Vandaag, op de Internationale Dag van de Rechten van de Mens, werd in Brasília het eindrapport van de Nationale Waarheidscommissie (CNV, Comissão Nacional da Verdade) overhandigd aan presidente Dilma Rousseff. Tijdens haar dankwoord, waarin de presidente o.a. uitdrukkelijk benadrukte dat de bevindingen niet mogen leiden tot revanchegevoelens en haat jegens de strijdkrachten, werd Dilma, zelf slachtoffer van detentie en marteling tijdens de militaire dictatuur, overmand door emoties
De commissie werd in 2012 in het leven geroepen om de mensenrechtenschendingen in het Brazilië van tussen 1946 en 1988 aan een grondig onderzoek te onderwerpen.
De belangrijkste conclusie in het 4.400 bladzijden tellend document is het gegeven dat mensenrechten door de Braziliaanse strijdkrachten op een systematische, planmatige en georganiseerde manier hebben plaatsgevonden onder auspiciën van de president van de republiek. Naast het ophelderen van feiten wordt er in het rapport conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan.
Volgens de coördinator van de waarheidscommissie Pedro Dallari is de belangrijkste aanbeveling van de commissie de strafrechtelijke vervolging door justitie van alle militairen die zich aan mensenrechtenschendingen schuldig hebben gemaakt op basis van de bevindingen in het eindrapport ("Nós
não temos o poder de processar e julgar, então recomendamos que quem
tenha o poder de processar e julgar, o faça"). De focus van de commissie heeft vooral op de politieke moorden, marteling en verdwijningen gelegen. In totaal worden er meer dan 300 militairen voor dergelijke misdrijven tegen de menselijkheid verantwoordelijk gehouden.
Het rapport zal aanstaande dinsdag 16 december in de openbaarheid verschijnen.
Vandaag begint in São Paulo de Braziliaanse bijdrage aan de wereldwijde Schrijfmarathon van Amnesty International. (De Nederlandse afdeling zal volgende week woensdag, 10 december, op de Internationale Dag van de Rechten van de Mens haar duit in het zakje doen.) Naast een aantal zaken in het buitenland (Verenigde Staten, India, Noorwegen en Venezuela) kunnen de Brazilianen schrijven voor een tweetal zaken in eigen land, namelijk voor de zaak van Sérgio Silva uit São Paulo en voor de zwarte gemeenschap van Charco in de deelstaat Maranhão.
Sérgio Andrade da Silva (33 jaar) is een professioneel fotograaf. Op 13 juni 2013 werd hij tijdens het verslaan van een protest tegen de verhoging van de kaartjes voor het openbaar vervoer in São Paulo door een rubberkogel van de politie getroffen. Hierdoor verloor hij zijn linkeroog.
Op de avond dat het gebeurde was Sérgio ooggetuige van een actie van de militaire politie tegen demonstranten en zegt geen enkele aanleiding te hebben gezien waarom de politiemensen zo hard hebben opgetreden. Voor hem was het een politieactie met voorbedachte rade, met als enig doel het verhinderen van de protestmars. Tijdens de vreedzaam verlopen demonstratie zouden er door het onnodig gewelddadige optreden van de politie meerdere mensen gewond zijn geraakt.
Sérgio vertelde Amnesty International dat hij die avond onbeschrijfelijk veel pijn heeft geleden. Een voorbijganger heeft het allemaal zien gebeuren en heeft hem naar een ziekenhuis gebracht. Het verlies van zijn oog heeft nare gevolgen voor zijn werk als fotograaf opgeleverd, waardoor Sérgio drie maanden zonder werk en daardoor zonder inkomen heeft gezeten.
Tot op de dag van vandaag heeft Sérgio geen enkele verklaring van de autoriteiten ontvangen noch een officiële verontschuldiging, laat staan een financiële genoegdoening. Hij is een rechtszaak tegen de deelstaat São Paulo begonnen, maar vooralsnog is de zaak niet voor de rechter verschenen. In de woorden van Sérgio: "de stilte van de staat in antwoord op wat er is gebeurd is voor mij een tweede vorm van geweld" gebleken.
Sinds tientallen jaren betaalt de zwarte quilombola-gemeenschap van Charco een hoge pachtprijs voor het gebruik van een stuk land van een grootgrondbezitter die beweerd de eigenaar van de grond te zijn. Daardoor blijft er voor hen geen geld over om van te kunnen leven. Uit protest tegen dit gegeven zijn een aantal bewoners een onderzoek gestart naar de rechtmatigheid van deze pachtverplichting. Als de bewoners van Charco op het betreffende gebied geboren en getogen zijn hoe kan dat grondgebied dan aan iemand anders behoren? Zij eisen dan ook van de grootgrondbezitter dat hij met de benodigde bewijzen komt waaruit zou moeten blijken dat hij daadwerkelijk het land in bezit heeft. Als mocht blijken dat hij er helemaal geen recht op heeft dan zal de gemeenschap in het vervolg weigeren aan de pacht te voldoen.
Naar aanleiding van dit juridische geschil volgden bedreigingen en aanvallen op de gemeenschap met als dieptepunt de moordaanslag op Flaviano Pinto Neto, de voorzitter van de bewonersvereniging van Charco, in oktober 2010. Alhoewel het betreffende gebied officieel door de Braziliaanse staat is erkent als quilombola-gebied is het tot nu toe niet formeel als zodanig vastgelegd. Deze vertraging van het toekenningstraject zorgt ervoor dat de gemeenschap in een zeer hachelijke positie is komen te verkeren. Onzeker of zij er mogen blijven en onder voortdurende bedreigingen kunnen zij niet de noodzakelijke investeringen in het grondgebruik doen. Zij kunnen immers elk moment aangevallen of gedwongen van het land gezet worden.