zaterdag 22 juni 2013
Publieke toespraak president Dilma Rousseff over protesten
Afgelopen vrijdagavond hield president Dilma Rousseff haar langverwachte toespraak tot het volk. Het was lang stil gebleven in het Palácio de Planalto, het presidentieel paleis in de hoofdstad Brasília. Dilma zit dan ook in een moeilijk pakket. Het land staat figuurlijk (en helaas ook incidenteel letterlijk) in vuur en vlam. Vanuit haar linkse oriëntatie liet ze zich in een vroeg stadium ontvallen sympathie voor de eisen van de manifestanten te kunnen opbrengen, maar het beleid verdedigen zou haar als autoritair en rechts doen overkomen.
De toespraak van vrijdag had dan ook geen verrassingen in zich. Zoals te verwachten van een president was het een oproep tot nationale eenheid van een volk dat door een aanstaand wereldkampioenschap voetbal verenigd is in wederzijds respect, tederheid en levensvreugde (respeito, carinho e alegria). Voorspelbaar was de benadrukking van het feit dat Brazilië een democratie is waarin iedereen zijn mening mag uiten, maar waar geweld van een minderheid niet getolereerd zal worden.
Haar boodschap aan het electoraat was toch vooral te vertrouwen op de doelstellingen en plannen van haar 'sociaaldemocratische' kabinet. Haar concessies daartoe zijn echter te bleek om betrouwbaar over te kunnen komen. Dat de royalties van de aardolieopbrengsten voor 100% naar het onderwijs gaan is staand beleid, evenals het voornemen 1.000 buitenlandse artsen naar Brazilië te halen. (Wat ze er natuurlijk niet bij zei is dat deze artsen in haar plannen in de periferie van de samenleving moeten gaan werken. Daar waar geen Braziliaanse arts zich vrijwillig zal vestigen. Daarnaast zijn met het aanstellen van meer artsen de structurele problemen binnen de gezondheidszorg niet getackeld.) Haar belofte een Nationaal Mobiliteitsplan voor de Grote Steden op te zullen stellen behoort in de traditie van pappen en nat houden. Brazilië kent legio van dergelijke op papier mooie plannen en ideeën, maar als het werkelijk om de implementatie gaat dan houden de reais niet over om ze te realiseren, waarna ze een dode letter blijken te zijn.
Natuurlijk maakte ze veel ruimte in de tekst voor de bestrijding van de corruptie. Onderzoek van opiniepeiler Datafolha toonde vandaag aan dat corruptie, meer nog dan de verhoging van de prijs van de bustickets, de hoofdreden van de meeste manifestanten in São Paulo was geweest om de straat op te gaan. Voor de Partido dos Trabalhadores/PT van president Dilma een heikel punt omdat tijdens de demonstraties vooral het feit dat de kopstukken van de PT, na hun veroordeling in het geruchtmakende Mensalão-proces ondanks een veroordeling nog steeds op vrije voeten zijn, op de meegevoerde protestborden als het zinnebeeld van het hedendaagse corruptie wordt gezien. Dilma pleit voor meer transparantie in de politiek en vertelt de Brazilianen qua corruptiebestrijding toch vooral vertrouwen in haar te behouden. Kort samengevat: "Ik doe wat ik kan". Dat dit weinig geloofwaardig over zal komen bij de man op de straat wordt alleen maar bevestigd door datzelfde Datafolha-onderzoek waaruit blijkt dat de huidige voorzitter van het federale hooggerechtshof Joaquim Barbosa als de meest begeerde volgende president wordt gezien. Met ziet hem als een eerlijk en oprecht mens, die zich in zijn hoedanigheid als rechter een anti-corruptiepostuur heeft weten aan te meten.
Of Dilma met deze toespraak de gemoederen tot rust zal weten te brengen waag ik te betwijfelen. Of het volgend jaar haar kansen voor een tweede mandaat als president in gevaar zal brengen? Nee, daarvoor is de afkomst van de demonstranten teveel beperkt tot de lagere middenklasse en de groep qua aantal te klein. Er gingen gisteren (de topdag) ruim 1 miljoen mensen de straat op. Op een bevolking van bijna 200 miljoen is dat nog altijd een te gering aantal.
Hoe nu verder? Het blijft koffiedik kijken, maar ik verwacht zelf dat de beweging naar de volgende presidents- en gouverneursverkiezingen in oktober 2014 met stuiptrekkingen als een nachtkaars zal uitgaan. Mocht Brazilië volgende zomer daadwerkelijk in eigen land het WK Voetbal winnen dan zal veel onvrede in euforie gesmoord worden. Het aantal doden is tot nu toe gelukkig beperkt gebleven tot twee, maar helaas te weinig om de protestgemoederen voor de langere termijn levend te houden. De protestbeweging ontbeert een charismatische leider, kader en een duidelijk gemeenschappelijk programma. Dat belooft weinig goeds voor de politieke slagkracht van de protestgangers, die erop voorstaan juist geen politieke beweging te willen zijn en zich ook niet willen binden aan een ideologie. Men is gewoon anti-corruptie en vooral voor meer geld voor de reeds bestaande plannen op het gebied van openbare veiligheid, onderwijs en gezondheidszorg.
Electoraal was de toespraak van Dilma daarom ook nog niet eens zo slecht. Op dit moment heeft haar PT-regering op papier nog steeds de beste plannen ontwikkeld om de maatschappelijke problemen daadwerkelijk op een meer sociale manier aan te kunnen pakken. Het is aan Dilma om daartoe vervolgens afdoende financiële middelen voor vrij te maken. Hopelijk ligt daar iets van een succes voor de demonstranten te behalen. De druk op de regering zal door de protesten groter zijn geworden om de volgende keer bij de keuze van de bestedingen toch iets meer naar de verlangens van de gewone man op straat te zullen luisteren.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten