zaterdag 16 april 2016

De allereerste Olympische plakken voor Brazilië

Brazilië deed in 1920 (Antwerpen) voor het eerst aan de Olympische Spelen mee en zou met uitzondering van de Spelen van 1928 in Amsterdam aan alle edities deelnemen. De reden voor afwezigheid in Nederland ligt voor de hand. Economisch ging het Brazilië dat jaar erg slecht af waardoor het eenvoudig aan financiële middelen ontbrak om de bootreis en het verblijf te kunnen bekostigen.


In 1920 bestond de Braziliaanse delegatie uit 22 atleten, allen mannen. Voor de zeven schutters zou de directe bootverbinding met Antwerpen dermate lang gaan duren dat de wedstrijden zouden worden gemist. Per boot ging men daarom naar Lissabon om vervolgens de trein naar Antwerpen te nemen. Na een reis van 27 dagen kwam de equipe, uitgehongerd aan en met veel te weinig sportmateriaal. Bij de overstap in Brussel had het noodlot toegeslagen. Op het station werd van de schutters, die het grootste deel van het Olympisch team uitmaakten, een deel van de vuurwapens en de munitie gestolen. Het was met dank aan de sympathie van de Amerikaanse schutters, die hen modern wapentuig uitleenden, dat de Brazilianen dat jaar in het Olympische schiettoernooi 1 gouden, 1 zilveren en 1 bronzen medaille in de wacht sleepten. De eerste gouden plak voor Brazilië werd door luitenant Guilherme Paraense in de wacht gesleept. In 2012 maakt de Braziliaanse cineast José Roberto Torero een korte en vermakelijke documentaire over de avonturen tijdens deze reis en de successen op Belgische bodem, genaamd "Ouro, prata, bronze e ... chumbo!"


Geen opmerkingen:

Een reactie posten