zondag 30 september 2012

Collor, twintig jaar geleden

Jeetje, het is alweer twintig jaar geleden dat ik aan de universiteit van Groningen vol trots mijn historisch onderzoek naar ontwikkeling van de historiografie gedurende de militaire dictatuur in Brazilië heb afgerond. Het zou een spannende zomer worden in 1992. Een zomer waar ik mij maandenlang als een kluizenaar bewoog in de fantastische wereld van de Braziliaanse geschiedschrijving, met grootheden als Capistrano de Abreu, Gilberto Freyre, José Honoria Rodrigues, Florestan Fernandes en Fernando Henrique Cardoso. Maar ook de zomer dat Brazilië voor het eerst in haar geschiedenis voortijdig afscheid nam van een wegens corruptie tegen de lamp gelopen president.
Het was in die tijd niet gemakkelijk om als student vanuit Europa de verwikkelingen in Brazilië dagelijks op de voet te kunnen volgen. Er was nog geen internet en naar mijn weten kon men alleen bij het CEDLA in Amsterdam zo nu en dan voor een Braziliaanse krant of weekbald als Veja terecht, die dan ook nog eens dagen verouderd was. Ik was elke dag in de bibliotheek van de Groningse letterenfaculteit te vinden om me via de buitenlandse pers, met name de Spaanse kwaliteitskrant El País, het Portugese dagblad O Tempo en de toen al verrassend internationaal georienteerde Neue Zürcher Zeitung, van de laatste stand van zaken in Brasília op de hoogte te laten brengen.


Fernando Collor de Mello (Rio de Janeiro, 1949) was van 1990 tot 1992 de eerste president die na de periode van de militaire dictatuur (1964-1985) voor het eerst direct door de Braziliaanse bevolking gekozen was. (Zijn voorganger José Sarney was de running-mate van de voortijdig overleden president Tancredo Neves, die op zijn beurt  in 1985 door een parlementair kiescollege in het ambt was verkozen.) Deze jonge flamoyante carièrrepoliticus uit de noordoostelijke deelstaat Alagoas had in 1989 de strijd om het presidentschap van de socialist Luiz Inácio Lula da Silva gewonnen met zijn belofte de corruptie en vooral de zelfverrijking van politici en  topambtenaren, in de volksmond 'marajás' ('maharadjas') genoemd, bij de wortel aan te zullen pakken.
Het gelazer begon voor Collor in mei 1992. Uitgerekend zijn eigen broer Pedro had zijn gram op hem willen halen en was met onthullingen over corruptie en zelfverrijking van de president naar buiten gekomen. Spil in het netwerk dat Collor om zich heen had gebouwd was echter ene PC Farias, een zakenman uit Alagoas die voor de president de hete kastanjes uit het vuur moest halen. Voordien had nog geen Braziliaan van hem gehoord, nadien zoemde zijn naam nog jaren door de gangen van politiek-Brazilië.
Er werd een gemengd parlementair onderzoek ingeteld, bestaande uit leden van het Huis van Afgevaardigden en de senaat. Centraal in het onderzoek waren de aanschaf van een FIAT Elba voor privé-gebruik en de verbouwingen van het huis van president Collor in de federale hoofdstad Brasília die in de miljoenen liepen. (De keuze van Collor om deze Casa da Dinda tot officiële ambtswoning van de president in te nemen was een electoraal-populaire stap geweest. Collor verzette zich tegen de praalzucht van de regerende klasse van de maharadjas in Brasília en het Palácio da Alvorada als gebouw en de regeringswijk Granja do Torto waren in zijn ogen levendige voorbeelden daarvan.)
De zaak was niet meer te houden en op 29 september 1992 sprak het Huis van Afgevaardigden met 441 stemmen voor en 38 tegen de impeachment tegen president Collor uit, die enkele dagen daarvoor zich nog eenmaal tot het Braziliaanse volk had gericht om zijn onschuld te bepleiten en de politieke oppositie van leugen en bedrog te beschuldigen. De president mocht vertrekken.




AGÊNCIA O GLOBO / SÉRGIO MARQUES/2-10-1992

Collor hield de eer aan zichzelf en trad enkele dagen voor de daadwerkelijke impeachment af. Hij werd door het federale hooggerechtshof wegens corruptie veroordeeld en mocht vijftien jaar lang geen politiek ambt meer innemen. In 2007 keerde hij namens de rechtse splinterpartij Partido Trabalhista Brasileiro/PTB als senator voor de deelstaat Alagoas terug in de Braziliaanse politiek en ontwikkelde zich tot een spraakmakende politicus op de rechtervleugel die de openbaarheid en de controverse nog steeds weet te vinden. Want Collor is nog steeds omstreden als het om ongeoorloofd gedrag gaat. Op dit moment weet hij zich in de belangstelling van datzelfde federale hooggerechtshof dat hem bijna twintig jaar geleden reeds veroordeelde. Hij staat namelijk nog steeds onder verdenking van passieve corruptie, valsheid in geschrifte en verduistering tijdens datzelfde presidentschap begin jaren '90. De eerste twee beschuldigingen zijn op basis van Braziliaans recht inmiddels verjaard maar die van verduistering echter nog niet en zou Collor alsnog een gevangenisstraf van maximaal 12 jaar kunnen opleveren. Een eventueel proces zou volgend jaar kunnen gaan plaatsvinden als het federale hooggerechtshof onder andere het lopende Mensalão-proces heeft afgerond. Wordt vervolgd.


Dida Sampaio/AE


Geen opmerkingen:

Een reactie posten