derechos Humanos del Arzobispado de Guatemala (ODHAG)
Organización de Apoyo a una Sexualidad Integral frente al Sida (OASIS)
Red Nacional de Protección de Defensoras de Guatemala
Red de la No Violencia contra las Mujeres (REDNOVI)
Iglesia Luterana ILUGUA de Guatemala
Honduras
Asociación Colectiva de Mujeres Hondureñas (CODEMUH)
Asociación de Jueces por la Democracia (AJD)
Casa Alianza Honduras
Comité por la Libertad de Expresión (CLibre)
Centro de Investigación y Promoción de los Derechos Humanos (CIPRODEH)
Comunidad Gay Sampedrana para la Salud Integral
Equipo de Reflexión, Investigación y Comunicación de la Compañía de Jesús en
Honduras (ERICSJ)
Espacio Asociación de Cooperación Internacional (ACI)
Foro de Mujeres por la Vida
Fundación para la Salvaguardia del Medio Ambiente en el Democrático Desarrollo
Socioeconómico y de las Instituciones (FUNDAMBIENTE)
Movimiento Amplio por la Dignidad y la Justicia (MADJ)
Movimiento de Mujeres por la Paz "Visitación Padilla"
Organización Fraternal Negra Hondureña, OFRANEH
Red Lésbica Cattrachas
Honduras Delegation, HondurasAlemania
Cadena de Derechos Humanos Honduras (CADEHO), HondurasAlemania
México
Abogadas y Abogados para la Justicia y los Derechos Humanos
Asociación Jalisciense de Apoyo a los Grupos Indígenas, A.C. (AJAGI) (Guadalajara, Jal.)
Bowerasa, A.C. “Haciendo Camino” (Chihuahua, Chih.)
Casa del Migrante de Saltillo (Saltillo, Coah.)
Católicas por el Derecho a Decidir, A.C. (Ciudad de México)
Centro “Fray Julián Garcés” Derechos Humanos y Desarrollo Local, A. C. (Tlaxcala, Tlax.)
Centro de Apoyo al Trabajador, A.C. (CAT) (Ciudad de México)
Centro de Derechos Humanos “Don Sergio” (Jiutepec, Mor.)
Centro de Derechos Humanos “Fray Bartolomé de Las Casas”, A. C. (San Cristóbal de
Las Casas, Chis)
Centro de Derechos Humanos “Fray Francisco de Vitoria O.P.”, A. C. (Ciudad de México)
Centro de Derechos Humanos “Fray Matías de Córdova”, A.C. (Tapachula, Chis.)
Centro de Derechos Humanos “Juan Gerardi”, A. C. (Torreón, Coah.)
Centro de Derechos Humanos “Miguel Agustín Pro Juárez”, A. C. (Ciudad de México)
Centro de Derechos Humanos de la Montaña, Tlachinollan, A. C. (Tlapa, Gro.)
Centro de Derechos Humanos de las Mujeres (CEDEHM)
Centro de Derechos Humanos de las Mujeres (Chihuahua)
Centro de Derechos Humanos de los Pueblos del Sur de Veracruz “Bety Cariño”, A.C.
(Tatahuicapan de Juárez, Ver.)
Centro de Derechos Humanos Digna Ochoa, A.C (Tonalá, Chis.)
Centro de Derechos Humanos Paso del Norte (Cd. Juárez, Chih.)
Centro de Derechos Humanos Toaltepeyolo (Orizaba, Veracruz)
Centro de Derechos Humanos Victoria Diez, A.C. (León, Gto.)
Centro de Derechos Humanos Zeferino Ladrillero (CDHZL) (Estado de México) Centro de
Derechos Indígenas “Flor y Canto”, A. C. (Oaxaca, Oax.)
Centro de Derechos Indígenas A. C. (Bachajón, Chis.)
Centro de Investigación y Capacitación Propuesta Cívica A. C. (Propuesta Cívica) (Ciudad
de México)
Centro de Justicia para la Paz y el Desarrollo, A. C. (CEPAD) (Guadalajara, Jal.)
Centro de los Derechos del Migrante (Ciudad de México)
Centro de Reflexión y Acción Laboral (CEREALDF)
(Ciudad de México)
Centro de Reflexión y Acción Laboral (CEREALGuadalajara)
(Guadalajara, Jal.)
Centro Diocesano para los Derechos Humanos “Fray Juan de Larios”, A.C. (Saltillo,
Coah.)
Centro Juvenil Generando Dignidad (Comalcalco, Tabasco)
Centro Mexicano de Derecho Ambiental (CEMDA) (Ciudad de México)
Centro Mujeres (La Paz, BCS.)
Centro Regional de Defensa de DDHH José María Morelos y Pavón, A.C. (Chilapa, Gro.)
Centro para el Desarrollo Integral de la Mujer (CEDIMAC) Ciudad
Juarez
Centro Regional de Derechos Humanos “Bartolomé Carrasco”, A.C. (BARCA) (Oaxaca,
Oax.)
Ciencia Social Alternativa, A.C. KOOKAY (Mérida, Yuc.)
Ciudadanía Lagunera por los Derechos Humanos, A.C. (CILADHAC) (Torreón, Coah.)
Ciudadanos en Apoyo a los Derechos Humanos A.C. (CADHAC), México
Ciudadanos por una Causa en Común A.C.
Colectivo contra la Tortura y la Impunidad (CCTI) (Ciudad de México)
Colectivo Educación para la Paz y los Derechos Humanos, A.C. (CEPAZDH) (San
Cristóbal de Las Casas, Chis.)
Comisión de Derechos Humanos y Laborales del Valle de Tehuacán, A.C. (Tehuacán,
Pue.)
Comisión de Solidaridad y Defensa de los Derechos Humanos, A.C. (COSYDDHAC)
(Chihuahua, Chih.)
Comisión Independiente de Derechos Humanos de Morelos, A. C. (CIDHMOR)
(Cuernavaca, Mor.)
Comisión Regional de Derechos Humanos “Mahatma Gandhi”, A. C. (Tuxtepec, Oax.)
Comité Cerezo (Ciudad de México)
Comité Cristiano de Solidaridad Monseñor Romero (Ciudad de México)
Comité de Defensa de las Libertades Indígenas (Palenque, Chis.)
Comité de Defensa Integral de Derechos Humanos Gobixha A.C. (CODIGODH) (Oaxaca,
Oax.)
Comité de Derechos Humanos “Fr. Pedro Lorenzo de la Nada”, A. C. (Ocosingo, Chis.)
Comité de Derechos Humanos “Sierra Norte de Veracruz”, A. C. (Huayacocotla, Ver.)
Comité de Derechos Humanos Ajusco (Ciudad de México)
Comité de Derechos Humanos de Colima, A. C. (Colima, Col.)
Comité de Derechos Humanos de Comalcalco, A. C. (CODEHUCO) (Comalcalco, Tab)
Comité de Derechos Humanos de Tabasco, A. C. (CODEHUTAB) (Villahermosa, Tab)
Comité de Derechos Humanos y Orientación Miguel Hidalgo, A. C. (Dolores Hidalgo, Gto.)
Comité de Familiares de Detenidos Desaparecidos “Hasta Encontrarlos”(Ciudad de
México)
Comité Sergio Méndez Arceo Pro Derechos Humanos de Tulancingo, Hgo A.C.
(Tulancingo, Hgo.)
Comunicación e Información de la Mujer (CIMAC)
Consultoría Técnica Comunitaria AC (CONTEC) (Chihuahua) El Caracol, A.C (Ciudad de
México)
Consultoría Técnica Comunitaria, A.C. Chihuahua, México
Coordinación Alemana por los Derechos Humanos en México
Dirección de Programas de Incidencia de la Universidad Iberoamericana Ciudad de
México
Documenta, AC
Estancia del Migrante González y Martínez, A.C. (Querétaro, Qro.)
Frente Cívico Sinaloense. Secretaría de Derechos Humanos (Culiacán, Sin.)
Fundación para la Justicia y el Estado Democrático de Derecho (Ciudad de México)
Fundar, Centro de Análisis e Investigación
Grupo de Información en Reproducción Elegida (GIRE)
I(DH)EAS, Litigio Estratégico en Derechos Humanos A.C.
Indignación, A. C. Promoción y Defensa de los Derechos Humanos (Mérida, Yuc.)
Iniciativa Ciudadana y Desarrollo Social, INCIDE Social, A.C.
Institucional de Derechos Humanos y Paz (Guadalajara, Jal.)
Instituto de Derechos Humanos Ignacio Ellacuria, S.J. Universidad IberoamericanaPuebla
(Puebla, Pue.)
Instituto de Liderazgo Simone de Beauvoir
Instituto Guerrerense de Derechos Humanos, A. C. (Chilpancingo, Gro.)
Instituto Mexicano de Derechos Humanos y Democracia A.C.
Instituto Mexicano para el Desarrollo Comunitario, A. C. (IMDEC) (Guadalajara, Jal.)
Instituto Tecnológico y de Estudios Superiores de Occidente. Programa
Justicia, Derechos Humanos y Género, A.C. (Ciudad de México)
La 72, HogarRefugio
para Personas Migrantes (Tenosique, Tabasco)
Mujeres Indígenas por la Conservación, Investigación y Aprovechamiento de los Recursos
Naturales, A. C. (CIARENA) (Oaxaca)
Oficina de Defensoría de los Derechos de la Infancia A.C. (ODI) (Ciudad de México),
Organizaciones Mexicanas sin fines de Lucro
Programa de Asuntos de Género de la Universidad Iberoamericana Ciudad de México
Programa de Asuntos Migratorios de la Universidad Iberoamericana Ciudad de México
Programa de Derechos Humanos de la Universidad Iberoamericana Ciudad de México
Programa de Interculturalidad y Asuntos Indígenas de la Universidad Iberoamericana,
Ciudad de México
Programa de Medio Ambiente de la Universidad Iberoamericana Ciudad de México
Programa Institucional de Derechos Humanos y Paz
Programa Universitario de Derechos Humanos. UIA –León (León, Gto.)
Promoción de los Derechos Económicos, Sociales y Culturales (PRODESCAC) (Estado
de México)
Proyecto de Derechos Económicos, Sociales y Culturales (ProDESC) (Ciudad de México)
Proyecto sobre Organización, Desarrollo, Educación e Investigación (PODER) (Ciudad de
México)
Red de Periodistas de a Pie
Red Nacional de Organismos Civiles de Derechos Humanos “Todos los Derechos para
Todas y Todos”
Respuesta Alternativa, A. C. Servicio de Derechos Humanos y Desarrollo Comunitario
(San Luis Potosí)
Servicio, Paz y Justicia de Tabasco, A.C. (SERPATAB) (Villahermosa, Tab.)
Servicios de Inclusión Integral, A.C. (SEIINAC) (Pachuca, Hgo.)
Spatium Libertas, A.C.
Tequio Jurídico A.C. (Oaxaca, Oax.)
Voces Mesoamericanas, Acción con Pueblos Migrantes AC (San Cristobal de las Casas,
Chiapas).
Nicaragua
Centro de Asistencia Legal a Pueblos Indígenas (CALPI)
Centro Nicaragüense de Derechos Humanos (CENIDH)
Centro por la justicia y Derechos Humanos de la Costa Atlántica de Nicaragua
(CEJUDHCAN)
Iniciativa Nicaragüense de mujeres defensoras de derechos humanos
Movimiento Autónomo de Mujeres
Movimiento contra el abuso sexual
Movimiento Renovador Sandinista
Panama
Alianza Ciudadana Pro Justicia
Alianza de Mujeres de Panamá
Centro de Asistencia Legal Popular
Mesa Nacional de Migrantes y Refugiados de Panamá
Movimiento Democrático Popular
Red de Derechos Humanos de Panamá
Paraguay
Ágora Espacio Civil Paraguay
Peru
Asociación Pro Derechos Humanos (APRODEH)
Asociación Paz y Esperanza
Centro de Políticas Públicas y Derechos Humanos Perú
EQUIDAD
Centro de Promoción y Defensa de los Derechos Sexuales y Reproductivos – Promsex
Coordinadora Nacional de Derechos Humanos (CNDDHH)
Uruguay
Instituto de Estudios Legales y Sociales del Uruguay (IELSUR)
Venezuela
Centro de Derechos Humanos de la Universidad Católica Andrés Bello
Espacio Público
Programa Venezolano de Educación en Derechos Humanos (PROVEA)
Vicaría de derechos humanos de Caracas
Regionales y globales
Acompañamiento de Austria (ADA)
Alianza de Redes Ambientales (ARA)
American Friends Service Committee (AFSC)
Amnistía Internacional
Asociación de Investigación y Especialización sobre temas Iberoamericanos (AIETI)
Asociación Interamericana para la Defensa del Ambiente (AIDA)
Asociación Paz con Dignidad, España
Asociación Regional Centroamericana para el Agua y el Ambiente. ARCA
Association for Women's Rights in Development (Awid)
Ayuda de la Iglesia Noruega (AIN)
Centro de Derechos Reproductivos (CDR)
Centro por la Justicia y el Derecho Internacional (CEJIL)
Coalición Centroamericana Democrática (CAD)
Comité de América Latina y el Caribe para la Defensa de los Derechos de las Mujeres
(CLADEM)
Consejería en Proyectos para Refugiados Latinoamericanos (PCS Centroamérica)
DanChurchAid
Departamento internacional de la Iglesia sueca
Diakonia
Federación Internacional de Derechos Humanos (FIDH)
Fellowship of Reconciliation Peace Presence (FOR) Presente por la Paz
FIAN Indonesia
FIAN Internacional
Foro Suizo para los Derechos Humanos y la Paz en Guatemala y Honduras
Front Line Defenders
Fundación para el Debido Proceso (DPLF)
Fundación Sueca para los Derechos Humanos
Grupo de Información sobre América Latina (IGLA), Viena, Austria
Iglesia Sueca
IMSwedish
Development Partner, oficina para Centroamérica
Instituto de Cooperación Internacional de la Asociación Alemana para la Educación de
Adultos, DVV International
Instituto Interamericano sobre Discapacidad y Desarrollo Inclusivo (IIDI)
Instituto Internacional sobre Raza, Igualdad y Derechos Humanos
InteRed, España
Ipas
JASS (Asociadas por lo Justo) Mesoamérica
Latin America Working Group (LAWG)
MISEREOR, obra episcopal para el desarrollo, Alemania
Movimiento por la Paz (MPDL)
Movimiento Sueco por la Reconciliación (SweFOR)
Oficina Ecuménica por la Paz y la Justicia de Múnich, Alemania (ÖkuBüro
München)
Oficina Regional de We Effect para América Latina
OXFAM IBIS
Oxfam Internacional
Peace Brigades International (PBI)
Plataforma Interamericana de Derechos humanos, Democracia y Desarrollo (PIDHDD
Regional)
Plataforma Internacional contra la Impunidad
Protection International
Red Centroamericana de Acción del Agua. FANCA
Red de Organizaciones de Personas con Discapacidad de Centroamérica y El Caribe
(REDODICEC)
Red Europea de Comités Oscar Romero
Red Latinoamericana de Género y Salud Colectiva de la Asociación Latinoamericana de
Medicina Social RLGSC – ALAMES
Red Regional de Organizaciones Civiles para las Migraciones (RROCM)
Red EuroLatinoamericana
para la Prevención de la Tortura y la Violencia Institucional
(RELAPT), integrada por los siguientes organismos: Observatorio del Sistema Penal y los
Derechos Humanos (OSPDH) Universidad de Barcelona, España; Universidad Santo
Tomás, Colombia; Defensa Pública de Santa Fe, Argentina; Secretaria de Derechos
Humanos Provincia
de Chaco, Argentina; Defensoría de Casación de la Provincia de
Buenos Aires, Argentina;
Procuración Penitenciaria de la Argentina, Argentina; Grupo Crítica Penal Universidad
Nacional de Mar del Plata, Argentina; Mecanismo Nacional de Prevención de la Tortura
(MNPT), Costa Rica; UniCUB, Brasil; UnB Brasil; Defensa Pública, Costa Rica;
Universidad Nacional de José C Paz (UNPAZ ), Buenos Aires, Argentina; Servicio Paz y
Justicia (SERPAJ), Uruguay; Universidad para la Cooperación Internacional (UCI), Costa
Rica; Universidad La Gran Colombia (UGC), Bogotá, Colombia; Centro de Estudios en
Seguridad Ciudadana (CESC) del Instituto de Asuntos Públicos de la Universidad de
Chile, Chile; Defensora General de la Nación, Argentina; Asociación Interamericana de
Defensorías Públicas (AIDEF), Argentina y Bloque de Defensores Públicos Oficiales del
Mercosur (BLODEPM).
Robert F. Kennedy Human Rights
Solidaridad Mundial Bélgica
Terre des Hommes, Alemania
Trócaire
Justicia Alimentaria Global (VSF)
Washington Office on Latin America (WOLA)
Individuals
Dra. Julia E. Monárrez Fragoso, profesora e investigadora, El Colegio de la Frontera
Norte (México)
Hannia Franceschi Barraza, profesora jubilada, Universidad de Costa Rica (Costa Rica)
Gabriela Delgado Ballesteros, investigadora UNAM México (México)
Gabriela Rodríguez Pizarro, Ex Relatora Especial de Naciones Unidas para los Derechos
Humanos de los Migrantes (Costa Rica)
Gabriela Arguedas, Docente e investigadora de la Universidad de Costa Rica y del Centro
de Investigación y Estudios de la Mujer (CIEM) (Costa Rica)
Seidy Salas Víquez, periodista (Costa Rica)
David Augusto Dávila Navarro, defensor de derechos humanos y Profesor Universitario
(Guatemala)
Rocío Culebro, defensora de derechos humanos (México)
Edgar Cortez, defensor de derechos humanos (México)
Sonia Solís Umaña, antropóloga social, profesora de la Universidad de Costa Rica (Costa
Rica)
Maritza Muralles, bibliotecaria (Guatemala)
Jose Montero Peña, defensor de derechos humanos, Costa Rica
Farith Simon Campaña, decano del Colegio de Jurisprudencia de la Universidad San
Francisco de Quito, Ecuador
Daniela Salazar Marín, vicedecana del Colegio de Jurisprudencia de la Universidad San
Francisco de Quito, Ecuador
Juan Pablo Albán Alencastro, director del Consultorio Jurídico Gratuito del Colegio de
Jurisprudencia de la Universidad San Francisco de Quito, Ecuador
Natalia Serrano Álvarez, activista y defensora de derechos humanos, Costa Rica
Luis Diego Molina Moreira, activista y defensor de derechos humanos, Costa Rica
Nadiezda Serrano Álvarez, ingeniera agrónoma y activista, Costa Rica
Luisa Ochoa Chaves, profesora, Universidad de Costa Rica
José Luis Ospina, defensor de derechos humanos (Colombia)
M.A. Helen Amrhein, abogada y consultora independiente, Costa Rica
Robert Mercatante, defensor de derechos humanos, Estados Unidos
Reina Auxiliadora Rivera Joya, defensora de Derechos humanos Honduras
Anabella Sibrián, defensora de los derechos humanos, Guatemala
Aura Lolita Chávez, defensora de los derechos humanos, Guatemala
José Antonio Caballero, defensor de los derechos humanos, México
Pedro Carrera, defensor de los derechos humanos, Guatemala
Victoria María Napky Talavera, Abogada, Honduras
Laura Queralt Camacho, psicóloga Tecnológico de Costa Rica, Costarricense
Juan Carlos Gutierrez, Defensor de derechos humanos (México)

woensdag 25 mei 2016

Voortgang parlementair onderzoek politiemoorden in Rio de Janeiro

Op 7 oktober vorig jaar besloot de Wetgevende Vergadering, het parlement van de deelstaat Rio de Janeiro tot de instelling van een parlementaire onderzoekscommissie om zogenoemde 'autos de resistência' aan een uitgebreid onderzoek te onderwerpen. Dit is een juridisch begrip waarmee aangeduid wordt dat een verdachte door de politie met een vuurwapen is neergeschoten nadat deze bij zijn aanhouding door politiemensen verzet heeft gepleegd, lees zou hebben geschoten. Dat geldt als een wettelijke legitimering voor het doden van een burger door een politieman. Maar door het misbruik van het begrip op grote schaal door politiemensen, teneinde de dood van onschuldige burgers tijdens shoot-outs in met name favela's te legitimeren, is het de benaming van "moorden begaan door de politie" geworden.

Aanleiding voor het onderzoek was het rapport van Amnesty International, "You killed my son. Homicides by military police in the city of Rio de Janeiro" (link), dat twee maanden eerder was verschenen. In dat rapport onthulde de mensenrechtenorganisatie haar bevindingen over moorden in de deelstaat Rio de Janeiro, het grote aantal zwarte jongeren dat daar het slachtoffer van is en bovenal het aandeel van de politie (gemiddeld 600 per jaar) in die moordcijfers. Van de 50.000 moorden die per jaar in Brazilië plaatsvinden betreft het 30.000 jongeren, waarvan nog eens 70% een donkere huidskleur heeft en bijna allemaal jongens betreft. Amnesty International kwam tot de conclusie dat in de afgelopen jaren meer dan achtduizend keer door de politie van Rio de Janeiro "auto de resistência" werd aangegeven als reden voor het doodschieten van een verdachte.


Rogério Lisboa (foto), PR-afgevaardigde voor Nova Iguaçu, een gemeente in de door politiegeweld geteisterde Baixada Fluminense en de indiener van het voorstel, zei bij de aanname: "Het is een instrument om daden van slechte politiemensen af te dekken. Naar mijn mening mag een politieman die op een legitieme wijze iemand doodt onderscheiden worden. Maar als hij iemand in koele bloeden doodt dan is het een misdadiger. In het algemeen is deze geweldscultuur erg slecht. Het belangrijkste voor mij is de bescherming van het leven. ("É um instrumento de proteção para inibirmos a ação de maus policiais. Na minha opinião, o PM que mata em legítima defesa precisa ser condecorado. Mas, quando ele mata friamente, é um marginal. No geral, essa cultura da violência é muito ruim. O principal, para mim, é a defesa da vida".) Het voorstel tot een enquêtecommissie werd met ruime meerderheid in het parlement aangenomen. Er was slechts één tegenstem, die van PSC-afgevaardigde Flávio Bolsonaro, zoon van de extreem-rechtse federaal afgevaardigde Jair Bolsonaro. Volgens het dagblad O Dia zou een video die een maand eerder in de openbaarheid kwam het laatste zetje hebben gegeven voor de instelling van de commissie. Op de video is te zien hoe agenten van de UPP in de wijk Providência een doodgeschoten 17-jarige jongere moedwillig een vuurwapen in de hand leggen. Dit om later te kunnen bewijzen dat het een legitieme doding uit zelfverdediging betrof, want het zou op basis van 'auto de resistência' hebben plaatsgevonden.

Het commissie-onderzoek is op dit moment nog steeds in volle gang. Het bestaat uit zeven parlementariërs, voor elke partij een. Het voorzitterschap is in handen van bovengenoemde Rogério Lisboa en kent als vice-voorzitter PSOL-afgevaardigde en erkend mensenrechtenactivist Marcelo Freixo.(In het recente verleden reeds voorzitter van spraakmakende en zeer gevoelige parlementaire onderzoekscommissies naar milities en naar ontwapening in de deelstaat Rio de Janeiro.)

Een van de opmerkelijkste uitspraken tot nu toe kwam o.a van de directeur van het Instituut voor Openbare Veiligheid (ISP) die in november 2015 voor de commissie beweerde dat onderzoek van haar instituut had aangetoond dat de installatie van de UPP niet daadwerkelijk tot minder 'autos de resistência' heeft geleid. Sterker nog, deze zou tussen 2011 en 2014 juist aanzienlijk zijn toegenomen. (1) De commissie komt op basis van o.a. deze verklaring tot de bevinding dat de 'autos de resistência' in 2013, 2014 en vermoedelijk ook 2015 zijn gestegen tot gemiddeld twee per dag. Het blijken vooral de regio's Zona Norte in de stad Rio de Janeiro en de buurtgemeenten in de Baixada Fluminense te zijn waar de hoogste geweldcijfers vandaan komen.

Een andere onthullende uitspraak kwam van een openbaar aanklager van het OM in de deelstaat, die eveneens in november 2015 verklaarde dat het openbaar ministerie geen protocollen tot haar beschikking heeft om 'autos de resistência' te kunnen onderzoeken. Zo zou de militaire politie, in Brazilië verantwoordelijk voor het handhaven van de dagelijkse openbare orde, geen informatie hebben over de hoeveelheid munitie dat door de verschillende politiediensten op straat in gebruik wordt genomen. Ook zou een onderzoek naar een 'auto de resistência' worden bemoeilijkt door het gegeven dat een dergelijke actie versnipperd over verschillende afdelingen van het OM wordt uitgevoerd. Hierdoor wordt het bemachtigen van namen van politiemensen die verantwoordelijk zijn voor verschillende moorden zeer gehinderd worden. Het OM is essentieel in de aanpak van het misdrijf. Zo zou volgens de socioloog Michel Misse (Núcleo de Estudos da Cidadania, Conflito e Violência Urbana) het OM tussen 2001 en 2011 in 99% van de gevallen van 'auto de resistência' tot archivering van een zaak hebben besloten. De commissie pleit dan ook voor een databestand bij zowel het ISP als het openbaar ministerie met betrekking tot 'autos de resistência', teneinde een kwalitatieve analyse van de cijfers te kunnen maken en voor betere mogelijkheden om verdachte politiemensen in het vizier te kunnen krijgen.


En gisteren was daar de deelstaatminister voor openbare veiligheid José Mariano Beltrame (foto) die voor de commissie de regulering van de drugshandel bepleitte teneinde aan de enorme moord- en criminaliteitscijfers in Rio de Janeiro en zo ook aan 'autos de resistência' een halt te kunnen toeroepen. (2) Daarnaast haalde hij fel uit naar de Braziliaanse Staat die inefficiënt de strijd tegen het geweld voert door vele andere factoren die tot criminaliteit leiden te veronachtzamen, zoals beter onderwijs en betere sociale voorzieningen. Het uitsluitend voeren van een oorlog is nooit de oplossing in zijn visie. ("Se guerra fosse solução, no Rio de Janeiro não haveria violência por tudo o que se fez aqui, principalmente na década de 70".) De commissie toont zich echter ontevreden met het gebrek aan kennis bij Beltrame met betrekking tot de middelen die reeds ingezet kunnen worden tegen het moorden door politiemensen.

Commissievoorzitter Marcelo Freixo wees de daling van de moordcijfers in de loop der jaren, zoals ter verdediging aangevoerd door de minister, af met het argument dat "twee politiemoorden per dag" nog steeds onacceptabel is. ("Não dá para dizer que os números de hoje são aceitáveis porque um dia já foi pior. Duas pessoas são mortas por dia pela Polícia Militar. É preciso fazer um diagnóstico honesto para saber que políticas públicas adotar para resolver este problema".) Daarnaast wees Freixo Beltrame op de korte en kwalitatief slechte politieopleidingen in de deelstaat, die op dit moment slechts gericht zijn op geweld, op dodelijkheid ("Aumentar o tempo de formação é importante, mas é preciso estar atento à qualidade da formação. Os relatos feitos pelos próprios praças mostram que eles são treinados para a violência, para a letalidade") en het gebrek aan controle op het munitiegebruik van de politiediensten ("Ele diz que as armas utilizadas nas operações são entregues à perícia pelos comandantes de batalhões, mas na verdade estas armas nem sempre são entregues. Quando entregues, nem sempre são as utilizadas nas operações. Este é o relato dos próprios profissionais de perícia feito aqui à CPI")

Er waren ook positieve woorden aan het adres van Beltrame te horen, zoals de acceptatie van de opnames van verplichte videobeelden in politieauto's in het onderzoek naar politiemoorden.

Amnesty International - Actie voor Guarani Kaiowá

Guarani Kaiowá dreigt directe gedwongen huisuitzetting


Het inheemse volk van de Apika'y, een van de meest kwetsbare van de Guarani Kaiowá-gemeenschappen in de deelstaat Mato Grosso do Sul, dreigt opnieuw gedwongen te worden te verhuizen. De rechter die de uitzetting heeft bevolen liet de gemeenschap pas vijf dagen van tevoren over zijn besluit inlichten, terwijl de autoriteiten niet op een adequate wijze de gemeenschap heeft geraadpleegd of hen van alternatieven voor herhuisvesting heeft voorzien.

Volgens de lokale partner van Amnesty International in Brazilië het CIMI (Conselho Indigenista Missionário) valt de beslissing van de rechter in het voordeel uit van een zeker Cássio Guilherme Bonilha Tecchio, de eigenaar van de Serrana-boerderij, waar het voorouderlijke gebied van de Apika'y-gemeenschap is gevestigd.  De rechter lichtte de leider van de gemeenschap pas vijf dagen voor de uitzetting over zijn besluit in. Dit tijdsbestek is geheel en al ontoereikend en gecombineerd met het gebrek aan adequate raadpleging of een gebrek aan alternatieve huisvesting betekent dat dat de Braziliaanse autoriteiten de gemeenschap overlevert aan gedwongen huisuitzetting, onwettelijk onder internationaal recht.

Vijftien jaar geleden werd de Apika'y-gemeenschap van hun traditionele leefgebied verdreven voor de uitbreiding van landbouw en veeteelt in de regio en werden zo noodgedwongen een kampement op te slaan op een klein stukje grond langs de snelweg BR-463, direct tegenover hun voorouderlijk land. Op dit moment bestaat de gemeenschap uit ongeveer negen gezinnen die tussen de steden Dourados en Ponta Porã, dichtbij de grens met buurland Paraguay, in extreem kwetsbare en arme omstandigheden leven zonder enkele basisvoorziening. Negen leden van de gemeenschap zijn gedurende die tijd om het leven gekomen, hetzij door verkeersongelukken (ten gevolge van de nabijheid van de snelweg) of door de inzet van pesticide in het omliggende landbouwgebied.

De Apika'y-gemeenschap is in afwachting van een besluit aangaande hun aanspraak op een officiële erkenning en afbakening van hun grondgebied. Het Inter-Amerikaanse Hof voor de rechten van de Mens beschouwt het verplaatsen van inheemse volkeren van hun land zonder vrije, tijdige en gefundeerde consultatie een schendingen van hun rechten van de mens.

Meeschrijven aan deze bliksemactie kan via de link naar de website van Amnesty International

dinsdag 24 mei 2016

Meirelles' eerste stappen naar economisch herstel?

Vandaag was een bijzondere dag voor de regering van interim-president Michel Temer. Ten eerste vanwege het opstappen van de eerste minister van zijn kabinet en dan nog wel die van een van de invloedrijkste departementen voor de Braziliaanse economie, het ministerie van Planning. Het dagblad Folha de São Paulo kwam met gesprekken van minister Romero Jucá (PMDB-RR) met de baas van Braspetro (een dochteronderneming van energiebedrijf Petrobras), waarin hij in het voorjaar de wenselijkheid van een afzetting van presidente Dilma Rousseff uitsprak teneinde aan een verder onderzoek naar corruptie te kunnen ontkomen. Een zeer onthullende gebeurtenis, waarbij maar weer eens duidelijk wordt dat achter de hele lopende impeachment-procedure privé-belangen bovenal de ware reden achter de machtsgreep zijn.

(Foto: Folha de São Paulo)

Het nieuws rond Jucá, die nu weer gewoon senator voor zijn deelstaat Roraima wordt, wierp een schaduw over die andere belangrijke gebeurtenis vandaag: de onthulling van de richting van de Braziliaanse economie en de stappen die met name minister van Financiën Henrique Meirelles voor het herstel van de ingestorte economie voor ogen heeft. Er wordt veel van juist deze minister in de regering-Temer verwacht. Van de voormalig president van de Braziliaanse centrale bank en briljant econoom wordt nu reeds gesproken over de (historische) rol die hij moet gaan vervullen die zijn voorganger Fernando Henrique Cardoso in 1993 en 1994 innam tijdens de regering van president Itamar Franco. FHC, zoals Cardoso in Brazilië wordt genoemd, redde de economie met zijn Plano Real na jaren van stagnatie, gierende inflatie en een bijkans afgesloten Braziliaanse markt.

De eerste stappen naar economisch herstel van Brazilië bestaan uit een pakket van het terugdringen van overheidsbestedingen door een grondwetswijziging waarin overheidsuitgaven van een ultieme bovengrens worden voorzien. Die bovengrens bepaalt dat publieke uitgaven slechts mogen stijgen conform de ontwikkeling van de inflatie, want des te minder geldontwaarding des te meer er bestedingen door de regering mogelijk zijn. Kortom, er zal bezuinigd moeten worden. Meirelles benadrukt dat dat ook op onderwijs en gezondheidszorg zal moeten gebeuren, twee beleidstakken die de regeringen van Lula en Dilma juist wilden stimuleren door een verplicht wettelijk minimum aan overheidsinvesteringen in deze twee sectoren te koppelen. Deze wet bepaalt dat de verschillende overheden (federaal, deelstaat en gemeente) verplicht zijn om de uitgaven gelijk te houden aan die van het jaar daarvoor, plus een variabel percentage van het bruto nationaal product. Hierdoor moeten bijvoorbeeld deelstaten 12% aan gezondheidszorg spenderen en 25% aan onderwijs. Gemeenten respectievelijk 15 en eveneens 25%. Vele te duur, aldus Temer en zijn minister van Financiën. Ook in dit geval legt de regering het Congres een wetswijziging voor. Asociaal, volgens hun tegenstanders in de politieke arena en op straat. De studentenprotesten eerder deze week in Rio de Janeiro lijken een opmaat te gaan worden voor verder politiek protest.

De federale regering stopt met het Fundo Soberano, een spaarpotje van Lula en Dilma om aan te breken in tijden van crisis, om Braziliaanse bedrijven te helpen met de financiering van investeringen in het buitenland en om de val van de Amerikaanse dollar tegemoet te treden. Uit deze pot met geld, die bij aanvang ruim R$14 miljard bevatte is reeds veel geld verdwenen teneinde de rente op de staatsschuld te kunnen aflossen. Op dit moment zit er nog maar R$2,4 miljard in kas, die Meirelles per direct wil gaan inzetten om de staatsschuld af te kunnen lossen.

Temer zal prioriteit geven aan een wetsvoorstel dat voorziet in het opheffen van het exclusieve alleenrecht van staatsenergiebedrijf Petrobras om aardoliereserves aan te mogen boren en dat eenderde van het aandeel in de exploitatie van de pré-salvelden door groepen (buitenlandse) bedrijven in handen van het bedrijf is. Exploitatie van natuurlijke rijkdommen in het pré-salveld vergt enorme investeringen vanwege de hoge kosten die het winnen van aardolie onder de harde zoutlagen van de oceaan behelzen. Petrobras verkeert nu in een crisis na de onthullingen van grootse corruptie tijdens de operatie-Carwash (Lava Jato), waardoor de aandelen in Petrobras op de beurzen zijn gekelderd en het bedrijf grote schulden aan het opbouwen is. (Met een dalende olieprijs op de wereldmarkt is het sowieso de vraag of de enorme investeringen in de exploratie van pré-sal wel op zullen gaan wegen tegen de opbrengsten uit de beloofde submarine rijkdom.)

Extra geld hoopt Meirelles ook binnen te halen door de ontwikkelingsbank BNDES te verplichten R$100 miljard aan schuld aan de Braziliaanse Staat voortijdig af te lossen en door een reeds door de senaat goedgekeurde hervorming van de pensioenfondsen en de fondsen voor de staatsbedrijven.

De regering-Temer streeft naar verlichting van de fiscale druk voor bedrijven en burgers, in een land dat al sinds jaar en dag gebukt gaat onder een enorm oerwoud aan belastingen. Men zal vooralsnog de bestaande belastingen niet verhogen. Meirelles sluit in geval van nood de invoering van een extra belastingmaatregel niet bij voorbaat uit, al zal die wat hem betreft tijdelijk van aard zijn.

Open brief James Green aan Amerikaanse ambassadeur bij OAS




May 19, 2016

An Open Letter to Ambassador Michael Fitzpatrick

U.S. Representative at the Organization of American States

Dear Ambassador Fitzpatrick:

I was extremely disappointed to read today that you have unequivocally argued that impeachment process currently taking place in Brazil is democratic and legitimate. While acknowledging the dangers of comparing historical events from different time periods, the U.S. government is running the risk of repeating a tragic mistake it make in April 1964 when President Lyndon B. Johnson recognized the military dictatorship that had taken power, which ended up ruling the country for twenty-one years.

You have declared that: “There is a clear respect for democratic institutions and a clear separation of powers. In Brazil it is clearly the law that prevails, coming up with peaceable solutions to disputes.” You have also stated: “We don’t believe that this is an example of a ‘soft coup’ or, for that matter, a coup of any sort. What happened in Brazil complied perfectly with legal constitutional procedure and totally respected democratic norms.”

These are precisely the arguments that U.S. Ambassador Lincoln Gordon used fifty-two years ago when he insisted that the Johnson administration immediately endorse the seizure of power by the military, which was legitimized by the formal application of the Constitution and a majority vote in Congress.

I am sure that you are familiar with the recent history of Brazil; nevertheless, it is certainly worth reviewing, given the current situation. I apologize if my remarks are extensive. I am an historian, and I honestly believe that understanding the past is important for comprehending the present. And, as Brazilian composer Tom Jobim once quipped, “Brazil is not for beginners.”

In 1960, Jânio Quadros, a Center-Right candidate, was elected president. João Goulart, a Center-Left politician, became vice president on a split ticket. Seven months later, Quadros suddenly resigned from office. Sectors of the military unsuccessfully tried to block Goulart from assuming the presidency.

The Right, unhappy with the fact that Goulart had taken office, organized a broad coalition to overthrow him. It included the Catholic Church, entrepreneurs, the major media, and large sectors of the middle classes. These events took place within the context of an economic crisis, inflation, and grassroots movements of workers, peasants, and sailors clamoring for greater economic and social inclusion.

As has been widely documented and revealed in declassified U.S. State Department documents, U.S. Ambassador Lincoln Gordon and his military attaché Vernon Walters actively supported the conspiracy to overthrow Goulart. They used Cold War arguments that Goulart was being manipulated by the Brazilian Communist Party, that he was corrupt, and that he wanted to assume unlimited power. They assured Brazilian generals that if they forced Goulart out of office, the U.S. government would back the regime that replaced it. The Johnson administration even organized Operation Brother Sam, which sent aircraft carriers, arms, and supplies to back rebel troops should a civil war breakout.

On March 31, troops marched on Rio de Janeiro to overthrow Goulart. The next day, the president flew from Rio de Janeiro to Brasília to mobilize political support against this illegal seizure of power. Realizing that he would be unsuccessful, he took his family to his ranch in southern Brazil. He wanted to avoid bloodshed, so he did not call on his supporters to resist the coup d’état. As soon as his airplane took off, the President of the Senate declared that he had abandoned his office. The President of the Senate and the President of the Supreme Court, arguing that they were following constitutional procedures, swore in Ranieri Mazzilli, President of the Chamber of Deputies, as Acting President. According to the Constitution, Congress had thirty days to choose a new president. Today everyone, except defenders of the military dictatorship, call these events a golpe de estado, the coup d’état of 1964.

In numerous cables to the White House, Ambassador Gordon argued that what happened in Brazil complied perfectly with legal constitutional procedure and totally respected democratic norms. He lobbied hard for President Johnson to recognize the new government, which he did on April 2, legitimizing the golpe and placing the U.S. government’s seal of approval on this illegal change of power that was implemented with “legal constitutional procedures.”

On April 11, the 295 members of Congress elected General Castelo Branco as President of Brazil. This completed the “democratic” transition from a legally elected government to an illegitimate military dictatorship.

Immediately after recognizing the government of Mazzilli, on April 3, President Johnson called leaders of Congress to the White House to convince them that the U.S. government was supporting democracy in Brazil. Democratic Senator Wayne Morse of Oregon left the meeting and declared to the press: “The developments in Brazil did not result from action by a military junta or from a coup by a military junta. Instead, the overthrow of the presidency of Brazil resulted from developments in which the Congress of Brazil, acting under the Constitution of Brazil, was the guiding force, and was reinforced by a military group which backed up the preservation of the Brazilian constitutional system.”

In comments to his fellow Senators later that year, Morse reiterated his conclusions: “Tonight no Senator can cite Brazil as an example of a military dictatorship, because it is not. Self-government on the part of the Brazilian people continues to proceed. If anyone thinks not, let them look at what is happening in Brazil with respect to an exchange of points of view in Parliament, in the press, and in many sources and forces of public opinion.”

A year later, in October 1965, when the military government abolished direct presidential elections, Morse came to a different conclusion. Realizing that the regime’s democratic trappings were for appearances’ sake only, he stated: “News of the seizure of dictatorial power by the Brazilian military junta marks a disastrous reversal for liberty in Latin America. What is even worse is the continuation of American financial backing of such a regime. . . . The semantics from Washington and from the Brazilian cabal, seeking to allay fears for democratic institutions in that great nation, will not fool any but those who want to be fooled.”

Many who fought against the military regime and many others who remember or have studied about its authoritarian rule have argued that the current political maneuvers to oust the democratically elected government of President Dilma Rousseff is another coup d’état. You have forcefully argued that “there is a clear respect for democratic institutions and a clear separation of powers” in Brazil today. But is that the case? Are you, like Senator Wayne Morse in 1964, perhaps being fooled by appearances of constitutional procedures and separation of powers in the impeachment process when there are no tanks in the streets and no generals heading the government?

How can there have been a democratic procedure in the Chamber of Deputies, when Eduardo Cunha, the president of that body, who entirely controlled that house, was removed from his office a week after the vote to recommend to the Senate impeachment proceedings? An appeal had been made to remove him from that position last December for abuse of power, but a member of the Supreme Court sat on the request until it was clear that Cunha had ensured that the opposition had the necessary two-third vote to favor the impeachment of President Rousseff. How many Congresspersons did Cunha and his allies buy or win over with promises to be in the new government? How can a process overseen by a person who had been indicted for money laundering and taking bribes be legitimate?

How is there a separation of powers when members of the Supreme Court make public statements about cases that are under consideration, reveal their political opinions in the media, pre-judge cases that have not yet been tried, and with this influence the public debate and political actors? Moreover, the Supreme Court has been excessively arbitrary in deciding which cases to review, taking six months to issue an injunction against Eduardo Cunha and then making a speeding decision against the appointment of Lula to a post in Rousseff’s government. These cases are examples, among many, of a perverse ways in which the judiciary has become enmeshed in politics, rather than remaining separate from it.

How can you say that there have been democratic procedures when agents of the police and justice systems selectively leaked information from the Lava Jato (Car Wash) corruption investigations to create a climate hostile to the government and its allies? Why was it an alleged charge of a misuse of a function for President Rousseff to appoint ex-President Lula as her Chief of Staff because she was supposedly shielding him from corruption investigations, when Interim President Michel Temer has appointed seven people under investigation for corruption to ministerial positions? Isn’t he abusing his power in an effort to protect his allies?

Why is President Rousseff being charged with violating the Law of Fiscal Responsibility for pedaladas, when Interim President Michel Temer did the exactly the same thing when he was acting President during times that Rousseff was out of the country? And what about her predecessors, Presidents Lula and Cardoso, who engaged in similar budgetary actions, to say nothing of at least sixteen Brazilian governors, including Aécio Neves, President Rousseff’s rival in the 2014 election.

While you did not mention it in your declarations, you also failed to point out another shortcoming in the current political situation in Brazil, namely, a situation in which there is freedom of the press (and the mass media in general) only for those who own it. Today conservative forces, which control the major newspapers, magazines, and television stations, systematically present partial reporting on events in order to influence public opinion. It is as if Fox News were to control all of the major media outlets in the United States. Fortunately, social media has served as an alternative source of information, but it doesn’t have the weight of the mainstream media.

The first week of the new government has revealed a radical new, but actually old, agenda for Brazil that intends to rollback all of the progressive social changes that have taken place over the last thirty years since the end of military rule. Those who were outraged by the fact that Michel Temer did not appoint a single woman or a person of African-descent to ministerial positions were not clamoring for tokenism. That act was not a public relations blunder. It symbolized the intent of a government. Temer blamed his allies for not provided names of women and Afro-Brazilians, in an effort to free himself of responsibility for the appointments. Yet his comments speak loudly about the nature of his allies that brought him to power and the nature of the new “democratic” government. In the first week of his governance, he has already announced that he is going to reduce social rights in the countryside and introduce cutbacks in the social security system, education, and housing, all of which will largely affect the poorest sectors of Brazilian society.

In 1964, the U.S. government was on the wrong side of history. It never apologized to the Brazilian people for supporting a military dictatorship. Now, five decades later, I fear that it is once again endorsing an illegitimate process. Those who don’t learn from history are forced to repeat it.

Respectfully,

James N. Green

Carlos Manuel de Céspedes Chair in Latin American History, Brown University

Director of the Brown-Brazil Initiative