woensdag 20 mei 2015

Feestje in Palmas

Het is vandaag feest in Tocantins, een dunbevolkte deelstaat in het hart van het land. Om preciezer te zijn is er feestgedruis in haar hoofdstad. Het is immers 26 jaar geleden dat Palmas werd opgericht en is daarmee de jongste deelstaathoofdstad in Brazilië. Het is de laatste geplande Braziliaanse stad van de twintigste eeuw, op ruim 800 kilometer afstand van die andere, veel bekendere op de tekentafel geplande stad van het land, Brasília.


De stad geldt vanaf dag één als de Capital das Oportunidades (Hoofdstad van de Mogelijkheden) en trok migranten vanuit het hele land. Op dit moment telt de stad een kwart miljoen inwoners. Palmas is een van de snelst groeiende steden in Brazilië, ondanks de temperaturen in de zomermaanden, die als een van de hoogste van het land worden gemeten. Het geldt als een van de veiligste steden van het land en kent een bloeiende economie die voornamelijk is gebaseerd op dienstverlening voor Tocantins en delen van de buurtstaten Maranhão, Mato Grosso en Pará. Daarnaast is toerisme een groeiende bedrijfstak en dan met name op het gebied van ecotoerisme. De stad kent maar weinig industriële activiteiten.


En bij een feest horen kadootjes moet de onlangs met veel bombarie van de rechtse PP naar de centrum-linkse PSB overgestapte burgemeester Carlos Amastha hebben gedacht. De van origine Colombiaan Amastha, o.a. groot geworden in de bouw van grote winkelcentra, belooft de palmenses (inwoners van Palmas) nieuwe publieke werken waaronder een nieuw gezondheidscentrum, een scholencomplex en een flinke opknapbeurt van het Cesamar-park.

Palmas. Ik ben er nog niet geweest, maar aangezien een van mijn beste Braziliaanse vriendinnen er is gaan wonen en een zeer geliefde Braziliaan van Hollandse origine er ligt begraven zal het niet lang duren dat ik de komende jaren vanaf Guarulhos of Santos Dumont het vliegtuig naar Tocantins neem, naar de Caçula das Capitais, de jongste onder de hoofdsteden. Palmenses, parabéns!


dinsdag 19 mei 2015

Carlos Lacerda, een politieke parallel

Zijn naam valt in Brazilië veel de laatste weken: Carlos Lacerda. Met name in het kamp van de regeringspartij Partido dos Trabalhadors (PT) wordt er veel aan deze in de jaren vijftig actieve journalist gerefereerd en worden vergelijkingen getrokken met vooraanstaande politici uit het kamp van de oppositionele PSDB, zoals vandaag door de journalist Ricardo Kotscho die oud-president Fernando Henrique Cardoso in een adem met Lacerda (foto) vergeleek.


Wie was hij? Carlos Frederico Werneck de Lacerda (1914-1977) was een journalist en politicus uit Rio de Janeiro, die al snel de bijnaam "Demolidor de Presidentes" kreeg vanwege zijn politieke kruistocht tegen de presidenten Getúlio Vargas en Jânio Quadros, die hij beiden met een felle campagne in de pers onderuit wist te halen. De eerste pleegde zelfmoord en de tweede trad al na een jaar in ambt terug als president. Oud-president Juscelino Kubitschek zou zelfs ooit geopperd hebben dat ook hij door Lacerda politiek zou zijn onderuit gehaald als deze zendtijd op de Braziliaanse televisie zou hebben gekregen.
Lacerda was van 1960 tot 1964 een niet onverdienstelijke gouverneur van de deelstaat Guanabara, maar zou vooral als journalist zijn vlijmscherpe politieke pen tegen de zittende macht ontplooien. Daartoe gebruikte hij de door hemzelf in 1949 opgerichte dagblad Tribuna da Imprensa.


Een blik op de kop van de betreffende krant uit 1960 en de parallel met het hedendaagse politiek klimaat in Brazilië is snel gelegd. "Somos um povo honrado governado por ladrões" ("We zijn een eerzaam volk geregeerd door dieven"), luidde de kop, nadat de linkse president João "Jango" Goulart zich kandidaat als vice-president had gesteld naast presidentskandidaat Jânio Quadros, die notabene door de het Braziliaanse electoraat gekozen was vanwege zijn belofte de corruptie in de politiek voor eens en voor eeuwig weg te vegen! 

Lacerda, in de jaren '30 militant lid van de PCB, de Braziliaanse communistische partij, was trouwens alles behalve een anti-democraat. In 1939 nam hij om die reden afscheid van de communistische beweging omdat hij inzag dat de vestiging van de heilstaat tot een dictatuur zou leiden. Hij werd lid van de rechts-conservatieve UDN en zou juist vanwege zijn democratische stellingname ten tijde van de militaire dictatuur (1964-1985) tot politiek persona non grata worden bestempeld. In 1987 zou hij door de burgerregering van president José Sarney in ere hersteld worden.

Carlos Lacerda, de sloper van presidenten. De historische vergelijking met de hedendaagse oppositieleden gaat niet helemaal op, maar vergelijkingen zijn er zeker te trekken. Het trefwoord daarbij is 'framing', het creëren van een politiek beeld in de publieke opinie. De zittende presidente Dilma Rousseff en haar partij de PT worden geplaagd door corruptiepraktijken rond o.a. het machtige staatsenergiebedrijf Petrobras. De oppositie, een twee-eentje tussen de meer rechts-liberale PSDB c.s. en de mediamagnaten Marinho (Grupo Globo), Frias (Grupo Folha) en Mesquita (Grupo Estado), stellen alles in werking om een klimaat te creëren om of Dilma, eventueel via een impeachment-procedure, ten val te brengen of om de nog steeds immens populaire oud-president Luiz Inácio Lula da Silva in zo'n kwaad daglicht te stellen dat hij in 2018 een vergeefse gooi naar een derde termijn als president zal doen. 

Carlos kijkt vanaf zijn wolk toe en ziet dat politiek wat hem betreft op zo'n manier bedreven mag worden.






maandag 18 mei 2015

Amnesty International: Lowering age of adult criminal responsibility will consign children to “medieval” prison system

Plans to lower the age at which children can be prosecuted as adults in Brazil will dramatically undermine children’s rights and could result in teenagers being sent to notoriously dangerous adult prisons where they could face horrendous violence, abuse and grooming, said Amnesty International today.
Brazil’s congress is currently considering reducing the age a person could be prosecuted as an adult from 18 to 16 years old. If passed, the legislation would mean some children would be tried as adults, face the same criminal penalties and could be sent to adult prison.
“This is yet another outrageous attack against the rights of young people in Brazil. We know all too well that teenagers are more likely to be the victims of crime than the perpetrators. The rate at which black youths are being murdered in this country is a national scandal, and should be urgently addressed. But instead of being protected, these children are vilified and painted as criminals, increasing the situation of vulnerability they face in one of the most oppressive prison systems in the world,” said Atila Roque, Director Executive of Amnesty International Brazil.
Brazil’s prison system is one of the most violent in the world. The country has the fourth highest prison population, surpassed only by the USA, China and Russia, according to the International Centre for Prison Studies (ICPS).
Breaching international standards
Lowering the legal age of criminal responsibility and excluding children aged 16 to 18 from the juvenile justice system would also breach Brazil’s international obligations. These include the UN Convention on the Rights of the Child, the UN Standard Minimum Rules for the Administration of Juvenile Justice and various standards from the Inter-American Commission on Human Rights. They all lay out how children should be provided with specific treatment in a juvenile justice system that takes into account specific needs according to their age.
Amnesty International is calling on the Brazilian authorities to scrap plans to lower the age of criminal responsibility and instead increase their efforts to better protect children, especially by addressing the sky-high murder-victim rates among young people, particularly young black men.
Amnesty International Brazil has launched an email campaign to call on Congress to stop this legislation. The organization welcomes the position of the Brazilian President Dilma Rousseff who has come out against the proposed change.
“This is just one in a series of worrying attempts by the national congress to pick apart the human rights framework that currently exists in Brazil. By reducing the legal age of criminal responsibility, the Brazilian authorities are undermining the rights of children and teenagers in the country. Instead of working out ways to prosecute children as adults, the government should be focusing on upholding children’s rights, including their right to education, health and a life free from violence,” said Atila Roque.
More information
The justice and public safety system in Brazil has historically been marked by high levels of impunity, inefficiency, police violence and dangerous prisons.
According to National Public Safety Department, young people aged between 16 and 18 commit just 0.9% of all crimes at the country. Meanwhile, the most recent homicide data shows that of 56,000 killings recorded, 30,000 victims were young people aged 15-29 years, and of those were 77% black.
Projections from the Homicide Index among Adolescents also show that more than 42,000 adolescents aged 12 to 18 are at risk of being murdered in the next four years.
In 1990, Brazil enacted the Child and Adolescent Statute. The Brazilian legislation dictates that the lowest age of criminal responsibility is 12 years old, but that between 12 and 18, the trial must be conducted under the care of a juvenile justice system, suitable for their rights and social and psychological development characteristics, including contemplating the deprivation of liberty as a last resort and for the shortest appropriate period of time. 
Although States have a particular obligation to prosecute and punish those responsible for committing a crime, the government has to take into consideration the differences in the physical and psychological development in children, including adolescents aged 16 to 18, compared to adults.

zaterdag 16 mei 2015

Transparantie bestuur

De regionale Braziliaanse media putten zich vandaag uit in verslaggeving over de meest recente uitkomsten van een onderzoek van de federale rekenkamer (Controladoria-Geral da União, CGU) naar de mate van transparantie in het bestuur van 492 Braziliaanse gemeentes en de 27 deelstaten, inclusief het Federaal District. Of men prijst zich rijk met de hoogste waardering (São Paulo en Ceará) of likt de wonden bij de laagste score (Amapá en Rio Grande do Norte). Opvallend is de lage plaats van een deelstaat die nationaal politiek toch uitgebreid in de schijnwerpers staat, Rio de Janeiro. Op een schaal van 0 naar 10 behaalt de staat een 3,3 oftewel plaats 21 op de ranglijst van 27.

Daar waar de deelstaten het relatief beter dan verwacht blijkt echter volgens de cijfers van de CGU dat het met de transparantie in het bestuur van de gemeentes zeer bedroevend gesteld te zijn. 63% van de Braziliaanse gemeentes scoorde een 0, terwijl nog eens 23% tussen de 1 en de 2 kregen. Ook hier valt de lage notering van de stad Rio de Janeiro op, plaats 50 (4,7). De drie minst transparante deelstaathoofdsteden blijken Macapá (Amapá), Porto Velho (Rondônia) en São Luis (Maranhão) te zijn. De meest transparante gemeente van Brazilië is de miljoenenstad São Paulo, die de eerste plaats moet delen met Apiúna in Santa Catarina.

Bron: CGU


vrijdag 1 mei 2015

Curitiba 29 april 2015 - the never ending story

"A polícia do Paraná não sabe como lidar com as manifestações. Não eram delinquentes, eram professores. Evidentement, é preciso ser revista a maneira que a Polícia Militar no Paraná opera."
(Paulo Sérgio Pinheiro)

We kennen de beelden van 2013 en 2014. In de aanloop naar het wereldkampioenschap voetbal gingen grote groepen betogers in de Braziliaanse steden massaal de straat op om hun ongenoegen te uiten over zo'n beetje als wat er politiek mis gaat in het land. Enerzijds veel geld verslinden aan de sportevenement, terwijl Brazilië structureel wordt geplaagd door gebrekkig onderwijs, slechte medische zorg en een zeer povere infrastructuur. Al met al zeer legitieme redenen om van je, ook in Brazilië grondwettelijke gegarandeerde, democratisch recht op betoging en vrije meningsuiting gebruik te maken.

Eigenlijk vanaf het allereerste protest, op 13 juni 2013 in São Paulo (link) naar aanleiding van de verhoging door de overheid van de prijs van de buskaartjes, ging het faliekant mis. De politie trad met grof repressief geweld op en sloeg de betoging met keiharde hand uiteen. Het bleek de vonk in het kruidvat te zijn geweest. Sinds die dag namen het aantal demonstraties dagelijks toe, veranderden deels van karakter toen ook de autonome scene zich ertegenaan begon te bemoeien, maar werden steevast op hardhandige wijze door de politie tegemoet getreden. Er vielen goddank weinig doden, maar velen raakten door de onwillekeurige inzet van rubberkogels, pepperspray en andere anti-riotbewapening gewond. Er vonden arbitraire arrestaties plaats en advocaten die verhaal kwamen halen werden geïntimideerd.


We zijn nu een kleine twee jaar verder en ondanks alle protesten en verontwaardiging tegen het buitensporige politiegeweld rond het WK blijkbaar nog geen stap verder gekomen. Eergisteren was het raak in Curitiba, de hoofdstad van de zuidelijke deelstaat Paraná. Uit protest tegen stevige ingrepen in de pensioenvoorziening door de deelstaatregering van gouverneur Beto Richa (PSDB) gingen duizenden uit de onderwijswereld de straat op om voor het parlement te demonstreren in de poging de stemming over de wet te beïnvloeden. Toen de massa het parlementsgebouw te dicht zouden zijn genaderd werd op bevel van de gouverneur de politie ingezet om te beletten dat zij de betreffende zitting van de parlementsleden zouden gaan verstoren. Gevolg: meer dan tweehonderd gewonden onder de betogers door willekeurig gebruik van traangas, rubberkogels, pepperspray, waterkanon en de inzet van honden.

De verontwaardiging in Brazilië was enorm getuige de vele reacties op de sociale media en de kritische commentaren in de dagbladen. Iedereen die er een beetje toe doet in progressief-Brazilië liet zijn of haar stem horen. Amnesty International kreeg een flink podium (link) in het grootste en invloedrijkste dagblad van het land, O Globo, waarbij zij opriep tot een snel en onafhankelijk onderzoek naar de schending van het recht op vrije meningsuiting en vreedzame betoging en een berechting van die politiemensen die qua buitensporigheid over de schreef zijn gegaan.
De reacties van de deelstaatregering en de politie varieerden van voorspelbaar (aanwezigheid van de autonome en door de autoriteiten gevreesde 'black blocs' zouden reden zijn geweest voor gewelddadig optreden politie (PSDB-gouverneur Richa) of de regering had zo de democratie gered door een stemming in het parlement ongestoord door te laten gaan (PSDB-kopstuk en senator Aloysio Nunes); tot wel heel erg goedkoop (politieagenten die selfies op Facebook posten (link) waarbij zij opzichtelijk met rode kleurstof met de daadwerkelijke 200 slachtoffers de draak willen steken.)

Het is steeds weer hetzelfde verhaal. Nu de Brazilianen sinds 1989 eindelijk weer eens massaal de straat op zijn gegaan om hun ongenoegen tegen de zittende regeringen te uiten blijkt de politie daar qua mentaliteit noch training totaal niet op voorbereid te zijn. Het is nog steeds 'wij-tegen-zij", een voortdurende "oorlog" tegen delinquenten, eerst schieten dan praten. Ik hou mijn hart vast voor de aanloop naar de Olympische Spelen in Rio de Janeiro volgend jaar. Tegen de achtergrond van een immens impopulaire presidente en de verontwaardiging over de corruptieschandalen rond oliebedrijf Petrobras een zeer explosieve mix voor massaal volksprotest, waarbij te hopen is dat er binnen de politiegelederen met flink wat meer rationaliteit te werk zal worden gegaan om de te verwachten demonstraties op een vreedzame wijze in goede banen te leiden.