Met de benoeming van César Borges als de nieuwe minister van transport heeft presidente Dilma Rousseff de banden van haar eigen partij met een trouwe coalitiegenoot weten te bestendigen. De Partido da República/PR, die zichzelf omschrijft als sociaal-liberaal en daarmee binnen de Braziliaanse constellatie als centrum-rechts, is sinds 2002 een belangrijke bondgenoot voor de socialisten.
De PR is zo'n typische fusiepartij, zoals er in de loop van de geschiedenis in Brazilië zo velen zijn ontstaan. Het Braziliaanse politieke spectrum kent een waaier aan kleine politieke partijen, waarbij we niet in de fout moeten trappen om dergelijke partijen als gedegen organisaties te zien met een interne partijdiscipline en -programma. Het is algemeen bekend dat alleen de Arbeiderspartij (PT/Partido dos Trabalhadores) en in mindere mate linkse partijen als de PSOL een dergelijke stevige eenheid kennen. Politieke partijen in Brazilië zijn dan ook meer pragmatische organisaties waar individuele politici hun persoonlijk gewin proberen te halen. Het was dan ook de PT die tijdens de regeerperiode van president Lula met het idee kwam om een kiesdrempel van 5% in te stellen teneinde de partijpolitiek te hervormen en zo een einde te maken aan particularistisch eigengewin van politici. In Brazilië wordt een politiek mandaat dan ook meer gezien als een heus beroep, in een ingewikkeld spel van geven en nemen voor de eigen kieskring (reduto) en waarbij er een financieel gewin ontstaat voor diegene die politiek zijn nek uitsteekt voor zijn achterban.
Onder dreiging van zo'n kiesdrempel ontstond in 2006 de PR. Nadat Lula de drempel had ingevoerd besloten de Partido Liberal/PL en Prona/Partido de Reedificação da Ordem Nacional de krachten te bundelen en tot één partij te komen. Uiteindelijk verklaarde het federale hooggerechtshof in datzelfde jaar de kiesdrempel (cláusula de barreira) als ongrondwettig, maar besloten de PL en Prona het project toch door te zetten en als PR door te gaan.
Onderwijl was de PL voor Lula een belangrijke bondgenoot geworden. De liberale partij is met de restauratie van de democratie in 1985 opgericht en was aanvankelijk een warm pleitbezorger van de neoliberale politiek van president Fernando Henrique Cardoso. Haar ideologische vlaggenschip was en is nog steeds als PR de invoering van de Imposto Único, de afschaffing van alle bestaande federale belastingen en de invoering van een flat-tax voor alle financiële transacties. De leider van de PL was José Alencar, die zich onder Lula profileerde zich als diens vice-president. Achteraf gezien een meesterlijke zet van Lula om de financiële markt na zijn aantreden in 2002 gerust te kunnen stellen door te tonen dat zijn socialistische machtsovername geen extreem-linkse consequenties van nationalisaties en andere linkse wensen zou hebben.
De totstandkoming van de PR betekende ook het einde van Prona. Deze partij bewoog zich op de extreemrechtse flak van het Braziliaanse politieke spectrum. Onder haar excentrieke leider Enéas Carneiro leek de partij enige politieke aanhang te verwerven in São Paulo, maar haar extreme, naar eigen zeggen patriotische programma, bleek een brug te ver.
De huidige PR blijkt een vergaarbak van populistisch-rechtse politici, waar personen als Anthony Garotinho (oud-gouverneur van Rio de Janeiro) en zijn familieclan, Blairo Maggi (grootgrondbezitter en ex-gouverneur van Mato Grosso), Alfredo Nascimento (oud-gouverneur van Amazonas) en Magno Malto (invloedrijk senator van Espírito Santo) onderdak hebben gevonden. Maar binnen de huidige politieke constellatie is de partij een gedegen bondgenoot gebleken. Met de benoeming van César Borges tot minister (niet onomstreden binnen zijn eigen partij) lijkt Dilma die band te hebben verstevigd in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2014.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten