donderdag 24 november 2011

Ach ja, Cazuza. Een vriend van mij kwam begin jaren '90 op mijn verjaardag en gaf me een cassette met zijn muziek. Niet dat ik er bijster van onder de indruk was maar het aura bleef toch hangen. Uiteindelijk heeft mijn eerste dochter haar naam aan hem te danken. Op een van zijn nummers, via internet niet te achterhalen, zingt hij "nada, nada, nada, nada, eu sou nada sem Você". Toen was de link tussen Nop en Nada snel gelegd. Obrigadão Cazuza!

Cazuza - Vida Louca Vida

woensdag 23 november 2011

Gedwongen huisuitzettingen in Rio de Janeiro

In 2016 is het de eer aan de stad Rio de Janeiro om als gastheer voor de Olympische Spelen op te mogen treden. Een historische kans voor een stad om zich naar de buitenwereld toe in alle glorie te kunnen presenteren. De 'cidade maravilhosa' zal voor een aantal weken het middelpunt van de wereld zijn en diegene die daar nog geen weet van hadden laten zien dat het daadwerkelijk een van de mooiste plekken op aarde is. De Olympische Spelen zijn de beste p.r.-gelegenheid die men zich maar kan wensen.

Het spreekt vanzelf dat bij de voorbereidingen voor een dergelijk mega-evenement de schop in de grond moet. Er zullen nieuwe sportgelegenheden gebouwd moeten worden, voor een vlotte doorstroom van het bezoekende publiek moet de infrastructuur worden aangepakt en er dient een Olympisch dorp te worden opgericht om duizenden sportmensen onder te kunnen brengen.

Maar net als in de aanloop naar de Olympische Spelen van 2008 in de Chinese hoofdstad Beijing maken de Verenigde Naties en mensenrechtenorganisaties binnen en buiten Brazilië zich ook nu weer grote zorgen dat dergelijke grootschalige bouwplannen ten koste zullen gaan van duizenden mensen die soms al decennialang in de stad wonen en werken.

Nadat in april 2011 de speciale rapporteur van de Verenigde Naties na een werkbezoek aan de stad de Braziliaanse autoriteiten had opgeroepen "de geplande uitzettingen te stoppen totdat dialoog en onderhandelingen zijn gegarandeerd" kwam Amnesty International in de loop van dit jaar tot de constatering dat reeds honderden families in de arme en kwetsbare wijken van Rio de Janeiro hun huis kwijt zijn of het risico lopen het te verliezen vanwege de voorgenomen infrastructurele projecten. Amnesty International erkent dat een goede infrastructuur van belang is om succes en veiligheid van deze evenementen te garanderen, maar stelt tegelijkertijd dat de uitvoering dient te gebeuren na consultatie en in samenwerking met de benadeelde gemeenschappen, zodat hun rechten gedurende het gehele bouwproces worden beschermd.

Maar voor enkele gemeenschappen kwamen deze oproepen reeds te laat. De aanleg van een drietal busbanen, de werkzaamheden rond het Maracanã-stadion en de modernisering van het havengebied hebben reeds tot serieuze schendingen geleid. Zo arriveerden in oktober van dit jaar de autoriteiten zonder enige aankondiging in de Restinga-gemeenschap en begon men met bulldozers huizen en kleine winkels met de grond gelijk te maken. "Om tien uur 's ochtends kwamen de machines, politiemensen, oproereenheden met zwaar wapentuig en begon men de huizen te ontruimen. Als iemand weigerde weg te gaan kwam de bulldozer, die een begin maakte om de voordeur te vernielen. De politieagenten kwamen je huis binnen, haalden je met geweld weg en sloopten het vervolgens.", aldus Edilson, een inwoner van Restinga. De verdreven bewoners van Restinga hebben van de autoriteiten geen adequate compensatie gekregen noch fatsoenljke alternatieve huisvesting, waarmee de Braziliaanse overheid internationale mensenrechtennormen heeft overtreden. Veel gezinnen in deze gemeenschap, die reeds meer dan 20 jaar op die plek gevestigd is, raakten na deze actie hun huis en baan kwijt, terwijl kinderen maandenlang niet naar school gingen omdat er op korte termijn geen nieuwe gevonden kon worden of omdat de bustickets naar de dichtstbijzijnde school veel te duur bleken te zijn. Veel van deze gezinnen verblijven nu in gevaarlijke en precaire hervestigingplekken, vaak zo'n 75 kilometer van de oorspronkelijke woonplek verwijderd.

Zoals de wijk Restinga staan nog 130 andere gemeenschappen op de nominatie om tussen nu en 2016 met de grond gelijk gemaakt te worden, waaronder de wijken Autódromo en Arroio Pavuna.

Zowel het Internationaal Olympisch Comité als de Braziliaanse autoriteiten dienen daarom volgens mensenrechtenorganisaties hun verantwoordelijkheid te nemen en er alles aan doen om gedwongen en gewelddadige huisuitzettingen tegen te gaan, bewoners bij de voorbereidingen te betrekken en ervoor te zorgen dat personen die wel verplaatst moeten worden alternatieve huisvesting krijgen waarbij de huidige levensstandaard behouden kan blijven.


woensdag 16 november 2011

Het lot van minister Carlos Lupi van Arbeid

Begin november kwam weekblad Veja met berichten over vermeende corruptie binnen het ministerie van Arbeid. Ambtenaren zouden bij de verstrekking van subsidies aan niet-gouvernementele organisaties tussen de 5 en 15% van te besteden gelden in hun eigen zaak hebben gestoken als tegenprestatie voor het verhelpen van knelpunten binnen de contracten. Dit geld zou vervolgens in de partijkas van de PDT zijn geloodst, de partij van minister van Arbeid en partijprominent Carlos Lupi. De minister verklaarde geen corruptie binnen zijn ministerie te dulden, stelde direct een intern onderzoek in en zette een verdachte hoge ambtenaar per direct aan de kant. Daarmee leek de zaak tijdelijk afgedaan, temeer omdat presidente Dilma zich achter haar minister schaarde door te stellen dat er geen problemen binnen het ministerie zouden zijn.

De zaak kreeg echter een staartje waar de minister zelf een hoofdrol in zou spelen. Veja kwam met nieuwe onthullingen naar buiten, waaronder het gegeven dat Carlos Lupi tijdens een reis naar de deelstaat Maranhão als minister gebruik zou hebben gemaakt van een privévliegtuig van de baas van een grote ngo. Lupi ontkende alle aantijgingen en zei dat het vliegtuig door de PDT zou zijn betaald. Maar de afdeling-Maranhão van de PDT op haar beurt ontkende dit vervolgens. Zij zou überhaupt geen budget hebben voor dergelijke vliegreizen.

Na nieuwe onthullingen in andere media werd ook Dilma gedwongen scherper stelling te nemen. Terwijl de PDT intern al opzoek ging naar een opvolger voor Lupi lijkt de presidente haar minister tot aan een reeds aangekondigde grootschalige wisseling van ministersposten in haar kabinet, voorzien voor januari 2012, de hand boven het hoofd te willen houden. Maar of zij dat kan volhouden valt nog te bezien. Januari 2012 is nog ver weg en Carlos Lupi bungelt. Hij vecht voor zijn politieke loopbaan omdat hij niet als een corrupte minister de boeken wil ingaan, maar of hij het gaat redden?

zondag 6 november 2011

PT-kandidatuur burgemeesterschap São Paulo

De kandidatuur van de zittende minister van Onderwijs Fernando Haddad voor de PT-nominatie voor het burgemeesterschap van São Paulo lijkt zekergesteld nu ook Eduardo Suplicy, in dezelfde week dat ook Marta Suplicy zich onder druk van de nationale PT-top (lees oud-president Lula en zittend president Dilma) terugtrok, aangegeven heeft niet meer in de running te zijn en zijn aanhangers heeft opgeroepen zich achter Haddad te scharen. Van de resterende kandidaten, de gedeputeerden Jilmar Tatto en Carlos Zarattini, heeft de Lula-protegé weinig te vrezen.

donderdag 3 november 2011

dinsdag 1 november 2011

R.I.P. Banco Real

Het was december 2001. Terwijl de thermometer in São Paulo zomerse temperaturen aangaf stond ik voor een filiaal van de Banco Real aan de Avenida Paulista. Op de stoep een kerstman in vol ornaat die zijn bel stond te luiden. Brazilië maakte zich op voor het kerstfeest. Ik heb het plaatje nog steeds sterk op mijn netvlies: de zomerse hitte, de rode kerstman en het logo van de bank, ABN Amro Bank. Het maakte indruk op mij, een Nederlander in de tropen. Vanaf vandaag is dat niet meer mogelijk. De Braziliaanse staatskrant maakte bekend dat ABN Amro Real S.A. in Brazilië opgehouden is een juridische rechtspersoon te zijn. De bank is samen met Sudameris S.A. overgenomen door de Spaanse gigant Banco Santander.


dinsdag 25 oktober 2011

Recept voor Camarão com abacaxi


Camarão com abacaxi

Voor 6 personen

2 ananassen

800 gram grote garnalen (gepeld)
3 eetlepels cognac (voor flamberen)
1 ui gesnipperd
1 scheutje witte droge wijn
snufje zout
olijfolie
2 teentjes knoflook
maggi kruiden
room

Voorbereiding

Ananassen schillen en in blokjes snijden.
Ui snipperen
Garnalen eventueel pellen

Bereidingswijze

Verwarm de garnalen met de ui, olijfolie, knoflook, snufje zout en maggikruiden.
Voeg daarna de wijn en vervolgens de ananas toe. Laat het even koken.
Flamberen met de cognac
Daarna room toevoegen en klein beetje van het sap van de ananas.

Serveertips

Heerlijk met knoflookrijst en een frisse salade

maandag 24 oktober 2011

Onveiligheid

Onveiligheid in Brazilië is voor mij een relatief begrip. Als je goed oppast, zoals je ook in andere wereldsteden doet, is er geen vuiltje aan de lucht. Zaak is om goede adviezen niet in de wind te slaan. Ik heb het eenmaal gedaan en dat is me niet goed bekomen.
In 2001 was ik in São Paulo voor een officiële Amnesty-missie teneinde politiegeweld en doodseskaders aan een onderzoek te onderwerpen. Ik was alleen afgevaardigd, maar wist me gesteund door het Brazilië-team van Amnesty International in Londen. Ze hadden mij vooraf twee adviezen gegeven. Zeg tegen politiemensen nooit in welke hoedanigheid je in hun land bent (mensenrechtenactivisten zijn niet bepaald populair binnen die beroepsgroep) en als je 's nachts naar je hotel gaat neem een taxi, ook al is het maar een paar straten lopen. Aan dat eerste advies heb ik me trouw gehouden, maar na een fiks aantal caipirinhas en de nodige biertjes met een aantal vrienden in een waanzinnig café had ik de moed om toch lopend naar mijn slaapplaats te gaan. Overmoedig en vooral te lui om een taxi te bellen.
Om kort te gaan, ik heb doodsangsten uitgestaan. In mijn ooghoeken zal ik een man met een glimmende revolver lopen die mij wel erg interessant vond. En terwijl ik de straat van mijn hotel in loop blijkt de man voor mij zich steeds op mijn kant van de straat te verplaatsen en zijn pas te versnellen. Eenmaal aangekomen bij mijn hotel heb ik wel heel hard op de deur moeten kloppen om de nachtportier wakker te maken. Hij werd wakker en net op tijd, want de man achter mij nam snel het hazenpad.
Moraal van het verhaal, sla al die adviezen niet in de lucht en beleef de tijd van je leven in Brazilië.

woensdag 19 oktober 2011

Openbare veiligheid

Vandaag maakte het toonaangevende Braziliaanse financiële dagblad Valor Econômico cijfers bekend van een opinieonderzoek dat Ibope, in samenwerking met de werkgeversorganisatie in de industrie (Confederação Nacional da Indústria), heeft uitgevoerd naar de openbare veiligheid in Brazilië. Daartoe werden 2.002 personen in 141 Braziliaanse gemeenten ondervraagd. 84% van de bevolking vindt dat de openbare veiligheid de afgelopen drie jaar verslechterd is of op z'n minst geen verbetering heeft ondergaan. Slechts 15% zegt dat de situatie er veiliger op is geworden. Zo'n 54% van de bevolking is erg negatief over de openbare veiligheid in Brazilië. Het merendeel van de Brazilianen toont zich voorstander van hogere en strengere straffen. 69% spreekt zich uit voor levenslange gevangenisstraf en 79% is de mening toegedaan dat strenge straffen criminaliteit verminderd. 46% van de ondervraagden is voor invoering van de doodstraf en eveneens 46% is tegen. 86% van de ondervraagden zou graag zien dat de strafbare leeftijd op basis van het volwassenrecht naar 16 jaar wordt verlaagd.

zaterdag 15 oktober 2011

woensdag 12 oktober 2011

Strijd in São Paulo

In 2012 vinden in Brazilië gemeenteverkiezingen plaats, waarbij zowel een burgemeester (prefeito) als alle gemeenteraadsleden (vereadores) gekozen zullen worden. Alle ogen zijn naast Rio de Janeiro traditiegetrouw vooral gericht op São Paulo, de grootste en financieel-economisch belangrijkste stad van het land. De electorale keuzes die daar tijdens gemeente- en deelstaatsverkiezingen gemaakt worden hebben meestal politieke implicaties voor het nationale bestuur. Het is de politieke partijen er dan ook alles aan gelegen om daar hun man (of vrouw) aan de macht te brengen.
São Paulo is met haar grote zakenpopulatie electoraal een bolwerk van de PSDB, maar het is tevens de geboortegrond van de socialistische PT (Partido dos Trabalhadores). De andere partijen zijn klein, alhoewel ook de PMDB en de DEM er redelijke aanhang vinden. Zo is de zittende burgemeester Gilberto Kassab in 2008 namens de DEM (een historische bondgenoot van de PSDB) verkozen. (Kassab heeft inmiddels die partij verlaten en heeft een eigen partij, de PSD opgericht.)
De strijd in São Paulo wordt traditiegetrouw spannend. De twee kemphanen zullen op volle sterkte campagne gaan voeren, waarbij de PSD een belangrijke derde speler zal zijn. De laatste partij lijkt met Henrique Meirelles een belangrijke troef in handen te hebben om het met name de PSDB erg lastig te gaan maken. Meirelles was onder president Lula de voorzitter van de Centrale Bank en geniet veel aanzien binnen de zakenwereld.
Het is vooralsnog onduidelijk wie voor de PSDB in het strijdperk zal treden, de oude rot José Serra of misschien Bruno Covas, kleinzoon van de alom gerespecteerde oud-gouverneur Mário Covas.
Voor de PT maakt de zittende minister van Onderwijs Fernando Haddad de grootste kans de nominatie te krijgen. Hij is de favoriet van de binnen de partij zeer machtige oud-president Lula en heeft gaandeweg het grootste deel van de lokale partijfacties achter zich gekregen. Zijn directe concurrent is oud-burgemeester en de huidige vice-voorzitter van de senaat in Brasília, Marta Suplicy. Zij verloor echter de verkiezingen van 2004 en 2008 en krijgt binnen de partij dan ook niet veel handen op elkaar.
Teneinde ook trouwe Marta-aanhangers aan zich te binden zou volgens geruchten de groep rond Haddad alle middelen inzetten om de kandidatuur binnen te krijgen. Het doel is Marta binnen de partij te isoleren en zou er gedreigd zijn om mensen die haar blijven steunen in de toekomst uit te sluiten van financiële middelen. (Haddad zelf zegt niets van deze praktijken te weten.) Vandaag deed de PT-leiding van São Paulo een beroep op PT-presidente Dilma om Marta Suplicy te bewegen af te zien van haar kandidatuur. Dilma zou vervolgens gezegd hebben Marta in de senaat hard nodig te hebben. Zo zou Haddad op 27 november aanstaande, wanneer binnen de PT de voorverkiezingen plaatsvinden, slechts tegenkandidaten krijgen als senator Eduardo Suplicy en de gedeputeerden Jilmar Tatto en Carlos Zarattini. Zij lijken echter weinig kans te maken.
Mocht het in 2012 tot een tweede ronde komen dan hoopt de PT te kunnen rekenen op de steun van de PMDB (Gabriel Chalita) en de PDS (Henrique Meirelles), twee persoonlijke vrienden van Lula.
Wordt vervolgd.


maandag 10 oktober 2011

Marcelo for president


Een van mijn beste Braziliaanse vrienden is de deelstaatafgevaardigde voor de PSOL in Rio de Janeiro, Marcelo Freixo. Afgestudeerd historicus en reeds jarenlang werkzaam in de frontlinie voor de bescherming van de rechten van de mens heb ik hem tot tweemaal toe in mijn hoedanigheid als landenmedewerker-Brazilië van Amnesty International mogen begeleiden tijdens een toernee door Europa en zijn bezoeken aan Nederland. Bij die gelegenheden heeft hij grote indruk op mij gemaakt. Een bevlogen en aimabel activist die zijn zaak bij elke gelegenheid uiterst nauwkeurig en met kracht onder woorden kon brengen.
In 2006 ging Marcelo de politiek in en werd hij namens de socialistische PSOL verkozen tot afgevaardigde in de Wetgevende Vergadering van de deelstaat Rio de Janeiro. Daar ontpopte hij zich als een vaardig parlementariër die direct na aanvang zijn tanden wist te zetten in zijn dossier, het endemische politiegeweld in de stad Rio de Janeiro. Hij werd dan ook welhaast vanzelfsprekend de voorzitter van de parlementaire onderzoekscommissie die het geweld van milities in de stad in kaart wilde brengen en te lijf wilde gaan. (Milities zijn criminele groepen politie- en brandweermensen die de drugsbendes uit de favela's wisten te werken, maar vervolgens de economisch uiterst lucratieve criminele activiteiten en de gewelddadige methoden van de bendes voortzetten.) Onder zware doodsbedreigingen, die tot op de dag van vandaag voortduren, zetten hij en zijn commissieleden zich aan hun taak en kwamen in 2009 met een eindrapport dat er niet om loog en waarin de commissie met een dertigtal aanbevelingen kwam om de milities adequaat bij de wortel uit te roeien.
In totaal werden 225 personen (politie- en brandweermensen, evenals enkele locale politici) door de politie opgepakt en in staat van beschuldiging gesteld. En alhoewel de implementatie van alle aanbevelingen van de commissie in de praktijk niet al te vlot verloopt heeft Marcelo zijn naam van crimefighter gevestigd. Een reputatie waar zijn partij PSOL Marcelo mee beloonde door hem namens die partij in 2012 kandidaat te laten zijn voor het burgemeesterschap van de stad Rio de Janeiro.
Een gevaarlijke klus, want na de moord op rechter Patrícia Acioli in augustus dit jaar door een groep ex-politiemensen, nemen de doodsbedreigingen tegen misdaadbestrijders in Rio in alle hevigheid toe. Vandaag werd bekend dat er R$400.000 op het hoofd van Marcelo is gezet door een militieleider in het stadsdeel São Gonçalo. Een verzoek tot extra bescherming bij de deelstaatminister van openbare veiligheid Beltrame is dan ook de deur uitgegaan. Marcelo heeft aangegeven zich hier niet door af te laten schrikken en zal de komende maanden ook in de favela's van de stad gewoon campagne gaan voeren.
Daarmee is Marcelo in mijn ogen als held naar nog grotere hoogte gestegen en ben ik gewoon apetrots op hem.

zondag 9 oktober 2011

Quilombos

Suriname kent zijn bosnegers of marrons, maar ik heb vanavond uit de prachtige tv-serie De Slavernij van de NTR begrepen dat dat laatste woord zeer denigrerend is. Het zou zoiets als "gevluchtte beesten" betekenen. Brazilië, een land waar de slavernij net als in Suriname de maatschappij in velerlei opzichten gevormd heeft, kent natuurlijk ook haar geschiedenis van weggelopen slaven. Zij vestigden zich in onherbergzame gebieden in het binnenland, in gemeenschappen die de geschiedenis zijn ingegaan als quilombos of mocambos. Het waren kleine gemeenschappen (niet meer dan honderd mensen) die zich in leven hielden met landbouw en overvallen op suikerplantages. Er werden door de Portugese eigenaren expedities, onder leiding van 'capitães do mato' (meestal vrije Afrikanen), opgezet om deze mensen terug te voeren naar de plantage. Meestal met succes, maar toch bleven er velen bestaan. Tot op de dag van vandaag. Een zichtbare erfenis van een wrede periode uit de Braziliaanse geschiedenis. Inmiddels hebben deze quilombos zich ontwikkeld tot hechte gemeenschappen, vergelijkbaar met de vele beschermde gebieden voor de oorspronkelijke inheemse bevolking van het land. Ook qua problematiek. In de federale grondwet van 1988 is bepaald dat alle quilombo-gemeenschappen van het land definitief een eigen territorium toebedeeld krijgen. In 2003 bekrachtigde president Lula dit voornemen nog eens officieel. Tussen 2003 en 2010 hebben echter slechts 72 gemeenschappen land toegewezen gekregen. Anno 2011 blijkt Incra, het federale orgaan dat zich bezighoudt met de landhervorming, een totaal van 1.076 processen tot landtoekenning aan quilombos onder haar hoede te hebben. Met de huidige bezetting en financiële middelen van het instituut zou het nog minstens 150 jaar duren voordat aan deze opdracht is voldaan, aldus de voorzitter van de Incra, Celso Lacerda. Met deze mededeling hoopt Lacerda bij de federale overheid meer mensen en geld te kunnen krijgen. Een ideale kans om een historisch onrecht definitief recht te zetten.


zaterdag 8 oktober 2011

PSD

Hét fenomeen van de Braziliaanse politiek in 2011 is, naast het opzienbarende gegeven dat een vijftal ministers uit het kabinet van presidente Dilma Rousseff in korte tijd wegens corruptieschandalen moesten opstappen, zonder twijfel de oprichting van de PSD (Partido Social Democrático) geweest.
Eind 2010 bleek uit zijn politieke optreden dat Gilberto Kassab, de zittende burgemeester van São Paulo, zich binnen zijn eigen politieke partij (DEM) niet meer thuis voelde. Hij flirte openlijk met de PMDB en overwoog naar de PSB over te stappen. De beweegreden? Kassab heeft grotere politieke aspiraties (zijn droom is gouverneur van de deelstaat São Paulo worden) en zou die binnen de relatief kleine DEM nooit tot stand kunnen brengen. In de deelstaat São Paulo gaat de strijd traditiegetrouw tussen de machtige PSDB van oud-president Fernando Henrique Cardoso en de PT van zittend president Dilma Rousseff. Als kandidaat van de DEM zou het vice-gouverneurschap voor Kassab het hoogst haalbare zijn geweest.
De groene kandidaat Marina Silva had reeds bij de presidentsverkiezingen van 2010 aangetoond dat er politieke ruimte zit tussen de twee traditionele politieke kampen in Brazilië (PSDB/DEM versus PT/PMDB). Geïnspireerd door dit succes rook ook Gilberto Kassab zijn kans en begon een politiek van de derde weg te prediken. Een ongebonden partij; noch links, noch rechts. Een partij die echt naar het volk zou luisteren. Oftewel, een nieuwe populistische partij was geboren.
Met het aantreden van een nieuwe partijvoorzitter van de DEM in maart 2011 zag Kassab zijn kans schoon om zonder kleerscheuren de partij te verlaten en richtte samen met een aantal politieke vrienden de PSD op. Al snel zagen ook andere politieke talenten met grotere ambities hun kans schoon om zich uit het knellende lijf van de gevestigde partijen te ontworstelen en maakten de overstap naar deze nieuwe partij. De DEM was het grootste slachtoffer, maar ook uit andere partijen maakten zittende politici de overstap naar de PSD. En het zijn niet de minsten: Guilhermo Afif Domingos (vice-gouverneur van São Paulo), Kátia Abreu (toonaangevend senator uit Tocantins), Raimundo Colombo (gouverneur van Santa Catarina), Índio da Costa (running-mate van José Serra bij de verkiezingen van 2010) en als klap op de vuurpijl Henrique Meirelles, de oud-president van de Braziliaanse Centrale Bank.
Dat de PSD vooral aan de rechterzijde van het politieke centrum gevreesd wordt bleek uit de gretigheid waarmee de DEM, PTB en in mindere mate de PSDB hebben geprobeerd om de partij procedureel de voet dwars te zetten. Bij het vergaren van de benodigde hoeveelheid handtekeningen voor de oprichting van een nieuwe politieke partij bleek de PSD misbruik te hebben gemaakt van bestaande gemeentevoorzieningen en zouden er handtekeningen van personen bijzitten die reeds lang overleden bleken te zijn.
De protesten mochten niet baten. Begin oktober werd de PSD door de Centrale Stembureau (Tribunal Superior Eleitoral) tot het kiesregister toegelaten waardoor de partij in 2010 voor de eerste keer aan verkiezingen kan deelnemen. Met als beginnende politieke partij weinig zendtijd om politieke reclame te kunnen maken (54 seconden) moet de partij vertrouwen op het grote legioen zittende politici dat zich bij Kassab aan heeft gesloten. Twee deelstaatgouverneurs, 43 afgevaardigden in de Câmara dos Deputados en twee senatoren waren in juli de basis waar Kassab zijn politieke toekomst wil bouwen.

vrijdag 8 juli 2011

Marina stapt uit de groene partij

Marina Silva heeft de groene Partido Verde nu dan toch officieel verlaten. Het hing reeds geruime tijd in de lucht en gisteren ging in São Paulo daadwerkelijk de kogel door de kerk. De vrouw, die met 20 miljoen stemmen tijdens de presidentsverkiezingen van 2010 in een gepolariseerd politiek klimaat tussen de PT en de PSDB een derde weg wilde zijn, gaat een eigen duurzame groene beweging oprichten. Uit protest tegen het partijbestuur maar bovenal ter voorbereiding op de presidentsverkiezingen van 2014. Marina wil met haar beweging (die naar verwachting uiteindelijk zal uitmonden in een eigen groene politieke partij) boven de partijen staan. Tijdens haar speech in São Paulo zei ze dat de Nieuwe Politici moeten stoppen pragmatisch te zijn en durven te dromen (ser sonhática).
Marina was met de top van de PV in aanvaring gekomen over een democratisering en verdergaande modernisering van de partij. Dit was tussen haar en de partijtop overeengekomen tijdens haar overstap van Lula's PT naar de groenen in 2009, maar het partijkader rond zittend voorzitter José Luiz Penna (die deze functie reeds 12 jaar bekleedt) weigerde daar uitvoering aan te geven.
Het ziet ernaar uit dat de PV van deze affaire de grootste nadelen zal ondervinden. Het merendeel van de 20 miljoen Brazilianen die in 2010 op Marina stemden deden dat niet vanwege de partij, maar eerst en vooral uit sympathie voor Marina's uitstraling en persoonlijke politieke inzet.

woensdag 6 juli 2011

Zaak-Nascimento

Begin deze maand werd ontdekt dat het federale ministerie van Transport met nota's heeft geknoeid en teveel geld heeft gevraagd (4-5% meer) bij veilingen voor aanbestedingen van publieke werken. Veel van dit geld zou in de partijkas van de coalitiepartij Partido da República/PR zijn beland. President Dilma besluit om per direct de top van het ministerie te ontslaan. De minister zelf (Alfredo Nascimento) blijft aanvankelijk het vertrouwen van Dilma houden, ingegeven uit behoud van de regerende coalitie (Nascimento is tevens nationaal voorzitter van de PR), maar ook omdat het ontslag van Nascimento zou betekenen dat deze bij ontslag zijn senaatszetel voor de deelstaat Amazonas zou terugkrijgen, waardoor zijn eerste vervanger João Pedro (PT) naar Manaus zou moeten terugkeren. João Pedro is een persoonlijke vriend van oud-president Lula.
Nadat het weekblad Veja een paar dagen later met het nieuws kwam dat de zoon van Nascimento (de architect Gustavo Morais Pereira) in 6 jaar tijd met zijn bedrijf 86.500% winst had gemaakt (van R$60.000, - in 2005 naar R$52 miljoen in 2011) werd de positie van Nascimento politiek onhoudbaar. De grootste oppositiepartij PSDB zei een parlementair onderzoek op te gaan zetten (CPI de Dnit), de PSDB en de DEM eisten van het federaal OM een grondig onderzoek naar de top van de PR en de ambtenaren op het ministerie van Transport, terwijl de PPS vroeg om een onderzoek van de federal rekenkamer naar de boekhouding van de aan het ministerie gelieerde Dnit en Valec tussen 2004 en 2011. Terwijl minister Nascimento ter verantwoording naar het Congres werd geroepen bereidt de regering een ministerswissel voor, waarbij het zich naar laat aanzien de PR haar ministerspost mag behouden.

vrijdag 20 mei 2011

Cruzeiro

Lees net in de krant dat het internationale jeugdtoernooi van ADO Den Haag dit jaar weer gespeeld gaat worden. En jawel, de titelverdediger van de laatste twee toernooien in 2006 en 2007 doet ook weer mee: Cruzeiro Esporte Clube uit de Braziliaanse stad Belo Horizonte.
Misschien dat de gemiddelde Europeaan de naam van de club niet zoveel zal zeggen, maar in Brazilië is het een grote club. Volgens opiniepeiler Datafolha mag Cruzeiro met meer dan zeven miljoen officiële fans zich de zesde club van het land noemen.
In totaal werd de club, die haar naam ontleend aan het Braziliaanse nationale symbool van de Cruzeiro do Sul, 36 keer kampioen van de deelstaat Minas Gerais en wist het tot tweemaal toe de nationale landstitel te veroveren (1966 en 2003). Daarnaast won Cruzeiro viermaal de Braziliaanse beker en stond het evenzoveel keer in de finale van de Copa Libertadores, de Latijnsamerikaanse evenknie van de Champions League, waarvan in 1976 en 1997 succesvol.
De absolute clubikoon is de legendarische middenvelder Tostão, die onder de koosnaam Mineirinho de Ouro in 1966 en 1970 met het Braziliaanse elftal indruk maakten op de WK's van die jaren. Er ligt ook een speciaal lijntje naar PSV, omdat deze club hier haar grootheden Ronaldo en doelman Gomes vandaan plukten. Een andere wetenswaardigheid is dat de legende Jairzinho, ooit sterspeler van Botafogo uit Rio de Janeiro en vaste kracht van de Seleção bij de WK's van 1966, 1970 en 1974 bij de blauw-witten van Belo Horizonte zijn carrière afsloot.
.

dinsdag 12 april 2011

Fatale schietpartij op school in Rio de Janeiro

Een week voor de tragische gebeurtenissen in Alphen aan de Rijn vond in Brazilië een soortgelijke schietpartij plaats. In Realengo, een wijk van de stad Rio de Janeiro, werden op donderdag 7 april door de 23-jarige Wellington Menezes de Oliveira 12 kinderen in hun schoolbanken doodgeschoten, 13 anderen raakten zwaargewond. Na de fatale schoten ontnam ook Wellington Menezes, een oud-leerling van de school, zichzelf het leven door zich door het hoofd te schieten. Brazilië rouwt nu alweer een week en de zaak is nog dagelijks voorpaginanieuws. De eerste bevindingen van de civiele politie wijzen erop dat het een solo-actie van een religieus verwarde man betreft. Uit brieven, die de politie in zijn woning aantrof, blijkt dat hij lid van Jehova's Getuigen is geweest en dat hij zich de laatste tijd uitgaf voor een bekeerde moslim. De foto op zijn MSN-account toont een bebaarde man die met een strenge blik in de camera kijkt. Tevens bleek hij een fascinatie voor terreuraanslagen te hebben. Maar de politie betwijfelt of het van doen heeft met een moslimextremist. Er wordt ernstig rekening meegehouden dat er vooral veel fantasie over moslimterrorisme in het spel is. Inmiddels hebben zowel de kerk van de Jehova's Getuigen als de lokale moslimgemeenschappen zich van Wellington Menezes gedistantieerd. Teneinde uit te kunnen sluiten dat de dader niet op zichzelf heeft gehandeld heeft de minister van justitie in Brasília de civiele politie reeds zijn hulp toegezegd in de vorm van ondersteuning door de federale politie. De politiek bleef niet achter. Senaatsvoorzitter José Sarney spreekt van een nieuw nationaal referendum omtrent wapenbezit (totaal kansloos, meer ingegeven door politieke opportuniteit), terwijl er stemmen opgaan om reeds volgende maand een nieuwe ronde van ontwapening op te zetten, waarbij Brazilianen vrijwillig en straffeloos hun wapens kunnen inleveren. Deze laatste actie lijkt meer succes te zullen hebben getuige eerdere ontwapeningscampagne in de voorgaande jaren en in Rio de Janeiro zeker nu er een parlementaire onderzoekscommissie onder leiding van Marcelo Freixo naar wapenbezit in de deelstaat aan het werk is.

woensdag 16 maart 2011

Gemeenteraadsverkiezingen

De presidentsverkiezingen zijn nog maar net achter de rug en Brazilië maakt zich alweer op voor de volgende ronde: de gemeenteraadsverkiezingen van 2012. In de belangrijkste deelstaat van het land is het niemand minder dan de charismatische oud-president Lula die voor zijn partij PT (Partido dos Trabalhadores) de campagne zal gaan leiden. Want de socialisten willen hoe dan ook dat de kiezers van São Paulo een einde zullen maken aan de zestienjarige hegemonie van haar eeuwige politieke rivaal, de PSDB.
Deze laatste partij heeft het in 208 gemeentes van de deelstaat voor het zeggen. Haar bondgenoot DEM 70 (waaronder de hoofdstad São Paulo), evenveel als de PMDB. De PT telt er slechts 63, waaronder dan grote als Osasco en São Bernardo, maar gezien haar aanwezigheid in de deelstaat São Paulo een disproportioneel aantal.
Het is nog niet bekend wie in de stad São Paulo voor de PT in de arena zal stappen, maar deze electorale strijd is voor de partij de hoofdprijs. De afgelopen twee keer moest Marta Suplicy (oud-burgemeester van 2000 tot 2004 en partijprominent) het immers afleggen tegen José Serra (PSDB-2004) en Gilberto Kassab (DEM-2008).
De PT vreest de oprichting van een nieuwe derde spilpartij in de deelstaat (en land) nu zittend burgemeester Kassab zijn partij gaat verlaten en om electorale redenen (hij heeft presidentsambities) een eigen partij om zich heen aan het bouwen is. Dit zou de positie van de PT kleiner maken, vooral als Kassab historische bondgenoten van de socialisten als de PCdoB en de PDT aan zich weet te binden.
De PT voelt zich bedreigd in haar kerngebied (het industriële hart van het land) en zal het charisma van Lula nog hard nodig hebben.

donderdag 10 maart 2011

Doos van Pandora - deel 2

Het corruptieschandaal dat op dit moment de Braziliaanse media bezighoudt heet inde volksmond de "Mensalão do DEM". De DEM, van Democraten en voorheen de PFL, is een politieke partij die vanouds het conservatieve volksdeel bestrijkt en derhalve in het partijpolitieke spectrum op de rechterflank opereert. Het vormt sinds een aantal jaren samen met de PSDB de oppositie tegen de heerschappij van Lula's Arbeiderspartij.
Deze mensalão concentreert zich in het Federale District en kwam in november 2009 aan het licht door de operatie-Doos van Pandora, uitgevoerd door de federale politie. Het betreft een omkoopcircus waarbij politici van de in 2006 in het Federaal District regerende regeringscoalitie, ondernemers en parlementariërs grote bedragen aan geld werden toegeschoven. Na wekenlang juridisch gesteggel moest toenmalig gouverneur José Roberto Arruda het veld ruimen. Video-opnames hadden onomstotelijk aangetoond dat hij dit geld had ontvangen uit handen van ene Durval Barbosa. Ook diens vice-gouverneur Paulo Octávio moest om die reden opstappen.
Vorige week kreeg het schandaal een vervolg toen videobeelden in de openbaarheid kwamen waarin diezelfde Durval Barbosa in 2006 een hoeveelheid geld toeschoof naar de toenmalige deelstaatparlementariër Jaqueline Roriz, nu namens het Federaal District federaal afgevaardigde in de Câmara dos Deputados. Pikant detail, Jaqueline is de dochter van oud-gouverneur Joaquim Roriz (tijdelijk uit de politiek gezet wegens corruptie) en Weslian Roriz (diens vrouw, die in 2010 vergeefs een gooi deed naar het gouverneurschap van het Federaal District en daarbij voor veel politieke beroering wist te zorgen). Een dubieuze familie derhalve, die door columniste Eliane Cantanhêde van de het dagblad Folha de São Paulo werd geduid als de "Famiglia Roriz".
Zowel de Orde van Advocaten (OAB) van het Federaal District als de linkse PSOL eisen nu haar vertrek als federaal politica. Bij voorbaat nog geen uitgemaakte zaak. Het hangt allemaal van juridisch getouwtrek af of Jaqueline daadwerkelijk afstand van haar zetel moet doen.

dinsdag 8 maart 2011

Politieke rol federaal hooggerechtshof

Brazilië is een land waar de hoogste rechterlijke macht uitspraken kan doen die directe invloed op het dagelijkse politieke reilen en zeilen kunnen hebben. Met de benoeming deze maand van Luiz Fux tot elfde hogerechter is het Supremo Tribunal Federal (Federaal Hooggrechtshof) weer op volle sterkte en daarmee in staat bindende uitspraken te doen.
En de hoge dames en heren hebben een dikke politieke agenda: goedkeuring van de benoeming van de plaatsvervangers voor de federale parlementsleden (zij die parlementariërs zullen gaan vervangen wegens ziekte of aanstelling tot een regeringspost), verlenging van de Lei da Ficha Limpa (tegen corrupte politici), goedkeuring van de nieuwe partij van de burgemeester van São Paulo Gilberto Kassab (die via een ingenieuze constructie zich op de politieke ladder omhoog probeert de werken) en de bevestiging van het onlangs in de senaat met veel politieke tamtam aangenomen besluit om het wettelijk minimumloon op R$545 te stellen. Daarnaast spelen nog twee belangrijke kwesties: de mogelijke uitlevering van de linkse terrorist Cesare Battisti aan Italië en een groot onderzoek naar politieke corruptie dat voor 2012 gepland staat.
Voor brazilianisten komt er weer een leuke en interessante tijd aan!

zaterdag 22 januari 2011

Historische verhouding elite x volk

Mijn allereerste academische onderzoek over Brazilië tijdens mijn geschiedenis-opleiding in Groningen betrof een korte beschrijving van de historiografie van en rond de vermaarde socioloog Gilberto Freyre. Ik werd gegrepen door de materie en binnengeleid in de wondere wereld van het herenhuis en de slavenhut, naar Freyre's beroemdste werk 'Casa Grande e Senzala' uit 1933. Na dat onderzoek, wat amper vijf pagina's telde maar dat ik nog steeds koester, heeft Brazilië mij tot op de dag van vandaag niet meer losgelaten.
Bij het lezen vannacht van Robert Levine's studie naar de verhouding tussen de Braziliaanse elite en het gewone volk (o povo) tot aan de jaren dertig van de vorige eeuw (Robert M. Levine, 'Elite perspectives on the Povo' in Michael Conniff en Frank McCann (ed.), Modern Brazil. Elites and Masses in Historical Perspective uit 1989) kwam mijn hele afstudeeronderzoek weer helder voor de geest. In dit artikel beschrijft hij hoe de Braziliaanse elite tot voor kort (en mijns inziens in sommige gevallen nog steeds) een verwrongen verhouding met het gewone volk heeft gehad.
Het beeld dat de heersende elite beheerste schommelde tussen een romantische idylle van dociele en kinderlijke mensen en een wilde, onbeschaafde massa dat een gevaar voor de sociale orde met zich meebracht. Teneinde Brazilië toch in de vaart der volkeren op te stuwen legde men de nadruk op europeanisering van de samenleving door technologische innovatie en het aanmoedigen van een grootschalige immigratie van Europeanen, teneinde niet meer afhankelijk te zijn van de eigen immorele, cultureel inferieure en schaamteloze geachte plattelandsbevolking.
In de jaren '20 ontstonden de eerste barstjes in dit beeld door een literaire herwaardering van het volk. Nadat Euclides da Cunha's beroemde werk 'Os Sertões' uit 1901 de multiraciale volksmassa op heroïsche wijze rond de slag van Canudos in het volle daglicht had gebracht traden andere schrijvers in zijn voetsporen, variërend van idyllisch (Mário de Andrade) tot rauw (José de Almeida).
Het was het begin van de modernistische beweging die in de jaren '20 en '30 een poging deed om de Braziliaanse identiteit in al haar uniek culturele rijkdom te herdefiniëren, waardoor folklore en volkscultuur voor het eerst openlijk bespreekbaar werden gemaakt. Maar de grote meerderheid van de sociale en politieke (veelal racistische) elite was er nog helemaal niet klaar voor en reageerde dan ook geschokt toen Gilberto Freyre in zijn baanbrekende sociologische werken de seksuele vermenging van de diverse bevolkingsgroepen als basis zag van wat in zijn ogen de unieke Braziliaanse cultuur.
Met de politieke opkomst van dictator Getúlio Vargas in 1930 en zijn invoering van de Estado Novo sloeg de elite dan ook genadeloos terug. De modernistische ideeën over het volk werden onder luid applaus van de Kerk en de machtige grootgrondbezitters met militaire repressie teruggedrongen. Freyre en de zijnen moesten hun heil fysiek elders zoeken, meestal in de stad São Paulo, waar moderne ideeën door een enkeling levendig kon worden gehouden. Het gewone volk op het platteland en de allerarmsten in de steden konden weer schaamteloos worden aangeduid als lui, zwak en dom. Nog in de vroege jaren '80 verklaarde de net aangetreden militaire president generaal João Baptista Figueiredo publieke bijeenkomsten te haten om de doodeenvoudige reden dat het volk zijns inziens nog meer stonk dan zijn eigen paard.
Door de eeuwen heen is de Braziliaanse elite uiteindelijk immer gebrand geweest op de handhaving van de status quo. Zelfs academici en kunstenaars die de sociale omstandigheden in kaart brachten trokken daar meestal geen politieke conclusies uit. Ook de geroemde Cinema Novo uit de jaren '60, waarin de bestaande rauwe werkelijkheid en het sociale onrecht op soms prachtige wijze in beeld werd gebracht, kende geen politieke agenda.
Het is aan toekomstige historici om te bezien of de regeringsjaren van de volkse president Lula en die van zijn opvolgster Dilma Rousseff daar in de kern iets aan veranderd zal hebben.

vrijdag 21 januari 2011

Straatkinderen in Rio - 1

Het voordeel van werken in de nachtdienst is de gelegenheid die me geboden wordt om in alle rust artikelen en boeken over Brazilië te lezen en te bestuderen. Om mij zo verder te verdiepen in mijn kennis van de Braziliaanse maatschappij, haar geschiedenis en de mensen.
Afgelopen nacht heb ik mij zo kunnen wijden aan het verslag van een sociologische studie van de Braziliaanse afdeling van Terres des Hommes (Claudia Cabral en Valéria Brahim, "Caring for the caregiver" in Young Children in Cities: Challenges and Opportunities, een uitgave van de Bernard van Leer Foundation uit november 2010) naar de levenskwaliteit van straatkinderen in Rio de Janeiro.
De feiten mogen nagenoeg bekend worden verondersteld: het merendeel van de 21 miljoen kinderen tot 6 jaar (11% van de totale Braziliaanse bevolking) leeft in de steden en is daar overgeleverd aan het harde stadse leven van alledag. Naar schatting van de Braziliaanse autoriteiten leven er zo'n 25.000 kinderen op straat, te verdelen in een drietal groepen: straatkinderen die elke avond weer naar huis gaan, kinderen die alleen in het weekeinde naar huis gaan en zij die permanent op straat leven.
De insteek van Terres des Hommes bij dit onderzoek was het identificeren van de kenmerken van mensen die noodgedwongen op straat leven en daarbij uitgesloten zijn van onderwijs. Bij gebrek aan officiële overheidscijfers (in Brazilië een chronisch probleem als het om de levensomstandigheden van de armsten binnen de samenleving gaat) trok men de wijk in, in dit geval naar de Margueirinha-gemeenschap in de gemeente Duque de Caxias in de Baixada Fluminense, zestien kilometer van Rio de Janeiro.
Deze gemeenschap telde ten tijde van het onderzoek een hoge werkloosheid. Zo'n 45% van de bevolking zat zonder werk en had als straatverkoper of vuilnisverzamelaar in de stad Rio de Janeiro haar toevlucht gezocht in de informele economie. Door de ontoereikende inkomsten uit deze werkzaamheden werden ook de kinderen in dit proces betrokken, vergemakkelijkt door het totaal ontbreken van kinderdagopvang en basisscholen in de wijk. Het onderzoek vertelt over de slechte hygiëne in de wijk, evenals het dagelijks geweld zowel op straat als binnen de gezinnen zelf.
Al met al weinig verrassende inzichten en bevindingen. Dit alles mag toch genoegzaam bekend worden verondersteld. En ook de aangedragen oplossingen getuigen van weinig nieuwe ideeën. Het opzetten van dagcentra, basisscholen, culturele projecten en wijkorganisaties hebben reeds in andere wijken hun dienst bewezen, evenals de belangrijke rol die de overheid bij het verduurzamen van deze sociale activiteiten zou moeten spelen.
Alle respect voor het kostbare werk van Terres des Hommes, maar dit onderzoek lijkt afgaande op het artikel weinig nieuws bij te dragen aan onze kennis over dit onderwerp. Het is meer een helder geschreven introductie voor mensen die zich voor het eerst in de materie interesseren.