maandag 11 februari 2013

Bento XVI en Brazilië

Vandaag kondigde paus Benedictus XVI in Rome zijn vertrek aan. De 85-jarige Joseph Ratzinger verlaat na acht jaar het pontificaat en zal derhalve volgend jaar niet zelf als leider van de rooms-katholieke kerk bij de Wereldjeugddagen in Rio de Janeiro aanwezig zijn.

Dat aanstaande bezoek zou niet zijn eerste aan Brazilië hebben betekend. In mei 2007 bracht de paus al eens een bezoek aan het land. Hij kwam om een tweetal redenen, de opening van de Vijfde Algemene Bisschoppenconferentie van Latijns-Amerika en de Caraïben, dat dat jaar gehouden werd in de Santuário de Aparecida in de Vale do Paraíba (deelstaat São Paulo) en de canonisatie van de franciscaanse monnik Frei Galvão (1739-1822), de allereerste heilige geboren op Braziliaanse bodem. Eerder had hij in 1990 als kardinaal al eens de stad Rio de Janeiro bezocht.


Zijn bezoek was niet geheel onomstreden. De regering-Lula hield de natie die dagen in spanning met plannen voor nieuwe abortuswetgeving, een vraagstuk dat de politiek in het grootste rooms-katholieke land tot op het bod verdeelde. De paus deed daar een schepje bovenop door politici die het zouden wagen voor de abortuswetgeving te stemmen te dreigen met excommunicatie uit de kerk. Lula moest alle zeilen bijzetten en in zijn onderhoud met de paus onderstreepte hij met verve de scheiding van Staat en kerk in Brazilië.

Maar het pauselijk bezoek kende het grootste venijn in de staart. Tijdens de opening van de bisschoppenconferentie herhaalde hij zijn agressieve houding ten opzichte van de ook in Brazilië ooit zo populaire bevrijdingstheologie en wist hij de inheemse bevolking tegen zich in het harnas te jagen met zijn opmerking dat de katholieke kerk hen in het verleden het geloof niet had opgedrongen, maar de inheemse volkeren had gezuiverd. Een terugkeer naar de eigen inheemse geloofsuitingen waren in de ogen van paus Benedictus XVI derhalve een stap terug in de tijd. De leiders van de inheemse gemeenschap classificeerden zijn houding als arrogant en respectloos.

De kans dat de volgende paus van Braziliaanse afkomst zal zijn is nihil. Brazilië kent een twintigtal kardinalen, maar geen van hen lijkt in het kiescollege een kans te maken. De afgelopen jaren benoemde paus Benedictus XVI een aantal vertrouwelingen binnen de Braziliaanse kerk tot kardinaal, maar Odilo Scherer (aartsbisschop van São Paulo), Raimundo Damasceno Assis (aartsbisschop van Aparecida) en João Braz de Aviz (oud-aartbisschop van Brasília en nu prefect van de Congregatie voor de Instituten van Gewijd Leven en Gemeenschappen van Apostolisch Leven in Rome) lijken vooralsnog niet veel gewicht in de schaal te kunnen leggen.

Tot nu toe is het trouwens nog geen enkele Latijnsamerikaanse kardinaal gelukt als kerkvorst te worden gekozen, al gaan er binnen de kring van Vaticaan-watchers stemmen op over de mogelijkheden van de Argentijnse kardinaal Leonardo Sandri om Benedictus XVI op te volgen. Zijn Italiaanse afkomst zou het goed doen binnen het Italiaanse smaldeel van het kiescollege dat een kwart van de leden uitmaakt. Daarnaast heeft hij als prefect van de Congregatie voor de Contacten met de Oosterse Kerken zijn sporen verdiend in een explosief dossier.

God mag dan wel een Braziliaan zijn, maar zijn vervanger op aarde naar het zich laat aanzien nog lang niet.






Komkommertijd

'Época morta' is het Portugese woord voor komkommertijd. Letterlijk, de dode tijd. Niet echt bepaald de juiste bewoording voor een week waarin Brazilië alles behalve doods is. Het land bruist en knalt uit zijn voegen door het carnaval, het grootste volksfeest aller tijden en het icoon van de Braziliaanse samenleving. Maar toch, het politieke leven lijkt totaal tot stilstand te zijn gekomen. Je hoeft de Braziliaanse kranten er maar op na te slaan of de televisiejournaals aan te zetten of het zijn de blocos (de wijkfeesten) en de defilé's van de verschillende sambascholen die de pagina's en het beeldscherm vullen. Alle politici lijken zich in hun redutos, hun kiesdistricten te hebben teruggetrokken om samen met hun electoraat de bloemen buiten te kunnen zetten.

Site Fala Rio

Slechts twee politici zijn nog in touw. Presidente Dilma Rousseff lijkt op de winkel te moeten passen. Zij mengt zich niet openlijk in het feestgedruis en heeft zich teruggetrokken in Salvador, de hoofdstad van de deelstaat Bahia, waar zij in alle veiligheid op de marinebasis van Aratu verblijft. Daar wordt dan ook het traditionele wekelijkse radiopraatje met de president (Café com a Presidenta) opgenomen, zo'n beetje het enige wat tijdens de carnaval nog aan de alledaagsheid daarbuiten lijkt te herinneren. Maar of veel Brazilianen afgelopen zondagmorgen naar haar waarschuwingen voor overmatig alcoholgebruik en de desastreuze gevolgen daarvan voor de verkeersveiligheid hebben geluisterd valt natuurlijk te betwijfelen.

En dan is daar Antonio Patriota, op dit moment de enige Braziliaan op aarde die zich niet met het carnaval mag inlaten. De huidige minister van Buitenlandse Zaken verblijft op dit moment in het ijskoude Cambridge/Massachusetts, waar hij door middel van een lezing aan de universiteit van Harvard de geesten rijp moet maken voor de allergrootste Braziliaanse politieke ambitie sinds jaar en dag, het op zich nemen van die ene permanente zetel in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Mocht de regering-Dilma deze trofee gedurende haar termijnen binnen weten te halen dan zou dat een bekroning vormen voor een proces dat onder de voormalige president Fernando Henrique Cardoso in werking werd gezet, maar met name onder de PT-presidenten Lula en Dilma tot ontplooiing kwam. Onder hun leiding groeide Brazilië uit tot een wereldspeler van formaat en een politieke en economische reus in de eigen Zuidamerikaanse regio.

Vanaf woensdag gaat Brazilië weer aan het werk. De Vastentijd is dan begonnen en de politieke komkommertijd weer ten einde. Met z'n allen weer nuchter aan de bak!