donderdag 25 april 2013

Socialisten stappen uit parlementaire mensenrechtencommissie

Dat wat zich al een tijdje aankondigde is dan toch gebeurd. Het smaldeel van de socialistische Partido dos Trabalhadores/PT heeft de Commissie voor de Rechten van de Mens en Minderheden van het federale Huis van Afgevaardigden, het belangrijkste mensenrechtenorgaan binnen de Braziliaanse politiek, verlaten. De zeven PT-leden stappen op uit protest tegen het huidige voorzitterschap van de commissie van Marco Feliciano (PSC). Deze federaal afgevaardigde uit São Paulo is tevens pastor van een evangelische gemeenschap, heeft zich in het recente verleden ronduit homofoob, racistisch en vrouwonvriendelijk uitgelaten en neemt daar in het openbaar geen woord van terug. Sterker nog, ondanks alle commotie en enorme politieke druk om uit zichzelf van de post af te zien blijft hij zitten. Hij weet zich gesterkt door de nog steeds groeiende evangelische factie binnen het Braziliaanse Nationale Congres, die zich juist door zijn benoeming als voorzitter van deze belangrijke commissie (in de woorden van Feliciano zelf jarenlang "een werktuig van de duivel") in hun stellingnames gesterkt ziet. De tegenstanders zagen zich vorige maand genoodzaakt zelf een mensenrechten-factie binnen het Congres op te zetten, teneinde het evangelische blok georganiseerd van repliek te dienen.
Het is in dit gepolariseerde debat over de kwestie dat de PT heeft besloten de commissie te verlaten zolang Feliciano voorzitter is. Een aderlating, want het zijn niet de minste parlementariërs die het besluit genomen hebben, zoals o.a. Nilmário Miranda, alom gerespecteerd mensenrechtenactivist uit Minas Gerais en voormalig minister voor de rechten van de mens onder president Lula, en de strijdlustige afgevaardigde van het Distrito Federal, Erika Kokay. Doordat zij hebben aangegeven niet door PT-politici vervangen te willen worden zullen de zeven stoelen onbezet blijven. "We hebben dit besluit om de partij terug te trekken genomen teneinde de beslissingen die door de commissie genomen zullen worden geen legitimatie te hoeven geven, die gebaseerd zijn op fundamentalistische, homofobe, vooringenomen aannames; wegens uitspraken vol haat tegenover minderheden en de aanslag op de menselijke waardigheid." ("Tiramos este encaminhamento partidário para não legitimar as decisões que estão sendo tomadas na comissão, que virou palco de teses fundamentalistas, homofóbicas, preconceituosas, de expressão de ódio às minorias sociais e de ataque à dignidade humana".)
Daarnaast protesteren zij tegen het feit dat voorzitter Feliciano besloten heeft de beraadslagingen van de commissie achter gesloten deuren te zullen laten plaatsvinden. Een enorme breuk met de traditie binnen de commissie om juist in alle openheid en met inspraak van de aanwezige luisteraars zich over mensenrechtenkwesties te beraden.
Het is een geruststellende gedachte dat ook met betrekking tot het te voeren mensenrechtenbeleid het Huis van Afgevaardigden nog altijd zelf het laatste woord heeft en naar het zich voor alsnog laat uitzien omstreden wetsvoorstellen op mensenrechtengebied weinig kans van slagen zullen hebben. Maar deze kwestie gaat allang niet meer over feiten. Het is een politieke strijd vol symbolische acties verworden en daardoor een slechte beurt voor het imago van de ooit zo gerespecteerde mensenrechtencommissie.

woensdag 24 april 2013

PT en haar 'bolivariaanse' methoden

Die goede oude Montesquieu, geestelijk vader van de Trias Politica, de absolute scheiding van de wetgevende, uitvoerende en gerechtelijke macht binnen een Staat, zou zich in zijn graf omdraaien. De federale afgevaardigde van de Partido dos Trabalhadores/PT Nazareno Fonteles (Piauí) heeft een grondwetswijziging ingediend die er in het kort op neer komt om uitspraken van het Federale Hooggerechtshof met betrekking tot grondwetswijzigingen (PEC's, Propostas de Emenda à Constituição) nadien door het Congres te laten goedkeuren. Mocht daarbij een patstelling ontstaan dan is volgens hem het laatste woord aan het Braziliaanse volk, dat via een volksraadpleging haar oordeel mag uitspreken.
In de ogen van Fonteles is het STF (Supremo Tribunal Federal) te negatief in haar oordelen en houdt deze zijns inziens te progressieve wetgeving tegen. Hij wijst in dit geval op recente uitspraken van het Hof over stamceltechnologie en raciale quoteringssystemen in het onderwijs. Dit betekent dat het STF wetten wel aan de grondwet mag toetsen (al wil hij dat de stemverhoudingen binnen het Hof veranderd moeten worden om uitspraken te bemoeilijken), maar dat het laatste woord aan het Congres is.
Het mag dan ook niet verbazen dat twee rechters van het STF (Marco Aurélio en Gilmar Mendes) met de liberale leerstelling van Montesquieu onder de arm het wetsvoorstel naar de prullenbak hebben verwezen. Mendes wees fijntjes op de grondwet van 1937, waarin in eerste instantie het Congres en later ook de president beslissingen van het hooggerechtshof konden blokkeren. Deze grondwet, uitgevaardigd door de toenmalige dictator Getúlio Vargas als eerste grondwet van de Estado Nôvo, werd in de volksmond "a polaca" genoemd, een verwijzing naar de autoritaire Poolse grondwet van die dagen. Daarnaast had het een negatieve connotatie. In de jaren '30 vond er een grote toestroom van Pools immigranten plaats, die vanwege de slechte economische omstandigheden van de crisisjaren in de prostitutie en de misdaad belandden.
Het is interessant om te bekijken wat Nazareno Fonteles en daarmee de PT ertoe bewogen heeft om de PEC 33/2011 in te dienen. Fonteles, een medicus wiens politieke carrière niet echt wordt gekenmerkt door hoge pieken, die meer via gelukkige omstandigheden in het Huis van Afgevaardigden is terechtgekomen en daarom tot het voetvolk van de partij moet worden gerekend, lijkt voor de PT de kolen uit het vuur te moeten halen. In mijn ogen is het grondwetsvoorstel eerder een poging van de socialisten om in lijn te komen met de de andere linkse broeders in Latijns-Amerika. De macht aan het volk, ten koste van de liberale rechtsstaat. Conform de ideeën van wijlen Hugo Chávez in Venezuela en in de trant van de politieke beslissingen van de huidige presidenten van Ecuador, Bolivia en vooruit Nicaragua.
Het is nu aan het Huis van Afgevaardigden, de senaat, opnieuw het Huis en uiteindelijk de presidente om met het grondwetsvoorstel aan de slag te gaan. Een zeer interessant debat omdat het uiteindelijk zal uitwijzen wat de socialistische PT met het land voor heeft.

Het spel en de knikkers

Het heeft er alle schijn van dat de regerende Partido dos Trabalhadores/PT en de Partido do Movimento Democrático Brasileiro/PMDB tussentijds de electorale spelregels willen gaan aanpassen om volgend jaar een herhaling van de loop van de presidentsverkiezingen van 2010 te kunnen voorkomen. Tijdens die race naar het Palácio Planalto, het presidentieel paleis in Brasília, kwam de voormalige PT-prominent en minister van Milieu Marina Silva als kandidaat voor de groene Partido Verde verrassend sterk in de eerste ronde als derde uit de bus. Met maar liefst 19,33% van het electoraat (in totaal 19.636.359 stemmen) achter zich wist ze zich dat jaar te positioneren als een redelijk alternatief binnen de historische tweestrijd tussen de PT en haar eeuwige rivaal, de PSDB.

Lindomar Cruz/ABr

Marina Silva (foto) is inmiddels voor zichzelf begonnen. Ze verliet de groenen en kwam in februari van dit jaar met een eigen politieke partij voor het voetlicht, de Rede Sustentabilidade. Een partij die zich ideologisch niet vast wil leggen, maar waar duurzaamheid en de rechten van de mens het bindend element moeten gaan vormen. Gezien haar uitslag in 2010 is daar met name in de grote steden in Brazilië een groeiend electoraat voor te vinden en heeft het er al toe geleid dat een aantal, met name linkse politici van andere partijen naar haar beweging zijn overgestoken. En daar zit nu net ook de achilleshiel waar de andere grote partijen hun kans schoon hebben gezien om Marina Silva de pas af te snijden en zo een geduchte tegenstander in een vroegtijdig stadium in de kiem te smoren.
Vorige week wist de voorzitter van het federale Huis van Afgevaardigden Henrique Eduardo Alves (PMDB) een wetsvoorstel met urgentie door het parlement te loodsen, d.w.z. het voorstel diende niet eerst in allerlei Kamercommissies te worden besproken zoals de federale grondwet voorschrijft. Dit wetsvoorstel is afkomstig uit de gelederen van de PMDB en voorziet erin dat parlementariërs die tijdens hun mandaat overstappen naar een andere partij het recht verliezen om de daaraan gekoppelde radio/televisiezendtijd en de bijdrage uit het Fundo Partidário (subsidie voor politieke partijen) naar de nieuwe partij mee te nemen. De peemedebista's kunnen daarbij rekenen op de openlijke steun van coalitiegenoot de PT. De socialisten hebben er alle baat bij dat de komende presidentsverkiezingen als vanouds tussen de eigen partij en de kandidaat van de PSDB zal gaan. Door deze historisch gegroeide polarisatie van de electorale tweestrijd hebben zij de afgelopen vijf presidentsverkiezingen haar huidige machtspositie weten te bereiken.
Het wetsvoorstel werd vorige week in het Huis van Afgevaardigden besproken. Het leidde tot een fel debat tussen voor- en tegenstanders en heeft in totaal elf uur geduurd. De rechtse DEM, vorig jaar zelf door de PSD (de nieuwe partij van de oud-burgemeester van São Paulo Gilberto Kassab) op deze manier van leden en inkomsten uitgemolken, wist via een amendement het voorstel zelfs nog enigszins te verscherpen, waardoor nieuw op te richten politieke partijen nog minder reclametijd op radio en televisie kunnen krijgen. Na stemming werd het wetsvoorstel aangenomen en zal het voor verdere behandeling naar de senaat gaan. Uiteindelijk zal presidente Dilma Rousseff (PT) er haar handtekening onder moeten zetten.
De tegenstanders laten het er niet bij zitten en zullen het omstreden wetsvoorstel aan het federale Hooggerechtshof voorleggen om het aan de grondwet te kunnen toetsen. Zij beweren dat de materie een grondwetswijziging vereist en daarnaast zou Kamervoorzitter Henrique Eduardo Alves (foto) onrechtmatig hebben gehandeld door het wetsvoorstel met urgentie te laten behandelen.

alosertao.com.br

Marina Silva's hoop en die van andere politici die overwegen een eigen partij te gaan beginnen (zoals de nu aan de PDT gelieerde vakbondsman Paulinho da Força) is nu dus op de senaat, het federale hooggerechtshof en de presidente Dilma gericht. In een eerste reactie deed zij een àppel op het morele democratisch gehalte van de regeringspartijen én van presidente Dilma.

dinsdag 23 april 2013

De prijs van suikerriet

Een stimulans voor de economie, maar een bedenkelijke beslissing voor de ecologie en de rechten van de mens. Er is de Braziliaanse regering veel aan gelegen de expansie van de suikerrietteelt te verhogen. Het is arbeidsintensief en levert dus werkgelegenheid op, terwijl het daarnaast de economische ontwikkeling van het land ten goede komt. Daarom kondigde de minister van Financiën Guido Mantega vandaag aan om de wettelijk voorgeschreven hoeveelheid bioethanol in de benzine vanaf 1 mei dit jaar te verhogen van 20 naar 25% en daarnaast de omzetbelasting (PIS/Confins) voor de producenten te schrappen. Dit gaat de schatkist in 2013 R$ 970 miljoen (388 miljoen euro) kosten. Een opsteker voor de suikerriet- en de chemische industrie, maar een aderlating voor de Braziliaanse belastingbetaler.


De Braziliaan zelf zal er in de visie van de regering slechts indirect profijt van hebben. Dit werd bevestigd door presidente Dilma Rousseff. Er is niet voorzien in een belastingverlaging voor de burger. Deze zal aan de pomp nog steeds hetzelfde bedrag gaan betalen. Slechts op termijn zou wordt de burger er beter op. Door de toename van de productie van bioethanol zal volgens de economische wetten de prijs voor benzine uiteindelijk gaan dalen. Meer aanbod van dergelijk gemengde brandstof leidt tot lagere prijzen aan de pomp. Het ministerie van Mijnbouw en Energie gaat ervan uit dat de oogst van ethanol uit suikerriet dit jaar zal gaan stijgen van 23 naar 28 miljoen liter.
Teneinde de verhoogde productie te gaan realiseren zal de machtige staatsinvesteringsbank BNDES/Banco Nacional de Desenvolvimento Econômico e Social via het programma Pro-Renova R$ 4 miljard tegen gunstige voorwaarden in de suikerrietsector gaan investeren. (De chemische sector zal daarnaast eveneens gaan profiteren. Ook voor deze industriesector zal de overheid de omzetbelasting gaan reduceren. De PIS/Confins wordt tot 2015 verlaagd van 5,6% naar 1%, om daarna tot 2018 gradueel te zullen stijgen tot het huidige belastingniveau.)
Maar de expansie van de suikerrietteelt zal ten koste gaan van de schaarse grond die ertoe ter beschikking staat. Kwetsbare gebieden in het Amazonegebied en in het noordoosten van Brazilië zullen het grootste slachtoffer zijn. Ontbossing en de bedreiging van het leefgebied van de inheemse bevolking zouden er het directe gevolg van kunnen zijn. Het tekent deze regering. Tomeloze economische ontwikkeling ten koste van de basisrechten van de Braziliaanse bevolking. Dilma c.s. staat voor 'desenvolvimento' (ontwikkeling), zoals de militaire regering in haar hoogtijdagen.



Even voorstellen: Felipe Cordeiro

Brazilië loopt over van de muzikale genieën. Een dooddoener, ik weet het, maar daarom niet minder waar. Ik, die dag en nacht met mijn hoofd in de Braziliaanse wolken loopt en het internet afstruint om maar niets in dat fantastische land te hoeven missen, kom er zo nu en dan weer eentje tegen. Ditmaal kwam ik via een interview in het weekblad Carta Capital de excentrieke Felipe Cordeiro op het spoor.



Felipe Cordeiro is afkomstig uit Belém do Pará, in het noorden van Brazilië. Hij heeft tot nu toe twee albums uitgebracht, Banquete in 2007 en vorig jaar Kitsch Pop Cult. Naar eigen zeggen is de muziek op dat laatste album een mengeling van lambada en avant-gardistische muziek uit het zuidoosten van het land. Die eerste invalshoek is niet zo vreemd, omdat Felipe's vader Manoel Cordeiro bekend staat als een van de pioniers op het gebied van de lambada. (Inderdaad, hier bekend geworden door de zomerhit van de Braziliaanse band Kaoma in 1989.) Het resultaat mag er wezen: heerlijke en vooral geestige muziek! Een aanrader om op de voet te gaan volgen.

Voor meer informatie kan je neuzen op zijn eigen website.



Uitspraak slachtpartij Carandiru-gevangenis 'vitale' stap naar gerechtigheid

De veroordeling van 23 Braziliaanse politiemensen voor het doden van gedetineerden bij een slachtpartij in een gevangenis twee decennia geleden is een 'vitale'stap naar gerechtigheid.



De agenten werden eergisteren veroordeeld tot 156 jaar gevangenisstraf voor hun rol bij de dood van 13 gedetineerden tijdens een bloedige opstand in 1992 in de Carandiru-gevangenis in São Paulo, waarbij meer dan 100 gedetineerden het leven lieten. "De slachtoffers, hun familieleden en de overlevenden van deze wrede, schokkende misdaad hebben 20 jaar op gerechtigheid gewacht, zegt Atila Roque, directeur van Amnesty International in Brazilië. "Deze vitale, verlate uitspraak zal hopelijk een kickstart zijn voor een proces waarbij al diegenen die verantwoordelijk zijn voor deze moorden voor de rechtbank te krijgen, inclusief diegenen die de leiding hadden."

De Carandiru-zaak is een voorbeeld geworden voor de gebreken in het justitieel apparaat van São Paulo en voor het onvermogen met mensenrechtenschendingen om te gaan. De autoriteiten hebben gefaald in het onderzoek naar de rol van belangrijke personen binnen de deelstaatregering, terwijl de teruggedraaide veroordeling van de toenmalige commandant van de militaire operatie, kolonel Ubiratan Guimarães, in 2006 al tot grote controverses had geleid. Ordetroepen van de militaire politie werden gesommeerd Carandiru binnen te gaan nadat een vechtpartij tussen gevangenen, die de controle hadden overgenomen van gevangenisblok 9, op 2 oktober 1992 was geëscaleerd.

Enkele dagen na de slachtpartij bracht een team van Amnesty International een bezoek aan de gevangenis om bewijzen te verzamelen, dat werd gebruikt om een verslag op te kunnen stellen over wat er nu werkelijk was gebeurd in elk van de cellen van blok 9. Zij waren eveneens in staat het forensisch bewijs te evalueren en de inadequate behandeling van ballistisch bewijs te documenteren, wat wees op een poging tot het wissen van bewijzen door politiemensen. Het rapport Brazil: Death has arrived toont aan dat de gouverneur en de minister van openbare veiligheid van São Paulo hun handen in onschuld hebben gewassen door de complete controle van de gevangenis aan de militaire politie over te laten, maar daardoor ook verantwoordelijk zijn voor wat er is gebeurd.

De verwachting is dat de komende maanden tientallen andere politiemensen in verband met Carandiru voor de rechter zullen worden gedaagd, maar geen van de belangrijkste regeringspersonen zal in staat van beschuldiging worden gesteld. Onderwijl hebben de advocaten van de veroordeelde politieagenten aangekondigd tegen de uitspraken van dit weekeinde in hoger beroep te zullen gaan. 

"Met deze uitspraak heeft justitie in São Paulo toch nog de schuld van de individuele politiemensen voor de moorden in Carandiru erkend", aldus Atila Roque. "Deze agenten hebben echter niet uit zichzelf gehandeld. Het is nu belangrijk dat zij die die ene dag verantwoordelijk waren voor de daden van de politie ook voor het gerecht worden gedaagd.    

Bron: Amnesty International


vrijdag 19 april 2013

Toerisme binnen Brazilië

Tijdens mijn allereerste bezoek aan Brazilië, nu alweer ruim tien jaar geleden, kwam ik tijdens een gesprek met Pedro, een bevriende jurist uit São Paulo, op het onderwerp 'salaris'. Wat schetste mijn verbazing toen bleek dat ik met mijn deeltijdbaan in de gehandicaptenzorg maandelijks evenveel verdiende als hij in een hele week deed. Het was weer eens een pijnlijke constatering van onze rijkdom hier op het noordelijk halfrond.
Pedro, afkomstig uit een middenklasse-gezin, had dan ook nog niet zoveel van zijn eigen land gezien. Natuurlijk was hij wel eens een keer in Rio de Janeiro geweest en eenmaal had hij als jongere een kleine rondreis in het noordoosten van Brazilië gemaakt. Maar daar hield het dan ook wel mee op. Vliegen was in die dagen eenvoudigweg niet voor elke Braziliaan weggelegd. Het was eenvoudigweg te duur.


Hoe de tijden zijn veranderd. Afgaande op de berichten van mijn Braziliaanse vrienden op Facebook wordt er vandaag de dag heel wat afgereisd binnen de grenzen van het land. Toen ik vorig jaar een aantal binnenlandse vluchten maakte was me de afgeladen volle vertrekhallen op de vliegvelden van Rio-Santos Dumont, Goiânia, Brasília en Belo Horizonte ook al opgevallen. Brazilianen zijn een reislustig volkje geworden.
Vandaag kreeg ik de laatste cijfers van het Braziliaanse ministerie van Toerisme over binnenlandse reizen onder ogen. Een mooi inkijkje in de nieuwe reislust van de gemiddelde Braziliaan. Het binnenlandse vliegverkeer is tussen 2007 en 2012 met ruim 70% toegenomen. In 2012 werden op de vliegvelden 85.471.710 passagiers verwerkt. Volgens het ministerie heeft deze stijging een drietal oorzaken: de gestegen koopkracht van de middenklasse, de daling van de prijzen voor vliegtickets en de frequent-flyerprogramma's die Braziliaanse luchtvaartmaatschappijen als TAM, Azul, GOL en Avianca aan hun trouwe klanten aanbieden. Uit het rapport blijkt ook dat de reden voor de vluchten vooral ontspanningsreizen betreft.

gastronomiaenegocios.com.br

Binnen het Braziliaanse toerisme speelt het zuidoosten van het land een centrale rol. De meeste Braziliaanse toeristen (36,5%) gaan naar de deelstaten Rio de Janeiro, São Paulo of Minas Gerais, terwijl uit die regio ook de meeste toeristen zelf afkomstig blijken te zijn. Het zuidoosten wordt als toeristische trekpleister met 30% gevolgd door het noordoosten en met 18,5% door het zuiden.
De groeiende koopkracht van met name de Braziliaanse middenklasse zal het aantal reisbewegingen binnen de grenzen van het land de komende jaren nog enorm laten toenemen. Teneinde dat een verdere impuls te geven en om tot een betere seizoenspreiding te kunnen komen heeft het ministerie van Toerisme een aantal jaren geleden samen met de sector de handen ineen geslagen in het VaiBrasil-programma. De plannen zijn er en nu de infrastructuur nog! Want wat de staat van de meeste vliegvelden betreft laat dat in Brazilië helaas nog veel te wensen over. Veel te krap bebouwd (wat er met de toename van het aantal binnenlandse reizigers alleen maar erger op is geworden) en een slechte communicatie. Al worden er wat dat betreft met het oog op het WK Voetbal van 2014 en de komende Olympische Spelen op dit gebied wonderen verwacht. Vamos ver!

woensdag 17 april 2013

Samba do Avião

"Samba do Avião" is een bossa nova-klassieker van Antônio "Tom" Carlos Jobim (1927-1994), een van de uitvinders van dit muzikale genre dat zich kort door de bocht beweegt tussen samba en jazz. Deze uitvoering van Os Cariocas stamt uit 1962. Deze closs-harmonygroep werd in 1942 opgericht door Ismael Neto en vierde in de jaren '50 en '60 haar grootste successen. Tot op de dag van vandaag treden zij op onder leiding van Severino Filho.


Luz para Todos

Het ontwikkelingprogramma Luz para Todos (Licht voor Iedereen) werd in november 2003 door de toenmalige minister van mijnbouw en energie Dilma Rousseff via een presidentieel decreet in het leven geroepen om zo'n 12 miljoen Brazilianen zonder dergelijke voorzieningen van electriciteit te gaan voorzien. Het sociale programma wordt in samenwerking met de deelstaatregeringen en Eletrobras uitgevoerd door lokale electriciteitsbedrijven. Elk van de beoogde woningen zouden gratis op het lichtnet aangesloten worden, waarna de eigenaar drie lampen en twee stopcontacten van de federale regering cadeau kreeg. Een bijkomend idee daarbij is dat een goede energievoorziening op haar beurt weer gunstige uitwerkingen heeft voor de implementatie van andere sociale programma's zoals gezondheidszorg, onderwijs, sanitaire voorzieningen en het aanbod van schoon drinkwater. Een bijkomend economisch effect van dit programma is dat de vraag naar ijskasten, keukenmachines, televisietoestelen en waterpompen in deze gebieden enorm is toegenomen, wat weer op haar beurt dan weer gunstig is voor de Braziliaanse industrie. Daarbij zal gebruik worden gemaakt van de modernste technologische innovaties op dit gebied en dan met name door middel van duurzame zonnepanelen en biogasinstallaties.

Adriano Vizoni/Folhapress

Luza para Todos is een groot succes gebleken en tussentijds werden de streefcijfers naar voren bijgesteld. Tot op heden hebben bijna 15 miljoen Brazilianen van deze dienst kunnen profiteren en dat heeft de Braziliaanse staat R$19 miljard (zo'n 7,6 miljard euro) gekost. Het betreft vooral aansluitingen op het verarmde agrarische platteland in het noorden en noordoosten van Brazilië. De grootste uitdaging voor de huidige regering van Dilma Rousseff is voor het einde van haar eerste termijn als presidente de resterende 1 miljoen woningen te bereiken, die overwegend echter in de meest onherbergzame binnenlanden van Brazilië leven. Het merendeel van deze woningen bevinden zich in de sertão van de deelstaat Bahia, terwijl ook in Pará en Amazonas nog veel mensen op een aansluiting wachten.
Critici verwachten dat in het huidige ritme de ultieme doelstelling niet gehaald zal worden en dat na de verkiezingen nog zo'n 285.000 woningen de avonden en nachten bij het licht van de olielamp zullen moeten doorbrengen. Zij pleiten er dan ook voor dat de regering-Dilma het  presidentieel decreet achter programma na 2014 zal voortzetten want anders wordt er gevreesd dat het pas tot 2027 zou gaan duren voordat werkelijk alle Brazilianen op het lichtnet zijn aangesloten en het zou de Braziliaanse consument op kosten gaan jagen. Via het decreet is namelijk geregeld dat ongeveer 70% van de kosten die met het programma gepaard gaat tot 2014 wordt gedekt door een federale subsidie. Zonder die subsidie zou het betekenen dat de prijs voor een aansluiting op het platteland tot R$200.000 per woning zouden kunnen gaan bedragen, terwijl dat in de steden gemiddeld R$208 per woning kost.
Het is dan ook spannend wat presidente Dilma gaat doen. Ooit werd zij door haar voorganger Luiz Inácio Lula da Silva omschreven als 'Mãe do Luz para Todos', moeder van Luz para Todos. Dilma is zo nauw met het programma verbonden dat ze het bijna niet kan laten om het tot haar grootste politieke succes te maken, de subsidie in stand te houden en zo in 2014 een tweede termijn als presidente binnen te kunnen slepen.

zondag 14 april 2013

Continua

Braziliaanse politieke partijen mogen dan op het eerste gezicht lijken op wat wij in Nederland en Vlaanderen onder een politieke partij verstaan, maar de schijn bedriegt. Alleen de PT/Partido dos Trabalhadores en enkele kleine linkse partijen als de PSOL en de PSTU komen in de grote mate overeen met de partijen bij ons. De in naam centrumlinkse PSDB en de groene PV doen dat in enige mate. Maar dan houdt het ook wel op. Politicus-zijn betekent voor het overgrote deel van de deelnemers aan het politieke proces in Brazilië eenvoudigweg een beroep waar je als je het handig speelt zoveel mogelijk geld mee kan verdienen. Vooral de partijen op de rechterflank van het spectrum, maar ook de PMDB, de grootste centrumpartij van het land, grossieren in dergelijke gelukszoekers.
Met alle gemak stappen zij tijdens hun mandaat tussentijds over naar een andere partij als een lidmaatschap daar meer electoraal en daarmee financieel gewin kan opleveren. Het mes snijdt aan twee kanten. Hoe meer parlementariërs partijen aan zich weten te binden des te meer zij kunnen ontvangen uit de Fundo Partidário (een overheidssubsidie voor politieke partijen) en kan een partij tijdens verkiezingen rekenen op meer radio- en televisiezendtijd. Het is een traditie waar onder de regeringen van Lula en Dilma Rousseff wordt getracht langzaam een einde te maken. Zo is er op dit moment in het federale Huis van Afgevaardigden een wetsvoorstel in behandeling die het nieuw opgerichte partijen moeilijker wil maken subsidie uit de Fundo Partidário, evenals meer zendtijd op radio en televisie te ontvangen. Directe aanleiding hiervoor was de oprichting van de PSD vorig jaar door de toenmalige burgemeester van São Paulo Gilberto Kassab. Die politieke partij wist via het overhalen van zittende parlementariërs van andere partijen zich in korte tijd verzekerd van een gedegen nieuwe fractie in het Congres. De regerende coalitie van presidente Dilma vreest dat dergelijke nieuwe (fusie)partijen in 2014 een gedegen tegenstander in de verkiezingen van datzelfde Congres zullen gaan vormen en proberen er een stokje voor te steken. Het is nu al bij wet verboden om tijdens een mandaat over te stappen, behoudens een maand na de oprichting van een nieuwe (fusie)partij. Tijdens de zogenoemde "janela" (letterlijk "raam") mogen parlementariërs dat doen zonder verlies van hun mandaat.
Enkele partijen in het Congres zien de bui al hangen en zijn volgens nu al een paar maanden in onderhandeling over het fuseren van kleine partijen. De twee kleine rechtse Partido Popular Socialista/PPS en de Partido da Mobilização Nacional/PMN zijn gefuseerd tot de MD/Mobilização Democrática en zal onder de leiding van federaal afgevaardigde Rubens Bueno (ex-PPs/Paraná) staan. (Ook het binnenhalen van andere kleine partijen wordt door de nieuwe fractievoorzitter in het Huis van Afgevaardigden Roberto Freire (ex-PPS/São Paulo) niet uitgesloten.) Hiermee krijgt de MD de beschikking over 13 federale afgevaardigden, 58 deelstaatafgevaardigden, 147 burgemeesters en ruim 2500 gemeenteraadsleden. De grootste vis die de MD binnen de termijn van de "janela" hoopt  te kunnen binnenhalen is José Serra, wiens politieke ambities binnen zijn huidige partij de PSDB lijken te zijn gesmoord in de opkomst van Aécio Neves, het politieke wonderkind uit Minas Gerais en de tegenkandidaat van presidente Dilma in 2014. Een ander punt van aandacht voor de MD is wat zij volgend jaar zelf gaan doen. Er wordt gesproken over de steun van een kandidatuur van Eduardo Campos van de PSB en er zijn zelfs stemmen opgegaan die een eventuele kandidatuur van Marina Silva (Rede Sustentabilidade) zouden willen gaan ondersteunen. Al lijkt mij die laatste optie wel zeer onwaarschijnlijk.

maandag 8 april 2013

Maggie's Ilhas Malvinas

Met het overlijden van Margaret Thatcher vandaag komen de beelden van de Falkland-oorlog weer automatisch op het netvlies. In april 1982 voerde Argentinië een invasie uit op de Falkland-eilanden (in Argentinië en Brazilië de Malvinas genoemd). De Argentijnse bevolking was al generaties lang onderwezen dat deze eilanden, evenals Zuid-Georgië en de Zuid-Sandwich-eilanden, tot hun land behoren en dat de Britten als een koloniale macht daar in het verleden onrechtmatig bezit van hebben genomen. De heersende militaire junta van die dagen zag de kans schoon om van dat nationalisme gebruik te maken en het zich meer en meer roerende volk weer achter zich te krijgen. De strijd eindige twee maanden later met een Argentijnse nederlaag. De Falklands bleven Brits en de Argentijnse junta verspeelde veel krediet bij de bevolking. Er waren vandaag in de media zelfs ironische commentatoren te horen die het voorstel deden om in Buenos Aires een standbeeld voor The Iron Lady op te richten voor haar bijdrage aan het herstel van de democratie in Argentinië in 1983. Geen standbeeld dus, maar wel een eigen feestdag. De bewoners van de Falkland-eilanden vieren sind 1992 elk jaar op 10 januari Margaret Thatcher Day (foto).


Maar waar stond Brazilië eigenlijk in dit conflict? Eenvoudigweg gezegd als een persoon achter de Argentijnen. Het Braziliaanse militaire bewind onder president generaal João Baptista Figueiredo sprak direct na de invasie de hoop uit dat de Britten via onderhandelingen de eilanden aan Argentinië zouden teruggeven. Maar er werd niet alleen lippendienst aan de militaire broeders in het zuiden bewezen. Op 3 juni 1982 onderschepten Braziliaanse jachtvliegers een Britse bommenwerper boven de Atlantische Oceaan na het bombarderen van Argentijnse stellingen op de Falklands. Het vliegtuig werd gedwongen een landing te maken in Rio de Janeiro en pas na diplomatieke onderhandelingen werden het toestel en de bemanning zonder wapens aan Londen teruggegeven. Die waren door de Brazilianen om tactische redenen gehouden.
Na de oorlog waren de diplomatieke betrekkingen tussen Groot-Brittannië en Argentinië verbroken en vervulden de Brazilianen tot 1990 de rol van representant van de buren in de UK. Het heeft de verhoudingen tussen beide landen, die historisch gezien altijd gespannen tot ronduit vijandig waren geweest, heel veel goed gedaan. In de jaren '80 van de vorige eeuw werd het fundament gelegd voor de huidige Braziliaans-Argentijnse regionale en internationale samenwerking. Dit werd bezegeld in 1991 toen er formeel een einde kwam aan een onderlinge (nucleaire) wapenwedloop en het verdrag voor de oprichting van de economische vrijhandelsregio Mercosur werd getekend.

Ricardo Stuckert/AP

In een gezamenlijke verklaring op 3 augustus 2010 herbevestigde de Braziliaanse president Luiz inácio Lula da Silva de steun aan Argentinië in haar streven naar soevereiniteit over de Falkland- en Sandwich-eilanden, Zuid-Georgië en de territoriale wateren daarom heen. De offshore winning van aardolie door de Britten werd door Lula als onwettig en in strijd met antikoloniale bepalingen van de Verenigde Naties bestempeld. Brasília beschuldigt Londen er ook van haar macht als permanente vertegenwoordiger in de VN-Veiligheidsraad te misbruiken door continu te verhinderen dat dit specifieke kolonialisme-debat gevoerd kan worden.
Tijdens de Zuidamerikaanse Top in Georgetown/Guyana van 2010 werd er op aandringen van de Argentijnse presidente Cristina Fernández de Kirchner een resolutie aangenomen waardoor de aangesloten landen Britse schepen, varend onder de vlag van de Falkland-eilanden, uit solidariteit de toegang tot haar havens zal ontzeggen. Op basis van deze verklaring weigerde Brazilië in januari 2011 de toegang van het oorlogsschip HMS Clyde tot de haven van Rio de Janeiro en herhaalde minister van Defensie Nelson Jobim daarbij de Braziliaanse stellingname in het conflict. Na onderhandelingen definitieve teruggave van de Malvinas aan de Argentijnen.
De Falklands/Malvinas is een bilateraal conflict waaraan naar het zich laat uitzien niet snel een einde zal komen. Twee maanden geleden bepaalde de overgrote meerderheid van de bewoners van de Falkland-eilanden (met 3 stemmen tegen!) per referendum Brits staatsburger te willen blijven. Zo zullen de Brits-Argentijnse betrekkingen nog wel decennia gespannen blijven en zal er door de Braziliaanse solidariteit met Argentinië in de diplomatieke banden tussen Londen en Brasília altijd een kiem tot een conflict blijven bestaan.


Valério's wraak

Zou het uiteindelijk toch gebeuren? Oud-president Luiz Inácio Lula da Silva (foto links) die zich indirect wegens het mensalão-omkoopschandaal voor de rechter moet gaan verantwoorden? Zou de man die helemaal niets zou hebben geweten van de corruptie binnen de top van zijn eigen socialistische PT/Partido dos Trabalhadores dan toch niet de dans weten te ontspringen?

O Globo

Dat wat velen voor onmogelijk leken te houden dreigt nu toch aanstaande te zijn. Gisteren heeft de openbare aanklager van het OM van het Federaal District de federale politie de opdracht gegeven om de beschuldigingen van Marcos Valério de Souza (foto rechts, de logistieke spin in het web van het mensalão-schandaal en om die reden vorig jaar door het federale hooggerechtshof veroordeeld tot veertig jaar gevangenisstraf) aan het adres van Lula en diens voormalige minister van Financiën, Antonio Palocci aan de onderzoek te onderwerpen. De beschuldiging: president Lula en Palocci zouden hebben bemiddeld bij de storting door Portugal Telecom van R$7 miljoen in de verkiezingskas van de PT. Dit is een "Caixa Dois"- beschuldiging, m.a.w. de partij zou er een dubbele boekhouding op hebben nagehouden en Lula zou zich persoonlijk in die corruptieve handelingen hebben gemengd. Dit heeft niet direct met de roemruchte mensalão-zaak te maken (voor achtergronden zie mijn blog van 19 november 2012), maar omdat de beschuldiging van Valério afkomstig is krijgt de zaak toch meer explosiviteit. Want daarnaast beweert Valério dat Lula ook actief zou hebben deelgenomen in het omkopen van parlementariërs van het Nationale Congres. Het OM heeft in dit laatste geval vooralsnog geen actie tot onderzoek van de aantijgingen ondernomen, maar mocht het nu ingezette justitieel onderzoek naar Lula resultaat opleveren dan zal de verleiding (en de druk van de rechtse media) groot zijn om om ook scherper naar de andere beweringen van Valério te gaan kijken.
Veel Braziliaanse commentatoren hebben echter zo hun twijfels bij de oprechtheid van Valério. Hij is eind 2012 immers tot 40 jaar celstraf veroordeeld en heeft tijdens zijn eerdere openhartige  onthullingen die leidden tot de veroordeling van een aantal PT-kopstukken en politici van andere partijen nooit maar een keer de suggestie gewekt dat Lula erbij betrokken zou zijn geweest. Zij zien het als de spreekwoordelijke kat in het nauw. Dat het OM nog niet tot actie is overgegaan zou erop kunnen duiden dat ook zij nog niet van Valério's opmerkingen onder de indruk zijn. Valério zelf zegt in de gevangenis voor zijn leven te vrezen en geeft aan om die reden alles wat hij zou weten uit de doeken te willen doen. Een argument waar rechtse media als het invloedrijke weekblad Veja natuurlijk gretig op inspringen om Lula en de PT een hak te kunnen zetten.
Valério heeft vooralsnog de schijn enorm tegen als het om de mensalão-beschuldigingen gaat, maar mocht Lula wegens de Caixa Dois-aantijgingen uiteindelijk toch voor de rechter moeten verschijnen dan heeft hij in ieder geval geschiedenis geschreven. Tot op heden is er nog nooit een strafrechtelijk onderzoek naar de charismatische oud-president ingesteld.

zondag 7 april 2013

Carandiru, gerechtigheid na 20 jaar?

Morgen staan in São Paulo 26 agenten van de militaire politie voor een juryrechtbank terecht voor misdrijven die ruim twintig jaar geleden door hen zouden zijn begaan. Zij worden verdacht van de moord met voorbedachte rade (homicídio qualificado) op 15 gevangenen van de Casa de Detenção in de wijk Carandiru, São Paulo.

Itamar Miranda/Estadão Conteúdo

Op 2 oktober 1992 vonden in totaal 111 gedetineerden de dood als er na een ruzie in Paviljoen 9 een opstand in de gevangenis uitbreekt. Deze dag zou de geschiedenis in gaan als de "Slachting van Carandiru". De militaire politie weet met 286 man, onder bevel van kolonel Ubiratan Guimarães, door middel van extreem geweld de schermutselingen de kop in te drukken. 84 van hen zijn aangeklaagd wegens moord, maar sinds 1992 zijn er reeds vijf overleden en resten er nog 79 die voor de rechter moeten verschijnen. De 26 van morgen zijn dus de eerste in een reeks. Tot op heden is alleen kolonel Guimarães veroordeeld tot 632 jaar gevangenisstraf. Hij heeft echter nooit gevangen gezetten en werd in 2006 dood aangetroffen in zijn appartement in São Paulo. Hij werd vermoord, maar de verdachte, zijn voormalige minnares, werd vorig jaar door de rechter vrijgesproken.
De verdediging zet hoog in en heeft belangrijke kopstukken uit 1992 opgeroepen als getuigen. Naast een aantal openbare aanklagers en politiemensen zullen de toenmalige gouverneur van de deelstaat (Luiz Antônio Fleury Filho) en de minister van openbare veiligheid van de deelstaat in die dagen (Pedro Franco) hun betoog voor de rechter houden.
De aanklagers zullen het niet zozeer op de bewijzen gooien. Daarvoor zijn de aantallen en de confusie waarin de doden zijn gevallen te groot. Zij hebben aangekondigd er een ideologische aanklacht van te zullen maken. De heersende opinie van die dagen was er een van "een goede bandiet is een dode bandiet" ("Bandido bom é bandido morto") en de betreffende politiemensen zouden vanuit die gedachte hebben gehandeld .
Morgen is een spannende dag voor de rechten van de mens in Brazilië en wordt er hopelijk na twintig jaar een einde gemaakt aan de straffeloosheid in een zaak die velen tot op vandaag tot de verbeelding spreekt.


vrijdag 5 april 2013

Romário's kruistocht



De politicus Romário de Souza Faria (foto) timmert de laatste tijd aardig aan de weg. Als federaal afgevaardigde voor de centrumlinkse PSB (Rio de Janeiro) heeft hij het inmiddels tot voorzitter van de vaste Kamercommissie voor Toerisme en Sport weten te schoppen. Geen onbelangrijke post in deze dagen naar aanloop van de mega-sportevenementen die in Brazilië zullen gaan plaatsvinden. En voor Romário zelf de ideale plek om zijn persoonlijke kruistocht tegen de corruptie binnen de voetbal in het algemeen en de Braziliaanse voetbalbond CBF (Confederação Brasileira de Futebol) in het bijzonder te voeren. Want daar heeft hij de afgelopen jaren, sinds hij in 2010 lid werd van het federale Huis van Afgevaardigden, toch vooral naam mee gemaakt.


Marcelo Camargo/Folhapress

Oud-voetballer Romário is niet alleen een luis in de pels van de voetbalbond maar heeft zich altijd uitgelaten tegen de kandidatuur van Brazilië voor het WK van volgend jaar. In zijn optiek is het een evenement dat doordrenkt is van corruptie en witwaspraktijken. Hij heeft ook de wereldvoetbalbond FIFA tegen zich in het harnas weten te jagen door publiekelijk te beweren dat in 2011 het WK Voetbal van 2018 van de Engelsen is gestolen en aan de Russische Federatie is verkocht.
Waar zijn persoonlijke aversie van de huidige leiding van de CBF haar oorsprong vindt is mij tot nu toe nog steeds een raadsel gebleven. Dat hij er succes mee heeft staat buiten kijf. Mede door zijn bemoeienis is bondsvoorzitter Ricardo Teixeira, in Brazilië door vriend en vijand beschouwd als de vleesgeworden corruptie, in maart vorig jaar opgestapt. Dit onder druk van de FIFA die de bui al zag hangen die uiteindelijk vier maanden later tot ontlading zou komen. Volgens de Zwitserse justitie hebben Teixeira als lid van het Uitvoerend Comité van de FIFA en zijn voormalige schoonvader, de Braziliaanse oud-FIFA-voorzitter João Havelange, in verband met de marketing-rechten van de vorige WK's meer dan US$44 miljoen aan steekpenningen aangenomen.


Maar nu lijkt ook de opvolger van Teixeira bij de CBF voor de bijl te gaan. Niet wegens vermeende corruptiepraktijken maar vanwege de betrokkenheid van José Maria Marín (foto) bij schendingen van de rechten van de mens tijdens de militaire dictatuur (1964-1985). Marín wordt indirect in verband gebracht met de gevangenschap, het martelen en de dood van de bekende journalist Vladimir Herzog in 1975. Daartoe hebben de zoon van Herzog en twee federaal gedeputeerden uit Rio de Janeiro, Jandira Feghali van de PCdoB en U raadt het al Romário, belastende documenten aan de CBF overhandigd. Samen met een door 58.000 mensen ondertekende petitie eisen zij het vertrek van Marín als bondsvoorzitter.
Het is aan de nationale waarheidscommissie en/of de waarheidscommissie van de deelstaat São Paulo om te bekijken wat nu werkelijk de rol van Marín is geweest. José Maria Marin was ten tijde van de dictatuur deelstaatafgevaardigde in São Paulo en stond bekend als een communistenvreter. In hem vond Sérgio Patanhos Fleury, als hoofd van het gevreesde DOPS (Departamento de Ordem Politíca e Social) een van de leidinggevenden voor de repressie van links in São Paulo, openlijk een groot bewonderaar. Meermalen zou Marín (die later nog voor een jaar het gouverneurschap van de deelstaat op zich zou nemen ter vervanging van Paulo Maluf) over hem de loftrompet hebben geblazen.
Romário heeft het na een aanvankelijk vriendelijke verstandhouding sinds eind 2012 meer en meer op Marín voorzien. Een maand geleden eiste hij zelfs een gevangenisstraf voor de bondsvoorzitter wegens vermeende corruptie en pleit hij als politicus al langere tijd voor een parlementair onderzoek naar het reilen en zeilen binnen de Braziliaanse voetbalbond in de afgelopen 10 jaar.
Maar wat "O Baixinho" (Kleintje, zoals Romário liefkozend door Brazilianen wordt genoemd) drijft in zijn kruistocht blijft mij een raadsel. Is het werkelijk idealisme? Is het afgunst? Een slecht geweten misschien? Zou het hem graag eens persoonlijk willen vragen. Neem ik maar geen pot appelmoes voor hem mee.

In memoriam, José en Maria

Gisteren vond in Marabá, in het zuidoosten van de deelstaat Pará, het proces plaats tegen de drie vermeende moordenaars van José Claudio Ribeiro da Silva en zijn vrouw Maria do Espírito Santo (foto). Beiden waren vooraanstaande natuurbeschermers en milieuactivisten die stelling hadden genomen tegen de illegale houtkap, de massale ontbossing en de lokale boeren die zich in Pará daaraan schuldig maken. José en Maria hadden al veelvuldig doodsbedreigingen ontvangen en hielden er rekening mee dat het noodlot onvermijdelijk zou toeslaan, maar dat wierhield hen er niet van met de strijd door te gaan. Zij werden op 24 mei 2011 in de buurt van hun woonplaats Nova Ipixuna om het leven gebracht. De moordaanslag werd in de publieke opinie direct vergeleken met twee eerdere spraakmakende moorden in het Amazone-gebied, die op de milieuactivisten Chico Mendes (1988) en Dorothy Stang (2005).


Direct na de moordaanslag werden er binnen een kort tijdsbestek nog eens twee milieuactivisten in Amazônia gewelddadig om het leven gebracht. Eremilton Pereira dos Santos, eveneens in het zuidoosten van Pará en Adelino Ramos, een boerenleider in de deelstaat Rondônia. De golf van aanslagen bleef nationaal en internationaal niet onopgemerkt. De uitgebreide persaandacht deed de federale overheid beseffen dat het tijd werd om daadkrachtiger in te grijpen en werd er op 31 mei 2011 een crisisberaad van het kabinet bijeengeroepen. De regering in Brasília zond terstond extra manschappen van de federale politie naar de regio teneinde andere activisten bescherming te bieden en de daders achter de moordaanslagen te achterhalen. Dit leidde o.a. tot de arrestatie van de vermoedelijke opdrachtgever de fazendeiro José Rodrigues Moreira en zijn handlangers Lindonjonson Silva Rocha en Alberto Lopes do Nascimento, die vandaag terecht stonden voor een juryrechtbank in Marabá in verband met de moord op José en Maria.


Het proces trok veel aandacht van de media en van Braziliaanse (land)activisten. Er kwamen tijdens de zitting zo'n 500 landactivisten voor de rechtbank bijeen. Naast bisschop Dom Erwin Kräutler van Xingu, Pará (zelf ook veelvuldig slachtoffer van doodsbedreigingen wegens zijn inzet voor de inheemse bevolking van Brazilië) en Atila Roque, directeur van Amnesty International-Brazilië gaven o.a. de acteur Osmar Prado, padre Ricardo Rezende en Frei Henri de Roziers (beide vooraanstaande landactivisten in de regio) acte de presènce. Het gebeuren heeft zich daarmee, net als de eerdere moorden op Chico Mendes en Dorothy Stang, ontwikkeld te hebben tot een zaak die symbool staat voor al die andere moordaanslagen die de afgelopen decennia in met name dit deel van Brazilië gepleegd zijn. Volgens cijfers van de CPT/Comissão Pastoral da Terra, een kerkelijke ngo die zich bezighoudt met landhervorming, zijn er tussen 2002 en 2011 in Brazilië in totaal 377 personen om hun activisme voor landhervorming en milieubehoud vermoord. Om dit tijdens het proces tot uitdrukking te brengen werden voor de rechtbank in Marabá kruisen geplaatst voor al deze mensen die gewelddadig om het leven werden gebracht (foto).
Uiteindelijk werden Lindonjonson en Alberto Lopes gisteravond veroordeeld tot celstraffen van respectievelijk 42 en 45 jaar. José Rodrigues Moreira, die was aangeklaagd wegens het plannen, financieren en organiseren van de moordaanslagen werd, ondanks de vele door het openbaar ministerie aangedragen bewijzen, door de jury vrijgesproken. Het OM gaat in hoger beroep.

donderdag 4 april 2013

MetrôRio of hoe om te gaan met beperkingen


Het metrobedrijf van Rio de Janeiro nam reeds in 2009 voor om meer mensen met een lichamelijke beperking in dienst te gaan nemen. Daartoe stelde MetrôRio een actieplan op dat dat jaar met veel tamtam werd gepresenteerd. In het programma, genaamd 'Abrindo Caminhos' (Wegen Openen), is voorzien in een gratis opleiding van een halfjaar, waarbij de nieuwe werknemers vier uur per dag getraind zullen worden in o.a. communicatie, informatica en administratie. Het vervoersbedrijf werkt tijdens de opleiding nauw samen met het Centro de Vida Independente/CVI-Rio, een ngo die zich inzet voor de rechten van mensen met een beperking onder andere met betrekking tot werk en toegankelijkheid. Het programma heeft er de afgelopen jaren toe geleid dat het aantal werknemers met een lichamelijke beperking bij MetrôRio met een factor 6 is toegenomen. De helft van de cursisten stroomt na het afleggen van een examen door naar het bedrijf, slechts 28% haakt voortijdig af. De overige cursisten worden volgens MetrôRio doorgeleid naar een arbeidsplaats elders.
Organisaties als CVI-Rio en het eveneens in Rio de Janeiro gevestigde IBDD/Instituto Brasileiro dos Direitos da Pessoa com Deficiência timmeren al langer aan de weg als het gaat om het op de (politieke) agenda zetten van de nijpende situatie van mensen met een beperking en in het bijzonder het creëren van arbeidsplaatsen naast het vergroten van de toegankelijkheid in de openbare ruimte. Tijdens een gesprek dat ik vorig jaar had met Teresa Costa d'Amaral, de voorzitter van het IBDD en vooraanstaand strijdster voor de rechten van mensen met een beperking, werd het mij al snel duidelijk waar 'm de schoen in Brazilië wringt als het om deze materie gaat. Ik heb Brazilianen leren kennen als een uiterst hulpvaardig volk, op straat en op de werkvloer. Altijd bereid om iemand naar de overkant van de straat te helpen. Maar het ontbreekt, aldus Teresa, de gemiddelde Braziliaan aan het bewustzijn dat je ook structurele maatregelen kunt treffen om het leven van mensen met een beperking volwaardiger te kunnen maken. Gehandicapten zijn zielig, moeten in het dagelijks leven altijd geholpen worden, maar men staat er niet bij stil dat deze mensen naast werk vooral duurzame ondersteuning en zorg nodig hebben. Er wordt eenvoudigweg niet constructief over nagedacht.


Neem diezelfde MetrôRio. Ze verstrekken voordelige abonnementen voor rolstoelgebruikers, maar over een aantal stations is toch wel het en ander aan te merken in verband met de toegankelijkheid. Neem het metrostation Glória. Een belangrijk station, gebouwd onder een rotonde die het centrum van de stad verbindt met de zuidelijke wijken zoals Botafogo, Copacabana en Ipanema. Veel verkeer dus en in alle wijsheid heeft men in 1979 dan ook besloten om de entree naar het station aan de rand van de rotonde aan te leggen. Heel praktisch en vooral veilig. Wat wil nu het geval voor rolstoelers of andere mensen die slecht ter been zijn en van een lift gebruik willen maken. In al haar wijsheid hebben de gemeente Rio de Janeiro en MetrôRio een paar jaar geleden besloten een dergelijke lift te bouwen midden in de rotonde. Gezien het vele verkeer en het ontbreken van stoplichten annex zebrapaden een hachelijke onderneming voor een rolstoelgebruiker om daar te geraken en ... waar op het einde nog een venijnig steile helling moet worden genomen om bij de deur te komen.


En dan natuurlijk de stations die vorige jaar voor de nodige opschudding hebben gezorgd. MetrôRio ging in zee met een Chinese fabrikant van nieuwe metrotreinen. Daartoe dienden een aantal perrons te worden aangepast zodat het een op een zou passen. Wat bleek, bij 13 stations bleek er een hoogteverschil van 5 tot 6 centimeter te zijn tussen de trein en het perron. De passagiers dienden een drempel voor hun genoegen te nemen. 1) In de spits al een gevaarlijke onderneming voor gebruikers zonder beperking, laat staan voor een rolstoelgebruiker. Hoe hilarisch was de oplossing van een bestuurder van MetrôRio. Als er maar genoeg mensen zich in de trein zouden bevinden dan zou het vanzelf naar de juiste hoogte zakken.
Kortom, mooi initiatief van MetrôRio om mensen met een lichamelijke beperking in dienst te nemen, maar que klantenzorg valt er nog wel het een en ander te verbeteren.

1) http://www.estadao.com.br/noticias/geral,trem-chines-do-metro-do-rio-precisara-de-ajustes,921273,0.htm

woensdag 3 april 2013

Partido da República

Met de benoeming van César Borges als de nieuwe minister van transport heeft presidente Dilma Rousseff de banden van haar eigen partij met een trouwe coalitiegenoot weten te bestendigen. De Partido da República/PR, die zichzelf omschrijft als sociaal-liberaal en daarmee binnen de Braziliaanse constellatie als centrum-rechts, is sinds 2002 een belangrijke bondgenoot voor de socialisten.

De PR is zo'n typische fusiepartij, zoals er in de loop van de geschiedenis in Brazilië zo velen zijn ontstaan. Het Braziliaanse politieke spectrum kent een waaier aan kleine politieke partijen, waarbij we niet in de fout moeten trappen om dergelijke partijen als gedegen organisaties te zien met een interne partijdiscipline en -programma. Het is algemeen bekend dat alleen de Arbeiderspartij (PT/Partido dos Trabalhadores) en in mindere mate linkse partijen als de PSOL een dergelijke stevige eenheid kennen. Politieke partijen in Brazilië zijn dan ook meer pragmatische organisaties waar individuele politici hun persoonlijk gewin proberen te halen. Het was dan ook de PT die tijdens de regeerperiode van president Lula met het idee kwam om een kiesdrempel van 5% in te stellen teneinde de partijpolitiek te hervormen en zo een einde te maken aan particularistisch eigengewin van politici. In Brazilië wordt een politiek mandaat dan ook meer gezien als een heus beroep, in een ingewikkeld spel van geven en nemen voor de eigen kieskring (reduto) en waarbij er een financieel gewin ontstaat voor diegene die politiek zijn nek uitsteekt voor zijn achterban.
Onder dreiging van zo'n kiesdrempel ontstond in 2006 de PR. Nadat Lula de drempel had ingevoerd besloten de Partido Liberal/PL en Prona/Partido de Reedificação da Ordem Nacional de krachten te bundelen en tot één partij te komen. Uiteindelijk verklaarde het federale hooggerechtshof in datzelfde jaar de kiesdrempel (cláusula de barreira) als ongrondwettig, maar besloten de PL en Prona het project toch door te zetten en als PR door te gaan.
Onderwijl was de PL voor Lula een belangrijke bondgenoot geworden. De liberale partij is met de restauratie van de democratie in 1985 opgericht en was aanvankelijk een warm pleitbezorger van de neoliberale politiek van president Fernando Henrique Cardoso. Haar ideologische vlaggenschip was en is nog steeds als PR de invoering van de Imposto Único, de afschaffing van alle bestaande federale belastingen en de invoering van een flat-tax voor alle financiële transacties. De leider van de PL was José Alencar, die zich onder Lula profileerde zich als diens vice-president. Achteraf gezien een meesterlijke zet van Lula om de financiële markt na zijn aantreden in 2002 gerust te kunnen stellen door te tonen dat zijn socialistische machtsovername geen extreem-linkse consequenties van nationalisaties en andere linkse wensen zou hebben.
De totstandkoming van de PR betekende ook het einde van Prona. Deze partij bewoog zich op de extreemrechtse flak van het Braziliaanse politieke spectrum. Onder haar excentrieke leider Enéas Carneiro leek de partij enige politieke aanhang te verwerven in São Paulo, maar haar extreme, naar eigen zeggen patriotische programma, bleek een brug te ver.
De huidige PR blijkt een vergaarbak van populistisch-rechtse politici, waar personen als Anthony Garotinho (oud-gouverneur van Rio de Janeiro) en zijn familieclan, Blairo Maggi (grootgrondbezitter en ex-gouverneur van Mato Grosso), Alfredo Nascimento (oud-gouverneur van Amazonas) en Magno Malto (invloedrijk senator van Espírito Santo) onderdak hebben gevonden. Maar binnen de huidige politieke constellatie is de partij een gedegen bondgenoot gebleken. Met de benoeming van César Borges tot minister (niet onomstreden binnen zijn eigen partij) lijkt Dilma die band te hebben verstevigd in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2014.

dinsdag 2 april 2013

César Borges

Het Braziliaanse ministerie van transport is wegens haar primaire verantwoordelijkheid voor de infrastructuur in het land een politiek belangrijke post. Er gaat reeds veel geld in om met betrekking tot de aanleg van snelwegen, havens, luchthavens en spoor en de komende jaren zal dat er met het oog op het WK Voetbal en de Olympische Spelen alleen maar meer worden. Daarom is het ook een lucratieve en daarmee een politiek sensitieve post, die al de gehele regeerperiode van Dilma aan de Partido da República/PR toekomt. In eerste instantie aan de partijvoorzitter Alfredo Nascimento zelf, maar die moest in 2011 wijken wegens vermeende corruptie. Dilma benoemde haar eigen PR-stroman op de post, Paulo Sérgio Passos, een tussenpaus naar nu schijnt. De oud-gouverneur van Bahia, voormalig senator en de huidige vice-president van de Banco do Brasil César Borges is vandaag door presidente Dilma Rouseff benoemd tot de nieuwe minister van transport als opvolger van Passos. Bij zijn eigen partij de PR had hij net als Passos niet de voorkeur. Borges is een persoonlijke keuze van de president en maakt onderdeel uit van haar strategie om in de aanloop naar de verkiezingen van volgend jaar de PR binnen haar verkiezingsplatform (coligação) te houden en haar basis in het volgende Congres te kunnen bestendigen.

Marri Nogueira - Folhapress

César Augusto Rabello Borges (1948) is een echte Bahiaanse politicus. Hij was lid van de centrumrechtse PFL en zo jarenlang onderdeel van de entourage rond Antônio Carlos Magalhães/ACM, de kleurrijke godfather van het politieke leven van Bahia. Na diens dood in 2007 stapte Borges uit de DEM (de opvolger van de PFL) en verbond hij zich aan de PR. In 2010 verloor hij het de strijd om het gouverneurschap van Bahia van PT-kopstuk Jaques Wagner. Om Borges als mogelijke toekomstige electorale bedreiging in te kapselen probeerde Wagner hem dat jaar tevergeefs als zijn senator in Brasília te plaatsen. Sinds mei vorig jaar is hij waarschijnlijk juist om die reden lid van het bestuur van de Banco do Brasil geworden.
Borges wordt gezien als een kleurloze technocraat. Dat verklaart waarschijnlijk ook de keuze van Dilma voor hem. Na haar grote schoonmaak aan het begin van haar eerste termijn, waarbij diverse ministers wegens vermeende corruptie voortijdig het veld moesten ruimen, wil zij onkreukbare bestuurders op de inmiddels 39 ministersposten van haar kabinet. In de aanloop naar haar herverkiezing volgend jaar kan ze als PT-politicus na de Mensalão-schandaal geen aantijgingen wegens corruptie meer dulden. Het is haar politieke achilleshiel geworden en de oppositie heeft al aangekondigd die kaart genadeloos te zullen uitspelen, daarbij al dan niet geholpen door de grote media, het weekblad Veja voorop.

Brother Sam - 49 jaar na dato

1 april 1964. De Braziliaanse strijdkrachten nemen de macht over nadat zij de democratisch gekozen burgerregering van president João Goulart uit het zadel hebben gewipt. Gisteren was dat precies 49 jaar geleden en de sporen van eenentwintig jaar militaire dictatuur zijn tot op de dag van vandaag aanwezig. Overal in Brazilië gingen gisteren mensen de straat op om alsnog duidelijkheid te kunnen krijgen over het lot van nog steeds vermiste geliefden uit die tijd. En om de daders van de (militaire) staatsterreur van die jaren voor de rechter ter verantwoording te roepen wegens grootschalige schendingen van de rechten van de mens.
Maar er is ook kritiek te horen en dan met name over de werkwijze en de vermeende traagheid waarmee de nationale waarheidscommissie het afgelopen jaar haar werkzaamheden heeft verricht. De nabestaanden hebben begrijpelijke haast nu er eindelijk na al die jaren duidelijkheid kan worden geschapen over wat er in die jaren nou allemaal precies gebeurd is. Zij weten zich gesteund door presidente Dilma Rousseff zelf. Zij was in de jaren '60 zelf ook het slachtoffer van detentie en marteling door de militairen en pleit nu openlijk voor meer progressie in het onderzoek en het betrekken van de emotionele verhalen van de slachtoffers en nabestaanden bij de waarheidsvinding, teneinde een nationale katharsis onder de bevolking te voltrekken en het land op die therapeutische manier in het reine te laten komen met haar eigen verleden.
Maar ook aan een ander front komt er steeds meer historische duidelijkheid over de militaire dictatuur (1964-1985) en wel over de rol die de Verenigde Staten hebben gespeeld bij het omverwerpen van president Goulart in 1964 door de Braziliaanse strijdkrachten. Juist deze week kwam een nu reeds spraakmakende documentaire in de Braziliaanse cinema's en filmhuizen in roulatie die juist die Amerikaanse betrokkenheid bij de staatsgreep letterlijk in beeld brengt.



De film van de Braziliaanse filmmaker Camilo Tavares toont d.m.v. geheime documenten en originele geluidsopnames uit de jaren 1962-1964 de actieve betrokkenheid van de CIA en het Witte Huis (onder de presidenten John F. Kennedy en Lyndon Johnson) aan bij de val van Goulart en de machtsovername door een regering met maarschalk Humberto Castelo Branco als de eerste militaire president. Met name de Amerikaanse ambassadeur Lincoln Gordon en diens militair attaché Vernon Walters speelden daarbij een centrale rol. Daarnaast toont de film beelden van een oprukkende Amerikaanse vloot van vliegdekschepen en torpedoboten richting de territoriale wateren van Brazilië. Dit voor het geval de 'vreedzame' afzetting van president Goulart niet vlekkeloos zou verlopen. De vlooteenheden werden na de machtsovername voortijdig vanuit de Caraïbische Zee naar huis teruggeroepen en aan de operatie met de codenaam 'Brother Sam' kwam een definitief einde. Nu alleen nog te zien in Brazilië, maar hopelijk ook snel in Europa.


maandag 1 april 2013

Maria Gadú - Bela Flor


Dia da Mentira

Ook Brazilië kent de 1 april-traditie en staat daar bekend als de Dag van de Leugen (Dia da Mentira of meer volks uitgedrukt, Dia dos Bobos). Een van de eerste bekende Braziliaanse varianten van deze van origine Franse uitvinding uit de zestiende eeuw zou volgens Wikipedia hebben plaatsgevonden op 1 april 1828. 'A Mentira', een schotschrift in de toen nog provincie Minas Gerais, kwam met het overlijdensbericht van de toenmalige, zeer impopulaire Braziliaanse keizer, Dom Pedro I. Dit werd direct door het lezerspubliek geloofd en vervolgens door de redactie de volgende dag publiekelijk ontkracht als zijnde een grap. 


"Uw zoon is geboren" .... "1 april! Ik maak een grapje" 
"Dit is je zoon".... "Hahaha, grapje vriend! Je zoon is dezelfde"

Soms wordt ook in Brazilië een 1 april-grap niet echt gewaardeerd, zoals in 2011 het geval zou zijn geweest. Het veelbekeken sportprogramma Globo Esporte liet die eerste april voor de aftiteling een video zien van het binnenhalen van de Copa Libertadores da América door een van de roemruchtste voetbalclubs van de stad São Paulo, Corinthians. Maar deze club had in haar geschiedenis al veel gewonnen maar tot vorig jaar nog nooit de Zuidamerikaanse equivalent van de Europese Champions League. De grap zette in 2011 veel bloed bij de Gaviões da Fiel, de trouwe aanhang van de volksclub. Het uiteindelijk binnenhalen van de Copa in 2012, na een denderende finale tegen het Argentijnse Boca Juniors, zal veel goed gemaakt hebben.

Braziliaanse staatsinrichting - Inleiding


Een wetsvoorstel kan in Brazilië ingediend worden door de wetgevende en de uitvoerende macht ingediend. Er zijn in het Braziliaanse staatsrecht ook enkele bepalingen dat de rechterlijke macht dat kan doet of zelfs een burgerinitiatief. Een wetsontwerp gaat door de wetgevende macht (federale Congres of deelstatelijke Assembléias Legislativas) en vervolgens naar de president of de gouverneurs. Deze spreekt er al dan niet een veto over uit. Bij een veto gaat het ontwerp terug naar de wetgevende macht, die haar alsnog kan bekrachtigen. De president/gouverneur dient de wet dan over te nemen en te bekrachtigen. Dit besluit komt in het Staatsblad (Diário Oficial) te staan en krijgt na 45 dagen kracht van wet (vacatio legis). Een wet kan vervolgens herroepen of geamendeerd worden.

Het hoogste wetsorgaan is de federale Grondwet (Constituição). Deze is in 1988 aangenomen en kan veranderd worden door grondwetswijzigingen (Emenda Constititional). Een voorstel tot wijziging is een PEC/Proposta de Emenda à Constituição en deze start in het Huis van Afgevaardigden. Deze ontvangst een wijzigingsvoorstel van de president, de senaat of van eenderde van de eigen parlementariërs (en in de deelstaten meer dan de helft van de leden van de Wetgevende Vergadering). De voorzitter van dat parlement dient het grondwetsvoorstel in bij de vaste Kamercommissie voor de Grondwet, Justitie en Burgerschap (Comissão de Constituição, Justiça e Cidadania/CCJ). Deze krijgt vijf sessies de tijd om het in behandeling te nemen en uit te maken of het grondwetsvoorstel voor behandeling wordt toegelaten. De bevindingen worden vervolgens bij het Kamerpresidium (Mesa da Câmara) in gediend. Als een voorstel door de commissie niet is toegelaten dan wordt de PEC geseponeerd. De indiener kan echter met met de steun van eenderde in het Huis hier tegen in beroep gaan door het grondwetsvoorstel plenair aan het Huis aan te bieden, die daar op haar beurt haar zegen aan moet geven. Als het door de Kamercommissie wel aangenomen wordt dan kan de tekst in 40 sessies van het Huis door een speciaal daartoe door het CCJ benoemde tijdelijke commissie worden geamendeerd. Als een absolute meerderheid van de tijdelijke commissie er uiteindelijk mee instemt dan wordt het verslag van de relator (letterlijk 'verslaggever') openbaar gemaakt en wordt het grondwetsvoorstel door het Huis in behandeling genomen. Deze krijgt tweemaal de kans erover te debatteren en te stemmen met een tussenpauze van 5 sessies. Na aanname in het Huis gaat de PEC naar de senaat, die er op haar beurt tweemaal over debatteert, stemt en amendementen opneemt. Vervolgens komt de PEC weer terug in het Huis van Afgevaardigden en wederom weer apart in de CCJ. Als PEC dan wordt aangenomen roept de senaat een vergadering van het Congres (Huis én senaat) samen en wordt de grondwetswijziging uitgeroepen.

Naast de normale wetten bestaan er in Brazilië ook Medidas Provisórias. Daarbij kan de president in het geval van urgentie of relevantie zelfstandig een wet uitvaardigen die voorlopig nog niet bekrachtigd is door het Congres. Deze kan daar alleen achteraf haar goedkeuring aan geven of niet. Het decreet is zes sessies geldig met de mogelijkheid tot verlenging met nog eens 60 dagen. Mocht het Congres de MP dan verwerpen dan verliest het elke vorm van macht. Het opnieuw indienen van een soortgelijke MP binnen een bestaande zittingsduur van het parlement is onmogelijk. MP's op het gebied van burger-, staats-, budget- en strafrecht zijn per definitie uitgesloten, evenals een aantal andere bepaling met betrekking tot het bezitsrecht. Diverse staatsorganen hebben de macht een MP bij het federale Hooggerechtshof aan te brengen als zijnde ongrondwettelijk. De president, de presidia van het Huis van Afgevaardigden en de senaat, politieke partijen met een vertegenwoordiging in het Congres, de procureur-generaal van de republiek, deelstaatgouverneurs en -parlementen, de OAB, vakbondsconfederaties en andere nationale eenheden. De evangelische factie binnen het Congres maakt zich deze dagen sterk dat ook kerken deze bevoegdheid krijgen.