Eind juni 2012 werden de lichamen van Almir Nogueira de
Amorim en João Luiz Telles Penetra, twee vissers en actieve leden van Associação
Homens e Mulheres do Mar/AHOMAR, dood aangetroffen in de Baai van Guanabara bij
Rio de Janeiro. Zij waren verdwenen na een vistocht op 22 juni 2012. Voorbereidend
onderzoek van de civiele politie heeft uitgewezen dat beide mannen voor hun
verdrinking werden vastgebonden. De moorden vonden plaats na continue
bedreigingen van Alexandre Anderson de Souza, zijn vrouw en andere leden van de
vereniging. De bedreigingen zijn gerelateerd aan de klachten die de groep heeft
geuit tegen de aanleg van een gaspijplijn in de baai en de milieuschade die de
traditionele vissersgemeenschappen bedreigen. In mei 2009 werd de
penningmeester van de AHOMAR in elkaar geslagen en voor de ogen van zijn gezin
door het hoofd geschoten. Het jaar daarop werd ook Márcio Amarao, een van de
oprichters van de vereniging, in zijn eigen woning doodgeschoten. Beide zaken
zijn nog onopgelost.
Alexandre Anderson (foto) vertelt dat hij de afgelopen drie jaar
zesmaal een aanslag op zijn leven overleefd heeft. In augustus 2009 werden
Alexandre Anderson en zijn vrouw opgenomen in een federaal programma ter
bescherming van mensenrechtenverdedigers. Deze bescherming werd echter maar
gedeeltelijk uitgevoerd. Alexandre heeft daarop verschillende malen formeel
protest bij de autoriteiten aangetekend wegens de slechte opleiding en de
ontoereikende bewapening van de aangeboden politiemensen. Hij heeft ook verteld
dat sommige politiemensen als beveiligingsmensen bij de aanleg van de pijplijn
actief zijn geweest en in die hoedanigheid eerder met leden van AHOMAR in
aanraking zijn gekomen. Zijn vrouw Daize Menezes de Souza, eveneens een
AHOMAR-activiste, krijgt helemaal geen bescherming ondanks ontvangen
doodsbedreigingen.
AHOMAR werd in 2003 opgericht en representeert nu meer dan 1.800
traditionele vissersmannen en -vrouwen die in Rio de Janeiro leven en werken.
Onder leiding van Alexandre Anderson de Souza werd de vereniging opgericht om
de toenemende milieuschade in de Baai van Guanabara, die hun leven al sinds
2007 bedreigd, aan te klagen. Sinds 2007 voert men actie tegen Comperj
(Complexo Petroquímico do Rio de Janeiro), een consortium dat gaspijplijnen in
de Baai van Guanabara aanlegd. In 2009 wist de vereniging de aanleg van de
pijplijn gedurende een 38-urig protest te vertragen,waarbij ze hun boten langs
de pijplijn in de baai voor anker wisten te gooien. Sinds dat protest klaagt
Alexandre over bedreigingen, wat reeds in september 2010 tot een bliksemactie
van Amnesty leidde. In december 2012 bracht een delegatie van Amnesty
International een bezoek aan het AHOMAR-hoofdkwartier in Magé, waar de
delegatie verschillende verslagen van geweld en bedreigingen tegen de
vereniging kregen te horen.
De implementatie van het Federale Programma ter Bescherming
van Mensenrechtenverdedigers laat in de deelstaat Rio de Janeiro veel te wensen
over. Onderwijl is het wachten op de ondertekening van een wet die voorziet in
de oprichting van een orgaan ter bescherming van mensenrechtenactivisten op
deelstaatniveau. Alexandre Anderson de Souza heeft tot nu toe bescherming op ad
hoc-basis genoten, die sterk van kwaliteit varieerde. Ondanks zijn opname in
het programma kreeg zijn vrouw geen enkele bescherming. In het geval van AHOMAR
werd de situatie in februari 2012 verergerd door het opheffen van een
strandpost van de politie in Mauá, dat vlakbij het hoofdkwartier van de
vereniging gelegen was.
http://www.amnesty.org/en/library/info/AMR19/009/2012/en
Geen opmerkingen:
Een reactie posten