woensdag 21 november 2012

Innovatie en technologie in de BRICS-landen

Vandaag was ik op een seminar van de Universiteit Leiden, georganiseerd door de vakgroep Latijns-Amerika Studies, getiteld "Science, Technology & Innovation Policies in Brazil & Other BRICS: Challenges & Opportunities". Er waren een drietal voordrachten. Professor José Cassiolato van de Federale Universiteit van Rio de Janeiro hield een betoog over de verschillen en accenten binnen het gevoerde technologiebeleid van de vijf BRICS-landen China, India, Rusland, Brazilië en Zuid-Afrika. Opvallend was de aandacht binnen de vijf landen voor ruimtevaarttechnologie als gangmaker voor innovatie en technologische vooruitgang. Daarnaast maakte hij melding van de pogingen van de betreffende landen om tot een eigen muntsoort te komen om zo meer onafhankelijk van de Amerikaanse dollar te kunnen komen en op die manier een stabiele centrale rekenmunt te kunnen creëren. Daarnaast wordt er gezocht naar een alternatieve internationale bank, teneinde zich te kunnen bevrijden van het huidige, door het Westen gedomineerde internationale banksysteem. Een andere opvallende constatering was dat van de BRICS-landen alleen Brazilië in staat is gebleken om de inkomensongelijkheid te verminderen, daar waar deze in de andere vier landen de laatste jaren juist is toegenomen.
Als tweede kwam Maria Lastres aan het woord. Zij was namens de economisch machtige Braziliaanse ontwikkelingsbank BNDES aanwezig en hield een verhaal over de strategie van de Braziliaanse overheid met betrekking tot technologisch innovatiebeleid. Volgens haar zetten de Brazilianen in op duurzame innovatie met een oog op sociale rechtvaardigheid. Het beleid wordt gedragen door de LIPS (Local Innovation and Production Systems), waarbij op lokaal en regionaal niveau gekeken wordt waar de betreffende regio's sterk in zijn. Daar kan alleen in eendrachtige samenwerking tussen de overheid en particulier initiatief technologische innovatie geïnitieerd worden. De BNDES speelt daarbij een centrale rol.
Als laatste kwam professor Masson van de Leiden Law School aan het woord. Zij is deskundige op het gebied van ruimtewetgeving en liet zien dat de BRICS-landen op het gebied van ruimtevaarttechnologie al een aardig woordje meespreken en dat zij in de toekomst een steeds grote stempel op de activiteiten in de ruimte zullen gaan spelen. Zij liet de verschillende samenwerkingsinitiatieven tussen de BRICS-landen onderling zien, maar ook de eendrachtige samenwerking met de Europese ruimtevaartorganisatie ESA en de Europese Unie. Ook Brazilië speelt daarbij een rol, maar in het licht van de activiteiten van Rusland, China en India een bescheiden rol. De Brazilianen, sinds 1958 lid van de COPUOS (het Comité voor het Vreedzaam Gebruik van de Ruimte van de Verenigde Naties), zijn vooral sterk op het gebied van catastrofebeheersing vanuit de ruimte.
Mijn algemene indruk van de middag was dat de BRICS-landen ieder voor zich een gedegen en optimistische visie op het te voeren technologie- en innovatiebeleid hebben ontwikkeld, maar dat er van een eendrachtige houding naar de (Westerse) wereld toe nog niet veel valt te bespeuren.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten