donderdag 5 december 2013
Madiba en Brazilië
Madiba is niet meer. Een groot wereldleider heeft na een lang ziekbed afscheid van ons genomen. Mijn persoonlijke herinneringen aan hem leiden naar een eigen activistisch verleden in mijn schooltijd tegen het vermaledijde apartheidssysteem. En aan die ene zomerse dag dat ik persoonlijk oog in oog met hem kwam te staan en mijn toen vierjarige dochter op het Haagse Binnenhof van de Zuidafrikaanse president Nelson Mandela (foto) een aai over haar blonde koppie heeft gekregen. Een van de hoogtepunten uit mijn leven.
Mandela's nalatenschap aan de Zuidafrikaanse natie en de wereldvrede is natuurlijk uitputtend beschreven. En elk land zal zo haar herinneringen aan hem hebben. Zo ook Brazilië.
In augustus 1991 bracht Nelson Mandela, in zijn hoedanigheid als voorzitter van het ANC (African National Congres), samen met zijn echtgenote Winnie een zesdaags bezoek aan Brazilië. Het zou een legendarisch bezoek worden, met name voor de zwarte bevolking van dit multiculturele land bij uitstek. Zo zeer zelfs dat het ANC, nauwelijks bekend met de specifieke subtiliteiten van het Braziliaanse raciale beleid, overdonderd was door het enorme enthousiasme dat zijn bezoek bij zwarte bevolkingsdeel van Brazilië teweegbracht. (Ter informatie, qua bevolkingsaantal is Brazilië, als rechtstreeks gevolg van ruim driehonderd jaar systematische Afrikaanse slavernij in het land, na Nigeria het grootste Afrikaanse land ter wereld.)
De politieke reden waarom Mandela een bezoek bracht was tweeledig. Ten eerste om de democratisch gekozen president Fernando Collor de Mello (foto) te overtuigen van het handhaven van bestaande sancties tegen het apartheidsbewind in Zuid-Afrika en dan met name een verbod op levering van Braziliaans wapentuig aan de regering in Pretoria. Ten tweede om extra externe fondsen voor het ANC te vergaren.
Het hoogtepunt van het bezoek vond plaats op de laatste dag. Mandela ontweek de diplomatieke voorschriften verklaarde openlijk dat hij onder de zwarte Braziliaanse bevolking een grote mate van bitterheid had meegekregen en dat raciale discriminatie in Brazilië een feit is. Dit laatste was een slag in het gezicht van de blanke elite in Brazilië die sinds decennia niet naliet te verklaren dat het land een raciale democratie is en dat rassendiscriminatie in Brazilië eenvoudigweg niet voor zou komen.
Dat zijn woorden zo'n impact hebben gemaakt kwam ook omdat in 1991 de Braziliaanse overheid een volkstelling wilde gaan organiseren en de zwarte gemeenschap een campagne voerde om onderwerpen aangaande raciale categorieën aan te kaarten. Door een voorgenomen versnippering qua classificatie naar huidskleur zou de zwarte gemeenschap uiteenvallen en versplinterd raken over allerlei verschillend gekleurde minderheden. In een zojuist weer ingevoerde democratische rechtsstaat geen al te aanlokkelijk vooruitzicht. Deze issues waren reden voor een verhit debat dat echter zoveel mogelijk door de blanke elite werd tegen gewerkt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten