dinsdag 29 november 2011
donderdag 24 november 2011
woensdag 23 november 2011
Gedwongen huisuitzettingen in Rio de Janeiro
In 2016 is het de eer aan de stad Rio de Janeiro om als gastheer voor de Olympische Spelen op te mogen treden. Een historische kans voor een stad om zich naar de buitenwereld toe in alle glorie te kunnen presenteren. De 'cidade maravilhosa' zal voor een aantal weken het middelpunt van de wereld zijn en diegene die daar nog geen weet van hadden laten zien dat het daadwerkelijk een van de mooiste plekken op aarde is. De Olympische Spelen zijn de beste p.r.-gelegenheid die men zich maar kan wensen.
Het spreekt vanzelf dat bij de voorbereidingen voor een dergelijk mega-evenement de schop in de grond moet. Er zullen nieuwe sportgelegenheden gebouwd moeten worden, voor een vlotte doorstroom van het bezoekende publiek moet de infrastructuur worden aangepakt en er dient een Olympisch dorp te worden opgericht om duizenden sportmensen onder te kunnen brengen.
Maar net als in de aanloop naar de Olympische Spelen van 2008 in de Chinese hoofdstad Beijing maken de Verenigde Naties en mensenrechtenorganisaties binnen en buiten Brazilië zich ook nu weer grote zorgen dat dergelijke grootschalige bouwplannen ten koste zullen gaan van duizenden mensen die soms al decennialang in de stad wonen en werken.
Nadat in april 2011 de speciale rapporteur van de Verenigde Naties na een werkbezoek aan de stad de Braziliaanse autoriteiten had opgeroepen "de geplande uitzettingen te stoppen totdat dialoog en onderhandelingen zijn gegarandeerd" kwam Amnesty International in de loop van dit jaar tot de constatering dat reeds honderden families in de arme en kwetsbare wijken van Rio de Janeiro hun huis kwijt zijn of het risico lopen het te verliezen vanwege de voorgenomen infrastructurele projecten. Amnesty International erkent dat een goede infrastructuur van belang is om succes en veiligheid van deze evenementen te garanderen, maar stelt tegelijkertijd dat de uitvoering dient te gebeuren na consultatie en in samenwerking met de benadeelde gemeenschappen, zodat hun rechten gedurende het gehele bouwproces worden beschermd.
Maar voor enkele gemeenschappen kwamen deze oproepen reeds te laat. De aanleg van een drietal busbanen, de werkzaamheden rond het Maracanã-stadion en de modernisering van het havengebied hebben reeds tot serieuze schendingen geleid. Zo arriveerden in oktober van dit jaar de autoriteiten zonder enige aankondiging in de Restinga-gemeenschap en begon men met bulldozers huizen en kleine winkels met de grond gelijk te maken. "Om tien uur 's ochtends kwamen de machines, politiemensen, oproereenheden met zwaar wapentuig en begon men de huizen te ontruimen. Als iemand weigerde weg te gaan kwam de bulldozer, die een begin maakte om de voordeur te vernielen. De politieagenten kwamen je huis binnen, haalden je met geweld weg en sloopten het vervolgens.", aldus Edilson, een inwoner van Restinga. De verdreven bewoners van Restinga hebben van de autoriteiten geen adequate compensatie gekregen noch fatsoenljke alternatieve huisvesting, waarmee de Braziliaanse overheid internationale mensenrechtennormen heeft overtreden. Veel gezinnen in deze gemeenschap, die reeds meer dan 20 jaar op die plek gevestigd is, raakten na deze actie hun huis en baan kwijt, terwijl kinderen maandenlang niet naar school gingen omdat er op korte termijn geen nieuwe gevonden kon worden of omdat de bustickets naar de dichtstbijzijnde school veel te duur bleken te zijn. Veel van deze gezinnen verblijven nu in gevaarlijke en precaire hervestigingplekken, vaak zo'n 75 kilometer van de oorspronkelijke woonplek verwijderd.
Zoals de wijk Restinga staan nog 130 andere gemeenschappen op de nominatie om tussen nu en 2016 met de grond gelijk gemaakt te worden, waaronder de wijken Autódromo en Arroio Pavuna.
Zowel het Internationaal Olympisch Comité als de Braziliaanse autoriteiten dienen daarom volgens mensenrechtenorganisaties hun verantwoordelijkheid te nemen en er alles aan doen om gedwongen en gewelddadige huisuitzettingen tegen te gaan, bewoners bij de voorbereidingen te betrekken en ervoor te zorgen dat personen die wel verplaatst moeten worden alternatieve huisvesting krijgen waarbij de huidige levensstandaard behouden kan blijven.
woensdag 16 november 2011
Het lot van minister Carlos Lupi van Arbeid
Begin november kwam weekblad Veja met berichten over vermeende corruptie binnen het ministerie van Arbeid. Ambtenaren zouden bij de verstrekking van subsidies aan niet-gouvernementele organisaties tussen de 5 en 15% van te besteden gelden in hun eigen zaak hebben gestoken als tegenprestatie voor het verhelpen van knelpunten binnen de contracten. Dit geld zou vervolgens in de partijkas van de PDT zijn geloodst, de partij van minister van Arbeid en partijprominent Carlos Lupi. De minister verklaarde geen corruptie binnen zijn ministerie te dulden, stelde direct een intern onderzoek in en zette een verdachte hoge ambtenaar per direct aan de kant. Daarmee leek de zaak tijdelijk afgedaan, temeer omdat presidente Dilma zich achter haar minister schaarde door te stellen dat er geen problemen binnen het ministerie zouden zijn.
De zaak kreeg echter een staartje waar de minister zelf een hoofdrol in zou spelen. Veja kwam met nieuwe onthullingen naar buiten, waaronder het gegeven dat Carlos Lupi tijdens een reis naar de deelstaat Maranhão als minister gebruik zou hebben gemaakt van een privévliegtuig van de baas van een grote ngo. Lupi ontkende alle aantijgingen en zei dat het vliegtuig door de PDT zou zijn betaald. Maar de afdeling-Maranhão van de PDT op haar beurt ontkende dit vervolgens. Zij zou überhaupt geen budget hebben voor dergelijke vliegreizen.
Na nieuwe onthullingen in andere media werd ook Dilma gedwongen scherper stelling te nemen. Terwijl de PDT intern al opzoek ging naar een opvolger voor Lupi lijkt de presidente haar minister tot aan een reeds aangekondigde grootschalige wisseling van ministersposten in haar kabinet, voorzien voor januari 2012, de hand boven het hoofd te willen houden. Maar of zij dat kan volhouden valt nog te bezien. Januari 2012 is nog ver weg en Carlos Lupi bungelt. Hij vecht voor zijn politieke loopbaan omdat hij niet als een corrupte minister de boeken wil ingaan, maar of hij het gaat redden?
zondag 6 november 2011
PT-kandidatuur burgemeesterschap São Paulo
donderdag 3 november 2011
dinsdag 1 november 2011
R.I.P. Banco Real
Het was december 2001. Terwijl de thermometer in São Paulo zomerse temperaturen aangaf stond ik voor een filiaal van de Banco Real aan de Avenida Paulista. Op de stoep een kerstman in vol ornaat die zijn bel stond te luiden. Brazilië maakte zich op voor het kerstfeest. Ik heb het plaatje nog steeds sterk op mijn netvlies: de zomerse hitte, de rode kerstman en het logo van de bank, ABN Amro Bank. Het maakte indruk op mij, een Nederlander in de tropen. Vanaf vandaag is dat niet meer mogelijk. De Braziliaanse staatskrant maakte bekend dat ABN Amro Real S.A. in Brazilië opgehouden is een juridische rechtspersoon te zijn. De bank is samen met Sudameris S.A. overgenomen door de Spaanse gigant Banco Santander.
dinsdag 25 oktober 2011
Recept voor Camarão com abacaxi
800 gram grote garnalen (gepeld)
3 eetlepels cognac (voor flamberen)
1 ui gesnipperd
1 scheutje witte droge wijn
snufje zout
olijfolie
2 teentjes knoflook
maggi kruiden
room
Voorbereiding
Ananassen schillen en in blokjes snijden.
Ui snipperen
Garnalen eventueel pellen
Bereidingswijze
Verwarm de garnalen met de ui, olijfolie, knoflook, snufje zout en maggikruiden.
Voeg daarna de wijn en vervolgens de ananas toe. Laat het even koken.
Flamberen met de cognac
Daarna room toevoegen en klein beetje van het sap van de ananas.
Serveertips
Heerlijk met knoflookrijst en een frisse salade
maandag 24 oktober 2011
Onveiligheid
woensdag 19 oktober 2011
Openbare veiligheid
Vandaag maakte het toonaangevende Braziliaanse financiële dagblad Valor Econômico cijfers bekend van een opinieonderzoek dat Ibope, in samenwerking met de werkgeversorganisatie in de industrie (Confederação Nacional da Indústria), heeft uitgevoerd naar de openbare veiligheid in Brazilië. Daartoe werden 2.002 personen in 141 Braziliaanse gemeenten ondervraagd. 84% van de bevolking vindt dat de openbare veiligheid de afgelopen drie jaar verslechterd is of op z'n minst geen verbetering heeft ondergaan. Slechts 15% zegt dat de situatie er veiliger op is geworden. Zo'n 54% van de bevolking is erg negatief over de openbare veiligheid in Brazilië. Het merendeel van de Brazilianen toont zich voorstander van hogere en strengere straffen. 69% spreekt zich uit voor levenslange gevangenisstraf en 79% is de mening toegedaan dat strenge straffen criminaliteit verminderd. 46% van de ondervraagden is voor invoering van de doodstraf en eveneens 46% is tegen. 86% van de ondervraagden zou graag zien dat de strafbare leeftijd op basis van het volwassenrecht naar 16 jaar wordt verlaagd.
zaterdag 15 oktober 2011
woensdag 12 oktober 2011
Strijd in São Paulo
maandag 10 oktober 2011
Marcelo for president
Een van mijn beste Braziliaanse vrienden is de deelstaatafgevaardigde voor de PSOL in Rio de Janeiro, Marcelo Freixo. Afgestudeerd historicus en reeds jarenlang werkzaam in de frontlinie voor de bescherming van de rechten van de mens heb ik hem tot tweemaal toe in mijn hoedanigheid als landenmedewerker-Brazilië van Amnesty International mogen begeleiden tijdens een toernee door Europa en zijn bezoeken aan Nederland. Bij die gelegenheden heeft hij grote indruk op mij gemaakt. Een bevlogen en aimabel activist die zijn zaak bij elke gelegenheid uiterst nauwkeurig en met kracht onder woorden kon brengen.
zondag 9 oktober 2011
Quilombos
Suriname kent zijn bosnegers of marrons, maar ik heb vanavond uit de prachtige tv-serie De Slavernij van de NTR begrepen dat dat laatste woord zeer denigrerend is. Het zou zoiets als "gevluchtte beesten" betekenen. Brazilië, een land waar de slavernij net als in Suriname de maatschappij in velerlei opzichten gevormd heeft, kent natuurlijk ook haar geschiedenis van weggelopen slaven. Zij vestigden zich in onherbergzame gebieden in het binnenland, in gemeenschappen die de geschiedenis zijn ingegaan als quilombos of mocambos. Het waren kleine gemeenschappen (niet meer dan honderd mensen) die zich in leven hielden met landbouw en overvallen op suikerplantages. Er werden door de Portugese eigenaren expedities, onder leiding van 'capitães do mato' (meestal vrije Afrikanen), opgezet om deze mensen terug te voeren naar de plantage. Meestal met succes, maar toch bleven er velen bestaan. Tot op de dag van vandaag. Een zichtbare erfenis van een wrede periode uit de Braziliaanse geschiedenis. Inmiddels hebben deze quilombos zich ontwikkeld tot hechte gemeenschappen, vergelijkbaar met de vele beschermde gebieden voor de oorspronkelijke inheemse bevolking van het land. Ook qua problematiek. In de federale grondwet van 1988 is bepaald dat alle quilombo-gemeenschappen van het land definitief een eigen territorium toebedeeld krijgen. In 2003 bekrachtigde president Lula dit voornemen nog eens officieel. Tussen 2003 en 2010 hebben echter slechts 72 gemeenschappen land toegewezen gekregen. Anno 2011 blijkt Incra, het federale orgaan dat zich bezighoudt met de landhervorming, een totaal van 1.076 processen tot landtoekenning aan quilombos onder haar hoede te hebben. Met de huidige bezetting en financiële middelen van het instituut zou het nog minstens 150 jaar duren voordat aan deze opdracht is voldaan, aldus de voorzitter van de Incra, Celso Lacerda. Met deze mededeling hoopt Lacerda bij de federale overheid meer mensen en geld te kunnen krijgen. Een ideale kans om een historisch onrecht definitief recht te zetten.
zaterdag 8 oktober 2011
PSD
vrijdag 8 juli 2011
Marina stapt uit de groene partij
Marina was met de top van de PV in aanvaring gekomen over een democratisering en verdergaande modernisering van de partij. Dit was tussen haar en de partijtop overeengekomen tijdens haar overstap van Lula's PT naar de groenen in 2009, maar het partijkader rond zittend voorzitter José Luiz Penna (die deze functie reeds 12 jaar bekleedt) weigerde daar uitvoering aan te geven.
Het ziet ernaar uit dat de PV van deze affaire de grootste nadelen zal ondervinden. Het merendeel van de 20 miljoen Brazilianen die in 2010 op Marina stemden deden dat niet vanwege de partij, maar eerst en vooral uit sympathie voor Marina's uitstraling en persoonlijke politieke inzet.
woensdag 6 juli 2011
Zaak-Nascimento
Nadat het weekblad Veja een paar dagen later met het nieuws kwam dat de zoon van Nascimento (de architect Gustavo Morais Pereira) in 6 jaar tijd met zijn bedrijf 86.500% winst had gemaakt (van R$60.000, - in 2005 naar R$52 miljoen in 2011) werd de positie van Nascimento politiek onhoudbaar. De grootste oppositiepartij PSDB zei een parlementair onderzoek op te gaan zetten (CPI de Dnit), de PSDB en de DEM eisten van het federaal OM een grondig onderzoek naar de top van de PR en de ambtenaren op het ministerie van Transport, terwijl de PPS vroeg om een onderzoek van de federal rekenkamer naar de boekhouding van de aan het ministerie gelieerde Dnit en Valec tussen 2004 en 2011. Terwijl minister Nascimento ter verantwoording naar het Congres werd geroepen bereidt de regering een ministerswissel voor, waarbij het zich naar laat aanzien de PR haar ministerspost mag behouden.
vrijdag 20 mei 2011
Cruzeiro
dinsdag 12 april 2011
Fatale schietpartij op school in Rio de Janeiro
woensdag 16 maart 2011
Gemeenteraadsverkiezingen
Deze laatste partij heeft het in 208 gemeentes van de deelstaat voor het zeggen. Haar bondgenoot DEM 70 (waaronder de hoofdstad São Paulo), evenveel als de PMDB. De PT telt er slechts 63, waaronder dan grote als Osasco en São Bernardo, maar gezien haar aanwezigheid in de deelstaat São Paulo een disproportioneel aantal.
Het is nog niet bekend wie in de stad São Paulo voor de PT in de arena zal stappen, maar deze electorale strijd is voor de partij de hoofdprijs. De afgelopen twee keer moest Marta Suplicy (oud-burgemeester van 2000 tot 2004 en partijprominent) het immers afleggen tegen José Serra (PSDB-2004) en Gilberto Kassab (DEM-2008).
De PT vreest de oprichting van een nieuwe derde spilpartij in de deelstaat (en land) nu zittend burgemeester Kassab zijn partij gaat verlaten en om electorale redenen (hij heeft presidentsambities) een eigen partij om zich heen aan het bouwen is. Dit zou de positie van de PT kleiner maken, vooral als Kassab historische bondgenoten van de socialisten als de PCdoB en de PDT aan zich weet te binden.
De PT voelt zich bedreigd in haar kerngebied (het industriële hart van het land) en zal het charisma van Lula nog hard nodig hebben.
donderdag 10 maart 2011
Doos van Pandora - deel 2
Deze mensalão concentreert zich in het Federale District en kwam in november 2009 aan het licht door de operatie-Doos van Pandora, uitgevoerd door de federale politie. Het betreft een omkoopcircus waarbij politici van de in 2006 in het Federaal District regerende regeringscoalitie, ondernemers en parlementariërs grote bedragen aan geld werden toegeschoven. Na wekenlang juridisch gesteggel moest toenmalig gouverneur José Roberto Arruda het veld ruimen. Video-opnames hadden onomstotelijk aangetoond dat hij dit geld had ontvangen uit handen van ene Durval Barbosa. Ook diens vice-gouverneur Paulo Octávio moest om die reden opstappen.
Vorige week kreeg het schandaal een vervolg toen videobeelden in de openbaarheid kwamen waarin diezelfde Durval Barbosa in 2006 een hoeveelheid geld toeschoof naar de toenmalige deelstaatparlementariër Jaqueline Roriz, nu namens het Federaal District federaal afgevaardigde in de Câmara dos Deputados. Pikant detail, Jaqueline is de dochter van oud-gouverneur Joaquim Roriz (tijdelijk uit de politiek gezet wegens corruptie) en Weslian Roriz (diens vrouw, die in 2010 vergeefs een gooi deed naar het gouverneurschap van het Federaal District en daarbij voor veel politieke beroering wist te zorgen). Een dubieuze familie derhalve, die door columniste Eliane Cantanhêde van de het dagblad Folha de São Paulo werd geduid als de "Famiglia Roriz".
Zowel de Orde van Advocaten (OAB) van het Federaal District als de linkse PSOL eisen nu haar vertrek als federaal politica. Bij voorbaat nog geen uitgemaakte zaak. Het hangt allemaal van juridisch getouwtrek af of Jaqueline daadwerkelijk afstand van haar zetel moet doen.
dinsdag 8 maart 2011
Politieke rol federaal hooggerechtshof
En de hoge dames en heren hebben een dikke politieke agenda: goedkeuring van de benoeming van de plaatsvervangers voor de federale parlementsleden (zij die parlementariërs zullen gaan vervangen wegens ziekte of aanstelling tot een regeringspost), verlenging van de Lei da Ficha Limpa (tegen corrupte politici), goedkeuring van de nieuwe partij van de burgemeester van São Paulo Gilberto Kassab (die via een ingenieuze constructie zich op de politieke ladder omhoog probeert de werken) en de bevestiging van het onlangs in de senaat met veel politieke tamtam aangenomen besluit om het wettelijk minimumloon op R$545 te stellen. Daarnaast spelen nog twee belangrijke kwesties: de mogelijke uitlevering van de linkse terrorist Cesare Battisti aan Italië en een groot onderzoek naar politieke corruptie dat voor 2012 gepland staat.
Voor brazilianisten komt er weer een leuke en interessante tijd aan!
zaterdag 22 januari 2011
Historische verhouding elite x volk
Bij het lezen vannacht van Robert Levine's studie naar de verhouding tussen de Braziliaanse elite en het gewone volk (o povo) tot aan de jaren dertig van de vorige eeuw (Robert M. Levine, 'Elite perspectives on the Povo' in Michael Conniff en Frank McCann (ed.), Modern Brazil. Elites and Masses in Historical Perspective uit 1989) kwam mijn hele afstudeeronderzoek weer helder voor de geest. In dit artikel beschrijft hij hoe de Braziliaanse elite tot voor kort (en mijns inziens in sommige gevallen nog steeds) een verwrongen verhouding met het gewone volk heeft gehad.
Het beeld dat de heersende elite beheerste schommelde tussen een romantische idylle van dociele en kinderlijke mensen en een wilde, onbeschaafde massa dat een gevaar voor de sociale orde met zich meebracht. Teneinde Brazilië toch in de vaart der volkeren op te stuwen legde men de nadruk op europeanisering van de samenleving door technologische innovatie en het aanmoedigen van een grootschalige immigratie van Europeanen, teneinde niet meer afhankelijk te zijn van de eigen immorele, cultureel inferieure en schaamteloze geachte plattelandsbevolking.
In de jaren '20 ontstonden de eerste barstjes in dit beeld door een literaire herwaardering van het volk. Nadat Euclides da Cunha's beroemde werk 'Os Sertões' uit 1901 de multiraciale volksmassa op heroïsche wijze rond de slag van Canudos in het volle daglicht had gebracht traden andere schrijvers in zijn voetsporen, variërend van idyllisch (Mário de Andrade) tot rauw (José de Almeida).
Het was het begin van de modernistische beweging die in de jaren '20 en '30 een poging deed om de Braziliaanse identiteit in al haar uniek culturele rijkdom te herdefiniëren, waardoor folklore en volkscultuur voor het eerst openlijk bespreekbaar werden gemaakt. Maar de grote meerderheid van de sociale en politieke (veelal racistische) elite was er nog helemaal niet klaar voor en reageerde dan ook geschokt toen Gilberto Freyre in zijn baanbrekende sociologische werken de seksuele vermenging van de diverse bevolkingsgroepen als basis zag van wat in zijn ogen de unieke Braziliaanse cultuur.
Met de politieke opkomst van dictator Getúlio Vargas in 1930 en zijn invoering van de Estado Novo sloeg de elite dan ook genadeloos terug. De modernistische ideeën over het volk werden onder luid applaus van de Kerk en de machtige grootgrondbezitters met militaire repressie teruggedrongen. Freyre en de zijnen moesten hun heil fysiek elders zoeken, meestal in de stad São Paulo, waar moderne ideeën door een enkeling levendig kon worden gehouden. Het gewone volk op het platteland en de allerarmsten in de steden konden weer schaamteloos worden aangeduid als lui, zwak en dom. Nog in de vroege jaren '80 verklaarde de net aangetreden militaire president generaal João Baptista Figueiredo publieke bijeenkomsten te haten om de doodeenvoudige reden dat het volk zijns inziens nog meer stonk dan zijn eigen paard.
Door de eeuwen heen is de Braziliaanse elite uiteindelijk immer gebrand geweest op de handhaving van de status quo. Zelfs academici en kunstenaars die de sociale omstandigheden in kaart brachten trokken daar meestal geen politieke conclusies uit. Ook de geroemde Cinema Novo uit de jaren '60, waarin de bestaande rauwe werkelijkheid en het sociale onrecht op soms prachtige wijze in beeld werd gebracht, kende geen politieke agenda.
Het is aan toekomstige historici om te bezien of de regeringsjaren van de volkse president Lula en die van zijn opvolgster Dilma Rousseff daar in de kern iets aan veranderd zal hebben.
vrijdag 21 januari 2011
Straatkinderen in Rio - 1
Afgelopen nacht heb ik mij zo kunnen wijden aan het verslag van een sociologische studie van de Braziliaanse afdeling van Terres des Hommes (Claudia Cabral en Valéria Brahim, "Caring for the caregiver" in Young Children in Cities: Challenges and Opportunities, een uitgave van de Bernard van Leer Foundation uit november 2010) naar de levenskwaliteit van straatkinderen in Rio de Janeiro.
De feiten mogen nagenoeg bekend worden verondersteld: het merendeel van de 21 miljoen kinderen tot 6 jaar (11% van de totale Braziliaanse bevolking) leeft in de steden en is daar overgeleverd aan het harde stadse leven van alledag. Naar schatting van de Braziliaanse autoriteiten leven er zo'n 25.000 kinderen op straat, te verdelen in een drietal groepen: straatkinderen die elke avond weer naar huis gaan, kinderen die alleen in het weekeinde naar huis gaan en zij die permanent op straat leven.
De insteek van Terres des Hommes bij dit onderzoek was het identificeren van de kenmerken van mensen die noodgedwongen op straat leven en daarbij uitgesloten zijn van onderwijs. Bij gebrek aan officiële overheidscijfers (in Brazilië een chronisch probleem als het om de levensomstandigheden van de armsten binnen de samenleving gaat) trok men de wijk in, in dit geval naar de Margueirinha-gemeenschap in de gemeente Duque de Caxias in de Baixada Fluminense, zestien kilometer van Rio de Janeiro.
Deze gemeenschap telde ten tijde van het onderzoek een hoge werkloosheid. Zo'n 45% van de bevolking zat zonder werk en had als straatverkoper of vuilnisverzamelaar in de stad Rio de Janeiro haar toevlucht gezocht in de informele economie. Door de ontoereikende inkomsten uit deze werkzaamheden werden ook de kinderen in dit proces betrokken, vergemakkelijkt door het totaal ontbreken van kinderdagopvang en basisscholen in de wijk. Het onderzoek vertelt over de slechte hygiëne in de wijk, evenals het dagelijks geweld zowel op straat als binnen de gezinnen zelf.
Al met al weinig verrassende inzichten en bevindingen. Dit alles mag toch genoegzaam bekend worden verondersteld. En ook de aangedragen oplossingen getuigen van weinig nieuwe ideeën. Het opzetten van dagcentra, basisscholen, culturele projecten en wijkorganisaties hebben reeds in andere wijken hun dienst bewezen, evenals de belangrijke rol die de overheid bij het verduurzamen van deze sociale activiteiten zou moeten spelen.
Alle respect voor het kostbare werk van Terres des Hommes, maar dit onderzoek lijkt afgaande op het artikel weinig nieuws bij te dragen aan onze kennis over dit onderwerp. Het is meer een helder geschreven introductie voor mensen die zich voor het eerst in de materie interesseren.