zaterdag 30 juli 2016

Lula in de beklaagdenbank

Oud-president Luiz Inácio Lula da Silva, die het land tot tweemaal als staatshoofd leidde (2002-2010) is vandaag na voorwerk van het openbaar ministerie door een federale rechter in de hoofdstad Brasília officieel in staat van beschuldiging gebracht. Hem wordt samen met een zestal anderen verweten het onderzoek naar corruptie binnen het staatsenergiebedrijf Petrobras te hebben willen dwarsbomen. Daarbij zouden zij pogingen in het werk hebben gesteld om het zwijgen van Nestor Cerveró, voormalig directeur internationale zaken van Petrobras en een kroongetuige in het Lava Jato-proces, te kunnen bewerkstelligen.


Tegen het zevental zijn drie misdrijven aangevoerd: obstructie van een onderzoek naar georganiseerde misdaad (waar een celstraf van drie tot acht jaar op staat), onjuiste rechtsbijstand omdat de advocaat van Cerveró op een niet correcte wijze zijn mandant zou hebben bijgestaan en de anderen daaraan medewerking zouden hebben verleend (celstraf van een half tot drie jaar) en misbruik van de goede naam (een tot vijf jaar celstraf). De beschuldigden hebben nu twintig dagen om tegen de aantijgingen in het geweer te komen. Wat de rol van Lula betreft voert het OM aan dat hij op een directe wijze het werk van de rechterlijke macht, het openbaar ministerie en het ministerie van Justitie zou hebben willen dwarsbomen. Sterker nog, een van de andere beschuldigden, oud-senator van de Partido dos Trabalhadores/PT Decídio do Amaral, heeft in ruil voor strafvermindering al enkele maanden geleden hebben verklaard dat de oud-president zelf de leidende persoon achter de hele operatie zou zijn geweest.

Lula zelf verklaart via zijn advocaten dat hij het federale OM al zijn visie op de zaak heeft gegeven en ontkent in alle toonaarden de beschuldigingen aan zijn adres. De aantijgingen zijn volgens het Lula-kamp volledig gebaseerd op in Brazilië geldende systeem van plea bargain (delação premiada), waarbij een aangeklaagde in ruil voor strafvermindering zijn schuld bekend en verklaringen in een bepaalde zaak aflegt.

Daar ligt waarschijnlijk ook de zwakte van de aantijging en de uitweg voor de alom gerespecteerde Braziliaanse staatsman. Iedereen kan van alles verklaren om maar onder een bepaalde straf onderuit te kunnen komen. En binnen de Braziliaanse context leidt dat tot een onontwarbare kluwe van garen. Braziliaanse politiek is door de institutionele corruptie een doos van Pandora. Zo'n beetje iedereen heeft klodders boter op zijn hoofd als het om corruptie gaat want zo zit het politieke reilen en zeilen in Brazilië nou eenmaal in elkaar. Om strafvermindering of vervolging door justitie te kunnen voorkomen poogt iedere beschuldigde om anderen in zijn of haar val mee te trekken. Al dan niet op feiten gebaseerd, ingegeven door hogere politieke belangen. Het is een spel waarbij de tegenstelling waarheid en fictie de boventoon voeren. Het subjectieve eigenbelang gaat daarbij boven het objectieve belang van een maatschappij. Het is aan de rechterlijke macht om daarbij uitsluitsel te geven.

In een zuivere opvatting van Trias Politica, de beroemde scheiding der machten van de Franse rechtsfilosoof Montesquieu en dogma in de mondiale staatsleer, is gerechtigheid daarbij gegarandeerd. In het geval van Lula en consorten hebben we met rechters van doen die in het verleden wars zijn geweest van politieke of subjectieve vooringenomenheid in hun besluitvorming. Zo ook in dit geval.

De federale rechter die Lula en de zes anderen in staat van beschuldiging heeft gesteld, Ricardo Leite in Brasília, blijkt eerder persoonlijk politieke voorkeuren te hebben geprevaleerd boven het algemeen belang (*). Hij zou in een ander corruptieonderzoek (Operatie-Zelotes) vooringenomen beslissingen hebben genomen. Dat is het spel. Veel aanwijzingen en gebeurtenissen van de afgelopen tijd lijken erop te wijzen dat het in het geval van Lula vooral om het aanbrengen van imagoschade gaat. Misschien is hij schuldig, waarschijnlijk ook niet binnen de exercitie van de eeuwenoude rechts-conservatieve elite in Brazilië de laatste paar jaar om de macht in het land terug te kunnen nemen. Zie de manipulatieve gang van zaken rond de impeachment-procedure rond presidente Dilma Rousseff. Het spookbeeld voor de gevestigde macht, een conglomeraat van het grote geld, politiek en de media, is dat Lula zich in 2018 opnieuw kandidaat zal gaan stellen voor het presidentschap. In de politieke werkelijkheid van Brazilië is daarbij elke poging tot het suggestief zwartmaken en daarmee het beschadigen van het imago van politici een fact of live. Het Braziliaanse electorale proces gaat per slotte niet alleen om de politieke inhoud maar om het beeld dat leiders in de media kunnen neerzetten als een betrouwbaar en competent regeringsleider. Helaas is dat niet alleen een Braziliaans gegeven, maar gaat het wereldwijd op in het veroveren van de kiezersgunst.


donderdag 28 juli 2016

Academische déjà vu

Oude tijden herleven. Mijn academische eindscriptie blijkt opeens aan actualiteitswaarde te hebben gewonnen. Daarin heb ik beschreven hoe de Braziliaanse historiografie in de afgelopen twee eeuwen tot stand is gekomen als een voortdurend ideologisch gevecht rond een vermeend historisch gelijk. Hoe er zo in Brazilië een traditioneel verre van waardevrije geschiedschrijving tot stand kwam en hoe dat gedurende de militaire dictatuur (1964-1985) geleid heeft tot repressie en vervolging van maatschappijkritische historici, evenals pogingen van de militaire overheid om via het geschiedenis-onderwijs tot een conservatieve indoctrinatie van de jeugd te komen. Wekenlang heb ik Braziliaanse schoolboeken uit die tijd doorgenomen, evenals het doorspitten van een overheidsprogramma dat Educação de Moral e Cívismo heette. Het middel van het toenmalige ministerie van onderwijs en cultuur om kort door de bocht gezegd van haar burgers politiek onmondige consumenten te kneden.

Ik waan me na het volgen van de actuele onderwijsdebat onder het kabinet van interim-president Michel Temer weer in 1992, het jaar van mijn onderzoek aan de universiteit in Groningen. Wat in mijn scriptie EMC heet gaat tegenwoordig door het leven als ESP, Escola Sem Partido. Een wetsvoorstel van de evangelisch-rechtse senator Magno Malta (PR-ES) dat voorziet in het terugdringen van vermeende politiek-linkse vooringenomenheid binnen het onderwijscurriculum na 12 jaar socialistische PT-regeringen onder de presidenten Luiz Inácio Lula da Silva en Dilma Rousseff.


Mijn bange vermoeden wordt gevestigd als ik 'Escola Sem Partido' op de Portugeestalige versie van Wikipedia intik. Ik wordt automatisch geleid naar de pagina van Mídia Sem Mascara (MSM). Dat is een politiek zeer rechtse Braziliaanse website en het huisorgaan van het in São Paulo gevestigde Instituto Brasileiro de Humanidades. Dat is opgericht en wordt geleid door Olavo de Carvalho (1947), een in Brazilië zeer bekende neo-conservatieve filosoof en opiniemaker, woonachtig in het Amerikaanse Richmond (Virginia), die onder het mom van het vrije woord niet schuwt voor politiek uiterst bedenkelijke uitspraken en zich in kringen rond het extreem-rechtse politicus Flávio Bolsonaro zeer op zijn gemak lijkt te voelen. Olavo's oordeel over de militaire dictatuur is er dan ook een van bagatelliseren. De militairen waren volgens hem niet conservatief, maar positivisten die met hun politieke traject alleen maar het goede met Brazilië voor zouden hebben gehad.



Het is ook een Olavo de Carvalho die voortdurend vraagtekens zet bij wetenschappelijke dogma's. Dat hij daarbij bijvoorbeeld het feit dat de aarde om de zon draait en de relativiteitstheorie van Einstein sterk in twijfel trekt valt in zijn geval nog te begrijpen want de goede man is een diepgelovig astroloog. Maar het zal niet verbazen dat hij met zijn geloof in het 'vrije denken', wars van elke academisch-wetenschappelijke discipline, zich in kringen van klimaatcritici en nationalistische anti-globalisten als een vis in het water voelt. Fact-free wetenschap is duidelijk aan hem besteed! Het huidige Escola Sem Partido-wetsvoorstel van senator Magno Malta lijkt de manier te zijn om het rechts-conservatieve en anti-wetenschappelijke wereldbeeld van neo-conservatief rechts aan de Braziliaanse jeugd op te dringen. En gezien de sterk reactionaire en anti-revolutionaire wind die er onder interim-president Michel Temer waait is ook in Brazilië in de politiek alles mogelijk. Vergeet niet dat rechts-conservatief Brazilië op dit moment zowel in het Huis van Afgevaardigden als in de senaat een afgemeten meerderheid aan zetels heeft. Geen wonder dus dat de pennenstrijd in de Braziliaanse (social) media deze dagen op het scherpst van de snede wordt uitgevochten.

Het wordt echt tijd dat ik mijn eindscriptie nu eindelijk eens ga digitaliseren en updaten!

woensdag 27 juli 2016

Amnesty-campagnevideo 'The police are breaking records in Rio'

26 jaar Moeders van Acari

Gisteren was het 26 jaar geleden dat in Rio de Janeiro een elftal jongeren "verdween", een misdrijf dat sinds die tijd bekend is geworden als de Slachting van Acari. De lichamen werden nooit meer gevonden en de verantwoordelijken werden nimmer voor de rechter gebracht. Deze straffeloosheid is als het ware een voortzetting van het geweld tegenover deze jongeren en hun familieleden.


Volgens Amnesty International toont de Slachting van Acari het onvermogen aan van de Braziliaanse Staat om gerechtigheid te garanderen als het om politiegeweld, "verdwijningen" en moorden door doodseskaders gaat.

De moeders van de jongeren van Acari werden geïntimideerd en bedreigd omdat zij zich hadden georganiseerd en hun stem zijn gaan verheffen voor gerechtigheid en tegen het geweld van doodseskaders in de regio. De beweging kreeg bekendheid als de Moeders van Acari. Minstens drie zijn overleden, waarvan een op brute wijze werd doodgeschoten nadat zij op het spoor van informatie over de jongeren was gekomen.

In de jaren '90 van de vorige eeuw heeft Amnesty International de zaak van de Slachting van Acari van dichtbij gevolgd. Daarbij stuurde zij onderzoekers om de deelstaatautoriteiten van Rio de Janeiro onder druk te kunnen zetten en overlegden met het openbaar ministerie en andere instanties die de Moeders ondersteunen. Sinds de Slachting van Acari is Amnesty meerdere soortgelijke zaken in de stad Rio de Janeiro gaan volgen.


maandag 25 juli 2016

Caixa Dois


Bedrijven die verkiezingscampagnes van politieke partijen financieren lijkt de normaalste zaak van de wereld. Het is immers het middel bij uitstek om jouw commerciële belangen onder een nieuwe regering veilig te kunnen stellen. Het principe van quid pro quo, voor wat hoort wat. Campagnes voor verkiezingen zijn duur en elke cent is daarbij welkom.

In Brazilië kon dat voor kort op twee manieren. Legaal en illegaal. In het eerste geval gebeurt dat transparant omdat de politieke partijen tegenover de Nationale Kiesraad (Tribunal Superior Eleitoral/TSE) openheid van zaken gaven. Maar veel meer geld kwam de partijkas binnen via de onwettige weg, de zogenoemde Caixa Dois (de Tweede Kas, een slush fund). Bedrijven storten via allerlei schimmige wegen geld in deze kas, teneinde uit het zicht van de controleorganen van de staat te kunnen blijven. Deze betalingen worden niet gemeld aan de electorale autoriteiten, maar komen als het politiek-opportune tij daar is via de journalistiek wel naar buiten. De politieke winst was immers binnen. Politiek via de Braziliaanse manier, de faits accompli. Eerst de politieke winst pakken en daarna de worsteling met justitie aangaan, wetende dat men er in dit land van straffeloosheid mee weg kon komen. De praktijk werd voorpaginanieuws tijdens het berucht Mensalão-proces. Sinds 2005 zou de regerende coalitie onder leiding van de socialistische PT (lees: president Lula) via tweede kassen politici hebben omgekocht om parlementaire steun in de federale politiek binnen te kunnen halen. Politieke business as usual. De PT deed het, maar ook bijvoorbeeld de oppositionele PSDB in de jaren '90 in de deelstaat Minas Gerais. Het Lava Jato-proces dat nu Brazilië in beroering brengt toont aan dat geld van energiegigant Petrobras systematisch werd ingezet om illegale politieke beslissingen via slush funds te kunnen bewerkstelligen.

Tot dit jaar was dat gemeengoed in de Braziliaanse politiek. 98% van de partijen zouden zich er volgens João Santana, voormalig prominent campagneleider van o.a. Lula en Dilma (PT), aan bezondigd hebben. Maar in de aanloop naar de gemeenteverkiezingen van oktober dit jaar is slechts aan fysieke personen het recht gegeven om donaties in een verkiezingskas te kunnen doen. Razend benieuwd hoe dat gaat uitpakken en welke inventieve manieren er gevonden zullen worden om partijen toch van het benodigde geld te kunnen voorzien, vooral nu er vanaf dit jaar ook een bovengrens aan uitgaven voor de verkiezingen is gesteld, waardoor tweede kassen weer noodzakelijk zullen blijken te zijn. Er wordt nu al gesproken van 'laranjas', stromannen die onfrisse klussen voor bedrijven opknappen

De voorzitter van de TSE voor dit jaar is hogerechter Gilmar Mendes. Hij gelooft er heilig in dat grote bedrijven naar aanleiding van de Lava Jato- en andere corruptiebestrijdingszaken zich wel tweemaal zullen bedenken om op illegale wijze verkiezingskassen te zullen spekken. Ook zal hij i.s.m. met onder andere de belastingdienst tweede kassen gaan bestrijden.

Het niet aangeven van inkomsten bij de belastingdienst is zoals in bijna elk land ter wereld strafbaar, maar in Brazilië bestaat er geen enkele wetgeving als het gaat om de inzet van slush funds bij verkiezingen. Als een politieke partij wordt betrapt op onrechtmatigheden heeft een dergelijke partij geen recht op geld uit de Fundo Partidário (een overheidssubsidie voor politieke partijen) en kan het rekenen op een geldboete.Op dit moment is er een wetsontwerp in het Congres hangende om electorale slush funds strafbaar te stellen. Nog recentelijk heeft de nieuwe Kamervoorzitter Rodrigo Maia (DEM-RJ) belooft daar vaart achter te willen zetten. Partijen kunnen daarbij rekenen op torenhoge boetes en in het meest extreme geval uitsluiting van de verkiezingen. Daarnaast behoren gevangenisstraffen van twee tot vijf jaar tot de mogelijkheden om betrokken personen de pas af te snijden. Politici zelf kunnen rekenen op tweederde strafvermeerdering resulterend in drie tot tien jaar celstraf en een dikke boete.