Marcelo Odebrecht was al in een eerder stadium van het onderzoek, op 19 juni vorig jaar gearresteerd, samen met enkele andere topmensen van een aantal andere Braziliaanse bouwondernemingen. Deze bedrijven zouden een kartel hebben gevormd waarmee stelselmatig sinds 2006 aanbestedingen van het grote staatsenergiebedrijf Petrobras werden gefrustreerd, Daarbij werd er in grote energieplannen als Comperj (een petrochemisch project in Rio de Janeiro) en de bouw van twee raffinaderijen in Pernambuco en Paraná overgefactureerd en vervolgens aan Petrobras-bestuursleden smeergeld betaald, die vervolgens in de politieke partijkassen van de regerende PT, PP en PMDB zou zijn verdwenen. De onthullingen hierover kwamen aan het licht omdat een drietal sleutelfiguren binnen of nabij Petrobras (Paulo Roberto Costa, Pedro Barusco en Alberto Youssef) in dat smeergeldproces in ruil voor strafvermindering besloten met justitie te gaan samenwerken (delação premiada). Zij zouden een rol hebben gespeeld bij het doorsluizen van smeergeld naar buitenlandse rekeningen in Zwitserland en Monaco.
Alhoewel Marcelo Odebrecht (foto) pertinent ontkent in de genoemde aanbestedingen rechtstreeks contact met Petrobras te hebben gehad acht de rechter het bewezen dat hij er op z'n minst kennis van moet hebben gehad. Hij is er niet van overtuigd dat Odebrecht-mensen in dergelijke onderhandelingen een dermate autonomie genieten om zaken te doen. Zijn advocaten hebben al aangekondigd om juist op deze grond tegen de uitspraak van Sérgio Moro in beroep te zullen gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten