woensdag 21 november 2012

Innovatie en technologie in de BRICS-landen

Vandaag was ik op een seminar van de Universiteit Leiden, georganiseerd door de vakgroep Latijns-Amerika Studies, getiteld "Science, Technology & Innovation Policies in Brazil & Other BRICS: Challenges & Opportunities". Er waren een drietal voordrachten. Professor José Cassiolato van de Federale Universiteit van Rio de Janeiro hield een betoog over de verschillen en accenten binnen het gevoerde technologiebeleid van de vijf BRICS-landen China, India, Rusland, Brazilië en Zuid-Afrika. Opvallend was de aandacht binnen de vijf landen voor ruimtevaarttechnologie als gangmaker voor innovatie en technologische vooruitgang. Daarnaast maakte hij melding van de pogingen van de betreffende landen om tot een eigen muntsoort te komen om zo meer onafhankelijk van de Amerikaanse dollar te kunnen komen en op die manier een stabiele centrale rekenmunt te kunnen creëren. Daarnaast wordt er gezocht naar een alternatieve internationale bank, teneinde zich te kunnen bevrijden van het huidige, door het Westen gedomineerde internationale banksysteem. Een andere opvallende constatering was dat van de BRICS-landen alleen Brazilië in staat is gebleken om de inkomensongelijkheid te verminderen, daar waar deze in de andere vier landen de laatste jaren juist is toegenomen.
Als tweede kwam Maria Lastres aan het woord. Zij was namens de economisch machtige Braziliaanse ontwikkelingsbank BNDES aanwezig en hield een verhaal over de strategie van de Braziliaanse overheid met betrekking tot technologisch innovatiebeleid. Volgens haar zetten de Brazilianen in op duurzame innovatie met een oog op sociale rechtvaardigheid. Het beleid wordt gedragen door de LIPS (Local Innovation and Production Systems), waarbij op lokaal en regionaal niveau gekeken wordt waar de betreffende regio's sterk in zijn. Daar kan alleen in eendrachtige samenwerking tussen de overheid en particulier initiatief technologische innovatie geïnitieerd worden. De BNDES speelt daarbij een centrale rol.
Als laatste kwam professor Masson van de Leiden Law School aan het woord. Zij is deskundige op het gebied van ruimtewetgeving en liet zien dat de BRICS-landen op het gebied van ruimtevaarttechnologie al een aardig woordje meespreken en dat zij in de toekomst een steeds grote stempel op de activiteiten in de ruimte zullen gaan spelen. Zij liet de verschillende samenwerkingsinitiatieven tussen de BRICS-landen onderling zien, maar ook de eendrachtige samenwerking met de Europese ruimtevaartorganisatie ESA en de Europese Unie. Ook Brazilië speelt daarbij een rol, maar in het licht van de activiteiten van Rusland, China en India een bescheiden rol. De Brazilianen, sinds 1958 lid van de COPUOS (het Comité voor het Vreedzaam Gebruik van de Ruimte van de Verenigde Naties), zijn vooral sterk op het gebied van catastrofebeheersing vanuit de ruimte.
Mijn algemene indruk van de middag was dat de BRICS-landen ieder voor zich een gedegen en optimistische visie op het te voeren technologie- en innovatiebeleid hebben ontwikkeld, maar dat er van een eendrachtige houding naar de (Westerse) wereld toe nog niet veel valt te bespeuren.




maandag 19 november 2012

Bruno, Bruno

Terwijl het Mensalão-proces ten einde loopt en in die andere grote corruptiezaak de zakenman Carlinhos Cachoeira in het eindstadium van een groot parlementair onderzoek tachtig jaar gevangenisstraf boven het hoofd hangt heeft de Braziliaanse media haar tanden gezet in een andere rechtszaak die de gemoederen in het land bezighoudt (of in haar ogen zou moeten gaan bezighouden) en die vanaf vandaag de komende tijd de koppen in de kranten zal gaan beheersen, de zaak-Bruno.
Bruno Fernandes de Souza gold als een groot voetbaltalent en wist het te schoppen tot eerste doelman van de populairste voetbalclub van Brazilië, Flamengo uit Rio de Janeiro. Hij is in ongenade gevallen nu hij in verband wordt gebracht met de dood van Eliza Samudio in 2010. De studente Eliza verdween op 4 juni van dat jaar terwijl ze op uitnodiging van Bruno onderweg was van Rio naar Belo Horizonte, de hoofdstad van de deelstaat Minas Gerais. Zij had een jaar eerder al bij de politie aangegeven van Bruno een kind te verwachten en dat hij haar zou hebben gedwongen abortus te laten plegen. Het kind werd geboren en Eliza eiste bij de rechter dat Bruno het als vader zou erkennen.


Op 24 juni kwamen er bij de politie een melding binnen dat Eliza door Bruno en twee vrienden in het huis van de doelman in Belo Horizonte dood zou zijn geslagen. Het kind werd later bij een onbekende jongere in de stad teruggevonden en zou daar door een van de vrienden van Bruno naartoe zijn gebracht. Een van de medeverdachten, een 17-jarige neef van Bruno, slaat uiteindelijk door en vertelt aan de politie de hele toedracht. Eliza werd naar Belo Horizonte gelokt, gevangen gehouden en uiteindelijk door een bevriende oud-politieman zijn gewurgd, in stukken gesneden en aan zijn honden zijn gevoerd. Uiteindelijk werden er naast Bruno, die door justitie wordt gezien als de opdrachtgever voor de moord, zeven andere medeplichtigen gearresteerd, waaronder de echtgenote van de doelman en een van zijn andere minnaressen In december 2010 werd Bruno door een rechtbank in Rio de Janeiro wegens vrijheidsberoving, geweld en illegale opsluiting schuldig bevonden en werd hij veroordeeld tot vier jaar en zes maanden gevangenisstraf. Een paar dagen later kondigde het hof in de deelstaat Minas Gerais mee Bruno c.s. door een juryrechtbank te laten berechten wegens moord en die zaak is vandaag dus onder enorme media-aandacht in een rechtbank in Contagem, een voorstad van Belo Horizonte, begonnen.


Mensalão-proces bijna ten einde

In Brazilië loopt het Proces van de Eeuw ten einde. Na de veroordeling door het Federale Hooggerechtshof van de kopstukken binnen het corruptieschandaal rond het omkopen van parlementariërs in ruil voor steun aan de regering van toenmalig president Luiz Inácio Lula da Silva lijkt de publieke aandacht voor deze zaak te gaan afnemen. Er moeten in deze Mensalão-zaak nog steeds 37 mensen terechtstaan, maar het oordeel over de centrale personen is na drie maanden volle media-aandacht is geveld. De komende berichten over het Mensalão-proces zullen naar alle waarschijnlijkheid van de voorpagina naar pagina 5 verdwijnen.
Hoe zat het ook alweer? In 2005 kwam de federaal afgevaardigde Roberto Jefferson (PTB) met het nieuws naar buiten dat bepaalde parlementsleden periodiek geld van kringen rond president Lula kregen uitbetaald in ruil voor hun steun in het Huis van Afgevaardigden voor de politiek van de zittende federale regering. Dit leidde, mede door de gretigheid waarmee de Braziliaanse (rechtse) media op de zaak doken, in 2007 tot het in staat van beschuldiging stellen door het Federale Hooggerechtshof van zo'n veertig personen, waaronder een viertal hooggeplaatste leiders van de socialistische Partido dos Trabalhadores. Het federale OM kwam met een rapport waarin José Dirceu (toenmalig rechterhand van president Lula), José Genoino (voormalig PT-voorzitter), Delúbio Soares (oud-penningmeester van de PT) en de voormalige secretaris-generaal van de PT Silvio Pereira  werden aangewezen als de centrale kern van het omkoopschema. Pereira kwam het het OM tot een schikking, werd veroordeeld tot een taakstraf en verdween van de lijst van 40. De andere drie werden vorige week veroordeeld tot 10 jaar en 10 maanden (Dirceu), 6 jaar en 11 maanden (Genoino) en 8 jaar en 11 maanden (Soares), waarvan eerstgenoemde het eerste anderhalf jaar in een gesloten detentiecentrum moet doorbrengen en de andere een semi-gesloten instelling zullen gaan. (Wrang maar waar, maar nu het erop lijkt dat een politicus met gevaar voor eigen leven tussen gewone gedetineerden zal worden opgesloten staan de middeleeuwse wantoestanden in het Braziliaanse strafinrichtingen opeens weer hoog op de politieke agenda!)
Het hoogste rechtscollege was trouwens nog strenger in de bestraffing van de personen die rond de ondernemer Marcos Valério (zelf goed voor 40 jaar en 4 maanden) de logistiek van het omkopen mogelijk hadden gemaakt. Zo kreeg de voormalige voorzitter van de Banco Rural Kátia Rabello maar liefst 17 jaar gevangenisstraf en een enorme geldboete opgelegd wegens bendevorming, fraude en het witwassen van het geld dat bij de operaties in het geding was geweest. Haar directeuren troffen eenzelfde lot. Hoge celstraffen en dito geldboetes.
De veroordeelde politici van PT-huize beweren in alle toonaarden nog steeds onschuldig te zijn. Presidente Dilma verklaarde tijdens een vraaggesprek in het Spaanse dagblad El País de uitspraken te respecteren maar zei er in een bijzinnetje bij dat ook rechters zich wel eens kunnen vergissen. Kortom, de PT voelt zich groot onrecht aangedaan en geven daarvan vooral de media de schuld. Zij zouden er met een eigen agenda een politiek circus van hebben gemaakt. In zekere zin heeft men gelijk en wijst er daarbij steeds op dat het fenomeen mensalão ooit door oppositiepartij PSDB werd uitgevonden en dat daarvoor nog nooit iemand ter verantwoording is geroepen. Anderzijds mag dat geen excuus heten. De PT zat fout, maar het hele schandaal is door alle aandacht ervoor tot een onterecht Proces van de Eeuw uitgeroepen. De door de oppositie ingecalculeerde schade die men electoraal dacht te kunnen toebrengen werd door de uitslagen van de recente burgemeestersverkiezingen geen waarheid. Een Fernando Haddad van de PT won glansrijk de hoofdprijs in São Paulo, terwijl presidente Dilma onverstoorbaar populair blijft bij het Braziliaanse electoraat.

woensdag 7 november 2012

Oorlog in Brazilië

Het is oorlog in Brazilië. Terwijl in de straten van São Paulo een bloedig gevecht tussen politietroepen en de machtige drugsbende PCC (Primeiro Comando da Capital) plaatsvindt en waarbij tot op heden dit jaar al zo'n 90 politiemensen en burgers de dood hebben gevonden wordt er in het parlement een andere strijd geleverd.
Inzet is de verdeling van de opbrengsten van de aardoliewinning tussen de verschillende deelstaten en gemeenten van Brazilië. Daarbij gaat het om de belasting die de federale overheid heft op de winning door buitenlandse aardoliemaatschappijen. Allereerst zijn daar de royalties, de verplichte compensatie die de bedrijven moeten afdragen wegens de milieueffecten die de winning met zich meebrengt. Daarnaast de zogenoemde Speciale Deelname (Participação Especial), een extra belasting gericht op de grote olievelden voor de kust van de deelstaten Rio de Janeiro en Espírito Santo. In totaal gaat het om ettelijke miljarden reais, die volgens de afgesproken regels voornamelijk naar de beide deelstaten en de gemeenten binnen die deelstaten gaan.


Een eerder door de senaat aangenomen plan om de verdeling van de belastingsopbrengsten ook aan de andere deelstaten ten goede te laten komen werd gisteren door het federale Huis van Afgevaardigden aangenomen. Tot zeer groot ongenoegen van de olieproducerende deelstaten, die er bij presidente Dilma dan ook met klem op aandringen het nieuwe wetsontwerp met een veto van tafel te vegen. Eerder deed haar voorganger Lula dat al succesvol toen een soortgelijk wetsontwerp op tafel lag. De regeringen van Rio de Janeiro en Espírito Santo lijken tot een compromis bereid te zijn geweest door de nieuwe verdeling alleen voor nieuw te ontdekken aardolievelden te laten gelden, daarin gesteund door de federale overheid. Door ook de oude concessies in de herverdeling te betrekken, zoals een meerderheid in het Congres nu wil, zou er een hele reeks van rechtszaken tot stand kunnen komen omdat bestaande contracten zullen moeten worden opengebroken. Rio de Janeiro en Espírito Santo dreigen dan ook naar het federale Hooggerechtshof te zullen stappen, omdat de nieuwe wet in flagrante tegenspraak met de federale Grondwet lijkt te zijn.
De gouverneur van Rio de Janeiro heeft al aangegeven dat door het wegvallen van miljarden reais aan inkomsten de organisatie van zowel het WK Voetbal als de Olympische Spelen direct in gevaar zullen komen als de wet niet door een presidentiële veto getroffen zal worden. Misschien wat overdreven van Sérgio Cabral, maar het geeft wel aan dat het schuim de deelstaat aan de lippen staat.
Het leidt geen twijfel dat de opbrengsten van de aardolie ook de andere deelstaten ten goede moeten komen, maar de huidige wet gaat inderdaad een stap te ver. Brazilië wil zich profileren als een rechtsstaat en daar hoort ook bij dat eerder afgesproken overeenkomsten nageleefd dienen te worden. Het ziet ernaar uit dat Dilma het vermogen van haar voorganger om tot compromissen te komen nog hard nodig zal hebben en het zal me niets verbazen als een dezer dagen het politieke dier Lula in deze oorlog om de harde cash om de hoek zal komen kijken.

vrijdag 19 oktober 2012

Quem matou Max

Vanavond zit half Brazilië aan de buis gekluisterd. Niet voor een finalewedstrijd van de Seleção, het nationale Braziliaanse voetbalelftal, maar voor de ontknoping van de zeer populaire telenovela "Avenida Brasil". Deze sitcom werd dit jaar vanaf maart dagelijks uitgezonden op Rede Globo en wist al snel een grote schare trouwe volgers te verwerven. De serie was zo populair dat ook andere media dagelijks verslag van de verwikkelingen deden.
Het script werd geschreven door João Emanuel Carneiro, die alle verhaallijnen zo wist te verknopen dat op de allerlaatste dag zo'n beetje iedereen in aanmerking komt voor de moord op de vileine slechterik Max. Drie woorden branden in Brazilië dan ook al een week op ieders lippen: "Quem matou Max?" ("Wie vermoordde Max?") Volgens de laatste berichten uit São Paulo en Rio de Janeiro spelen daar veel café's en uitgaansgelegenheden op in door speciale televisieavonden te organiseren. 


Nog een aflevering en dan behoren ook Carminha, Tufão, Jorginho, Nina, Max, Cadinho, Darkson, Leleco, Monalisa, Santiago, Lucinda en Suelen tot het Braziliaanse televisieverleden. Ook ik ga ze stiekem een beetje missen.

woensdag 17 oktober 2012

Marilene

Iedereen heeft in zijn vakgebied zo zijn persoonlijke helden. Mensen die inspireren en het vuur geven om door te gaan in een strijd die bijkans onmogelijk lijkt te zijn om te kunnen volbrengen. Mijn Braziliaanse helden zijn legio. In mijn ogen zijn alle mensenrechtenactivisten die met de voeten in de modder staan helden van de zuiverste soort. Maar er zijn er altijd een aantal die er persoonlijk bovenuit uitsteken. Om de eenvoudige reden dat ik de afgelopen jaren met hen persoonlijk heb mogen samenwerken denk ik in mijn geval aan een Marcelo Freixo in Rio de Janeiro, een Valdênia Paulino in São Paulo/João Pessoa en een Frei Henri Burin des Roziers in Pará. En natuurlijk aan Marilene Lima de Souza in Rio.


Het was de allereerste zaak die ik in 1998 bij Amnesty International in handen kreeg. Het taakdossier van Magé of beter bekend als de strijd van de Moeders van Acari (Mães de Acari). Het was wederom een treurige zaak waarbij een elftal jongeren uit de wijk Acari in Rio de Janeiro op 26 juli 1990 tijdens een weekeinde op een boerderij in Magé "verdwenen" en waarvan de stoffelijke overschotten tot op de dag van vandaag nooit zijn teruggevonden. Er zijn veel sterke aanwijzigingen dat leden van de militaire politie erbij betrokken zijn geweest. Zij hadden losgeld in de vorm van juwelen en geld geëist.
Geïnspireerd door de Argentijnse Moeders van de Plaza de Mayo verzamelden de moeders van de jongeren zich in de jaren nadien elke maandagmorgen in Cinelândia, hartje Rio de Janeiro om met foto's in de hand aandacht voor de zaak te laten houden. De 'Moeders van Acari' was geboren en hun strijd gaat tot op de dag van vandaag door. De vrouwen werden voortdurend bedreigd en in 1993 werd een van hen (Edméia da Silva Euzebio), waarschijnlijk uit wraak, in koele bloeden vermoord.
De groep werd geleid door een aantal sterke vrouwen waarvan Marilene Lima de Souza (1952) er een van was. Zij verloor op die beruchte dag haar achttien-jarige dochter Rosana. Jarenlang heeft zij haar leven gewaagd om de waarheid boven water te kunnen krijgen. De zaak van Magé verjaarde op 25 juni 2010, maar de gedetailleerde verklaringen van een getuige die in het politiearchief zouden zijn opegslagen heeft het Openbaar Ministerie van de deelstaat Rio de Janeiro ertoe bewogen de zaak te laten heropenen.
Maar Marilene, waarvoor Amnesty International plannen had om haar in het voorjaar van 2013 naar Europa over te halen om de zaak internationaal wederom in de schijnwerpers te kunnen zetten, zal echter nooit te weten gekomen waar haar dochter haar laatste rustplaats heeft gevonden. Marilene overleed gisteren op zestigjarige leeftijd in een ziekenhuis aan de gevolgen van een hersentumor.

zaterdag 13 oktober 2012

Ondertussen in ... Paulínia

Brazilië kent drie grote nationale filmfestivals, waar films van eigen makelij worden vertoond en die in de prijzen kunnen vallen. Deze evenementen zijn om publicitaire redenen belangrijk voor zowel de stad zelf als voor de filmwereld. In deze blog wil ik een uitstapje maken naar een van die steden, Paulínia in de deelstaat São Paulo. Sinds 2008 kent deze economisch bloeiende provinciestad een filmfestival en mag zich meten met die van Brasília (DF) en die van Gramado (Rio Grande do Sul), waar sinds 1973 het grootste Braziliaanse filmfestival wordt gehouden.
Paulínia, een buurgemeente van het 'Nederlandse' stadje Holambra in het binnenland van São Paulo, is in zoverre al bijzonder te noemen dat het pas sinds heel recent een heuse bioscoop heeft, maar toch al vier jaar een vermaard filmfestival binnen haar poorten weet. Sterker nog, de gemeente heeft een viertal filmstudios en een filmopleiding op poten weten te zetten, waarmee het zich wil ontwikkelen tot het "Braziliaanse Hollywood". Letterlijk. Het in 2008 geopende Theatro Municipal de Paulínia (kosten 21 miljoen euro) is een kopie van het Kodak Theatre in Los Angeles, het complex waar jaarlijks de Oscars worden uitgereikt.

 Rogerio Resende

De man die achter dit plan zit om de gemeente op de wereldkaart te zetten heet Edson Moura. Deze 62-jarige ondernemer, afkomstig uit de provincie van de deelstaat Bahia, is al drie termijnen voor de PMDB burgemeester van de stad geweest en vooral tijdens zijn laatste termijn heeft hij zijn eeuwige roem willen vergaren met de planning en uitvoering van een aantal megalomane bouwprojecten. Want naast zijn cinematografische plannen liet hij bij het busstation (rodoviária) een enorm winkelcentrum bouwen met, jawel een moderne bioscoop. Daarnaast verrees er in de stad het grootste overdekte sambodromo (stadion waar het jaarlijkse carnavalsdefilé wordt gehouden) van Brazilië en een megalomaan plan om een futuristisch cultureel centrum in de vorm van een knalblauwe Maya-tempel van de grond te tillen.
Maar ere wie ere toekomt, dat filmfestival is er gekomen en veel bekende mensen uit de Braziliaanse filmwereld wisten in die korte tijd hun weg naar Paulínia te vinden. Zo was het in Paulínia dat films als 'Tropa de Elite 2' van José Padilha, 'Chico Xavier ' van Daniel Filho en 'O Palhaço' van Selton Mello, de Braziliaanse inzending voor de Oscar dit jaar, hun doorbraak naar het grote publiek vonden.
Dat al die bouwactiviteiten en festivals ten koste is gegaan van de broodnodige investeringen in de stad werd tijdens de afgelopen verkiezingscampagne weer eens pijnlijk duidelijk. Paulínia is door enorme investeringen van onder meer Petrobras, Shell en ExxonMobil in de loop der decennia uitgegroeid tot het grootste petrochemische complex van heel Latijns-Amerika en kent daardoor een grote toeloop van migranten uit de armere delen van het land. De financiering van het onderhoud en de uitbreiding van het onderwijs, de infrastructuur en de gezondheidszorg is bij lange na niet toereikend geweest om die groei op te kunnen vangen. Tientallen miljoenen reais zijn immers aan de plannen van Edson gespendeerd.
Na zijn derde termijn als burgemeester mocht Edson in 2008 reglementair niet aan de verkiezingen deelnemen maar wist wel zijn stroman José Pavan Júnior (PSB) het ambt te laten bekleden. Maar ja, die kreeg de smaak te pakken en wenste dit jaar een herverkiezing tegen ... Edson. En zo kon het gebeuren dat het filmfestival in april geen doorgang vond. Die 1,2 miljoen euro kon wat Pavan betrof beter besteed worden aan investeringen in onderwijs en gezondheidszorg. Iets wat hijzelf in de eerste drie jaar van zijn periode ook had nagelaten te doen, maar waar hij nu toch hele grote electorale kansen voor zichzelf zag liggen.


Maar Edson is populair en zou de verkiezingen zelf hebben gewonnen als hem niet vlak voor de stembusgang door de rechter zijn politieke rechten zou zijn afgenomen. Dit wegens een aantal corruptieschandaaltjes uit zijn eerder regeerperiodes. Zo had hij de kosten van zijn advocaten direct uit de gemeentekas betaald, in een rechtszaak waarin hij terechtstond wegens onwettige aanbestedingen. Daarnaast zou hij voor de opening van 'zijn' winkelcentrum alle kosten van een optreden van de populaire Braziliaanse zangeres Ivete Sangalo door de gemeente hebben laten betalen.
Zijn zoon Edson Moura Júnior sprong te hulp en redde de familieëer door het afgelopen weekeinde in de eerste ronde met een kleine meerderheid tot burgemeester van de stad te worden gekozen. Hij kondigde direct aan dat het filmfestival volgend jaar weer plaats zal gaan vinden en dat men internationaal gaat. Want grootse ambities kan de familie Moura niet ontzegd worden. Een opsteker voor de filmwereld, maar naar alle waarschijnlijkheid zullen ook de komende vier jaar de bewoners van Paulínia weer naar de broodnodige investeringen in de sociale voorzieningen kunnen fluiten.

maandag 8 oktober 2012

Dona Dilma en 2014

De strijd in de meeste Braziliaanse gemeenten is gestreden en op de achtergrond speelt reeds de volgende verkiezing een rol. En niet de minste. In 2014 zijn er weer presidentsverkiezingen en het was dan ook geen wonder dat de zittende presidente Dilma Rousseff (of Dona Dilma zoals ze door haar aanhang ook wel liefkozend wordt genoemd) zich in de strijd heeft gemengd. Volgens het team om haar heen golden de verkiezingen van gisteren als een manier om het veld te verkennen.
Haar grootste uitdagers voor 2014 zetelen in Belo Horizonte en Recife, waar de kandidaten van respectievelijk Aécio Neves (PSDB) en Eduardo Campos (PSB) de overwinning voor het burgemeesterschap wisten te behalen. Beide gelden als de meest toonaangevende Braziliaanse politici van de nabije toekomst en vooral de persoonlijke vriendschap tussen Neves en Campos baart de PT-top zorgen. Wat al deze twee populaire politici het op een akkoordje gaan gooien en als duo de strijd met Dilma aan zullen gaan?
De agressieve campagne voor haar PT-kandidaat Patrus Ananias in Belo Horizonte, de hoofdstad van de belangrijke deelstaat Minas Gerais, is een voorteken voor de manier waarop ze zich in de strijd om de tweede ronde van 28 oktober in São Paulo zal gaan mengen. Daar zal ze haar volle gewicht in de schaal leggen voor Fernando Haddad (PT) in de traditionele broedertwist met de PSDB van José Serra en dus van Aécio Neves. Een overwinning van Haddad, die morgen waarschijnlijk de steun van de strategisch cruciale PMDB zal binnenhalen, zou een enorme opsteker voor haar eigen campagne betekenen. Daarmee geldt de komende tweede ronde in de stad São Paulo als een evenement waar alle ogen in Brazilië op gericht zullen zijn.

Einde eerste ronde

De strijd is in de meeste Braziliaanse steden gestreden, terwijl in nog vijftig gemeenten een tweetal partijen zich moeten opmaken voor een tweede ronde op 28 oktober. En niet de minste: in São Paulo, Manaus en Salvador zal nog eenmaal dit jaar op het scherpst van de snede campagne worden gevoerd voor de begeerde burgemeestersfunctie.
In een aantal grote steden werd die strijd al in de eerste ronde met een enorme landslide beslist. Twee steden waarbij de heersende machtspolitici door leden van een kleinere linkse partij het vuur aan de schenen werd gelegd. Uiteindelijk moesten Manuela d'Ávila (PCdoB) en Marcelo Freixo (PSOL) het in respectievelijk Porto Alegre en Rio de Janeiro het afleggen tegen de zittende burgemeester. In de hoofdstad van de zuidelijke deelstaat Rio Grande do Sul haalde José Fortunati (PDT) maar liefst 70% van de stemmen binnen, terwijl Eduardo Paes met 64,4% van de stemmen zich voor een tweede termijn in Rio zal opmaken. Opmerkelijk bij de die laatste overwinning is dat Freixo slechts een kiesdistrict (reduto) wist binnen te halen (Cosme Velho/Laranjeiras), terwijl Paes in alle overige districten de meerderheid behaalde. Ook Marcio Lacerda (PSB) in Belo Horizonte en Paulo Garcia (PT) in Goiânia haalden de eindstreep met het grootste gemak.


Spannend daarentegen zal het in met name São Paulo en Salvador, de hoofdstad van de deelstaat Bahia gaan worden. In Sampa, zoals de paulistanos hun stad liefkozend noemen, zal het een ouderwetse strijd tussen de PSDB van José Serra en de PT van Fernando Haddad worden. En dat mag verrassend heten, want lange tijd leek het ernaar uit te zien dat de outsider Celso Russomanno (PRB) als winnaar van de eerste rond uit de bus zou komen. De strijd in São Paulo wordt ert een om als brazilianist mijn vingers bij af te mogen likken.
In Salvador wordt het een interessante nek-aan-nek-race tussen ACM Neto (DEM) en Nelson Pelegrino (PT). Ook leuk wordt de strijd in Manaus, waar Arthur Virgílio (PSDB) het in de tweede ronde gaat opnemen tegen die andere (vrouwelijke) verrassing in verkiezingstijd, Vanessa Grazziotin (PCdoB), die op de openlijke steun van presidente Dilma mag rekenen.

Voor alle uitslagen van de eerste ronde zie: http://eleicoes.folha.uol.com.br/2012/1turno/mapa-capitais.shtml

woensdag 3 oktober 2012

Oktoberfest

Het is vandaag 3 oktober, Dag van de Duitse Eenheid. Terwijl in alle Duitse gemeenten wordt stilgestaan bij de Duitse eenwording van 1990 speelt er in München ook nog dat andere grote feest af. Op de Theresienwiese van de Beierse hoofdstad wordt het jaarlijkse Oktoberfest gehouden. "Fesche Dirndl und Bierzelte mit der besten Stimmung", zoals mijn Duitse krant het treffend weet te omschrijven.
Automatisch gaan mijn gedachten naar die andere Oktoberfeste, in een geheel ander deel van de wereld. Ik herinner mij een reportage van Boudewijn Büch over het Oktoberfest van Blumenau, de tweede stad van de Braziliaanse deelstaat Santa Catarina, en dat ik dacht, daar wil ik een keer bij zijn. Het is er helaas nog niet van gekomen en staat daarom hoog op mijn verlanglijstje.



De Duitse gemeenschap in Brazilië kent al een lange geschiedenis. De eerste Duitse immigranten arriveerden al in Zuid-Amerika aan het begin van de negentiende eeuw, waarvan het grootste deel in de huidige zuidelijke deelstaten van Brazilië (Rio Grande do Sul, Santa Catarina, Paraná en São Paulo). Er zouden op dit moment nog zo'n 200.000 Brazilianen zijn die de Duitse taal nog enigszins machtig zijn. Dat Braziliaanse Duits heeft zich trouwens op haar eigen manier geëvolueerd van uit een drietal Duitse dialecten, het Hunsrückisch, het Plattdüütsch en het Schwäbisch.
Veel Duitse immigranten zijn in het tijdperk van de Estado Novo van de dictator Getúlio Vargas (1930-1953) gedwongen overgegaan op het hanteren van het Portugees. Gedurende de Tweede Wereldoorlog was het gebruik van de Duitse taal van staatswege verboden, wat veel gezinnen er echter niet van weerhield thuis hun eigen taal en cultuur te hanteren. Het Oktoberfest van Blumenau is het voorbeeld dat die traditie in alle uitbundigheid nog gevierd kan worden.



dinsdag 2 oktober 2012

Carandiru - 20 jaar later

Ik heb de foto uit O Globo nog steeds bij mij thuis in mijn archief zitten. Begin december 2002 ging het dan eindelijk gebeuren. De deelstaat São Paulo liet het grootste deel van de gebouwen op het terrein van de beruchte Casa de Detenção in de wijk Carandiru tegen de grond gaan om plaats te maken voor een terrein voor vijetijdsbestedingen.
Enkele dagen voor die bewuste negende december haastte ik mij met een vriendin per metro naar Carandiru, teneinde op het laatste moment nog een glimp van het terrein en vooral van de voor mij, via mijn werk voor Amnesty International, o zo bekende toegangspoort te kunnen opvangen.


Onder veel feestgedruis, opgeluisterd door de aanwezigheid van de deelstaatgouverneur José Serra en andere hoogwaardigheidsbekleders, verdween het complex fysiek in de geschiedenisboekjes. Maar daarmee was de herinnering nog lange niet verdwenen. De mensonterende toestanden van honderden gedetineerden opeen gepakt in donkere, overvolle cellen, de aanwezige ziektes en ongediertes, de gebrekkige medische voorzieningen,het geweld van de gevangenen onderling, de opstanden en de vele gevallen van marteling door het bewakingspersoneel. Carandiru, zoals de gevangenis in de volksmond heette, werd het symbool van alles wat er mis is binnen het penitentiaire systeem van Brazilië. En vooral na die tweede oktober 1992.
Op die bewuste dag, vandaag precies twintig jaar geleden, vond er een grote vechtpartij tussen de gedetineerden in paviljoen 9 van Carandiru plaats, zoals die in de Braziliaanse zomermaanden elk jaar op grote schaal voorkomen. Het is het seizoen van de opstanden en de vele (gewelddadige) vluchtpogingen. Ondanks signalen van de gevangenen naar de politie toe dat er bij een ontruiming geen weerstand zou worden geboden gingen 325 manschappen van de oproerpolitie het complex binnen. Het resultaat, 111 gedetineerden die in koele bloede om het leven waren gebracht en geen slachtoffers onder de politiemensen.



Het duurde tien jaar voordat de justitiële onderzoeken een resultaat zou opleveren. Er werd besloten geen individuele politieagenten voor het gerecht te dagen. Zij zouden in 'chain of command' hebben gehandeld en om daar een vinger tussen te krijgen werd als een onmogelijke opgave gezien. Alleen de hoogste politiefunctionaris die de verantwoordelijkheid voor de slachting had gedragen, kolonel van de militaire politie Ubiratan Guimarães, zou zich voor de rechter moeten verantwoorden. Maar hij wist zich juist in 2002 tot lid van het deelstaatparlement van São Paulo te laten verkiezen en wist zo justitiële immuniteit te verkrijgen.
Sindsdien is er niet veel veranderd binnen het penitentiaire systeem in Brazilië. De omstandigheden zijn nog steeds extreem slecht. Marteling, opstanden, vluchtpogingen en gewelddadig politieoptreden zijn nog steeds aan de orde van de dag. De gevangenissen en politiecellen zijn over het algemeen nog steeds onaanvaardbaar overbevolkt, de medische en educationele bijstand erg beperkt. 
Carandiru is niet meer, maar de geest leeft nog altijd in de hoofden van de vele gedetineerden en hun familieleden voort.

Planet Hemp, back on stage

O, wat had ik er graag bij willen zijn afgelopen zaterdag! Planet Hemp gaf na tien jaar weer eens een liveconcert en nog wel in het Circo Voador, dé muziektempel van Rio de Janeiro in Lapa die dit jaar dertig jaar bestaat. Tijd voor een feestje moet elke rechtgeaarde carioca gelijk gedacht hebben. En het moet afgaande op de pers een groots feestje zijn geworden!. Tweeduizend man publiek en een stevige mix van rock en hiphop die voor Marcelo D2 (foto) en zijn mannen zo kenmerkend is.


Planet Hemp, het lijkt alweer zo lang geleden. De toendertijd in Brazilië zeer omstreden ikonen van de strijd voor de legalisatie van marijuana (maconha) in het land. Maatschappijkritisch, scherp en bruisend van energie! Ze lieten slechts drie albums na en zijn in Europa in het underground-circuit een beetje bekend geworden met een van hun hits, "Dig Dig Dig (Hempa)".
Marcelo D2, een van de twee frontmannen, timmert nu al zo'n tien jaar solo aan de weg en maakt een uiterst succesvolle carrière, waarin hij op dit moment bekend staat als degene die de samba en de hiphop succesvol heeft kunnen laten samensmelten.


In Brazilië kunnen ze nog tot het einde van dit jaar van de live-verrichtingen van Planet Hemp genieten. De jongens gaan een kleine toernee maken en menig concertzaal zal als vanouds uit zijn voegen barsten. Divertir-se!

Mensalão do PT

Het Proces van de Eeuw, zoals de zaak reeds enigszins voorbarig door de Braziliaanse media werd uitgeroepen, loopt bijna teneinde. Na bijna drie maanden staat het federale hooggerechtshof in Brasília op het punt de drie belangrijkste kopstukken van de socialistische Partido dos Trabalhadores van het vorig decennium ter verantwoording te roepen voor hun rol bij de Mensalão do PT, de grote omkoopzaak die in 2005 aan het rollen werd gebracht en waarbij personen in de PT-top de eerste regering van president Luiz Inácio Lula da Silva aan meerderheden in het parlement had geholpen door aan politici van andere bevriende partijen grote sommen geld door te sluizen.


De aanvankelijk elf rechters van het Hof (deze maand ging minister Celso Pelluso met pensioen en diens opvolger minister Teori Zavaschki heeft aangegeven zich wegens gebrek aan inhoudelijke kennis van de zaak van een uitspraak te willen onthouden) hebben achtereenvolgens de betrokkenheid van ambtenaren en ondernemers bij de zaak bekeken, dus zij die voor de logistieke uitvoering van de omkoopzaak verantwoordelijk waren. Daarna werd er een voor een gekeken naar die parlementariërs die zich hebben laten omkopen en nu is het dan de focus op de breinen achter alle omkooppraktijken. En daar zitten drie hele grote namen uit de top van de PT bij: de toenmalige partijvoorzitter José Genoino, de toenmalige penningmeester van de partij Delúbio Soares en de man die als de spin in het web wordt gezien, José Dirceu (foto). Hij was ten tijde van het gebeuren als stafchef (Casa Civil) de rechterhand van president Lula en de facto voorzitter van de PT.


De hele gang van zaken was tot nu toe niet geheel spectaculair. Het meeste interessant waren de onderlinge juridische meningsverschillen tussen de twee belangrijkste rechters die op deze zaak zijn gezet. Zo kwamen minister Joaquim Barbosa (relator) en Ricardo Lewandowski (revisor) soms tot verrassend andere uitspraken ten aanzien van bepaalde verdachten, maar dan betrof het vaak personen op de tweede rang van de organisatie. Wat de grote vissen betrof, zoals het logistieke genius de ondernemer Marcos Valério, was men toch al snel eenduidig van de schuld overtuigd. De eensgezindheid van deze rechterlijke uitspraken (alle tien de rechters spreken per verdachte een oordeel uit) heeft de verdachte leden van de toenmalige PT-top toch enigszins doen schrikken. Genoino, Dirceu en Soares hadden aanvankelijk gedacht er wel vanaf te kunnen komen, maar daadwerkelijk gevangenisstraf lijkt toch akelig reëel voor hen te worden. Minister Barbosa zou al gesproken hebben van de mogelijkheid van de maximumstraf van ruim twaalf jaar detentie in een gesloten instelling. Wat Dirceu c.s. nu mogen hopen dat de straffen lager gaan uitvallen omdat zo de mogelijkheid van gevangenschap in een open of halfgesloten detentiecentrum in zicht komt of zelf bij een straf lager dan vier jaar een alternatieve strafmaat.
Want dat ze schuldig zijn daaraan twijfelt daadwerkelijk niemand in Brazilië. De mensalão is een praktijk dat  in de politieke praktijk al eerder plaats had gevonden (bij oppositiepartij PSDB in Minas Gerais en bij de DEM in het Federaal District) en waar deze week in de strijd om het burgemeesterschap van Rio de Janeiro diens belangrijkste tegenstrever de huidige burgervader Eduardo Paes (PMDB) ervan beschuldigd de steun van een splinterpartij voor veel geld te hebben gekocht.
Dat de zaak zo hoog wordt gespeeld heeft alles te maken met de machtige positie die de PT het afgelopen decennium binnen het Braziliaanse politieke bedrijf door de populariteit van achtereenvolgens president Lula en diens opvolgster Dilma Rousseff heeft gekregen. Dan is er natuurlijk niets mooiers dan een partij die er altijd op voorstond een schoon blazoen wat corruptie betrof daar in het hart te treffen waar mogelijk. Dat werd dus José Dirceu, door zijn functie na de president de machtigste man van het land en ook nog de meest trouwe politieke vriend van president Lula, die zich al die jaren wist te weren door te verklaren er helemaal niets vanaf geweten te hebben en ermee wegkwam.
De Braziliaanse media sponnen er natuurlijk heel veel garen bij en heeft zo haar bijdrage geleverd om het proces tot een zaak van dergelijke proporties te maken en de oppositie lachte in haar vuistje. De uitspraak tegen de José Dirceu zal twee dagen voor de belangrijke burgemeestersverkiezingen van 7 oktober aanstaande plaatsvinden.

maandag 1 oktober 2012

Fla-Flu, broederstrijd carioca-style

Mijn allereerste kennismaking met het Braziliaanse clubvoetbal vond in 1978 plaats. In dat jaar werd in Amsterdam de vierde editie van het inmiddels ten ziele gegane Amsterdam 700 Toernooi gespeeld en als dertienjarige voetballiefhebber zag ik in de voetbalpers naast de sterren van Ajax, AZ'67 en het Belgische Anderlecht voor het eerst van mijn leven de exotisch aandoende shirtjes van Fluminense FC uit Rio de Janeiro. De paars-groen-witte strepen vond ik mooi, al weet ik inmiddels dat de gemiddelde Braziliaan daar geheel anders over denkt. Behalve natuurlijk als je tricolor of pó-de-arroz (letterlijk, talkpoeder) bent, een aanhanger van Fluminense.(Op datzelfde toernooi maakte de grootste craque uit de clubgeschiedenis van Fluminense trouwens nog zijn opwachting. Roberto Rivellino was tijdens het WK van 1974 in West-Duitsland een van grote namen van de Seleção, dat echter in de 'halve finale' sneuvelde tegen het Nederlands elftal.)

Fluminense werd in 1902 opgericht en geldt oorspronkelijk als de club van de traditionele aristocratie van Rio de Janeiro en dat is aan haar eigen stadion/trainingscentrum in de wijk Laranjeiras af te zien. Het aanzienlijke sportcomplex is in neoclassicistische stijl opgetrokken en alleen daarom is een bezoek aan de Rua Pinheiro Machado al de moeite waard. Maar inmiddels is ook Fluminense uitgegroeid tot een volksclub en heeft de harten van een grote schare supporters uit het Brazilië gewonnen. Zo groot zelfs dat de gemeenteraad van Rio in 2007 21 juli  heeft uitgeroepen tot een officiële herdenkingsdag, de Dia do Fluminense e dos Tricolores. Daarnaast kent de club de charismatische paus Johannes Paulus II als een van haar beschermheiligen. De Kerkvader was vanaf 1980 een van haar meest beroemde fans.
Of die andere volksclub uit Rio daar allemaal zo blij mee is valt nog te betwijfelen. Want als er een club in Brazilië qua populariteit boven iedereen uitsteekt is dat CR Flamengo wel. Kijk een documentaire over Brazilië en je ziet er altijd wel een lopen. Of het nou in de volkswijken van Rio de Janeiro zelf is of in verre uithoeken als Amazonas en het noordoosten van het land altijd is er wel een flaminguista in beeld, meestal een jongetje met het beroemde zwart-rode tenue van de club uit het gelijknamige stadsdeel van Rio. Flamengo is de club van Zico, Djalminha, Jair en vele andere grote namen uit het Braziliaanse voetbal. Niet voor niets wordt het team "o mais querido do Brasil" genoemd. (Al zullen daar op hun beurt de aanhangers van die historisch andere grote volksclub, Corinthians uit São Paulo, weer anders over denken!)


Gisteren was het weer zover. Dé voetbalderby van Rio de Janeiro werd gespeeld en dat is en blijft Fla-Flu. Het Estádio Olímpico João Havelange, in de volksmond de Engenhão genoemd, zat bomvol en ook de media in de stad liepen al dagen op de wedstrijd vooruit. Ik heb het wedstrijdverslag thuis via CBN Rádio  live gevolgd en het viel me op dat er zo'n vijftal reporters alleen al van dat radiostation direct verslag deden en commentaar gaven van wat er op het veld te aanschouwen viel.
En dat was veel! Het werd een klassieke kraker in de Olympische arena van de wijk Méier, neutrale grond omdat het Maracanã-stadion, de thuisbasis van beide clubs, voor de Confederatie Cup van 2013 en het WK Voetbal van 2014 helemaal op de schop gaat. Flamengo kende de meeste scoringskansen en had dus moeten winnen. Een gemiste strafschop, een bal frontaal op de lat en tot overmaat van ramp een afgekeurd doelpunt werd haar deel. Uiteindelijk werd het 0-1 voor Fluminense, nadat sterspeler Fred een perfecte voorzet van de Portugees (of is 'ie nu toch weer Braziliaan?) Deco (foto, links) afrondde.

Dhavid Normando/Photocamera

Het moet raar lopen als Fluminense dit jaar geen Braziliaans kampioen wordt. Tricolor doet het dit jaar uitzonderlijk goed, staat bovenaan en kon vandaag door winst zes punten afstand nemen van de naaste belager, Atlético-MG uit Belo Horizonte. 

zondag 30 september 2012

Collor, twintig jaar geleden

Jeetje, het is alweer twintig jaar geleden dat ik aan de universiteit van Groningen vol trots mijn historisch onderzoek naar ontwikkeling van de historiografie gedurende de militaire dictatuur in Brazilië heb afgerond. Het zou een spannende zomer worden in 1992. Een zomer waar ik mij maandenlang als een kluizenaar bewoog in de fantastische wereld van de Braziliaanse geschiedschrijving, met grootheden als Capistrano de Abreu, Gilberto Freyre, José Honoria Rodrigues, Florestan Fernandes en Fernando Henrique Cardoso. Maar ook de zomer dat Brazilië voor het eerst in haar geschiedenis voortijdig afscheid nam van een wegens corruptie tegen de lamp gelopen president.
Het was in die tijd niet gemakkelijk om als student vanuit Europa de verwikkelingen in Brazilië dagelijks op de voet te kunnen volgen. Er was nog geen internet en naar mijn weten kon men alleen bij het CEDLA in Amsterdam zo nu en dan voor een Braziliaanse krant of weekbald als Veja terecht, die dan ook nog eens dagen verouderd was. Ik was elke dag in de bibliotheek van de Groningse letterenfaculteit te vinden om me via de buitenlandse pers, met name de Spaanse kwaliteitskrant El País, het Portugese dagblad O Tempo en de toen al verrassend internationaal georienteerde Neue Zürcher Zeitung, van de laatste stand van zaken in Brasília op de hoogte te laten brengen.


Fernando Collor de Mello (Rio de Janeiro, 1949) was van 1990 tot 1992 de eerste president die na de periode van de militaire dictatuur (1964-1985) voor het eerst direct door de Braziliaanse bevolking gekozen was. (Zijn voorganger José Sarney was de running-mate van de voortijdig overleden president Tancredo Neves, die op zijn beurt  in 1985 door een parlementair kiescollege in het ambt was verkozen.) Deze jonge flamoyante carièrrepoliticus uit de noordoostelijke deelstaat Alagoas had in 1989 de strijd om het presidentschap van de socialist Luiz Inácio Lula da Silva gewonnen met zijn belofte de corruptie en vooral de zelfverrijking van politici en  topambtenaren, in de volksmond 'marajás' ('maharadjas') genoemd, bij de wortel aan te zullen pakken.
Het gelazer begon voor Collor in mei 1992. Uitgerekend zijn eigen broer Pedro had zijn gram op hem willen halen en was met onthullingen over corruptie en zelfverrijking van de president naar buiten gekomen. Spil in het netwerk dat Collor om zich heen had gebouwd was echter ene PC Farias, een zakenman uit Alagoas die voor de president de hete kastanjes uit het vuur moest halen. Voordien had nog geen Braziliaan van hem gehoord, nadien zoemde zijn naam nog jaren door de gangen van politiek-Brazilië.
Er werd een gemengd parlementair onderzoek ingeteld, bestaande uit leden van het Huis van Afgevaardigden en de senaat. Centraal in het onderzoek waren de aanschaf van een FIAT Elba voor privé-gebruik en de verbouwingen van het huis van president Collor in de federale hoofdstad Brasília die in de miljoenen liepen. (De keuze van Collor om deze Casa da Dinda tot officiële ambtswoning van de president in te nemen was een electoraal-populaire stap geweest. Collor verzette zich tegen de praalzucht van de regerende klasse van de maharadjas in Brasília en het Palácio da Alvorada als gebouw en de regeringswijk Granja do Torto waren in zijn ogen levendige voorbeelden daarvan.)
De zaak was niet meer te houden en op 29 september 1992 sprak het Huis van Afgevaardigden met 441 stemmen voor en 38 tegen de impeachment tegen president Collor uit, die enkele dagen daarvoor zich nog eenmaal tot het Braziliaanse volk had gericht om zijn onschuld te bepleiten en de politieke oppositie van leugen en bedrog te beschuldigen. De president mocht vertrekken.




AGÊNCIA O GLOBO / SÉRGIO MARQUES/2-10-1992

Collor hield de eer aan zichzelf en trad enkele dagen voor de daadwerkelijke impeachment af. Hij werd door het federale hooggerechtshof wegens corruptie veroordeeld en mocht vijftien jaar lang geen politiek ambt meer innemen. In 2007 keerde hij namens de rechtse splinterpartij Partido Trabalhista Brasileiro/PTB als senator voor de deelstaat Alagoas terug in de Braziliaanse politiek en ontwikkelde zich tot een spraakmakende politicus op de rechtervleugel die de openbaarheid en de controverse nog steeds weet te vinden. Want Collor is nog steeds omstreden als het om ongeoorloofd gedrag gaat. Op dit moment weet hij zich in de belangstelling van datzelfde federale hooggerechtshof dat hem bijna twintig jaar geleden reeds veroordeelde. Hij staat namelijk nog steeds onder verdenking van passieve corruptie, valsheid in geschrifte en verduistering tijdens datzelfde presidentschap begin jaren '90. De eerste twee beschuldigingen zijn op basis van Braziliaans recht inmiddels verjaard maar die van verduistering echter nog niet en zou Collor alsnog een gevangenisstraf van maximaal 12 jaar kunnen opleveren. Een eventueel proces zou volgend jaar kunnen gaan plaatsvinden als het federale hooggerechtshof onder andere het lopende Mensalão-proces heeft afgerond. Wordt vervolgd.


Dida Sampaio/AE


Hebe is niet meer

Brazilië is in rouw. Nou ja, het grootste deel van de bevolking dan. Bij het maatschappijkritische deel van de intelligentia viel haar hoon en schamper ten deel. Hebe is niet meer. Een Braziliaanse televisie-ikoon is vandaag overleden. Op de respectabele leeftijd van 83 jaar. Nog een tweetal dagen terug had Hebe Camargo met veel media-aandacht bekend gemaakt weer op de buis te zullen verschijnen. Na een naar het zich liet aanzien voorspoedig verlopen operatie (Hebe leed aan buikvlieskanker) had zij zich bij het grote televisiestation SBT gemeld voor het maken van een nieuw programma in 2013. Ze stierf werkelijk in haar harnas, de onvermoeibare dame van het beeldscherm.
Hebe Maria Monteiro de Camargo Ravagnani (Taubaté, 1929) maakte aanvankelijk carrière als zangeres (1959-1966) en sloot zo ook sinds 1998 haar leven als BB-er af. Hebe zou uiteindelijk zeven albums uitbrengen. Via de radio kwam ze eind jaren veertig met de pioniers van de Braziliaanse televisie in aanraking. Haar leven valt dan ook met die van de televisie samen. Hebe stond mede aan de wieg van het eerste Braziliaanse tv-station Rede Tupi, maar miste de allereerste uitzending in 1950 om dat zij er met een vriendje vandoor zou zijn gegaan. Ze heeft  uiteindelijk bij bijna alle grote Braziliaanse televisiestations (o.a. Bandeirantes, Rede, Record, SBT) gewerkt. Jarenlang was zij te zien in humoristische shows met de komiek Ronald Golias, waarvan volgens een grote groep Brazilianen de Romeo en Julia-uitzendingen van eind jaren '60 tot een van de grappigste televisiefragmenten wordt gerekend.


Daarnaast kennen bijna alle Brazilianen Hebe Camargo van haar opzienbarende optreden in het serieuze praatprogramma Roda Viva op TV Cultura in 1987, maar toch vooral van de meer Oprah Winfrey-achtige glamourshows gedurende haar gehele carrière, waarin zij bijna alle bekende sterren uit binnen- en buitenland ontving. Shows die altijd maar een naam centraal had staan "Hebe", waarmee de Rainha da Televisão zichzelf tot standbeeld heeft geschapen die altijd onlosmakelijk met de geschiedenis van de Braziliaanse televisie verbonden zal blijven.

.
.
De Braziliaanse media hadden het vandaag dan ook nog maar over een ding, de dood van Hebe. In een land waar televisie en politiek zo nauw met elkaar verbonden zijn konden natuurlijk ook de politieke kopstukken niet achterblijven. Er verschenen officiële persberichten van presidente Dilma en van Gilberto Kassab, de burgemeester van de stad waar ze opgroeide en het grootste deel van haar leven woonde, São Paulo. Maar ere wie ere toekomt. De tekstschrijvers van burgemeester Sérgio Cabral van Rio de Janeiro krijgen wat mij betreft de eer het verlies het mooist onder woorden te hebben gebracht: "Hebe was het synoniem van de levenslust. Ze zal een leegte op de Braziliaanse televisieavonden achterlaten." ("Hebe era sinônimo da alegria de viver. Deixa uma vazio nas noites da televisão brasileira.")


vrijdag 28 september 2012

Het einde van een nachtmerrie

In 2002 was ik voor Amnesty International in São Paulo, waar ik naast het nodige lobbywerk van het Internationaal Secretariaat in Londen de opdracht had meegekregen om her en der in het veld mijn licht op te steken met betrekking tot politiegeweld en de activiteiten van doodseskaders in met name de armere buurten van de stad. Dat bracht me onder andere naar Sapopemba, het grote sloppenwijkencomplex in de Zona Sul van de metropool, en leidde tot gesprekken met diverse mensenrechtenorganisaties ter plekke. Naast alle verhalen over gewelddadige moordpartijen en bedreigingen aan het adres van mensenrechtenorganisaties en -activisten viel heel af en toe die ene naam, Cabo Bruno. Een schim uit het verleden, maar wiens naam na vele jaren nog steeds met huivering werd uitgesproken.

Cabo Bruno, zijn naam kwam ik vandaag in de media weer tegen. Hij is gisteren uiteindelijk zelf tegen de lamp gelopen en voor zijn woning in het stadje Pindamonhangaba (deelstaat São Paulo) met achttien tot twintig kogels gewelddadig om het leven gebracht.
Florisvaldo de Oliveira alias Cabo Bruno was begin jaren '80 van de vorige eeuw de meest gevreesde man in de Zona Sul van São Paulo. Hij stond aan het hoofd van de 'justiceiros', een doodseskader dat in opdracht van vooral handelaren uit de buurt in twee jaar tijd meer dan vijftig, vaak willekeurige bewoners uit de armere wijken van de stad (periferia) gewelddadig om het leven heeft gebracht. Volgens de militaire politie waren er toendertijd naast Cabo Bruno nog twee andere (ex-)agenten van de militaire politie bij betrokken en leek het er aanvankelijk op dat ook hogere politieautoriteiten de zaak met de mantel der liefde wilden bedekken.
Het mocht gelukkig niet baten. In 1983 werd Cabo Bruno, die in de media maar al te duidelijk had gemaakt criminelen te haten ("odiar marginais"), uiteindelijk door de militaire politie gearresteerd. Op televisie verklaarde hij zich publiekelijk schuldig en verteld daar met een glimlach op zijn lippen en zonder enig teken van berouw dat hij na de drieëndertigste dode de tel kwijt geraakt was.
In 1983 werd hij tot 118 jaar gevangenisstraf veroordeeld, vluchtte driemaal uit de gevangenis van Tremembé en zou uiteindelijk 27 jaar van zijn straf uitzitten. In augustus van dit jaar kwam de inmiddels zeer gelovig geworden Cabo Bruni (in de gevangenis had hij zich opgewerkt tot officieel evangelisch pastor) op vrij voeten. Daar heeft hij dus maar kort van kunnen profiteren. Hij is niet meer. Ik ken een aantal mensen die na al die jaren definitief opgelucht adem kunnen halen.

maandag 24 september 2012

Celso Russomanno

In de peilingen staat hij stevig aan de top. Celso Ubirajara Russomanno, lid van de Partido Republicano Brasileiro (PRB), gaat in oktober zo goed als zeker de tweede ronde in voor het burgemeesterschap van de metropool São Paulo. Wat traditioneel een klassiek gevecht tussen de socialisten van de PT en de centrum-linkse PSDB leek te gaan worden werd een succesverhaal voor Russomanno. Wat verklaart zijn populariteit bij een groot deel van de paulistanos?

Portal Terra

Celso Russomanno (São Paulo, 1956) kreeg begin jaren '90 van de vorige eeuw landelijke bekendheid als presentator van een consumentenprogramma op de televisie. De Braziliaanse 'Frits Bom' genoot direct zo'n grote populariteit dat hij besloot de politiek in te gaan. In 1994 werd hij met de meeste voorkeurstemmen verkozen tot federaal afgevaardigde in Brasília. En daar bleef hij tot op de dag van vandaag zijn zetel behouden. Aanvankelijk voor de PSDB van president Fernando Henrique Cardoso, daarna voor de Partido Progressista, een rechtse splinterpartij die bekendheid geniet als de partij van de vleesgeworden corruptie Paulo Maluf uit São Paulo.
Het was een persoonlijk conflict met de laatstgenoemde die Russomanno in 2011 deed besluiten uit de PP te stappen en zich voor de PRB in de strijd om het burgemeesterschap van São Paulo te werpen. De overstap van de rooms-katholiek Russomanno naar deze partij was een strategische. De PRB geldt als het politieke vehikel van de grootste Braziliaanse pinksterbeweging, de Igreja Universal do Reino de Deus, die in het land kan rekenen op zo'n acht miljoen volgelingen. Hiervan leeft een groot deel in São Paulo en is daarmee een electoraal grote, aantrekkelijke visvijver.
Ook schijnt Russomanno veel stemmen bij de Partido dos Trabalhadores weg te halen. In die districten waar de socialisten traditioneel veel trouwe kiezers hebben, namelijk die in de periferie van de stad, lopen velen over naar de PRB. Voor hen is de PT-kandidaat Fernando Haddad teveel een academicus en daarom niet een van hen. Veel Braziliaanse kiezers stemmen op de persoon waarmee zij zichzelf het beste kunnen identificeren. Dat lukte president Lula en de oud-burgemeester Marta Suplicy wel, maar oud-minister van onderwijs Haddad niet. Daarnaast lijkt de opkomende middenklasse van São Paulo, die de afgelopen tien jaar haar welvaart heeft zien toenemen, met een stem op consumentenman Russomanno die groeiende rijkdom zeker wil stellen.
Ook Russomanno wordt in verband gebracht met politieke malversaties en onlangs nog werd zijn naam genoemd in een groot corruptieschandaal rond de zakenman Carlos Cachoeira uit de deelstaat Goiás. Maar zijn grootste achilleshiel is zijn gebrek aan bestuurlijke ervaring. Zijn politieke carrière beperkt zich tot op de dag van vandaag tot een achttienjarig verblijf in het federale Huis van Afgevaardigden. Zijn tegenstanders weten dat en proberen het electoraal angst aan te jagen door Russomanno te vergelijken met politici uit het verleden die zonder bestuurservaring een ambt aanvaardden maar kort daarna wegens allerlei corruptieschandalen het veld moesten ruimen. Daarbij vallen steevast de namen van oud-president Fernando Collor de Melo (1990-1992) en vooral die van de oud-burgemeester van de stad, Celso Pitta (1997-2000). Pitta gold als de politieke man van Paulo Maluf en zijn regering geldt nog steeds als een van de slechtste die de inwoners van São Paulo ooit gekend hebben.





zondag 23 september 2012

Boa noite país maravilhoso!


Geen inspiratie vandaag om een blog te schrijven. Het is vijf uur tijdsverschil met Rio de Janeiro. Mijn saudade is zo hardnekkig dat ik, anderhalve maand later, elke keer als ik in Nederland op de klok kijk automatisch vijf uur terugreken. Boa noite cidade maravilhosa, voltarei sempre!

zaterdag 22 september 2012

Verkiezingskoorts in Belô

Nog twee weken te gaan en dan trekken de Brazilianen naar de stembus om een burgemeester en een gemeenteraad te kiezen. De campagnes van de verschillende kandidaten draaien op volle stoom. Nu gaat het er echt om spannen. Ook al lijkt het ook in Belo Horizonte, de derde stad van het land en hoofdstad van de belangrijke deelstaat Minas Gerais, op een overwinning in de eerste ronde van de zittende burgemeester aan te gaan komen.
De inwoners van Belô, zoals de stad in de volksmond genoemd wordt, lijken het niet op een tweegevecht tussen de zittende burgemeester Marcio Lacerda (PSB) en zijn belangrijkste rivaal Patrus Ananias (PT) aan te laten komen wie het gemeentehuis aan de Avenida Afonso Pena (foto) voor de komende vier jaar mag betrekken. In de peilingen bungelt Lacerda zo rond de 50% (genoeg voor directe herverkiezing), terwijl oud-burgemeester Ananias (1993-1996) op 30% lijkt uit te gaan komen. De politieke opponenten van Lacerda verwijten hem dan ook een houding van "já ganhou"("Ik heb toch al gewonnen"), een strategie van de PSB die het debat doodslaat, maar genoeg lijkt te zijn voor de overwinning.

Deze electorale insteek van de PSB is niet verbazingwekkend. De aanloop naar deze verkiezingen had partijpolitiek gezien veel voeten in aarde. Lacerda werd in 2008 gekozen met ondersteuning van de PT én de PSDB. (Toendertijd een unicum in Brazilië, omdat de petistas en de tucanos (de volknaam voor de PSDB) op nationaal niveau elkaars eeuwige politieke opponenten zijn. In de deelstaat São Paulo bijvoorbeeld strijden ze tegen elkaar op leven en dood.) En juist die coalitie PSB-PT-PSDB lijkt de petistas vleugellam te maken. Lacerda's beleid heeft de stad veel voordeel opgeleverd en wordt door de inwoners van de stad gewaardeerd.
Dat de PT bij deze verkiezingen ervoor heeft gekozen met een eigen kandidaat te komen heeft dan ook veel met de nationale politiek te maken. In 2014 zijn er presidentsverkiezingen en zoals het er nu naar uitziet zullen de belangrijkste opponenten van de zittende PT-presidente Dilma Rousseff afkomstig zijn uit de partijen van de beide coalitiepartners in Belo Horizonte. Allereerst is daar Aécio Neves, een van de huidige senatoren van de deelstaat Minas Gerais en dé kandidaat van de PSDB. Kleinzoon van Tancredo Neves, het kopstuk van de transitieperiode na het herstel van de democratie in Brazilië in 1985, die jammerlijk enkele dagen voor zijn inauguratie als president van het land in dat jaar door een hartstilstand overleed. Aécio was een populaire gouverneur van de deelstaat en lijkt binnen de PSDB de enige die het op dit moment Dilma lastig kan maken. Daarnaast is de PSB van Marcio Lacerda de partij van de huidige gouverneur van de deelstaat Pernambuco, Eduardo Campos. Door zijn jeugdige voorkomen is de nationale voorzitter van deze partij een onverwachtse derde in de strijd om dat presidentschap. Het is de PT er daarom electoraal alles aan gelegen om afstand te nemen van het succes van Lacerda en zijn aanvankelijke coalitie in Belo Horizonte.


donderdag 20 september 2012

Clowneske vertoning


De Braziliaanse inzending voor de Oscars 2013 is de speelfilm 'O Palhaço' (De Clown) van regisseur, scenarist en hoofdrolspeler Selton Mello geworden. Het is het verhaal van een vader en een zoon die beide als clown in een circus in het Braziliaanse binnenland van Minas Gerais werken en waarbij de zoon (Pangare/Benjamin) uiteindelijk besluit een andere weg te kiezen. Op zoek naar vaste grond en de ideale vrouw. Een ouderwets vader-zoondrama gaat in Los Angeles proberen wat geen andere film van Braziliaanse makelij ooit is gelukt, het gouden beeldje voor de Beste Buitenlandse Film in de wacht slepen.
Het kwam in het verleden viermaal eerder tot een nominatie voor de Beste Buitenlandse Film: 'O Pagador de Promessas' van Anselmo Duarte (1963), 'O Quatrilho' van Fábio Barreto (1996), 'O Que É Isso Companheiro' van Bruno Barreto en natuurlijk 'Central do Brasil' van Walter Salles, de film die het in 1999 op het laatst moest afleggen tegen Robert Benigni's kaskraker 'La Vita É Bela'.


Maar of 'O Palhaço' een kans zal maken valt ernstig te betwijfelen. De selectiecommissie van acht prominente mensen uit de Braziliaanse filmindustrie had de, naar eigen zeggen, zware taak uit vijftien films te kiezen, waaronder 'Xingu' van Caio Hamburger en 'A Beira do Caminho' van Breno Silveira, twee zwaargewichten die al eerder in het Dolby Theatre in Hollywood een film van hun hand in de competitie hebben gehad. Hamburger in 2007 en Silveira in 2005.
De trailer van Mello's film belooft een kleurrijk geheel, onderhoudend en vol humor. Een soort Braziliaanse versie van de spectaculaire, soms absurdistische zigeunerfilms van de Servische filmmaker Emir Kusturica. Maar wat we krijgen te zien is een saaie en vervelende film met veel onderbroekenlol over scheten en dergelijke grappenmakerij. De fotografie is mooi, maar de inhoud is nietszeggend.
Helaas, geen Oscar voor Brazilië volgend jaar. Daarvoor is de concurrentie met 'Después de Lucia' van de Mexicaanse regisseur Michel Franco en de Franse inzending 'Intouchables' van Eric Toledano en Olivier Nakache (mijn persoonlijke favoriet) ook te groot. Jammer, de bloeiende Braziliaanse filmwereld heeft er inmiddels lang genoeg op gewacht om het felbegeerde beeldje in de wacht te kunnen slepen.


dinsdag 18 september 2012

Titanenstrijd in Sampa

Nog ruim een halve maand te gaan, dan gaat Brazilië naar de stembus. Ditmaal voor de verkiezingen van de burgemeester en een nieuwe gemeenteraad. In een aantal steden lijkt de strijd al gestreden en maken de zittende burgemeesters een grote kans voor een tweede termijn te mogen aantreden (Rio de Janeiro, Goiânia). In andere grote gemeenten is het nog ongemeen spannend. In Porto Alegre zou een kandidate van de Partido Comunista do Brasil voor het eerst in deze stad de macht kunnen grijpen, in Belo Horizonte en Recife is er een tweestrijd tussen de socialistische Partido dos Trabalhadores en de zittende sociaaldemocraten van de PSB, de Partido Socialista Brasileira gaande. Maar de meeste ogen in Brazilië en daarbuiten blijven toch gericht op de verwikkelingen in de grootste en economisch belangrijkste stad van het land, São Paulo.
Daar vond gisteren het eerste grote televisiedebat plaats, georganiseerd door de kwaliteitskrant O Estado de São Paulo in samenwerking met TV Cultura en YouTube. De uitzending gaf duidelijk weer hoe de electorale kaarten in São Paulo op dit moment geschud zijn. Alles lijkt erop dat het tot een tweede ronde zal komen. Maar anders dan verwacht zal dat niet gaan tussen de socialisten van de PT en haar aartsrivaal in deze deelstaat de PSDB (Partido da Social Democracia Brasileira). Ditmaal staat de populistisch-rechtse Celso Russomanno van de PRB in de peilingen ferm op voorsprong en zal het in november opnemen tegen de winnaar van de eeuwige strijd tussen de twee traditionele kemphanen.

Sergio Neves/AE

Dat was aan het verloop van het debat goed te merken. Russomanno leek er bijna niet toe te doen. Iedereen lijkt er vrede mee te hebben dat hij als eerste uit de stembus zal komen en dat het kruit tegen hem bespaard wordt voor de tweede ronde. Het werd dan ook een vilein debat tussen de kandidaten José Serra (PSDB) en de Lula-kandidaat van de PT, Fernando Haddad.
Serra, oud-minister van gezondheid onder president Fernando Henrique Cardoso/FHC, eerder burgemeester van de stad en voormalig gouverneur van de deelstaat São Paulo, verweet zijn opponent en diens partij de presidentiële inmenging in de electorale strijd (presidente Dilma Rousseff zou in de loop van de campagne een aantal voor Haddad electoraal zeer gunstige maatregelen hebben genomen) en de benoeming van de PT-ikoon Marta Suplicy tot federaal minister van Cultuur (waardoor zij werd gecompenseerd voor haar verlies in de strijd met Haddad om de PT-kandidatuur in São Paulo en zich zo zonder gezichtsverlies openlijk in de strijd kan mengen). Haddad op zijn beurt verweet de PSDB-kandidaat diens voortijdig vertrek als burgemeester om zich in 2006 in de strijd voor het presidentsschap te werpen.
Het moddergooien tussen de partijen verhulde wat deze verkiezingen gekenmerkt heeft, de algehele visieloosheid van de kandidaten. Anders dan in Rio de Janeiro, waar PSOL-kandidaat Marcelo Freixo zijn visie op een toekomstige stad tijdens de campagne laat meespelen en zo zittend burgemeester Eduardo Paes (PMDB) dwingt om enigszins met een visie te komen, is de electorale strijd in São Paulo ontaard in slagveld waarbij principes en idealen het hebben afgelegd tegen een botte machtstrijd tussen de eeuwige rivalen FHC/Serra en oud-president Lula.

Seu Jorge, ongepolijste diamant

Het werd die derde augustus een wel heel bijzondere noite de despedida (afscheidsavond) van Rio de Janeiro. Een vriendin en ik hadden afgesproken er een groots feest van te gaan maken. En, het moet gezegd, een feest werd het daar in Lapa! Ze had een verrassing in petto. Gaandeweg we de Arcos de Lapa naderden werd het me beetje bij beetje duidelijk dat ze geen grapje had gemaakt. Een concert van mijn grote Braziliaanse muzikale held Seu Jorge zou de opwarmer van de avond worden.


Seu Jorge. Mijn eerste kennismaking met hem was zijn rol als Mané Galinha in de speelfilm Cidade de Deus. De eerlijke buschauffeur die door de moord op zijn broer uitgroeit tot een van de grootste leiders van een van de drugsbendes van de comunidade. Een mooie, ranke man met een krachtig gezicht. (Jaren later zou ik hem weer op het witte doek zien, als Beirada, de leider van de gewelddadige gevangenisopstand in Tropa de Elite II).
Ondertussen had ik via de cd 'The Life Aquatic. Studio Sessions' ook zijn zangkunsten ontdekt. Een album waarin Seu, afkomstig uit Belford Roxo en die van kindsaf aan al zanger wilde worden, nummers van David Bowie van een nieuwe Portugese tekst voorzag en daarmee zijn eigen ziel en zaligheid kon blootleggen. Later volgden de albums 'Cru' en natuurlijk 'Músicas para Churrasco', maar toen was ik allang verkocht. Man, ik ben verliefd op die stem, een van ongepolijste schoonheid! Als iets de essentie van het leven voor mij verbeeldt dan zijn dat Seu Jorge's stem en diens aardse songs over lief en leed van een gewone jongen uit de Baixada Fluminense. Pois è, pois è.
Het werd nog laat die nacht. Het bier, de caipirinha's en goddelijke cachaças vloeiden rijkelijk bij de Bar de Cachaça aan de Mem de Sá. De stem van Seu Jorge zachtjes meedeinend in mijn hoofd. Mijn nacht kon niet meer stuk!

maandag 17 september 2012

Oog van de naald

De nieuwste hit in crimineel Brazilië is op dit moment de sequestro relâmpago, vrij naar het Nederlands vertaald een roofontvoering. Bendes rijden met auto's door de straten van de stad op zoek naar potentiële slachtoffers, meestal gringo's of welgestelde Brazilianen. Het principe is simpel: je sleurt iemand al dan niet onder bedreiging van een vuurwapen uit een auto of van straat, gooit hem of haar in een (andere) auto, rijdt met hem of haar naar bank (of winkel) en trek diens creditcard zorgvuldig leeg.
Het is op dit moment een plaag. Je hoeft maar een van de vele Braziliaanse journaals te bekijken of er komt wel een gevalletje relâmpago langs. Waren het tot voor kort vooral de steden Rio de Janeiro en São Paulo die er last van ondervonden, nu schijnt er in het Federaal District, zeg maar de deelstaat rond de federale hoofdstad Brasília, zo'n golf van roofontvoeringen te bestaan dat men de Força Nacional te hulp heeft geroepen om het met geweld de kop in te kunnen drukken. Sinds een week houden deze speciale politie-eenheden alle uitvalswegen naar de buurdeelstaat Goiás met veel machtsvertoon in de gaten gehouden, want ook in Brasília geldt de onuitroeibare rechtse logica dat alle gevaar per definitie van buitenaf komt.
Ik ben terug van mijn verblijf in Brazilië. Veilig en wel, al had het weinig gescheeld.Ook tijdens dit verblijf was er dat ene moment dat ik het gevoel had dat ik door het oog van de naald ben gekropen.
Het is donderdagavond, een uur of zes in Brasília. Zoals in de tropen gebruikelijk is de zon dan al een uurtje onder. Na een dag lobbyen op het ministerie van Justitie brengt mijn partner mij per auto naar mijn woning in de Asa Sul, een van de vleugels van het vliegtuigontwerp dat deze in 1960 in gebruik genomen stad planologisch zo kenmerkt. 's Avonds gekenmerkt door een naargeestige eentonigheid. Alle flatgebouwen lijken op elkaar en doordat er nauwelijks mensen lopen hangt er direct een dreigende sfeer. Ik wordt bij de supermarkt afgezet en zeg tegen mijn Braziliaanse vrienden dat ik zij wel kunnen gaan. Omdat deze winkel achter mijn flat ligt lukt het mij wel om alleen thuis te komen. Ik doe mijn boodschap, stap de schuifdeur uit en jawel, de twijfel slaat toe. In deze donkere omstandigheden in een woonwijk in Brasília zo'n beetje het ergste wat je kan overkomen. Wat te doen? Een local vragen, natuurlijk. Wetende dat een Braziliaan je altijd de weg zal wijzen, ook al is het uit louter beleefdheid je te helpen de verkeerde, neem ik de gok. En de verkeerde dus. Na drie haltes op de uitvalsweg Via W Três Sul te hebben gelopen (donker, weinig mensen, geen taxi's en heel veel auto's) besluit ik een kroeg in te gaan, een biertje te drinken en in alle rust de ober naar de weg te vragen. En ja hoor, ik moet helemaal terug en nee, taxi's rijden dat voor hen korte ritje niet, maar weet wel weet de goede man mij te verzekeren, muito perigoso! (Erg gevaarlijk!)
En toen schoot het relaas van mijn Braziliaanse vriend daags daarvoor mij door het hoofd. Het verhaal met die twee beruchte woorden, "sequestro" en "relâmpago". Hij was er de week daarvoor slachtoffer van geworden. Men had hem van straat geplukt en op een afgelegen plek net buiten het centrum onder bedreiging van alles beroofd wat van waarde was.
Daar loop ik dus die avond in donker Brasília. Het ideale doelwit. Een gringo die door zijn bezoek aan het ministerie in witte hemdsmouwen en met alles op zak van waarde is over straat loopt. Creditcard, paspoort, laptop. Kortom, het was van mijn kant regelrechte uitlokking. Moe en met het verstand op nul ga ik op huis aan. Letterlijk het gevoel van de dood of de gladiolen. De adrenaline giert door mijn lichaam, mijn zintuigen op scherp om elk potentieel gevaar voor te kunnen zijn. Elke passerende auto houd ik in de gaten, net als elke zijstraat van deze uitvalsweg. Groepjes mannen ga ik uit de weg en bij het passeren van een steeg versnel ik mijn pas.
Ik kom uiteindelijk zonder kleerscheuren thuis, neem een Brahma of drie en ga slapen. Midden in de nacht word ik badend in het zweet wakker. De angst vliegt me naar de strot en ik denk aan mijn vier meiden in het verre Nederland. Oef, dat was toch weer eens het oog van de naald!

vrijdag 13 juli 2012

Gilberto Gil - Aquele Abraço

Nog even en dan land ik in de 'cidade maravilhosa'. Voor drie weken even naar huis. Até logo, amigos e amigas!

woensdag 4 juli 2012

Bedreigde vissersgemeenschap in Rio de Janeiro

Eind juni 2012 werden de lichamen van Almir Nogueira de Amorim en João Luiz Telles Penetra, twee vissers en actieve leden van Associação Homens e Mulheres do Mar/AHOMAR, dood aangetroffen in de Baai van Guanabara bij Rio de Janeiro. Zij waren verdwenen na een vistocht op 22 juni 2012. Voorbereidend onderzoek van de civiele politie heeft uitgewezen dat beide mannen voor hun verdrinking werden vastgebonden. De moorden vonden plaats na continue bedreigingen van Alexandre Anderson de Souza, zijn vrouw en andere leden van de vereniging. De bedreigingen zijn gerelateerd aan de klachten die de groep heeft geuit tegen de aanleg van een gaspijplijn in de baai en de milieuschade die de traditionele vissersgemeenschappen bedreigen. In mei 2009 werd de penningmeester van de AHOMAR in elkaar geslagen en voor de ogen van zijn gezin door het hoofd geschoten. Het jaar daarop werd ook Márcio Amarao, een van de oprichters van de vereniging, in zijn eigen woning doodgeschoten. Beide zaken zijn nog onopgelost.

Alexandre Anderson (foto) vertelt dat hij de afgelopen drie jaar zesmaal een aanslag op zijn leven overleefd heeft. In augustus 2009 werden Alexandre Anderson en zijn vrouw opgenomen in een federaal programma ter bescherming van mensenrechtenverdedigers. Deze bescherming werd echter maar gedeeltelijk uitgevoerd. Alexandre heeft daarop verschillende malen formeel protest bij de autoriteiten aangetekend wegens de slechte opleiding en de ontoereikende bewapening van de aangeboden politiemensen. Hij heeft ook verteld dat sommige politiemensen als beveiligingsmensen bij de aanleg van de pijplijn actief zijn geweest en in die hoedanigheid eerder met leden van AHOMAR in aanraking zijn gekomen. Zijn vrouw Daize Menezes de Souza, eveneens een AHOMAR-activiste, krijgt helemaal geen bescherming ondanks ontvangen doodsbedreigingen.

AHOMAR werd in 2003 opgericht en representeert nu meer dan 1.800 traditionele vissersmannen en -vrouwen die in Rio de Janeiro leven en werken. Onder leiding van Alexandre Anderson de Souza werd de vereniging opgericht om de toenemende milieuschade in de Baai van Guanabara, die hun leven al sinds 2007 bedreigd, aan te klagen. Sinds 2007 voert men actie tegen Comperj (Complexo Petroquímico do Rio de Janeiro), een consortium dat gaspijplijnen in de Baai van Guanabara aanlegd. In 2009 wist de vereniging de aanleg van de pijplijn gedurende een 38-urig protest te vertragen,waarbij ze hun boten langs de pijplijn in de baai voor anker wisten te gooien. Sinds dat protest klaagt Alexandre over bedreigingen, wat reeds in september 2010 tot een bliksemactie van Amnesty leidde. In december 2012 bracht een delegatie van Amnesty International een bezoek aan het AHOMAR-hoofdkwartier in Magé, waar de delegatie verschillende verslagen van geweld en bedreigingen tegen de vereniging kregen te horen.

De implementatie van het Federale Programma ter Bescherming van Mensenrechtenverdedigers laat in de deelstaat Rio de Janeiro veel te wensen over. Onderwijl is het wachten op de ondertekening van een wet die voorziet in de oprichting van een orgaan ter bescherming van mensenrechtenactivisten op deelstaatniveau. Alexandre Anderson de Souza heeft tot nu toe bescherming op ad hoc-basis genoten, die sterk van kwaliteit varieerde. Ondanks zijn opname in het programma kreeg zijn vrouw geen enkele bescherming. In het geval van AHOMAR werd de situatie in februari 2012 verergerd door het opheffen van een strandpost van de politie in Mauá, dat vlakbij het hoofdkwartier van de vereniging gelegen was.


http://www.amnesty.org/en/library/info/AMR19/009/2012/en 

maandag 25 juni 2012

... intussen bij de buren (deel II)

Strikt genomen is de afzetting van president Fernando Lugo als president van Paraguay afgelopen zaterdag, als men het procedureel bekijkt, geheel volgens geldend Paraguayaans staatsrecht verlopen. Het is vooral de voortvarendheid die men het Huis van Afgevaardigen en de Senaat in de hoofdstad Asunción op morele gronden democratisch gezien kan kwalijk nemen. Het was Lugo immers nauwelijks gegund zich tijdens het politieke proces in het parlement adequaat te kunnen verdedigen. Hij kreeg uiteindelijk slechts twee uur spreektijd, veel te weinig voor een afgewogen presidentieel weerwoord tijdens een politiek gevoelige zaak als een impeachment-proces. Kort samengevat heeft de oppositie formeel-juridisch correct gehandeld, maar het moreel-politiek laten afweten.
Natuurlijk was het van tevoren al duidelijk dat de oppositie erin zou gaan slagen Lugo per stemming uit zijn ambt te zetten. De oppositie heeft, nadat de liberale Partido Liberal Radical Auténtico/PLRA vorige week de coalitie rond de president verlaten had, de meerderheid in het parlement. Geruchten gaan dat Lugo's opvolger, diens voormalige vice-president en PLRA-leider Federico Franco, reeds voor de stemmingen in het Congres hadden plaatsgevonden de ambassadeur van Paraguay's machtigste buurman Brazilië op de hoogte zou hebben gesteld van diens aanstaande presidentsschap. Zo zeker was men klaarblijkelijk al van de zaak.

Het blijft vooralsnog speculeren wat de Partido Liberal Radical Auténtico van Federico Franco ertoe heeft gebracht om als tweede partij van het land de regeringscoalitie van Fernando Lugo voortijdig te verlaten en zo de weg vrij te maken voor een impeachment-proces. Mijn theorie is dat de liberalen dit om strategische en electorale redenen hebben gedaan. Over negen maanden zijn er immers opnieuw presidentsverkiezingen, waarbij alles erop wees dat de partij van de bij de gewone Paraguayaan zo populaire Lugo, die zelf onherkiesbaar is en zichzelf in de strijd om een senatorschap zal werpen, zo goed als zeker een nieuw mandaat zou binnenhalen. Dit zou betekenen dat de PLRA nogmaals de tweede viool zou moeten gaan spelen, terwijl de nieuwe linkse regering zich meer en meer zou kunnen gaan conformeren met de meer radicalere Latijnsamerikaanse landen van de ALBA-groep rond de huidige Venezolaanse president Hugo Chávez.
De aanleiding voor het impeachment-proces, een gewelddadige confrontatie tussen de nationale politie en landloze activisten in Curuguaty waarbij zeventien doden vielen (elf boeren en zes politiemensen), is in Latijns-Amerika zo `normaal` dat geen enkele regeringsleider op het continent, zowel op nationaal als op provinciaal niveau, er ooit door in de verdrukking is gekomen en het veld heeft moeten ruimen. Alleen deze trendbreuk geeft al te denken. Paraguay is een eigenaardig land, maar komt voor de primeur van een dergelijke progressiviteit niet direct in aanmerking, vooral niet als de aanzet afkomstig is uit de rechtse hoek van het Paraguayaanse politieke spectrum.

Het is vooral interessant om te bezien hoe met name de Braziliaanse regering zich de komende maanden ten aanzien van de crisis in buurland Paraguay gaat ontwikkelen. Direct na de 'parlementaire staatsgreep' (in Brazilië als snel golpeachment genoemd) veroordeelde presidente Dilma Rousseff het gedwongen vertrek van Fernando Lugo in de hardste bewoordingen, geheel conform de unisono reactie van de rest van de Latijnsamerikaanse staatshoofden. Daags daarna zwakte haar adviseur op buitenlandse zaken het standpunt al weer wat af. Brasília respecteert de democratische rechtsgang in Paraguay en zal zich niet in haar interne aangelegenheden mengen, zo heette het. Men riep dan wel de ambassadeur uit Asunción terug en stemde in met de tijdelijk schorsing van Paraguay als lid van het handelsblok Mercosur, maar mijns inziens is daar toch veel symboolpolitiek bij in het geding. Een politieke afgezant kan altijd snel weer terug en de schorsing betreft slechts de ontzegging van de aanwezigheid van het Paraguayaanse staatshoofd bij een top van de vier regeringsleiders in het Argentijnse stad Mendoza aanstaande dinsdag.
De Braziliaanse economische en politieke belangen in Paraguay zijn groot en het land kent een aanzienlijke Braziliaanse gemeenschap. Er is Brazilië dan ook alles aan gelegen de rust en de orde in het kleine buurland te handhaven, Paraguay binnen de eigen politieke invloedssfeer te behouden en het land zo uit de meer radicalere ALBA-sfeer los te weken. Het was dan ook een teken aan de wand dat de nieuwe president Federico Franco zich na de machtsovername publiekelijk een fan van Luiz Inácio Lula da Silva en Michelle Bachelet, de pragmatisch-socialistische oud-presidenten van respectievelijk Brazilië en Chili, verklaarde en zich in uiterst scherpe bewoordingen tegen de Venezolaanse president Hugo Chávez afzette.

Tegenover vertegenwoordigers van nationale mensenrechtenorganisaties verklaarde president Franco de mensenrechten te zullen respecteren, bestaande vrijheden te handhaven en concreet een begin met de landhervorming te zullen maken. Mooie, maar o zo bekende woorden uit de mond van een regeringsleider uit Latijns-Amerika. Vooralsnog krijgt Federico Franco, mits hij de oude machthebbers van de rechtse Colorado-partij buiten de macht weet te houden, van mij het voordeel van de twijfel.

woensdag 20 juni 2012

Onderwijl ... in het kamp-Serra



In een land als Brazilië, waar de bevolking een grote voorliefde voor sport en telenovela's koestert en zo veel aan het beeldscherm en de radio gekluisterd is, worden verkiezingen doorgaans beslist via radio en televisie. Om meer precies te zijn, via de zendtijd die de strijdende partijen door het TSE/Tribunal Superior Eleitoral (zeg maar de Kiesraad) voorafgaand aan de campagnes toebedeeld krijgen. Nieuwe partijen krijgen geen zendtijd, terwijl de hoeveel minuten voor de reeds bestaande politieke partijen per grootte van het zittende aantal parlementariërs wordt bepaald. Dit leidt tot een schimmig spel van onderhandelen en dealen tussen partijen van allerlei pluimage, teneinde voor de belangrijkste spelers de meeste zendtijd te creëren in ruil voor politieke benoemingen op strategische (lees: voor partijen lucratieve) plaatsen binnen bijvoorbeeld ministeries of anderssoortige politieke toezeggingen. Zoals gezegd kan dat leiden tot vreemde coalities. Paulo Maluf, de leider van de rechtse PP/Partido Progressista in de deelstaat São Paulo, die gisteren onverwachts een deal sloot met de socialistische PT/Partido dos Trabalhadores, decennialang elkaars grootste tegenstanders, verklaarde die politieke zet met de uitspraak "Links of rechts, het maakt niets uit. Het gaat om de hoeveelheid zendtijd." (Waarbij hij vergat te vermelden dat in ruil voor die steun een belangrijke, wederom lucratieve post binnen het federale ministerie van Stedenbeleid aan een lid van zijn partij wordt ingeruimd.) José Serra, de topkandidaat van de PSDB voor het burgemeesterschap van de stad São Paulo, was dan ook onaangenaam verrast dat de PP, waarmee hij al sinds 2011 in onderhandeling was, uiteindelijk het kamp van PT-kandidaat Fernando Haddad koos. Dat kost hem zendtijd en maakt dat de teller vandaag in Haddad's voordeel uitvalt. Direct werd dan ook gelonkt naar de steun van de kleine rechtse PTB/Partido Trabalhista Brasileiro, goed voor 49 seconden zendtijd. Ruilobject: het deelstaatministerie van Justitie of eventueel het vice-burgemeesterschap. Dat laatste lijkt echter onwaarschijnlijk omdat dat die reeds vergeven lijkt te zijn aan de grotere DEM/Democratas of de PSD/Partido Social Democrático van zittend burgemeester Gilberto Kassab. Die keuze is op haar beurt ook weer afhankelijk van, inderdaad de zendtijd. De PSD is een afsplitsing van de DEM en heeft als nieuw geregistreerde politieke partij geen recht op politieke propaganda via de radio en de televisie. Hiertoe heeft de partij bij het Kiesraad toch toestemming gevraagd, waar de DEM uiteraard tegen in beroep is gegaan. Afhankelijk van die uitspraak kan de PSDB van José Serra het vice-burgemeesterschap toewijzen aan de PSD of de DEM, wetende dat de partij van Kassab ook nog een lijntje naar PT-kandidaat Haddad heeft lopen. Tja en dan is het de beurt aan de groenen van de PV/Partido Verde om haar politieke eisen te stellen. Traditiegetrouw trekt deze partij in São Paulo met de PSDB op, maar heeft tot nu toe deze steun niet formeel uitgesproken. Zou het politiek getouwtrek om zendtijd dan ook nog een milieuvriendelijke uitwerking kunnen hebben?