woensdag 25 maart 2015

Braziliaanse grondwet 1824

Vandaag is het 91 jaar geleden dat Brazilië, na het vertrek in 1822 van de Portugese koninklijke familie naar Lissabon, haar eerste echte grondwet kreeg en waarmee het nieuwe keizerrijk een constitutionele basis kreeg. Deze grondwet zou pas in 1891 vervangen worden door een republikeinse en is daarmee tot op de dag van vandaag de Braziliaanse grondwet met de langste levensduur in de geschiedenis.


Opmerkelijk is dat de eerste Braziliaanse keizer, Dom Pedro I (foto), zelf de grondwet heeft samengesteld. Aanvankelijk had een grondwetgevende vergadering zich erover gebogen, onder leiding van de illustere grootgrondbezitter José Bonifacio de Andrade e Silva. Maar de keizer moest uiteindelijk niets hebben van de Britse politiek-liberale nieuwlichterij die de leden van de vergadering zo geïnspireerd had. De keizer beloofde, nadat hij legertroepen de vergadering had laten ontbinden en voorzitter José Bonifacio in ballingschap had gestuurd, een grondwet "tweemaal zo liberaal" als die van de vergadering.
Duidelijk een monarchaal grapje, want de grondwet van Dom Pedro was alles behalve liberaal te noemen, maar eerder een voortzetting van de bestaande reactionaire koloniale machtsstructuur zoals die onder Portugal had bestaan. Het Congres in de hoofdstad Rio de Janeiro zou gaan bestaan uit twee kamers, een senaat en een huis van afgevaardigden. De senatoren werden voor het leven benoemd door de keizer. De afgevaardigden in de Câmara werden in kiesdistricten gekozen door uitsluitend mannen met enig vermogen. Opvallend daarbij was dat ook analfabeten, mits in het bezit van een aanzienlijke geldsom, aan verkiezingen mochten deelnemen. Het is bekend dat veel adellijke grondgrondbezitters in Brazilië konden lezen noch schrijven. Slaven en vrouwen hadden helemaal niets in de politieke melk te brokkelen. (Vrouwen zouden pas in 1933 in Brazilië kiesrecht krijgen.)
De keizer had het vetorecht over alle besluiten die door het Congres genomen werden. Dit sloot naadloos aan bij de politieke ideeën van de in Brazilië bij de elite zeer populaire Franse commentator Benjamin Constant, die pleitte voor een "matigende macht" (poder moderador) in de politiek van een land. Een ander uitvloeisel van dit denken was het recht van de keizer om het Congres op elk mogelijk moment te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven. De enige restrictie op een formeel absolutistische macht van de keizer was de bepaling dat de Raad van State instemming moest verlenen. Formeel dan. De raadslieden werden immers ook door de keizer benoemd.
De grondwet maakte tevens een einde aan de versplintering van Brazilië door van alle 18 bestaande, tot dan toe redelijk autonome kapiteinschappen (capitânias) provincies te maken, bestuurd door een door de keizer benoemde president. Hij kon rekenen op de steun van de elites in de drie centrale en machtigste provincies van het land, Rio de Janeiro, São Paulo en Minas Gerais. Daarbuiten moest men er niet veel van hebben. Het gevolg liet zich raden. Nog datzelfde jaar brak er een republikeinse opstand uit in de Recife, de hoofdstad van de provincie Pernambuco, die zich nadien uitbreidde over een drietal andere provincies ten noorden van Pernambuco. De keizerlijke marine maakte er hardhandig een einde aan.
En het zou niet de laatste keer zijn dat met name de marine in het verdere verloop van de Braziliaanse geschiedenis de eenheid van het land met harde hand zou handhaven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten