Brazilië is voor veel politici uit de buurlanden altijd al een vrijhaven geweest om aan justitiële vervolging in eigen land te kunnen ontkomen. De bekendste onder hen was natuurlijk de beruchte oud-dictator van Paraguay, Alfredo Stroessner, die na zijn val in 1989 tot aan zijn dood in 2006 in alle vrijheid in de hoofdstad Brasília heeft gewoond. En dan was er de Paraguayaanse generaal Lino Oviedo, die na de moord op presidentskandidaat Luis Mária Argaña in 1999 de grens met Argentinië overstak en uiteindelijk in Brazilië zou neerstrijken. (Lino Oviedo zou uiteindelijk in 2004 vrijwillig naar zijn eigen land terugkeren.)
De nieuwste naam in deze reeks van naar Brazilië gevluchte politici is de Boliviaanse senator Roger Pinto Molina (foto). De afgelopen vijftien maanden verbleef hij, een van de meest vooraanstaande rechts-conservatieve critici van de Boliviaanse president Evo Morales, in het gebouw van de Braziliaanse ambassade in La Paz. Zijn openlijke beschuldiging dat veel mensen in de top van de regering-Morales zich met de drugshandel zouden inlaten leidde er vervolgens toe dat hij door de Boliviaanse staat werd aangeklaagd wegens verduistering en corruptie. Voor dat laatste vergrijp werd hij uiteindelijk door de rechter veroordeeld tot een gevangenisstraf. Om aan daadwerkelijke detentie te ontkomen vluchtte hij mei vorig jaar de Braziliaanse ambassade in en vroeg hij in het buurland officieel politiek asiel aan. Molina bracht zijn verzoek zo onder woorden als zou hij in zijn eigen land politiek vervolgdworden, waarmee hij volgens geldend Inter-Amerikaanse recht en de federale Braziliaanse grondwet recht heeft op bescherming tegen een daadwerkelijke arrestatie. Minister van Buitenlandse Zaken Antonio Patriota verklaarde in juni 2012 dan ook dat Molina's verblijf in de Braziliaanse ambassade door presidente Dilma Rousseff formeel zou worden verzekerd.
Na verzoeken bij het Braziliaanse federale hooggerechtshof toestemming tot het betreden van Braziliaans grondgebied te krijgen wist zijn Braziliaanse advocaat hem op basis van een internationaal-rechterlijk handigheidje daadwerkelijk de grens over te krijgen. Bolivia heeft Molina namelijk altijd een officiële vrijgeleide geweigerd, waarna Molina een beroep deed op een internationale bepaling dat ook diplomatieke auto's tijdelijk tot het soevereine grondgebied van een staat kunnen worden verklaard. Aldus geschiedde en werd Molina met een auto van de ambassade de grens over gesmokkeld. Na een lange reis van 22 uur kwam hij zondagochtend aan in Corumbá, in de Braziliaanse deelstaat Mato Grosso do Sul, waar hij werd opgewacht door de voorzitter van de commissie voor buitenlandse zaken van de senaat, die hem persoonlijk naar Brasília zou begeleiden. Daar aangekomen stelde Molina's advocaat hem in een eerste verklaring op een lijn met Julian Assange en Edward Snowden, die vanwege vervolging door de Amerikaanse autoriteiten wegens het lekken van geheime staatsstukken in respectievelijk Ecuador en de Russische Federatie verblijven. Daarmee poogde hij zijn cliënt tot een boegbeeld voor de strijd om het recht op vrije meningsuiting te bombarderen en zo een zekere mate van onaantastbaarheid te verlenen. Al is en blijft hij in de ogen van de regering in La Paz voortvluchtig en vaardigden de Bolivianen via Interpol een internationaal arrestatiebevel uit om Molina in eigen land te kunnen berechten kan deze door de Braziliaanse autoriteiten staatsrechtelijk niet aan Bolivia worden uitgeleverd.
De Braziliaanse presidente Dilma Rousseff ontplofte nadat zij pas achteraf van de daadwerkelijke inreis van Molina en de geheime manier waarop dat plaats had gevonden vernomen had. Ze riep haar eigen minister van Buitenlandse Zaken Antonio Patriota (foto) persoonlijk op het matje. Deze actie van het Itamaraty, zoals het ministerie van Buitenlandse Zaken gewoonlijk wordt genoemd, zou de zojuist herstelde vriendschappelijke banden tussen haar land en Bolivia, na jarenlang gesteggel over de nationalisering van de gasvelden door haar socialistische geestgenoot Evo Morales, opnieuw kunnen ondermijnen. Daarnaast was de presidente in het geheel niet op de hoogte gebracht van de "smokkel"-operatie. De positie van Patriota werd in Brasília onhoudbaar genoemd. Hij zou de regie over zijn diplomatieke dienst zijn kwijtgeraakt en werd gisteren per direct overgeplaatst naar New York, om daar de Braziliaanse missie bij de Verenigde Naties te gaan leiden. Zijn opvolger werd de diplomaat Luiz Alberto Figueiredo Machado, die juist tot gisteren de Braziliaanse man aan de Hudson-rivier was en in het nabije verleden zijn sporen heeft verdiend in het internationale klimaatdebat. Zo was hij vorig jaar een van de organisatoren van de Rio 20+ conferentie, de grote klimaattop in Rio de Janeiro. Ook de Braziliaanse ambassademedewerker Eduardo Paes Saboia moest het veld ruimen. Hij was het geweest die Molina al die maanden voortdurend als een puur politieke vluchteling heeft beschouwd en met een beroep op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens de man bijkans persoonlijk de grens over heeft geholpen.
Vooralsnog lijkt de gebeurtenis geen bilaterale repercussies te krijgen. De Boliviaanse regering zegt dat de huidige, recent herstelde vriendschappelijke banden niet onder het voorval zullen lijden. Daar zou de socialiste Dilma Rousseff goed mee wegkomen. De grootste crisis is te vinden in Itamaraty zelf. De regie over de diplomatieke dienst moet worden hersteld. Er is een gedegen onderzoek binnen de eigen gelederen aangekondigd om de verantwoordelijken voor deze "geheime" diplomatieke daad disciplinair ter verantwoording te kunnen roepen. De winnaar is echter Roger Pinto Molina. De grootgrondbezitter en meest vooraanstaande criticus van Evo Morales, die in verband wordt gebracht met betrokkenheid bij de moordpartij van El Porvenir in 2008, waarbij negentien inheemse demonstranten gewelddadig om het leven kwamen, kan zijn tijd uitzitten en straffeloos vanuit Brazilië de oppositie tegen de huidige Boliviaanse regering voortzetten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten