vrijdag 27 november 2015

Jaime's droom

De "Nederlanders" waren deze week weer eens in het nieuws in Brazilië en wel onze voorvaderen van de West-Indische Compagnie (WIC), die vanaf 1630 voor enkele jaren droomden van een duurzame Hollandsche aanwezigheid aan gene zijde van de Atlantische Oceaan. Het mocht niet baten. In het Jaar des Heeren 1654 werden de Hollanders door een gezamenlijke Portugees-inheemse krijgsmacht definitief het land uitgeworpen.


Een van de historische naweeën van de tijd lijkt zich nu te gaan aanbieden in de vorm van een mega-heiligverklaring binnen de rooms-katholieke kerk. Als het aan Dom Jaime Vieira Rocha, de huidige aartsbisschop van Natal (deelstaat Rio Grande do Norte), ligt zullen er weldra in een klap dertig (!) nieuwe Braziliaanse heiligen worden erkend. Het betreft de paters André de Sandoval en Ambrósio Francisco Ferro en 28 gelovigen die in 1645 door een gezamenlijke Hollandse en inheemse operatie in het dorpje Cunhaú en drie maanden later in Uruaçu over de kling zijn gejaagd. Dat dit voorstel aan paus Franciscus nog wel eens kans van slagen kan hebben bewijst de zaligverklaring van het gezelschap in 2000 door de toenmalige paus Johannes Paulus II voor een bomvol Sint-Pietersplein in Rome. (Wil bij individuele heiligverklaringen een tweetal wonderen een voorwaarde zijn voor toelating tot het heiligdom zou daar bij deze groep geen verplichting toe bestaan. Alleen al het gegeven dat zijn gedood zij omdat zij hun roomse geloof wensten te behouden zou afdoende zijn.) Daarnaast zou paus Franciscus in een gesprek met Dom Cláudio Hummes, een vooraanstaand Braziliaans geestelijke in de Vaticaanse pikorde (voormalig aartsbisschop van São Paulo, kardinaal en in Rome verantwoordelijk voor de clerus) zijn belangstelling in het project hebben uitgesproken.

De slachtpartij zou voor de WIC zijn uitgevoerd door ene Jacob Rabbi, die leden van de inheemse Tapuias en Potiguares het vuile werk had laten opknappen. Volgens de historische overlevering sloten de Hollanders net na de heilige eucharistie (voor niet-katholieken, het nuttigen van brood en wijn/lichaam en bloed van Christus) de deuren van de kerken en lieten de inheemse Tapuia hun bloedstollende werk verrichten. De dood was hun bespaard gebleven als zij zich op bevel van Jacob Rabbi zouden hebben bekeerd tot het calvinistische geloof van de bezetter.

De heiligverklaring lijkt te worden vertroebeld door het historische gegeven dat in 1645 juist in het gebied van Rio Grande do Norte een opstand van de Portugezen tegen de Nederlanders aan de gang was.

Monument en kapel van de Martelaren van Cunhaú en Uruaçu   
in São Gonçalo do Amarante

Hoe dan ook, in oktober 2017 komt de paus naar Brazilië om de 300ste verjaardag te vieren van de verschijning van Nossa Senhora Aparecida, de beschermheilige van het land, in het water van de Paraíba-rivier in São Paulo. Of de paus tijdens dat bezoek naar het uiterste noordoosten, naar Natal zal afreizen is weinig waarschijnlijk, maar Dom Jaime heeft zijn hoop erop gevestigd dat het uiteindelijk zal gebeuren. Zijn hartendiefjes zijn immers de officiële beschermheiligen van de deelstaat Rio Grande do Norte. (In 2006 werd 3 oktober per wet 8.913/2006 afgekondigd waardoor het voor de potiguar (de populaire naam voor de inwoners van Rio Grande do Norte) zelfs een officiële feestdag werd.)

Dom Jaime blijft dromen. Dertig nieuwe heiligen uit zijn aartsbisdom en van zijn geboortegrond. Op het Sint-Pietersplein voor duizend waanzinnige Braziliaanse gelovigen, waarschijnlijk voor het grootste deel afkomstig uit Rio Grande do Norte.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten